F Weekend I GLAS HOTEL ssfèfiT EIFEL 24 UUR SERVICE iN DE SUBSIDIE DE STEM E4 De heroïsche overwintering van Van Heemskerck en Barents op Nova Zembla houdt ons na 400 jaar nog altijd bezig. Begin september vond een Nederlands-Russische expeditie de restanten van het Behouden Huys, het winterverblijf van de koene Hollanders. Het graf van Willem Barents is nog steeds zoek. Geen wonder zegt Leonides de Wit, broeder van Sint Louis te Oudenbosch: „Ze hebben op de verkeerde plek gezocht." Hij laat een eeuwenoud boek zien. „Hier moet het zijn." Zijn vinger blijft rusten tussen Troosthoek en Kaap Begeerte. Oudenbossche broeder heeft theorie over graf van Willem Barents Leonides de Wit: 'Ze hebben op de verkeerde plek gezocht' X 63 Rekreatie is een lijke rubriek van de bladengroep, «reserveringen: 25225, fax 073-137750 49, 5201 AK Den Bosch nèt over de grens et zijn heuvelachtige, bosrijke ini-bar en telefoon. Zwembad itorei. DM 285.- p.p. nair diner, arrangementen, enthcim, Duitsland. r prospectus. FST in Duits-Luxem- Natuurpark, rustieke do/wc HP v.a. 4 n. DM 66,-, ontb.buffet, ukeuze, saladebuff., tarische maalt., Hotel uerhof, 54669 Bollen- tel. 09-496526395. KENDAANBIEDING: ~g (diner) tot zondag ijt) kamers do/wc HP DM. Hotel-Rest. Zum tal, Brückenstr. 10, 36 Seffern b. Bitburg/ eifel Tel.09-49.6569207 8 km. van Winterberg) beschikt over: 53 k., lift elb., bilj. Uniek gel. a.d. i i.d. bergen en bossen n wij ook u uit een ple- j ons door te brengen! luzemenu, ontb.-salade- !2, D-59969 Hallenberg/ Ned.gespr. Fax: 573. ERSTARRANGEMENT. 1DEN. 4 dgn. incl. boot, 1 v.a. 239,-, vliegen 3 v.a. 374,- YES Tours 416570. -!ST EN NIEUWJAAR, den. AEROTRAVEL R/ANVR) 043-640440. zoek naar een IDEALE antiebestemming? Lees len en Rekreatie. sbitten en 'eparatie a 01140-12141 i 38 AS TERNEUZEN Dppe, postzegel is niet GLASHANDEL 4530 WB Terneuzen ZATERDAG 2 OKTOBER 1993 Voorbij Kaap Begeerte Om door het noorden naar China te varen, hebben de Staten Ge neraal in het jaar 1596 enige schepen laaten uitrusten, welke eene op 80 graden gekomen en geen doortocht vindende zonder verrich ting weder thuiskwam, daar het andere, door 't ijs bezet geworden, moest overwinteren, hebbende op Xova Zembla een loots gebouwd en zich tien maanden aldaar onthou den, waarna zij met kleine vaartui- meer dan 350 mylen langs de tasten en met groote geleden onge makken weder zijn thuisgekomen. Deze gevaarlijke en kommerlijcke tocht is door Willem Barents onder beleid van Jacob van Heemsker- ck ondernomen." Ondanks het povere resultaat spreekt deze 'kommerlijcke tocht' altijd tot onze verbeelding. Zo zelfs dat we er dure expedities op uitsturen om dit brokje vaderland se geschiedenis te ontsluieren. Of dat ooit zal lukken? Want, waar is het graf van Willem Barents? Even terug in de tijd. De Nederlanden rond 1590 zijn een natie in wording. Gewesten die elkaar gevonden hebben in een oorlog tegen Spanje, een oorlog die nog volop woedt. Toch kan dit losse verband van mini-staatjes zich een uitbarsting van economi sche energie en ondernemerszin permitteren. Hoe dat kan? Historici zoeken nog steeds naar een antwoord. Hervorming, de rebelse geest van opstand, een nieuw zelfbewustzijn, de toestroom vanuit zieltogend Vlaanderen van de intellectuele bo venlaag en de tanende macht van de zeevaartnaties als Spanje en Portugal, het zijn allemaal factoren die daarbij een rol hebben ge- Door Paul de Schipper Hollandse handelsschepen ko men in die tijd niet veel verder dan ie Europese kustwateren en de Oostzee. De naar Amsterdam gevluchte Antwerpse dominee-cartograaf Pe trus Plancius zorgt ervoor dat de Nederlanders een eeuw achter stand in navigatie-technieken ver sneld kunnen inhalen. In samenwerking met de Terschel- linger schipper Willem Barents maakt hij in 1595 de eerste fat soenlijke kaart van de Middelland se Zee. Plancius' invloed gaat ver der. Hij behoort tot de belangrijk ste oprichters van de Verenigde Oostindische Compagnie. Ondertussen broedt in Mid delburg de superrijke Zeeuwse koopman Balthasar de Moucheron op het zoeken en vinden van een soord-oostelijke doorvaart naar Indie. Het handelshuis De Moucheron heeft over de hele we- teld 2000 kapiteins, stuurlieden en matrozen in dienst. De Moucheron rust. in 1594 de eerste expeditie 'om de noord' uit. Die mislukt waarna een jaar later weer twee schepen vanuit Veere vertrekken. De vloot loopt vast in het ijs van de Kara Zee en op 20 november vallen de drie Zeeuwse schepen de haven van Veere weer binnen. De Moucheron houdt het koude noorden voor ge nen en financiert vervolgens de banbrekende expeditie van Cor nells de Houtman om Afrika. Plancius voert een nieuwe lobby onder de Amsterdamse notabelen ffl op 18 mei 1596 zeilen twee schepen uit Het Vlie voor de derde ffl beroemdste reis naar het noor den. Het ene schip staat onder hevel van Jan Cornelisz Rijp, op het andere is Jacob van Heemsker ks gezagvoerder. Bij hem aan hoord is expeditieleider Willem Barents, tevens navigator. Boven dien is er Gerrit de Veer. Aan hem hebben we een eenvoudig doch aangrijpend verslag van de over wintering te danken. .Witte zwanen!," roepen verbaasd fen paar matrozen als ze op 5 juni "1 de verte iets wits zien bewegen. Het is het eerste ijs. Een paar dagen later, ergens tussen Spits bergen en de Noordkaap vecht de bemanning van de twee schepen, ®eer uit lol dan uit noodzaak, bijna een middaglang met een wit te beer. Het eiland in de buurt dopen ze Bereneiland. Op 28 juni zien ze een kaap waar zoveel vogels zijn, 'dat ze uit dom heid tegen ons zeil vlogen.' Op 1 juli gaan de twee schepen, na een geschil over de koers uiteen. Heemskerck en Barents blijven naar het noordoosten koersen. De hele maand juli varen ze tastend door de Witte Zee en de Noordelij ke IJszee. Soms lopen ze vast in het ijs. Ijsberen houden de bemanning wakker met ijzingwekkend gebrul. „Op 31 juli sloegen we met zeven man een beer dood en lieten het kreng in zee drijven." Op 26 augustus loopt het schip definitief vast in het ijs bij Nova Zembla. Met trompetgeblaas houdt de bemanning zich de nieuwsgieri ge ijsberen van het lijf. Als be scherming tegen kou en wilde die ren begint kort daarop de bouw van een houten hut. Dat wordt 'Het Behouden Huys,' een kierend kot van 5,5 bij 8 meter. Op 23 september, een mistige dag, sterft de timmerman. „We hebben hem in een rotskloof begraven, want we konden door de hevige kou niet in de aarde ko men," schrijft De Veer. Om in leven te blijven schieten de mannen vossen. Van de vellen ma ken ze mutsen. De resterende ze ventien kazen worden verdeeld en 's nachts stoppen ze warm gestook te stenen in hun kooien. In het Behouden Huys is het zou koud dat de ademdamp twee vingers dik tegen de wanden zit gevroren. „Ongelooflijk hoe die mensen het daar hebben kunnen uithouden," zegt broeder De Wit en hij citeert uit zijn antieke boek. „Hun schoenen bevroren zo hard als hoorn, dies maakten zij ze wijde klompen met vellen overtrokken waarin zij drie of vier sokken over elkander aantrokken." De Wit: „Een stuk van die klompen is tijdens de laatste expeditie te ruggevonden." Waarom voelt De Wit zich zo be trokken bij wat daar lang geleden in het hoge noorden gebeurde? „Dat boek," zegt hij simpel „dat oude boek." Leonides de Wit is een kleinzoon van een stuurman van Ameland, een eiland waar de wieg stond van van generaties walvisvaarders. Zijn grootvader voer in de tweede helft van de vorige eeuw op Zuid-Ame- rika. Hij liet een boek na vol ge dachten en gedichten. Zijn klein zoon monsterde aan bij de Grote Visser. Op een dag vond hij in de biblio theek van de broeders van het Instituut Saint Louis een vergeeld boek met een indrukwekkende ti telpagina: 'Bloeyende Opkomst der Aloude en Hedendaagsche Groen- landsche Visscherij.' Het boek dateert uit 1727 en bevat een serie reportages over de Neder landse walvisvaart in de noordelij ke gewesten: Spitsbergen, IJsland, Nova Zembla en Jan Mayeneiland. „Een bijzonder boek," bevestigt drs. Pieter Floore, archeologische leider van de Nova Zembla-expe- ditie, „we weten dat broeder De Wit het heeft, maar er is hier in Amsterdam ook een exemplaar. Het is het standaardwerk voor de geschiedenis van de walvisvaart." De verhalen in De Wits' boek zijn geredigeerd door ene Abraham Moubach. Een van de reportages beschrijft de overwintering van Barents en Van Heemskerck op Nova Zembla. Als een van zijn bronnen noemt Moubach ene Wil lem de Veer. Hij zal het eerder Broeder Leonides met zijn zeldzame boek: „Met Barents kunnen er twee dirigen gebeurd zijn: hij heeft een zeemansgraf gekregen of hij is op de dichtstbijzijnde oever begraven.foto de stem ben steffen genoemde bemanningslid Gerrit de Veer bedoeld hebben. Floore: „Een broer van Gerrit de Veer is ons niet bekend." Het is op basis van dit zeldzame boek en aan de hand van kaarten dat De Wit voorzichtig concludeert dat de recente expeditie op een verkeerde plek naar de verdwenen botten van Willem Barents hebben gespeurd. „We hebben gezocht naar het graf van Willem Barents maar het niet gevonden," aldus expeditieleider Henk van Veen na terugkeer uit het noorden. „Niet verwonderlijk," meent broe der De Wit, „ik lees hier dat Wil lem Barents na de overwintering, op terugreis naar het vaste land van Rusland in een open sloep, gestorven is, ergens voor de noord westkust van Nova Zembla." Hij citeert uit zijn dierbare bezit: „Den 26sten Januari storf een van hunne manschappen, nadat hij lang krank gelegen had. Den 12den Februari schooten ze een groote beer. Dien geopend hebbende von den ze wel honderd pond smeer, 't geen hun wel quam vermits ze reeds gebrek aan smout hadden om in hun lampen te branden. Gedu rende de maand april zagen ze somtyds de zee zonder ys, dan weder zodanig bezet met ys dat hun nauwelijks uytcomst voor han den scheen." „Op den 27sten May besloot men te vertrekken. Den 8sten Juni kregen ze de schuyten gereed en den 12den arbeidde men zoveel mogelijk met bylen en houwelen om door het ys een weg te banen waarlangs de schuyten te water konden gelaten." „Dies schreef Heemskerck twee verklaringsschriften waarvan ieder vaartuig een hebben soude. Insge- lyks had Willem Barents een brief je geschreeven en in den schoor steen opgehangen; waar in kort verhaal van hunnen togt en voor- neemen naar China te gaan was opgestelt. Men ging te scheep en zeilde den 14den juni, niet zonder veel bekommernissen." „Den volgenden dag stevenden ze voorbij Vlissinger Hoofdt en be reikten de Hoek van Begeerte. Ver volgens kwamen ze aan de Oranje eilanden. Den twintigsten storf Willem Barents wiens dood hen allen smertelijk viel." De Wit: „Ze zijn om de kop van het eiland naar het noordwesten geva ren. Op 17 juni zaten ze bij de Yshoek, daar overleed Willem Ba rents. Dat moet ongeveer bij de Beerenhoeck geweest zijn, want op de 23e, lees ik verder, bereikten ze na veel sukkelen Kaap Troost. Met Barents kunnen er twee dingen gebeurd zijn: hij heeft een zee mansgraf gekregen of hij is op de dichtstbijzijnde oever begraven. In het eerste geval hoef je niet te zoeken, in het tweede geval ligt hij ergens aan de noordwestkant van Nova Zembla, in ieder geval niet bij het Behouden Huys." „Wacht even, de expeditie heeft wél twee graven aan de noordoost- Een gravure waarop de barre avonturen van Van Heemskerck en Barents worden weergegeven. kant gevonden. Zijn die dan van de timmerman en nog een beman ningslid die eerder zijn gestorven? De Wit: „Dat moet wel. Ik acht de deskundigheid van deze expeditie hoog, heb me afgevraagd of ik geen fout maak, maar ik kan uit dit oude boek nergens gewaarworden dat lijkt op een begrafenis van Willem Barents, wel dat hij op zee gestorven is." „De expeditie is er niet echt aan toegekomen om de plaats van het graf van Willem Barents goed te onderzoeken," geeft drs. Marijke Seeman van het Instituut voor Pre en Protohistorie van de Universi teit van Amsterdam toe. „Wel gezocht maar niets gevon den," verduidelijkt Pieter Floore, „we zijn op de noord westhoek ge weest. Daar vonden we één graf, maar het is heel dubieus of dat iets met de overwintering van Barents te maken heeft." Kreeg Barents een zeemansgraf? Floore: „Uit de verslagen weten we dat de bemanning heel zorgvuldig met haar doden omging en een schipper zet je niet zomaar over boord. 't Kan altijd, maar we lezen dat nergens." Op 28 juni 1597 ontmoeten de dolende en kleumende Hollanders de eerste men sen. „Aan de Schanshoek vonden ze twee Russische vaartuigen. Ze lie ten de schipper hen in de mond zien, hierdoor verstond hij dat ze honger hadden." Half augustus steken de sloepen in dertig uur de Witte Zee over. Op het vaste land worden de ontdek kingsreizigers gewaar dat er Ne derlandse schepen in de buurt moeten zijn. En wie ontmoeten ze in de haven Kola? Schipper Jan Cornelisz Rijp. Rijp is na het uiteengaan van de twee schepen in de nazomer van 1596 nog tot bij Kruiseiland ge raakt, hemelsbreed 150 kilometer van de plek waar Barents al voor goed vastzat. Daar zag hij zich gedwongen terugkeren, maar hij is in 1597 alweer in Lapland, waar hij eind augustus verbluffend toe vallig Van Heemskerck en zijn mannen ontmoet. „Om te weten wat er van Barents geworden is, zal er wellicht nog een expeditie moeten vertrekken," meent amateur-onderzoeker en boekenvorser De Wit in Ouden bosch. Zit dat erin? Drs. Seeman van de Amsterdamse Universiteit: „Dat hangt een beetje af van de resulta ten van de recente expeditie. Die worden nu aan de hand van de vondsten uitgewerkt. En de finan ciën spelen een rol, want weten schappelijk kamperen op Nova Zembla is een dure onderneming."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1993 | | pagina 27