TT :apmo? luJlCIS DE STEM Karol Lesman als gedreven vertaler lingen. UIT 4Ik ben een beetje Witkiewicz geworden' Gematigd optimisme op 'Nederlandse' Buchmesse dy ultra court 449*5 schoenen^ kleding langzamer- tel duidelijk jn waarom zeggen: \TEDEREEN KIEST ISCAPINO" IN BEELD Galerie Ginneken Brabantse Kunst WÊÊÊÊÊKKÊÊÊË x 53 ook goed te gebrui- oor de vrijetijds enten. ersporters doen er aan eerst een bezoek capino te brengen om utfit op een prima e brengen. Zonder eweld aan te doen. jk indrukwekkend anbiedingen zijn. oeken vanaf 49.-: veralls vanaf 69.- aar een paar voor- Jen te geven. ten we nog meer ver- Over trainings- en dan. Voor joggers, of zaalsporters zagen en mooie lijn multi- spakken. Variërend e "werk"-pakken in ringen in Tactel en te pasvorm. 2 42. 89r SPORT rkombinaties zodat [jeugdig-modieus of ff. De topmerken zijn g: ADIDAS. )PARD en NIKF. ter met tientallen gul ps voordeel. Zoals dat geldt voor de sportie- |<ollektie jacks. Noem I maar rustig Grote |sse. Echte donsjacks in i of duo kleuren. Of Iker dikke body-war ps voor het hele gezin. yïnteresseerd I onderstaand je ge- [ens in en geef deze aan bedrijfsleider van her [pino filiaal in je buurt. BIJ SCAPINO! |e. Neem maar kon- J I .M/V I ...Leeftijd:, ktie van: :(st)er verk(st)er en zaterdag 10 uur per week leider van Scapino 'INO bv, Postbus 250, hg Personeelszaken. „Het was aardig op het Boekenbal als vrouw rond te lopen, maar daar had ik het beter bij kunnen laten" Maarten 't Hart, schrijver DINSDAG 5 OKTOBER 1993 DEEL Afgelopen voorjaar verscheen 'Onverzadigbaarheid', een van de klassiek onvertaalbare mo numenten van de Poolse voor oorlogse literatuur. Karol Les man, polonist en Bredanaar, wijdt zijn leven aan Stanislaw Ignacy Witkiewicz. Woensdag avond 6 oktober spreekt hij over deze avant-gardistisch schrijver en zijn fascinatie voor de man en zijn werk voor de sociëteit Het Turfschip, in het voormalige Katholiek Mili tair Tehuis aan het Wilhelmi- napark te Breda. Door onze redacteur Camiel Hamans „Lesman, die naam klonk te Duits en daarom heeft het jaren geduurd voor mijn vader tot Nederlander genaturalis eerd werd. Mijn ouders konden pas in 1950 trouwen. Ik ben van een jaar later. Geboren op de hoek van de Emmalaan en Ginnekenweg in Breda, dezelfde plek waar mijn moeder bij de bevrij ding met haar vlaggetje stond. Daar heeft ze mijn vader ontmoet. Het was liefde op het eerste gezicht. Mijn vader was een van de eersten die met generaal Maczek Breda binnentrok. Hij was bij de militaire politie. Hij was Pool, maar hij heeft zijn kinderen volle dig Hollands opgevoed. Geen woord Pools werd er thuis gesproken. Mis schien dat mijn vader als hij ons naar bed bracht wel eens een Pools woordje fluisterde, maar de taal had ik, toen ik in 1962 voor het eerst in Polen kwam, nog nooit gehoord. Het was alsof ik opnieuw geboren werd. Ik werd meteen verliefd. Op het land, op de taal en op mijn nichtje. Van mijn grootmoeder kreeg ik 200 Zloty, een fors bedrag voor die jaren. Ik heb er een woordenboek Engels-Pools voor ge kocht. Ik gebruik het nog. Toen ik terugkwam, wilde ik Pools leren. Naar het Poolse schooltje mocht niet, mijn vader was immers voor een Hollandse opvoeding. Later ben ik op les gegaan bij mevrouw Bronowska, de Nederlandse echtgenote van de voorzit ter van de Poolse Katholieke Vereni ging. Op donderdag had ik les van haar. Ze had zelf de taal geleerd van een Franse cursus en ze had overal briefjes in huis hangen met Poolse teksten". Enige student „Mijn besluit om na het Onze Lieve Vrouwen Lyceum Pools te gaan stude ren, stond vast. Het kon alleen niet. Je moest Slavische talen doen. In Amster dam werd Pools hoofdvak. Ik was de eerste en enige student. Als ik met Carnaval terugging, belde ik de beide docenten dat ze de volgende week maar geen les moesten geven. Hun student zou er niet zijn. De docent taalvaardigheid had lang in de Oekraïne gezeten. Zijn Pools had eronder geleden. Hij sprak met een dikke 1 en met een te zangerig accent. Mijn Pools klonk daarom net zo. Om beschaafd Pools te leren moest ik dus naar Polen en vaak. Anders leerde ik die platte uitspraak nooit af. In 1974, ik was derdejaars, zat ik op een zomercursus in Poznan. In Jiet theater ging een stuk van Wikiewicz, 'Oni', Zij. Ik kende de naam van Witkiewicz, of beter Witkacy, het halve pseudoniem waaronder hij als een wervelwind door de Poolse literaire wereld gegaan was. Een gasthoogleraar uit Warschau had in Amsterdam college gegeven over hem en zijn tijdgenoten van tussen de beide wereldoorlogen". Trance „De directie van de zomercursus vroeg me daarom een inleiding voor de andere studenten te houden. Die voorbereiding daarop en het stuk zelf was een trance. Overdonderd kwam ik uit het theater, alsof ik uit een droom wakker was geschud. De dagen erna begon ik aan een eigen toneelstuk. Even absurdis tisch en volstrekt epigonenwerk: 'Ro meo en Julia of de geschiedenis van een ongelukkige liefde'. Het is verloren ge gaan, en niet tot mijn verdriet. Ik heb er twee nachten aan gewerkt. Toen hebben we het met een groep Franse studenten op de slotavond van de zomercursus opgevoerd. Het was een enorm succes. Ik was in de ban van Witkiewicz, Ik ging naar Krakow, waar de specialisten zaten, wilde op hem afstuderen en pro beerde zijn werk in handen te krijgen. Gemakkelijk ging dat niet. Zo af en toe verscheen er wat van hem, maar ik was lang niet altijd in het land. Tegen de tijd dat ik weer terugkwam was het uitverkocht. Vrienden, relaties, anti quaren, iedereen werd ingeschakeld. Op een gegeven moment had ik alles op twee delen na. Dat ene kon ik in Polen nooit krijgen. Het was verboden. Er staat een scène in dat een bolsjewisti sche soldaat een schot lost. Daarbij vallen onschuldige slachtoffers. Dat mocht natuurlijk niet. Gefascineerd Het andere deel, 'Nieuwe vormen in de schilderkunst en de daaruit voort vloeiende misverstanden! was niet te vinden. Het is een belangrijk boek, het eerste deel van zijn essays. Hij ontwik kelt erin zijn theorie van de Zuivere Vorm. Het heeft moeite gekost, maar op het eind kreeg ik het ineens twee keer in Krakow." „In die tijd besloot ik Witkiewicz te gaan vertalen. Wat deed er niet toe. Ik was nog meer door de man gefascineerd dan door het werk. Toneel kwam niet in aanmerking, dat wordt in Nederland nooit gedrukt. Van de vier romans ble ken er maar twee geschikt. Het eerste is een onrijp jeugdwerk, het laatste is niet af. 'Afscheid van de herfst', waar ik nu aan bezig ben, was weliswaar toeganke lijker, komischer, minder overweldi gend, minder gedreven en met een cohe- rentere verhaallijn dan 'Onverzadig baarheid', toch koos ik voor het laatste. De reden is simpel. 'Afscheid van de herfst' was toentertijd vrijwel niet be schikbaar. Een Poolse hoogleraar in Brussel had een exemplaar en dat was alles. Ik vertaalde moderne Poolse verhalen, stelde bundels samen, maar voor Wit kiewicz kreeg ik aanvankelijk geen uit gever geïnteresseerd. Voor mijn brood was ik rechtbanktolk en gaf ik Poolse les. In Breda. Ik woonde in Amsterdam, maar ik had de klassen van mevrouw Karol Lesman: „Ik ben net zo gespleten als Witkiewicz geworden. Als jochie zette hij zijn fascinatie voor treinen al om in een portrettengalerij van locomotieven". foto maurice boyer Bronowska kunnen overnemen. Na veel vijven en zessen lukte het. Laurens van Krevelen, directeur van Meulenhoff gaf mij carte blanche". Dreun „Ik heb er drie jaar, drie maanden, twee dagen, veertien uur en acht en veertig minuten aan gewerkt. Mee geleefd, is beter. Want 'Onverzadigbaarheid' heeft me geen minuut los gelaten. Het is een dreun die in je hoofd komt, waarop je de 650 pagina's Pools verder moet, ik kon niet stoppen. Telefoon eruit en maar oplossingen zoeken voor de taal grappen, de bizarre stijl, de exuberante woordkeus, de neologismen, de naam grappen, de schuttingtaai in een adem met filosofische uitweidingen en de pantagrueleske structuur. Er is geen boek in de wereldliteratuur, waar de titel zo bij klopt als bij 'Onverzadig baarheid'. Werk, man en titel zijn in overeenstemming. 'Onverzadigbaar heid' is van alles, maar vooral niet af". Gespleten „Door het vertalen van 'Onverzadig baarheid' heb ik veel van me zelf leren kennen, leren accepteren. Ik ben er door veranderd. Ik ben er een beetje Wiktie- wicz door geworden. Hij was een vat vol tegenstellingen. Hij experimenteer de met drugs, vocht in het Rode Leger, pleegde zelfmoord toen het Rode Leger Polen binnen viel, anti-nationalist, por tretschilder in opdracht, theaterschrij ver, metafysicus, arrogante klootzak, ironicus, zoontje uit een gegoed milieu, filosoof, driehoeksminnaar, kunsttheo reticus, maar ook fotograaf. Toen hij nog maar een jochie was zette hij zijn fascinatie voor treinen al om in een portrettengalerij van locomotieven. Ik was net zo gespleten. Niet zo gefrag mentariseerd, maar toch. In Nederland hunkerend naar Polen en in Polen vreemdeling. Een trek naar eenzelvig heid had ik altijd al. Het vertalen van zo'n pessimistisch eenzaam werk als 'Onverzadigbaarheid' en de afzondering die daarvoor nodig was, heeft die hang naar alleen zijn bij mij slechts ver sterkt. Wietkiewicz is een demon. Zijn werk is zo bezeten dat er maar twee keuzes zijn. Je eraan overgeven of het met afschuw van je afwerpen. Ik heb het eerste gedaan. Ik heb er vrede mee dat er een barst door me loopt. Dat er in mij net als bij Wietkiewicz ook iets een boze en onaffe kant zitten. Ik heb aanvaard dat mijn gespletenheid niets met een plaats van doen heeft. Ik moet met niemand meer wat beginnen, ik ben alleen, het lukt niet. Ik ben als rails. Dichtbij lijken ze parallel te liggen. In de verte wijken ze van de rechte lijn af, maar mijn trein heeft er geen last van." Door Frits de Coninck De muzen zijn binnen gevaren in Galerie Ginneken in Breda. Langs de weg van de schilder kunst in het werk van Angèle von Brixen en in de vorm van beelden van de hand van het duo Frans en Truus van der Veld. Het is voor de negen halfgodinnen dringen geblazen, er is geen plek in de galerie onbenut gelaten om werk te tonen. Het reikt te ver om hier uitvoe rig in te gaan op de klassieke betekenis van de vertegenwoor digsters van de schone kunsten en wat de Grieken daaronder verstonden. De kunstenaar die nu gebruikt maakt van deze symbolen die staan voor een voorbij wereldbeeld, moet daar iets bijzonders mee doen. Die moet oude vormen en beteke nissen nieuwe inhoud geven die de welwillende en aandachtige kijker iets te zeggen heeft. Wat de hier exposerende kunste naars doen, is niet meer dan het gebruiken van mythische figu ren om hun werk van een naam te voorzien en de schijn van culturele belangrijkheid te ver schaffen. Op een begeleidend stencil geven ze encyclopedi sche informatie over de Muzen, ze belijden hun geloof in de halfgodinnen van de kunst en dat is het dan. Maar met de artistieke kwaliteit van het geëxposeerde werk heeft dat natuurlijk niets te maken. De schilderijen zijn van beden kelijke kwaliteit. Ze tonen de bovenkant van een vrouwenli chaam, allemaal op identiek houterige manier geschilderd. Ongeveer vergelijkbaar met de vrouwen die de kaft van ro mannetjes uit de Bouquetreeks vullen. De onderste helft van de vrouwen ontbreekt, zonder dat je die overigens mist. Het lichaam van de muze loopt in bijna alle schilderijen uit in een baaierd van verf en kleur, die de rest van het schilderkunstige vlak vult. Vorm en voorstelling zijn zo mager en oppervlakkig dat de aan de haren erbij ge sleepte muzen in hun ironische tegendeel verkeren. De in gezamenlijk verband ge toonde beelden van het duo Van der Veld hebben, wat je er verder ook over kunt opmer ken, nog de kwaliteit van de edele steensoort waaruit de kleine beelden gehouwen zijn. Ambachtelijk goed behandeld graniet of marmer maakt altijd indruk. En daar moeten deze beelden het ook van hebben. Maar dan worden beelden de corstukken waarvan de kost baarheid door het materiaal bepaald wordt. Zelf zijn de beelden zo weinig plastisch dat ze stijf en levenloos de ruimte vullen. Het is interieurkunst en die heeft met beeldende kunst niet veel van doen. De Muzen in Galerie Ginneken, Ginnekenweg 287, Breda, tot 11 oktober Onder de gewild ouderwetse titel 'Bezijden de hogels' toont de NBKS in Breda werk van vier verschillende Brabantse kunstenaars uit vier verschil lende disciplines. Het gaat om keramiek van Rob Brandt uit Terheijden, schilderijen en te keningen van Jan de Mug uit Den Bosch, beelden van Geof frey Salmon uit Valkenswaard en een installatie van Jolande Traa uit Vught. Aktueel werk van kunstenaars die de persoonlijke keuze zijn van de vers aangetreden direc teur van de NBKS, Rob Schoo- nen. Het is de bedoeling om in de benedenruimte van het Teddyberen aan de wandel van Rob Brandt NBKS-gebouw aan de Reiger straat periodiek te laten zien waar de kunstenaars uit Bra bant mee bezig zijn, de druk van de provinciale overheid ten spijt om minder geld aan expo sities te besteden. Merkwaardig is de titel waar onder deze tentoonstelling door het leven gaat. Een hogel is een ijzeren haak in de schoorsteen waaraan een ketel gehangen kan worden boven het vuur. 'Bezijden de hogels' wordt dan zoiets als rond de (Brabantse) open haard, een kneuterige vorm van plattelandsfolklore. En wat dat met beeldende kunst te maken heeft? Of be doelt de inrichter het woord 'hogel' in de betekenis van sier motief in de Gotische kerk bouw? Wat dat dan moet bete kenen in de context van deze tentoonstelling van eigentijdse Brabantse kunst is helemaal een raadsel. Een flauwe manier om vals gewicht aan een ten toonstelling te geven. Jolande Traa is de jongste van het viertal, 25 jaar en koud van de acedemie af. Haar werk heeft nog het karakter van stu die en onderzoek. Zij tekent lijnen en vlakken, soms direct op de witte muur, en stelt door minimale verandering in op eenvolgende figuren de vraag naar de ruimtelijkheid. Wan neer is een figuur in onze waar neming plat, wanneer ervaren wij een bijna gelijke figuur als foto peter cox ruimtelijk? Zij stelt natuurlijk de oude vraag naar de manier waarop wij waarnemen. Tegen een balk aan het plafond van de expositieruimte mon teert zij kleine halve kubussen van karton. Door de vorm van de vlakken ten opzichte van elkaar te veranderen suggereert ze een verschuiving van per spectief die zou ontstaan als de kijker langs één zo'n vorm zou lopen en dus zijn standpunt met de loopbeweging mee ver andert. Maar de kijker staat stil, het werk bevat de bewe ging. Het gedachtegoed achter dit studiewerk is dat van de minimal art, begin jaren '70, die het kunstwerk persoonlijke emotie en materiële bijzonder heid ontnam; kunst moest on persoonlijk en vooral meetbaar zijn. In die zin, voorspelbaar en rationeel, volstrekt zich, twin tig jaar later, het hier getoonde werk van Jolande Traa. Jam mer, want ander, hier niet aan wezig werk van haar laat nu juist zien hoe ze dat onderzoek van geometrie en ruimte ver werkt tot een persoonlijk schil derkunstig geheel. De rust van dit werk staat pontificaal tegenover de barok ke aanwezigheid van de kera mische beelden van Rob Brandt (1946). Teddyberen aan de wandel, verlichte spiegels in bloemen pracht, Dinky-toys, koeiepoten als bloemenvaas, een salontafel in paarlemoer met straaljagers- in-zakformaat en schoenen met zolen in de vorm van een auto. Een vloed aan beelden die in zijn bizarrerie tot een lach voert, de lach van de ironie. De beelden zijn knap gemaakt, ze ker waar het keramische mate-' riaal zo plastisch gebruikt wordt dat het inderdaad meer lijkt op een stroperige verfmas- sa. Maar de beelden zijn net zo willekeurig en diverse als ze zijn in onze eigen wereld. De dingen in onze wereld hebben niet meer identiteit dan ze heb ben als ze in handen van Rob Brandt vallen. Maar als ze daaruit komen en een beschil derde keramische gedaante hebben gekregen, valt er in ie der geval ook wat te lachen. Of het beeld inhoudelijk zoveel meer betekenis heeft, is zeer de vraag. Deze opstelling in deze welgevulde ruimte maakt dui delijk waarom deze vier kun stenaars bij elkaar gebracht zijn. Zo er van enig verband tussen het werk van de vier kunste naars sprake is, is dat flinter dun. Wie of wat bewijst de NBKS nu een dienst met pre sentaties van deze toevallige soort? NBKS, Reigerstraat 16, Breda, t/m 7 november. Door Henk van Weert Nederland en Vlaanderen zijn dit jaar samen Schwer- punkt-land op de Frankfurter Buchmesse, de grootste boekenbeurs ter wereld, die van 6 tot en met 11 oktober in Frankfurt gehouden wordt. Op de speciale tentoonstelling 'Vlaanderen en Nederland: midden in de wereld' kunnen de duizenden uitgevers die de beurs bezoeken zien wat de moderne Nederlandse literatuur te bieden heeft. Het gaat niet slecht met onze landse literatuur hier al een literatuur in den vreemde. Vooral in Duitsland worden de laatste jaren nogal wat ver taalde Nederlandse boeken met succes op de markt ge bracht. Prof. dr. Carel ter Haar, die Nederlands doceert aan de Universiteit van Mün- chen, geeft grote Duitse uitge vers adviezen over Nederland se boeken. De ambassadeur der Nederlandse letteren in Duitsland over onze kansen bij de buren. Hugendubel is de grootste en belangrijkste boekhandel van München, strategisch gelegen aan de drukke Marienplatz. Het interieur lijkt op een bij enkorf: klanten lopen kris kras door elkaar, langs zware stellingen met boeken en ta feltjes volgepropt met speciale aanbiedingen. Je hoeft er niet lang te zoeken naar Nederlanders. Bij een van de kassa's ligt een flink stapeltje 'Ritualen' van Cees Nooteboom, de best verkopen de Nederlandse schrijver in Duitsland. Iets verderop wan kelt een torentje vuistdikke 'Die Entdeckung des Himmels' van Mulisch, evenals Noote boom vaste waarde in de best sellerslijsten van de afgelopen maanden. En er staat zowaar een bijzet tafeltje met bijna alleen Ne derlanders: 'Der Widerborst' van A. F. Th. van der Heijden, 'Mein Besseres Ich' van Renate Rubinstein, 'Die Gesetze' van Connie Palmen, 'Erst Grau, dann Weiss, dann Blau' van Margriet de Moor. In een rek staan enkele Reves en de bun del 'Die Fahre' met verhalen van Nederlandse auteurs. Prof. dr. Carel ter Haar glim lacht. „Vijf jaar geleden zou je dit hier absoluut niet hebben aangetroffen", zegt hij met een breed gebaar. Hij tempert zelf zijn enthousiasme.' „We moeten ons ook weer niet de illusie maken dat de Neder- hechte basis heeft. Dat gaat me op dit moment nog te ver. Wel is het zo dat Duitsers bereid zijn om kennis te ne men van Nederlandse boeken. Ze zijn in het literaire circuit opgenomen, de grote uitgevers weten wat er in Nederland speelt en Nederlandse boeken worden in de bladen bespro ken". Ter Haar werkt al 22 jaar in Duitsland, waarvan 15 in Mü nchen. Al die tijd heeft hij geprobeerd Duitse uitgevers te interesseren voor Nederlandse boeken. In het begin was dat vechten tegen de bierkaai. Gematigd Ter Haar is nu gematigd opti mistisch over de Buchmesse. „Extra publiciteit is zeer be langrijk, omdat het erg moei lijk is om in Duitsland aan dacht te krijgen voor je boe ken. Ik hoop dat er na de Buchmesse iets zal blijven hangen". Harry Mulisch en cultuurmi nister Hedy d'Ancona zijn vandaag, dinsdag 5 oktober, openingsredenaars ofwel 'Eröffnungsredner' bij het be gin van de Buchmesse. Kroon prins Willem-Alexander is er ook, net als de Belgische troonopvolger Filip en de Vlaamse minister/openingsre- denaar Weckx. Vijftig De Buchmesse zelf is geen pu- bieksevenement, behalve in het weekeinde. Het Schwer- punkt-programma is dat gro tendeels wel. In totaal reizen er vijftig schrijvers naar Frankfurt. Onder hen zijn An- tillianen als Nydia Avelo en Gerda Gosepa, Surinamers als Ismene Krishnadath en Frits Wols, en één Fries: Tjebbe Hettinga. Een bloemlezing van Friese schrijvers wordt in het Duits vertaald. 1' '1 FILMS GOES -Grand Theater 20 u. Jurassic Park. HULST - De Koning van Engeland 20 u. Jurassic Park. 20 u. Indecent proposal. 20 u. Sliver. 20 u. The fugitive. VLISSINGEN - Alhambra 1 20 u. Jurassic Park. - Alhambra 2 20 u. The fugitive. - Alhambra 3 20 u. Sliver. - Alhambra 4 20 u. In the line of fire. GENT - Decascoop 14.30, 17, 20 en 22.30 u. The firm. 14.30, 17, 20 en 22.30 u. Benny Joon. 14.30, 17, 20 en 22.30 u.Kalifornia. 22.30 u. A stranger among us. 14 30, 17, 20 en 22.30 u. In the line of fire. 14.30, 17, 20 en 22.30 u. Tina. 14.30, 17, 20 en 22.30 u. Sliver. 14.30, 17, 20 en 22.30 u. The fugitive. 14.30, 17, 20 en 22.30 u. Guilty as sin. 14.30, 17, 20 en 22.30 u. Hot Shots 2. 14.30 u. Dennis the Menace. 17 en 20 u. Cliffhanger. 14.30 u. Bambi. 20 en 22.30 u. The piano. 22.30 u. Indecent proposal.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1993 | | pagina 17