had,
DE STEM
)x voor 2
cort Sonja
m
Lankhorst
negeert
Janmaat niet
meer
Rare jongens,
die Engelsen
Snelweg dwars
door Australië
„Nou, wat er ook gebeurt
Annemiek. Je valt alleen maar
buitenboord en dan blijf je maar
gewoon hangen." Annemiek is
even stil, voelt nog maar eens
aan de sluiting van de
veiligheidsgordel waarmee ze
aan de giek vastzit. Als die giek
gaat, 800 kilo, gaat zij mee de
golven in. Leuk, zo'n Kaap
Hoorn-gevoel tijdens het
jaarlijks personeelsuitstapje.
„Maakt niet uit, da's het
avontuur," zegt Frank van
Willegen, „ga mee en je wordt
besmet met het
Eendracht-virus." We mogen
mee om kennis te maken.
Stichting laat met
zeilschip
Nederlanders
kennismaken met
de zee
'Wat jongeren aan
wal missen,
kunnen ze hier aan
boord leren'
_X78
/-direkt-apart:
JOp zoek naar
[opwindende knul"?
1322.74 (37,5cphm)
bontact 06-9595
lex 06-9716
lx 06-320.325.Qo
bx 06-320.325 92
1,00 p/m
Jmosex voor 2
1pm) draai eerst
106-320 en dan
pox Brabant 321.13
box Zeeland
for 2
Brabant
Iff privé
lom
ervers
fns-sex
nten
bexueel
pge
330.13
325.10
325.73
321.16
324.16
329.16
323.36
325.19
327.56
312.36
325.18
pame aan huis of
I gay-boys en heren-
lase. Event, dames
P76-425142.
FOMANE huisvrouw-
fkn. stiekem sexcon-
via je postcode
10.320.50 (50 cphm)
hm) De leerling
hwasser v. 18 zag
t>uw naakt door de
lopen. "Kom binnen
pak ze maar n's lekker
16-340.350.60.
Ihm) "Kijk ik heb geen
1 aan" zei Tanja, toen
Natasje met haar
bteeds dichterbij
J6-340.350.75.
fhm) Oh tandarts ik
een heel gevoelig
M Kunt u het even vul-
Oh nee niet zo diep!
56-340.340.21.
Perverse sex
net jonge vrouwen
36-340.340.90.
bert Sandra en Nina
en fotoboek 11-23 u.
lm za. 01682-3916.
bhm) Nee ik wil niet....
ik mijn broekje uittrek
Maar meneer niet
106-340.340.30
phm) Moeder Dolores
een nieuwe vriend
Ift je dochter nog nooit
Isex gedaan?"vraagt hij
106-340.340.55.
ZIE WEEKEND 2
ZIE WEEKEND 3
ZIE WEEKEND 4
Eindredactie: Wim van Leest
Vormgeving: Luc Goderie
Weekend
Sloepenrol!
Op de vriendelijk rimpe
lende Westerschelde lijkt
de soms woeste boosheid
van de zee ver weg. Nau
welijks voorstelbaar dat
een schip vergankelijk is. Toch
moeten we, net aan boord, aan dek
om te leren hoe we het schip moe
ten verlaten.
Een les van de kwartiermeesters:
„De sloepuh of verlaatrol,
vraaguh...geen vraaguh."
Het gaat op een Paul van Vliet-ma-
nier.
Door Paul de Schipper
„Bij de sloepuh of verlaatrol wor
den we geacht een zwemvest te
draguh. Dat ding heeft een voor
kant en een achterkant met twee
gaten voor de armuh. Je steekt je
armen door die gaten en dan doen-
ne we deze band voor de bor-r-st
met een platte knoop. Dit trekding,
waar 'poell' op staat, daar kun je
aan trekken. Dan gaat er automa
tisch een lampje branden. Verderrr
is er nog een fluitje. Lig je in het
water, dan kun je een kwartier
gillen, maar dan komt er niks meer
uit. Met dit fluitje houden we het
langer vol. De zwemvesten vinden
we aan bakboord, dat is de linker
zijde van het schip. Vraaguh?"
Op de achtergrond zwiepen de
windmolens op de dam van de
Vlissingse Buitenhaven, een loods
boot tuft langszij een zeeschip en
de veerboot naar Breskens ronkt,
scheefhangend in een wijde bocht,
naar de overkant.
„Mocht er iemand overboord ra-
kuh, dan schreewen we: man over
boord en we wijzen de betrokkene
met de vinger na. Anderen gooien
er zo'n ding daar, een reddingsgor
del, achteraan. Dan worden de zei
len gestreken, we maken een korte
draai en we zijn er weer bij. Denk
erom, het is van belang dat. we de
drenkeling nawijzuh...vraaguh?
Nee, dan gaan we zeilen hijsen.
Mag ik vijf sterke mannen voor de
bezaan?"
De ochtendzon hangt nog laag bo
ven Hoofdplaat en maakt een spie
gel van het water. Een Russisch
schip draait werkeloos op haar an
ker. Het is een schuit van een lang,
smal type dat zomers op de grote
Russische rivieren te vinden is en
dat in het najaar, als het ijs komt,
de Westeuropese kust afzakt.
Aan dek staat een stoet tweede
hands auto's, privéhandel van de
bemanning. Mannen lopen bedrij
vig met bumpers heen en weer.
Op de rede van Vlissingen hebben
de Russen een open-luchtgarage
ingericht.
Op de brug van de Eendracht
geeft schipper Albert Veld
kamp een paar orders aan
de roerganger. Langzaam
draait het schip de kop in de wind.
Het dek verandert in een mieren
nest. Dat dek is een mijnenveld vol
lieren, zo op het oog lukraak opge
steld in een spaghetti van touwen.
Het is de schijnbare chaos van elk
zeilschip. Schijnbaar, want bij ie
der zeil is een ploeg paraat onder
aanvoering van een kwartiermees
ter, klaar voor actie. En midden in
ZATERDAG 9 OKTOBER 1993 DEEL
De Eendracht wordt met ver
eende krachten onder zeil ge
bracht. FOTO'S CAMILE SCHELSTRAETE
Het Eendracht-virus
die georganiseerde chaos staat
Hans Meerlink, de bootsman en de
rust zelve.
„Haal op, haal op,
ho..ooh...ho...ooh."
Sloom klapperend komt de duizend
meter doek omhoog langs de drie
masten.
„Stuurboord," zegt de schipper. De
boeg draait naar zee, de hoek met
de windrichting wordt groter.
Die hoek moet er altijd zijn om te
kunnen kruisen, want recht in de
wind zeilen kan alleen de Vliegen
de Hollander, het oude spookschip
uit Terneuzen.
De zeilen bollen en brengen via de
masten hun voortstuwende energie
over op de romp van zestig meter
staal. De Eendracht helt en maakt
vaart, voortgedreven door de na
tuur.
Bijna 42 meter is de hoogste mast,
vijf meter diep steekt de kiel.
„En dat is de reden dat-ie nooit in
Brabant kan komen," zegt Leen
van der Hidde uit Waalwijk met
spijt op zijn gezicht.
Van der Hidde is voorzitter van het
comité Brabant van de stichting
Het Zeilend Zeeschip.
„We hebben het geprobeerd. In
Willemstad willen ze ons dolgraag
een keer zien. Met de diepgang zou
het nog wel lukken, maar de mas
ten...daarmee kunnen we niet on
der de hoogspanningskabels door
boven de Oude Maas.
Elk jaar maakt hij reclame voor de
Eendracht tijdens de Vlaggetjesda
gen in Drimmelen. Van der Hidde:
„PR bedrijven zonder het schip te
tonen, dat is heel moeilijk."
Van der Hidde is de zoon van een
loods, met familie in de sleperswe
reld: „Thuis werd er altijd geva
ren."
In 1983 kwam hij voor het eerst in
aanraking met de Eendracht: „Wat
me drijft is de uitdaging van de
zee, het grote werk, een oversteek
naar Engeland."
„Dit schip," vervolgt hij, „staat ter
beschikking van de Nederlandse
jeugd. Wat ze aan wal missen,
kunnen ze hier aan boord leren,
vooral gezelligheid en samenhorig
heid."
Moet je daarvoor de zee op?
„Ja, omdat op zee de omstandighe
den dwingend zijn. Als er gewerkt
moet worden, dan moet iedereen
meedoen. Onttrek je je eraan, dan
moet je maat het doen met wie je 's
avonds in dezelfde hut ligt. Ook al
ben je gammel, die geeft je dan net
wel dat duwtje om door te zetten.
Aan wal kun je weggaan, op zee
zijn er geen uitvluchten."
Even later staat hij de kombuis
emmers te spoelen.
„We hebben hier randgroepjonge
ren aan boord gehad, jeugd op de
bodem van het bestaan," vertelt
Frank van Willegen van het comité
Zeeland van de Eendracht, „en
zelfs die jongeren zie je gaandeweg
zo'n reis veranderen. Ze moeten
samen iets doen, iets voor elkaar
over hebben en dat krijg je op zee
mee. Dat is inderdaad een soort
virus."
„Effe kijke, een stropdas, een paar
petten en een sjaal. Da's dan 35
gulden."
De scheepsdokter heeft zijn toko
geopend, een kast vol Eendracht-
souvenirs. Bij het gladde zeetje
voelt iedereen zich senang, dus kan
de pillendoos dicht blijven, maar
op de Eendracht is de dokter ook
winkelier van de shipshop. Hij doet
goede zaken.
Schipper Albert Veldkamp komt
even beneden.
Veldkamp (68) is een gepensio
neerd Vlissingse zeeloods, ge
trouwd met zijn vrouw én met de
zee. Als vrijwilliger schippert hij
op de Eendracht. We praten over
zee en over kou.
„Kou bestaat niet," zegt hij, „alr
leen slechte kleding."
Veldkamp kan het weten. Eerder
was hij kapitein van het onder-
zoeksschip Plancius tijdens een ex
peditie die op Spitsbergen onder
zoek deed naar de zeventiende
eeuwse Nederlandse nederzetting
Smeerenburg.
Hij lacht bij de herinnering: „We
voeren daar rond en zagen ineens
een eiland dat vanonder een smel
tende gletsjer kwam. Het stond niet
op de kaart. Nieuw eiland dachten
we. De bemanning noemde het Al-
bert-eiland, maar ik zei: noem het
maar naar m'n vrouw. Ik rappor
teerde het. Toen bleek dat het wel
op zeventiende eeuwse kaarten
stond maar dat het drie eeuwen
onder die gletsjer had gezeten."
De zee voor de Vlaamse kust
deint nauwelijks voelbaar.
In de waas aan de horizon
liggen Knokke en Zeebrug-
ge. We varen nog steeds door De
Wielingen. Het is een drukke, nau
we zeestraat, vol van allerhande
vaart die in en uitgaat, gescheiden
door een onzichtbare middenberm:
tankers, bulkcarriers, coasters,
veerboten en visserslui. De Een
dracht helt aangenaam.
De gaffeltopzeilschoener de Een
dracht heeft vijf waterdichte com
partimenten leren we bij het och-
tendpalaver op het opperdek. Daar
zitten wel deuren in, maar die
moeten altijd gesloten blijven. On
derdeks is er accommodatie voor
veertig tot vijftig personen plus de
bemanning. De gasten beschikken
over twee- en vierpersoonshutten.
De Eendracht wordt varend gehou
den door de vijftig jaar oude stich
ting Het Zeilend Zeeschip. Meer
dan vierhonderd vrijwilligers die
nen bij toerbeurt als bemanning op
de Eendracht. Alleen de kok, de
machinist en de bootsman zijn be
roeps.
Doel van de stichting is om Neder
land kennis te laten maken met de
zee: jong en oud, rijk en arm,
vrouwenclub en personeelsvereni
ging. Ook bedrijven huren De Een
dracht vaak voor korte zeetrips.
Tijdens schoolvakanties zijn er
speciale reizen voor de jeugd Jon
geren die krap bij kas zitten kun
nen een beroep doen op een spe
ciaal fonds om een deel van de
reiskosten vergoed te krijgen.
Voor volwassenen die dat niet no
dig hebben is de normale dagprijs
130,- inclusief kost en inwoning.
De Eendracht is 85 procent van het
jaar aan het varen, de rest van de
tijd is voor onderhoud.
„We hebben meer vraag dan aan
bod," aldus Van Willegen.
Tijdens de zomermaanden is Sche-
veningen de thuishaven en wordt
er langs de Westeuropese kust ge
zeild. In de winter vaart de Een
dracht vanuit Las Palmas op de
Canarische Eilanden.
Hans Meerlink, de bootsman, is een
tanige man met ruwe handen, gedi
plomeerd voor de Kleine Handels
vaart. Hij is eigenlijk de manager
van het schip.
Waar komt hij vandaan?
„Uit Made."
„Made! Hoe kom je vanuit het
Brabantse zand op de Eendracht?"
„Via de zeilschool De Biesbosch in
Drimmelen. Vandaar voer ook een
gaffeltop zeilschoener, De Braban
der. Zo ben ik hier terechtgeko
men, in de zachte vaart."
„Zachte vaart?"
„Het zeilen met mensen. Dat is een
hele industrie geworden in Neder
land. Kijk maar op het IJsselmeer
en de Zeeuwse stromen met al die
oude bruine schuiten die opge
knapt worden."
„Zijn Brabanders zeelui?"
„Nou en of, bij ons zitten veel
binnenschippers en bij mij in de
buurt ken ik drie kapiteins van
zeeschepen."
Meerlink is de zoon van een Breda
se kapper: „Bij ons thuis waren ze
gek van varen."
De mooiste reizen maakt hij met
jongeren: „We doen op dit moment
vooral reizen met bedrijven. Dank
zij die reizen kunnen we zomers
met de jeugd varen. Jongeren zijn
altijd hartstikke enthousiast, voor
al als we meedoen aan wedstrijden.
Je krijgt van alles aan boord, maar
als ze eenmaal aan de gang gaan,
dan zie je een band ontstaan. Dan
blijkt ook dat de Eendracht geen
schip is voor rijke mensen. Ieder
een kan mee."
Half november vertrekt de Een
dracht naar Portugal om vandaar
over te steken naar Las Palmas. De
bootsman uit Made lacht bij het
vooruitzicht: „Zonnetje, mooi weer,
altijd wind, dan zijn we de hele
winter onder de pannen."
Terug op Vlissingen-rede.
Op de ankerplaats sleutelen
de Russen nog steeds aan
hun auto's.
De zeilen moeten omlaag. Het is
daar waar Annemiek van de perso
neelsvereniging van UAP een beet
je bleek om de neus wordt. Met een
veiligheidsharnas maakt ze zich
vast aan de giek van het grootzeil.
„Doorvierruh achter," roept de
kwartiermeester, „doorgaan..,ho
maar...nou effe die val beleggen."
Het zeil zakt omlaag. Het harde
ruwe zeildoek pleegt een moord op
de gemanicuurde UAP-nagels,
maar de lol is er niet minder om.
Weer even dat Kaap Hoorn-gêvoel.
„Bakboord," zegt schipper Veld
kamp op de brug tegen de roergan
ger. Een roestige chemicaliëntan-
ker onder Liberiaanse vlag en een
vrachtboot uit Tallinn varen met
voorrang richting zee.
Op de motor varen we de haven in.
De personeelsvereniging sjouwt
met stootkussens. Aan de kade
staan kinderen te zwaaien.
„Opa, opa....!"
De kleinkinderen van Albert Veld
kamp met' cadeautjes. De gezag
voerder was zondag jarig, maar
toen lag de Eendracht in het Engel
se Portsmouth.
„Opa...opa!"
De oude loods staat op de brug en
glimlacht.