Altijd pijn na
vloeistoffoto
Twijfel aan de psychologische waarde van kindertekeningen
vestiet
solo
(ïssies
olland
^Nederland telt op dit moment
enkele duizenden slachtoffers'
^Alle contrastmiddelen zouden de wereld uit moeten
CONSUMENT
D
'OBER 1993 D| pE STEM
VRIJDAG 8 OKTOBER 1993
levrouw
inderij ('een gezond.
Jen gezond lichaam
de bijbelteksten
Iderprekende domin,
Isie voor dameskledi,,
pk is sterker dan al hj'
Het grootste genot be
uist uit om de verbode,
J Om gehuld in jarretel.
Int te genieten van he
pde effect op anderei
[pruik en op pumps
lte komen, liefst nog mf
|uw ook. Want dej
beslist geen homo,
Ier zijn vijandige oing.
|t zonder leedvermaal
Iste wat deze 'travo' kan
len, is niettemin dat eer
lel, een betonwerker bij.
Bd, hem probeert te ver.
|En nog fantastischer j,
oij op straat wordt aan
In als 'mevrouw'. Datu
ltste vervulling van zij,
wensen. Om die behoeft,
Jdigen riskeert hij ieder,
Ie vernedering in hei
lir.
1 Brand maakte van zij,
1 ware hartekreet, maai
een vol zelfspot en iro
I hoefde zich er niet een
I verkleden om de onbe
tre neiging van zijn tra
leht- en voelbaar te ma
Ichts een keer toonde hi
lpanties gestoken onder
Ëer bewoog hij zich nie
Igeraffineerde koketterii
[zwarte mannenkostuum
pbelzinnige blikken spra
kdelen. Ricardo Anemael
danser bij het Danser
lef) had hem prachtig ge
Ird.
Inlandse opdracht' zijn
paalfdelige KRO-serie
haalt presentator Rob
r het voetlicht, die zich
I verdienstelijk maakt
be ging het verder met de
[erlanders en wat had hun
Ivoor gevolg?
Ind bijt Bart Holland uit
laven het spits af. Hij
Jantieke karretjes op van
len die hem van heinde en
yeten te vinden. 'Made in
1' bekijkt de restauratie
i Opel Admiral uit 1938,
1 werkplaats, een voorma
Ikgebouw, gaat Bart Hol
riftig aan de slag. Op het
It van filmen heeft hij on
eer ook een Rolls Royce
I handen, met een essen-
1 chassis, dat 'verrukkelijk
was en helemaal nage
moest worden.
Yuithof volgt Bart op de
Hij probeert te doorgron-
Barom mensen dolverliefd
In old-timer kunnen zijn.
lecht liefde in het spel. Er
lelijk sprake van old-time
■constateert Rob.
pland 1, 20.26 uur)
ilade in Holland' foto anp
■lot shots 2.
'ragon.
SINGEN
ibra 1
21.45 u. Jurassic Park.
bra 2
21.45 u. The fugitive,
mbra 3
i 21.45 u. Sliver,
mbra 4
I 21.45 u. In the line of fire.
GEN OP ZOOM
h'actueel 1-2-3
en 21.30 u. The fugitive,
en 21.30 u. Jurassic Park.
en 21.30 u. In the line of fire.
1 - 18.45 en 21.30 u. Sliver.
2 - 19 u. Hot Shots 2.
u. Fixing the shadow.
Van zevenhonderd Ne
derlanders is bekend dat
ze blijvende schade heb
ben opgelopen bij het
maken van een (rönt-
genjfoto met contrast
vloeistof. De vrees be
staat dat veel meer men
sen - tot enkele duizen
den toe - zijn overgele
verd aan deze 'ziekte van
de pijn'. Na dodelijke on
gevallen (1991) in zieken
huizen te Haarlem, Den
Bosch en Tilburg is de
Nederlandse Vereniging
Slachtoffers Medische
Contrastmiddelen
(NVSMC) opgericht. Die
is momenteel bezig met
het inrichten van regio
nale steunpunten en het
aanhalen van de banden
met de Engelse zelfhulp
groep 'Arachnoiditis'
(hersenvliesontsteking)
Belangrijkste streven: al
le contrastmiddelen de
wereld uit.
Door Frits Stommels
R. Puite is sinds november 1974 niet meer zonder pijn.
FOTO JOOP FENSTRA
„Nu al weer negentien jaar geleden
werd van mij een vloeistoffoto ge
maakt in het ziekenhuis van Haar
lem, nodig in verband met een on
derzoek aan de rug. Vanaf dat mo
ment ben ik niet meer zonder pijn
geweest. Die zat overal, in mijn
bekken, in de liezen, onder in de
rug."
De 66-jarige ex-verpleegkundige R. Puite uit
Leeuwarden, secretaris van de Nederlandse
vereniging en zelf slachtoffer, zegt dat de
zaalgenoten in het ziekenhuis en familie
dachten dat hij dood zou gaan. „Zo doodziek
was ik van dat spul. Toch ben ik geopereerd
en tijdens de ingreep kreeg ik als gevolg van
mijn slechte conditie een hartstilstand. Tot
op de dag van vandaag kan ik nog niet
begrijpen dat geen arts heeft gereageerd op
het feit dat mijn ziek zijn te maken had met
een allergie voor deze vloeistof."
Puite, die nog altijd aan het procederen is,
werd uit het ziekenhuis ontslagen, omdat de
situatie na de operatie zogenaamd onge
stoord was. „Maar iedereen kon zien dat het
hopeloos met me was gesteld. Mijn huisarts
pikte het dan ook niet. Die kende me van
voor de ingreep en hij zag wat er van me was
overgebleven. Ik liep gebogen als een oude
man, wat ik aanvankelijk zelf niet in de
gaten had, maar ik zag het in de ramen van
de huizen waar ik langs liep. Toen pas drong
goed tot me door hoe absurd de situatie was.
Via acupunctuur is het later gelukt om me
weer rechtop te krijgen.
Hij trekt een pijnlijk gezicht als hij gaat
verzitten. „Je hebt dagen dat je veel erger
ziek bent dan op andere dagen", zegt hij.
„Maar de pijn is nooit weg. Een tijdlang heb
ik daarvoor Fortral, een soort morfine, ge
slikt. Maar omdat ik daaraan verslaafd
dreigde te raken, ben ik ermee gestopt."
Puite zegt ook nog even onder behandeling
van een fysiotherapeut te zijn geweest.
„Maar die durfde op een gegeven moment
niet verder met me te gaan."
In 1979 is hij terechtgekomen bij de Gro
ningse neurochirurg professor (dr. J.W.F.)
Beks. „Die wilde graag exploreren, zoals hij
het uitdrukte. In normaal Nederlands be-
patiëntvriendelijke manier foto's van ie
mands binnenste - kwam aan het licht dat
de jodiumhoudende contrastvloeistof Puite's
hersenvliezen had aangetast. Die vliezen zijn
bij hem zo met elkaar verkleefd, dat als het
ware een verstening is ontstaan. Het gevolg
daarvan is dat het centraal zenuwstelsel niet
meer werkt zoals het moet werken en dat
heeft nare gevolgen voor de impulsen van en
naar de hersenen.
Eind 1988 schrijft prof. Beks op een vraag
van Puite: 'Naar aanleiding van het in mijn
kliniek verrichte onderzoek kan ik U berich
ten dat al Uw klachten en symptomen zijn
terug te voeren op de door ons vastgestelde
zoek van de eileiders en bij hartcatheterisa-
tie. Voor dit laatste onderzoek zou er echter
al een alternatief bestaan in de vorm van
echografie via een een slangetje in de keel."
„Maar patiënten krijgen dit soort dingen
niet te horen, evenmin als de mogelijke
gevolgen. En dat blijft ook zo zolang specia
listen de vraag of ze patiënten moeten in
lichten, beantwoorden met: 'Niet doen, het
maakt ze zo onrustig'. Patiënten worden dus
niet serieus genomen en ze zijn in de ogen
van specialisten maar dom".
„Ik zeg dat patiënten er recht op hebben dat
ze alles te horen krijgen. Uit MRI-onderzoek
blijkt dat een opeenhoping van contrastmid-
greep ik dat het ging om: 'openmaken,
kijken wat te kunnen doen en weer dichtma
ken'. Daarna zou er worden overlegd wat er
vervolgens moest gebeuren. Met zijn drieën
zaten ze op me in te praten dat ik het maar
zou moeten doen".
„Gevraagd naar mijn kansen zei de profes
sor: 'Vijftig procent hebt u altijd'. In het
tweede gesprek was het percentage echter al
aardig gezakt en in het derde gesprek was
het nog slechts een theoretische kans. Dat
wilde zoveel zeggen als: rijd de rolstoel al
vast voor. Vooral vanwege die eerdere hart
stilstand, iets wat ik nooit meer wilde mee
maken, heb ik het niet gedaan."
Via MRI-onderzoek - een MRI maakt op een
arachnoiditis (hersenvliesontsteking, fs). Te
gen deze verklevingen van de caudale vezels
(eindvezels, fs) is tot nog toe geen kruid
gewassen'.
Hij zegt: „U lijkt verbaasd te zijn dat ik als
verpleegkundige nooit heb geweten dat con
trastmiddelen dit konden veroorzaken, maar
ons is nooit uit de doeken gedaan wat dit
soort middelen teweeg kan brengen. Mensen
die me bellen om te vragen wat ze moeten
doen, zeg ik: weiger contrastvloeistof".
„In het algemeen fs het ook niet nodig, zeker
niet voor bijvoorbeeld een onderzoek aan de
meniscus. Er zijn maar enkele onderzoeken
waar inspuiten met deze stof zin kan heb
ben. Dat is bij hersenonderzoek, bij onder
delen - en olie heeft de neiging zich te
groeperen - in een aantal gevallen is te
verwijderen. Ik ken het voorbeeld van een
vrouw die twintig jaar geleden was ingespo
ten. Via MRI-onderzoek werd de plaats van
de opeenhoping gevonden. En vervolgens
kon de vloeistof worden verwijderd. De
vrouw, die nauwelijks nog tot iets in staat
was, fietst alweer."
Puite vindt dat aan patiënten die zichzelf
slachtoffer voelen en erom vragen een uitge
breid MRI-onderzoek niet geweigerd mag
worden. Weigeren noemt hij in zo'n geval
een misdaad, „want je ontneemt een aantal
mensen de mogelijkheden voor herstel."
Hij heeft er echter niet zoveel vertrouwen in,
als hij zegt te ervaren dat artsen patiënten
vaak nauwelijks serieus nemen. „In hun
ogen zijn die verhaaltjes alleen maar dom.
Ze weten dat zo overtuigend te brengen dat
je er zelf nog bijna in zou gaan geloven ook".
„Er zijn nu in Nederland enkele duizenden
slachtoffers, omdat specialisten voor 1980,
net als tegen mij, ook tegen anderen hebben
gezegd: 'We geven je even een prikje voor
een foto'. Dit onschuldige gezegde was alles
wat ze kwijt wilden. Van die contrastvloei
stof (op oliebasis), op zich al slecht, werd
vaak ook nog de goedkoopste soort gekozen.
Zo kennen wij de ervaring van een vrouw
(„mijn man is doodgegaan voor honderd vie
renvijftig gulden") wier echtgenoot als ge
volg van zo'n goedkoop contrastmiddel is
overleden".
„Na 1980 zijn er betere middelen (op water
basis), zoals Amipaque, op de markt geko
men. Maar uit een publicatie van de Gro
ningse neurochirurg dr. J. Mooy is al geble
ken dat apen hersenvliesontsteking kregen
na het inspuiten met Amipaque. Tot nu toe
ontkennen artsen echter elke relatie tussen
contrastmiddel en schade aan de gezond
heid".
„Ook het antwoord dat we kregen op vragen
aan het Staatstoezicht op de Volksgezond
heid geeft niet veel hoop. Zowel op de vraag
'of er momenteel nog contrastmiddelen wor
den gebruikt op oliebasis' als op de vraag 'of
contrastmiddelen op waterbasis gevaarlijk
zijn' is het antwoord: 'nog geen oordeel'".
„Nou vraag ik je!"
Het secretariaat van de vereniging is te berei
ken onder tel. 058-886100
Hebben kinderen die
kleine mensjes tekenen
last van minderwaardig
heidsgevoelens? En wijst
het tekenen van grote fi
guren op agressie? In het
boek 'De psychologie van
kindertekeningen' zetten
Glyn Thomas en Angèle
Silk oude en nieuwe
theorieën op een rijtje.
Door Mick Salet
Kras.
Met een brede beweging zet ie
een lange lichtblauwe lijn op het
papier. „De zee."
Kras, kras.
Met een rood potlood kriebelt ie
er iets impressionistisch boven.
„Een vlieger."
Kras, kras, kras.
Na elk kleurig krabbeltje kijkt ie
even naar 't papier en vertelt
dan wat ie getekend heeft. Een
auto, een boom, een vliegtuig.
Maar als z'n vader 'm vraagt een
zonnetje boven de zee te teke
nen, geeft ie het gelijk op. „Papa
doet.','
De kunstenaar van tweeënhalf
tekent net als de meeste van zijn
leeftijdgenootjes. Met papiervre-
tende passie. Kras, een levendige
lijn, kriebel, een raar rondje,
kladder, nog wat krassen en
klaar is het kunstwerk. „Nou
nieuwe maken."
Het is met tekenen net als met
lopen en lezen. Het ene kind
leert het wat eerder dan het
andere kind, maar uiteindelijk
kunnen ze het allemaal. Het is
dus niet precies aan te geven op
welke leeftijd een kind een pop
petje of een autootje moet kun
nen tekenen, maar de ontwikke
ling van het tekentalent is, van
peuter tot puber, in grote lijnen
gelijk.
Krassen
In het boek 'De psychologie van
kindertekeningen' zetten Glvn
Meisjes schijnen meer katten en konijnen te tekenen, en jongens weer meer slangen en ridders.
Thomas en Angèle Silk het alle
maal op een rijtje. Kinderen van
anderhalf vinden het vaak ver
rukkelijk om lekker te krassen.
Stippen en strepen die nergens
op lijken. De deskundigen den
ken niet dat de kleinste krabbe-
laartjes al echt iets proberen te
tekenen. Het is oefening. Het is
spel. De kleurende peuters zijn
verrukt en verrast over al dat
prachtigs dat er op papier komt
als ze hun hand heen en weer
bewegen.
Pas na een tijdje krijgen ze in de
gaten dat al dat gekras ergens op
kan lijken. Opeens hoor je ze na
het krassen zeggen wat het alle
maal voor moet stellen. Een
wolk. Een olifant. Een huis.
Er zijn talentjes van tweeënhalf
die vooraf vertellen wat ze gaan
tekenen „een zeilboot!" en
daarna ook zeker weten dat het
dat geworden is, ook al ziet
niémand anders dat. Een zeil
boot? Veel peuters zijn echter
opportunistjes. Lijkt de zeilboot
die ze wilden tekenen uiteinde
lijk iets meer op een huis? Nou,
dan is het toch een huis.
Tussen de drie en de vier jaar
gaan kinderen zo tekenen dat
iedereen kan zien wat de bedoe
ling is. Een rondje met twee
verticale lijntjes eronder? Dat
FOTO DE STEM JOHAN VAN GURP
moet een mensje zijn. Ook al
zitten de armen aan het hoofd,
ook al ontbreken oren en voeten,
het is duidelijk dat de kleine
kunstenaar een mens heeft wil
len tekenen. De coördinatie is
nog niet optimaal. De essentiële
lichaamsdelen staan op papier,
maar niet altijd op de juiste
plaats en in de juiste grootte.
Mislukt realisme, wordt dit
snoezige stuntelwerk wel ge
noemd. Het zijn vooral deze te
keningen waar veel volwassenen
dol op zijn. Ze zijn naïef, expres
sief en kunnen wat vader en
moeder betreft zó in het museum
hangen. Tussen de schilderijen
van Karei Appel en Pablo Picas-
Kunst
Kleuters zelf zien het niet als
kunst. Het zijn vooral ouders en
grootouders die de tekeningen
trots tentoonstellen. Kinderen
zelf kunnen in recordtijd een
schetsboek vol krassen zonder de
tekeningen nog maar één oog
waard te achten. Kras, kras,
kras, wéér een schetsboek vol.
Hoe ouder kinderen worden, des
te realistischer hun tekeningen.
De poppetjes krijgen handen,
vingers, nagels en alles in rede
lijke afmetingen. Het krassen
wordt tekenen. Met oog voor
details? Met oog voor perspec
tief. Met oog voor de werkelijk
heid.
Kinderen krijgen ook door dat ze
niet alles kunnen tekenen. Door
gebrek aarffctechmek of talent.
Tekenaars van tien jaar en ouder
zijn vaak niet meer zo tevreden
over hun eigen werk. Ze kunnen
niet meer tekenen wat ze willen
tekenen en stappen vaak over op
het namaken van stripfiguren. In
de puberteit komt er vaak een
eind aan het vrolijke en vrije
tekenen. De een kijkt liever tele
visie. De ander vindt tekenen
maar kinderachtig. Het zijn
vooral de talenten die door blij
ken te gaan èn jongens en meis
jes voor wie het tekenen een
uitlaatklep is.
Natuurlijk zijn er grote indivi
duele verschillen. Het ene kind
heeft meer talent dan het ande
re. Het ene kind wordt thuis
meer gestimuleerd dan het ande
re. Maar in grote lijnen maken
de meeste jongens en meisjes
dezelfde ontwikkeling door. Van
krasser tot passer.
Wat kinderen tekenen? Het
blijkt onderzocht te zijn. Mense
lijke figuren staan nummer één
in de top-5 van de populairste
onderwerpen. Daarna komen
dieren, huizen, auto's en andere
vervoermiddelen - met name bo
ten en vliegtuigen - en bloemen.
Jongens en meisjes hebben wel
licht verschillende voorkeuren.
Meisjes schijnep meer katten en
konijnen te tekenen, en jongens
weer meer slangen en ridders.
Het blijkt ook dat kinderen, van
twee tot twaalf, vaak vanuit één
gezichtspunt kijken. Een auto of
een vis is meestal een zijaan
zicht. Een huis of een mens vaak
een vooraanzicht.
Er is ook een algemene neiging
om bovenaan het papier te be
ginnen en dan van links naar
rechts te tekenen. Daardoor rij
den auto's en treinen op kinder
tekeningen ook vaker naar links
dan naar rechts. Omdat kinderen
met de voorkant, de motorkap of
de locomotief, beginnen.
En als kleine kinderen een mens
moeten tekenen, beginnen ze
meestal met het hoofd.
Dat laatste lijkt een detail, maar
is een bom onder oude theorieën.
Sinds Sigmund Freud hebben
psychologen niet meer normaal
naar kindertekeningen gekeken.
Een kindertekening zou een
spiegel van de ziel zijn. Onbe
wuste angsten? Stiekeme wen
sen? Het zou allemaal uit kinder
tekeningen te halen zijn.
Komisch
Glyn Thomas en Angèle Silk
twijfelen aan die theorieën.
Waarom tekenen kinderen het
hoofd vaak komisch veel groter
dan de rest van het lichaam?
Omdat ze dommig denken dat
het hoofd groter is of omdat ze
onbewust willen laten zien dat
ze het hoofd belangrijker vinden
dan de rest van het lichaam?
Nou, misschien heeft het er ge
woon wel mee te maken dat de
meeste kinderen éérst het hoofd
tekenen en dan te weinig ruimte
overhouden voor romp en benen.
Als je kinderen vraagt éérst de
buik te tekenen, dan blijken ze
het hoofd kleiner en in betere
verhouding te tekenen. Het grote
hoofd zou dus gewoon een plan-
ningsfout zijn.
Het kan ook dat kinderen het
hoofd groter tekenen om zo meer
ruimte te creëren voor neus en
ogen en mond. De fijne motoriek
is nog niet optimaal, dus maken
kinderen het hoofd lekker groot
om zo ruimte genoeg te hebben
om ogen en mond te tekenen.
Dat blijkt ook uit onderzoek. Als
je kinderen vraagt een mannetje
met tanden te tekenen, dan ma
ken ze de mond en het gezicht
bij voorbaat al groter, als je ze
vraagt een mannetje van achter
te tekenen, zodat je zijn gezicht
niet ziet, dan maken ze het
hoofd meestal meteen stukken
kleiner. Dat zou er allemaal op
wijzen dat kinderen de grootte
van hoofd of romp af laten han
gen van de details die ze willen
aanbrengen.
Verklaring
Ook leuk is de verklaring waar
om kleine krassertjes de armen
vaak uit het hoofd laten komen.
Hebben ze dan nooit in de spie
gel gekeken? Ja, maar het lijkt
erop dat kinderen van twee tot
vier de neiging hebben .de armen
altijd aan het grootste lichaams
deel te tekenen. In werkelijkheid
is dat de romp, maar op een
kindertekening is het vaak het
hoofd. Daarom steken ze daar de
armen in. Laat je de kinderen,
als een soort ezeltje-prik, de ar
men tekenen aan een figuurtje
waarvan de romp groter is dan
het hoofd, dan zullen ze de ar
men niet zo gauw in het hoofd
tekenen.
Een pracht van een proef voor in
de huiskamer. En voor Glyn
Thomas en Angèle Silk weer een
bewijs dat je niet te ver moet
gaan met het psychologiseren
van kindertekeningen. Anders
zou je moeten geloven dat alle
kinderen die poppetjes zonder
armen en handen tekenen zich
allemaal machteloos voelen. En
dat is wel wat kras.
Glyn Thomas en Angèle Silk: De
psychologie van kindertekeningen.
Uitg. Swets Zeitlinger, prijs
f 29,50.