DE STEM De schrijver en zijn moordenaars Beleefd aanbevolen C6 'De dood en het meisje': Chileens drama op Nederlandse podia door het RO Theater (in Roosendaal en Breda). \.M. de Jong [herdacht lin stilte A.M. de Jong, de schepper van Merijntje Gij zen, werd 50 jaar geleden doodgeschoten TOBER 1993 (Nederland. 2, 23.06 FOTO DPA kzclub ter wereld is de lliedjes is de Newyork- NOS belicht het al in net de documentaire l historische opnamen he Nicholas Brothers, teres Adelaide Hall en tt nieuwe commerciële l een reportage over de hd is binnengekomen, [mbtelijke top van het Ichtig heeft gespeeld. laatste uitzending van |uw'. Voorts aandacht i De Hoef in Giessen- handicapten. ar vrienden en van wat tr op 32-jarige leeftijd In uit, waar ze al langer rogrammamaker en als bes. De KRO zendt op tweedelige documentai- uit 1991. Regie: George Varren, Peter Coyote en I succesvolle advocaat in wat een mens zich kan feelukkig huwelijk. Maar >ns ontmoet, verandert Regie: Michael Apted. Redgrave en Timothy lenoot, kolonel Archibald I zilveren beker. Maar hij pcretaresse Nancy Neele. i verdwijnt. Regie: Irma Achten. |Roza Herzberg en Nelle- wat met geld te maken een baan nodig. Als ze |ze er achter dat ze dat van had. Itv-film uit 1980. Regie: Jan Anspach, Tony Bill en Ihaar rekeningen betalen, [oor een escort-service en [de eigenaresse van Love Ban haar eerste afspraak- I Jordan de acteur Beau ken voelt. VERSCHILLEN Grote Gids VRIJDAG 1 OKTOBER 1993 DEEL mmm Het Festival van Zeeuws-Vlaanderen sluit dit weekend af met het Guildhall String Ensemble in Terneuzen en het Mexicaanse Orquestra Sinfonica de Xalapa in Hulst. 11 Film 'Jurassic Park' van Steven Spielberg: gigantische beesten, kolossale cijfers. dhd 'puBL) 'ua/vmp 'uaqqnqas 'jous 'sag do 'awap uba jeeq Be dood van A.M. de Jong, «p 18 oktober precies 50 j;sar geleden, zal nergens of- Meel worden herdacht, liet in Nieuw-Vossemeer, nar hij in 1888 werd gebo- ïn, en niet in Blaricum, taar hij de laatste jaren ,8a zijn leven doorbracht. Be A.M. de Jong-stichting, fe in 1975 werd opgericht set prof.dr. Garmt Stuive- pg als voorzitter, zal zich b 18 oktober definitief op feilen. De laatste jaren be tond de stichting alleen ;og maar in naam. foor het A.M. de Jong-huis Nieuw-Vossemeer, waar 'a tijde van de tv-serie Merijntje Gijzens jeugd' «uwsgierigen uit Neder- ad en België zich verdron- |en, wordt een nieuwe be- emming gezocht. Het aan- il bezoekers was al zo iirk teruggelopen, dat het *eum alleen nog in het 'eekend open was. De Heemkundekring Am- ïchtsheerlijkheid trok erin iide expositie over A.M. de ong verhuisde naar boven. Hogelijk gaat de verzame- óig uiteindelijk naar het 'ïderlands Letterkundig feseum in Den Haag. Heemkundekring wil op '■e 50e sterfdag nog wel iets tan, de museumdeuren San open en op een groot Jtierm wordt de tv-serie ■teijntje Gijzens jeugd' ■trtoond. Er wordt door de L ara-radio een praatpro- l'amma opgenomen en de H 'roeivereniging A.M. de f ®g speelt op 19 en 20 lovember het door De Jong "schreven toneelwerk 'De Kj hrtelgang van Kromme fjindert'. I' Blaricum ontstond de f «atste maanden wel her- L-iauwde aandacht voor de {v'oemde inwoner en zijn agische einde, maar tot "■plechtigheid als in 1953, "o een steen werd onthuld het huis van A.M. de ®g, werd niet besloten, 'ar uitgeverij Querido in sterdam was A.M. de ®g lange tijd de grote suc- Sauteur. Nu zijn er geen C(ken meer van hem veer- Igbaar. „Er is geen be stelling", zegt Alfons Ss namens de uitgeverij. 'M. de Jong hoort toch beetje bij een bepaalde 'leratie. Maar misschien het terug. De vertel- rs rukken weer op. Je weet ooit." Voor de woning in Bilthoven in 1934. Links de Roemeense schrijver Panait Istrati, rechts dochter Gudi, in het midden A.M. A.M. en zoon Mels in 1934. Door Dirk Vellenga De gewelddadige dood van de schrijver A.M. de Jong ligt op 18 oktober een hal ve eeuw achter ons. Wat gebeurde er precies en waarom gebeurde het? Wie waren de moordenaars en wie de aanstichters? De herinneringen aan die fa tale dag leven nog scherp bij de familie. Wies de Jong-Defresne, A.M. de Jongs tweede vrouw, die zich na de oorlog alleen in een flat in Amsterdam heeft teruggetrok ken, is kort: „Als ik er met u over zou spreken, zou ik geen oog meer dicht doen. Dit is het ergste wat mij in mijn leven is overkomen. U moet mijn leeftijd in aanmerking nemen. Ik ben 90." Mels (Melchior) de Jong, de 77-jarige zoon, was actief als journalist en worstelt nu al meer dan twintig jaar met de biografie van A.M. de Jong. Vanuit de afzondering in de Franse Ar- dèche meldt hij: „Ik zit met het probleem van herinneringen aan vijf jaar oorlog en verzet die tussenbeide komen, zodra ik aan de schrijftafel ga zitten. Een soort morele kater die met de jaren verergert. Materiaal heb ik in overvloed, maar dat vormge ven is me nog niet gelukt en zal me waarschijnlijk ook niet meer lukken. De herinnering aan wat mijn vader overkwam is een zeer belangrijke, maar niet de enige herinnering die me het leven zuur maakt, vijftig jaar na da to." Gudi (Augusta) Thomassen-de Jong, nu 72, praat in haar wo ning in de bossen tussen Doorn en Leersum, nuchter over het drama dat zij van heel dicht meemaakte. Emoties worden al leen merkbaar wanneer de vraag opkomt wat er was gebeurd als A.M. de Jong de oorlog had overleefd. Doelend op de nieuwe luidruchtigheid van ultra-rechts in Europa zegt ze: „Je kunt in ieder geval zeggen dat hem een heleboel bespaard is gebleven." Gewaarschuwd was hij vele ma len. Het gevaar was er altijd, ook op deze stille oktoberdagen van het oorlogsjaar 1943. De 55-jarige Adrianus Michiel de Jong wist het. De scheidslijn tussen goed en fout liep dwars door de met berken omzoomde Prof. Van Reeslaan in Blaricum. Maar hij was een optimist, hij vertrouwde in het goede. A.M. de Jong was een bekende Nederlander. Zijn naam was verbonden aam acht veelgelezen boeken over de Westbrabantse volksjongen Merijntje Gijzen, waarin realisme en romantiek vakkundig werden gecombi neerd. Ook 'Frank van Wezels, roemruchte jaren', 'De martel gang van Kromme Lindert' en de strips van Bulletje en Bonestaak, met tekeningen van George van Raemdonck, amuseerden een groot publiek. Op vijftig meter afstand van de villa van het gezin De Jong stond het huis van de 52-jarige Albert Nijland, actief NSB'er en hopman van de WA. De Duitse bezetters beschouwden A.M. de Jong als een dwarsligger, omdat hij zijn geweldige populariteit gebruikte vóór het socialistische ideaal en tegen het fascisme. Nijland nam de taak op zich dit storende element in zijn straat onschadelijk te maken. „De buurman zat ons de hele A.M. de Jong aan de schrijftafel in 1941. Ondanks de oorlog ging het werk gewoon door. Zijn broer Jan maakte deze foto. FOTO'S VERZAMELING JOHAN VAN DER BOL dag te beloeren", zegt Gudi, de toen 22-jarige dochter van A.M. de Jong. „Als bij ons een pakje werd bezorgd, kwam er de vol gende dag een grote wagen van de SD en werd huiszoeking ge daan. Ons huis stond vol meubi lair, kunstvoorwerpen en boeken van joodse vrienden die waren ondergedoken. Ach, zei mijn va der, je kunt aan een stoel toch niet zien of-ie joods is." Dat laatste was niet helemaal waar. Op een avond werd ont dekt dat in de opgeslagen boe ken groot en duidelijk de namen en adressen van de eigenaars stonden. De familie werkte on middellijk alle kisten op het zol dertje in de garage door. Het uitscheuren kostte een groot deel van de nacht. Het gevaar leek bezworen en toen A.M. de Jong op het onbebouwde terrein tus sen hem en Nijland een rij den nen liet zetten, was de dreigihg nauwelijks meer voelbaar. Op zaterdag 16 oktober arriveer de uit Amsterdam de advocaat en schrijver Franqois Pauwels met een fles wijn en een vette kip in zijn tas. Er werd genoeg lijk gegeten en gedronken en daarna kwam A.M. met zijn zelf gekweekte tabak. Toen de thee op tafel stond, ging de telefoon. Wies, de vrouw van A.M., gaf het sensationele nieuws door: Nij land is doodgeschoten! De man nen waren sprakeloos. Even la ter ging de telefoon opnieuw. Nijland is niet dood, hij is ge wond! De aanslag van de Gooise verzetsgroep was mislukt, omdat de kogel afketste op de sigaret tenkoker van Nijland. Er zouden wraakacties komen, daar waren ze het in de huiskamer van De Jong wel óver eens. „Ik voelde me wat verkouden en ging dat weekend naar huis", herinnert dochter Gudi zich, die toen in Amsterdam kunstnijver heidsonderwijs volgde. „In de trein zeiden mensep tegen me: 'Er is een aanslag gepleegd op Nijland. Zeg tegen je vader dat hij de benen neemt.' Toen ik thuis kwam, zei ik tegen hem: Als ik u was, ging ik toch even naar Bergen op Zoom of zo." Op de morgen van zondag de 17e oktober wandelde Pauwels met A.M. naar de heide. De honden Mustapha, een Afghaan met wapperende manen, en Tyras, de wit-zwarte Dalmatiër, leefden zich uit op de vlakte die er nog opmerkelijk groen bijlag. Pau wels begon over de strafacties die de Duitsers ongetwijfeld zouden ondernemen. „Die blaaskaken met hun re- pressailles. Kunnen ze het hele Nederlandse volk wel oprui men", zei A.M. de Jong. „Maar jij bent een representant van het volk!", zei Pauwels. „Jouw 'Dans op de vulkaan' zijn ze niet vergeten." A.M. de Jong reageerde niet. Hij riep: „Rrrrrt, vooruit, Mustapha. Kijk toch eens, wat een heerlijk dier! 'n Arabisch renpaard. Zie die sprongen." Francois Pauwels probeerde het nog één keer. „Ga vandaag met mij mee naar Mokum! Houd je vorlopig weg. Ik ruik gevaar." A.M. de Jong hield blijmoedig vol dat hij niets te maken had met Nijland. Hij wist niet dat zijn buurman al eerder rappor ten bij de Duitse Sicherheits- dienst had bezorgd, waarin hij de woning van De Jong aanwees als het hart van een anti-Duitse samenzwering. Buurtgenoten Jo Scheffer en uitgever A.J.G. Strengholt, die als verdacht ge boekt stonden bij de bezetter, kwamen er vaak over de vloer. A.M. de Jong leidt een bloe draad, had Nijland met veel vuur beweerd. Ook Mels, de zoon van A.M., die elders in Blaricum woonde met zijn joodse vrouw, had de speciale aandacht van Nijland en zijn handlangers. Pauwels, die zijn herinneringen aan deze dramatische dagen in 1946 in Het Parool vastlegde, bleef zich verwonderen over de onbezorgdheid in huize De Jong. „Denzelfden middag zette Wies zich aan de piano en zong met haar fraaie, geschoolde stem een zelf vervaardigd en getoonzet liedje: De Boeman, de Boeman, met z'n groene pakje anOp eens werd mijn voorgevoel ze kerheid. Er dreigde direct ge vaar. A.M.'s bijna-kinderlijke zorgeloosheid, dit liedje, de stilte buiten A.M. de Jong was altijd duidelijk geweest in zijn afkeer van Hitier en diens volgelingen. In de jaren dertig weerde hij zich danig in De Notenkraker, het rijk geïllus treerde zondagsmagazine van het socialistische dagblad Het Volk. Hij richtte zijn satirische aanvallen op het Herrenvolk, de houzee-roepers en de politici die geen stelling durfden nemen. In zijn brochure 'De dans op de vulkaan' van 1939 uitte hij zijn diepe afkeer van 'de eindeloze reeks schanddaden der dictatu ren, hun stompzinnig-wrede ras senleer, hun plunderende moordpraktijken'. Hij kon niet begrijpen dat de westerse demo cratieën zich zo lieten ringelo ren. „Het beest van het geweld bedreigt alles en allen", schreef hij. „Ik kan er nu nog razend over worden, als mensen beweren dat ze nooit hebben geweten wat er gaande was in Duitsland", ver zucht Gudi. „Ik leerde het al heel jong. We hoorden het van gevluchte Duitsers, de socialis ten en communisten en later de joden. Ze vertelden over de kam pen, dat was al in 1934. Ik weet nog dat ze de littekens op hun rug lieten zien." Het huis van A.M. de Jong stond altijd open. Eerst kwamen vluchtelingen uit Italië en daar na uit Hongarije en Polen, toen daar de pogroms werden gehou den. „Wanda was een Pools meisje dat af en toe bij ons kwam onderduiken. Ik was toen nog te jong om de achtergronden te snappen. Er is weer een po grom in Polen, werd er geroepen en dan zei ik: 'Ha, dan komt Wanda weer!'." Maandag de 18e oktober brak aan. Franqois Pauwels nam de stoomtrein terug naar Amster dam en wierp nog snel een onge ruste blik op A.M., zijn vriend en leeftijdgenoot: „Voor het laatst zag ik zijn jovialen kop, met die glimlach van den eeuwigen, Bra- bantschen kwajongen." Verhuizen, onderduiken, A.M. de Jong had er heus wel over nage dacht. Hij zou iedereen mee moeten nemen, ook de twee kin deren en hun partners. De bezet ter zou hem weten te vinden. Het ijk was geen oplossing. Bovendien had hij in de chaotische meida gen van 1940 al een vergeefse poging gedaan naar Engeland te ontsnappen voor de Duitse laars in Nederland vaste grond had gevonden. Met zijn vrouw Wies en dochter Gudi was hij op 14 mei met de auto naar 'Haarlem gereden. Daar woonde zijn vrijend Roor- da, die later actief werd in het artsen-verzet. Gudi: „De mare chaussee had overal controlepos ten. Als ze zagen wie in de auto zat, zeiden ze: 'Meneer De Jong, wegwezen!' Van Haarlem gingen we naar Velzen, waar je bij het Engelse consulaat een papiertje kon krijgen. Het bleek een land goed te zijn en het hele park stond vol vluchtelingen, voorna melijk Duitse joden. Mijn vader stapte naar het huis, maar de deur was en bleef dicht. Het was rond half acht, de consul zat te dineren. Vader was razend. Al die mensen konden wachten, omdat meneer uitgebreid zat te tafelen." Ze reden terug naar dokter Roorda en hoorden daar op de radio dat de capitulatie een feit was. Gudi: „Toen konden we Engeland wel vergeten. Al die vluchtelingen konden terug naar hun tijdelijke adressen in Neder land. Wij zaten de volgende dag weer in Blaricum." A.M. de Jong had ook in Haaren gezeten, onvrijwillig. Hij hoorde bij de vooraanstaande Nederlan ders die door de Duitsers gegij zeld werden. „Hij werd 's morgens om half zes opgehaald. Mijn vader had wel eens last van zijn schildklier. Hij voelde er niks van, hij deed er een zwachtel met dikke zwarte jodium op en dan ging het wel weer over. Maar in de oorlog liet hij die plek zo. Ik doe er niks aan, je weet rfooit waar het goed1 voor is, zei hij. In het kamp ging hij met die kwab naar de dokter. Die zei: 'Bent u A.M. de Jong? Ik vind uw boeken zo prachtig.' Hij schreef een briefje en mijn vader werd ontslagen", zegt Gudi, die er mijmerend aan toevoegt: „Hadden ze 'm maar gehou den Ondertussen bereidden de Duit sers maatregelen voor om het Nederlandse verzet hard te straffen voor de aanslag op Al- bert Nijland, die met lichte ver wondingen in het ziekenhuis lag. Kriminal Kommissar Willy La- ges, de chef van de Sicherheits- dienst in Amsterdam, kreeg op zijn bureau een lijstje met na men van mensen in 't Gooi die populair waren bij de bevolking. De wraak-methode in dit soort gevallen was al eerder vastge legd en had de codenaam Sil- bertanne gekregen. Als achter een naam op het lijstje een den- neboompje werd getekend, bete kende dat: liquideren. Nummer één op de Nijland-lijst was A.M. de Jong, veelgelezen schrijver, strijdbaar socialist en door de NSB gepromoveerd tot leider van een bloedraad. Natuurlijk dacht A.M., 'de Bra bantse kwajongen', vaak aan zijn geboortestreek, aan West- Brabant, de vertrouwde ruimte rond zijn geboorteplaats Nieuw- Vossemeer, De Heen, waar hij ooit misdienaar was, Steenber gen en Dinteloord. De wereld van Merijntje, De Kruik, Fliere fluiter, Meneer Pastoor en Ons Lievrouwke. De magie van de dromerige kinderwereld, de eeu wige vrede, die nu zo ver weg was. „Door de open wijdte der goud- en-groen geblokte velden lag de zware dijk geslingerd, machtig en breed met zijn driedubbele bomenrijen aan weerskanten. Het kleine dorp, ver weg, lag neergehurkt onder aan de dijk, weggescholen in de veilige omar ming van zijn zwierige bocht, wat dof-rood van lage, oude da ken tussen donker bomengroen, een klein, spits torentje met de schittervonk van het gouden haantje parmantig er bovenuit", had hij geschreven. Ga naar Bergen op Zoom, had Gudi gezegd. In Nieuw-Borg- vliet, toen nog een gehucht bij Bergen, was het gezin De Jong in 1925 neergestreken, omdat A.M. dicht bij de geuren, kleuren en klanken van zijn jonge jaren wil de wonen om zijn Merijntje Gij zen-avonturen te kunnen schrij ven. „Ik heb van mijn vierde tot mijn negende in Nieuw-Borgvliet ge woond. Daar begon mijn leven", zegt Gudi. „Ik was wél het 'kind van de vuile rooie'. De kinderen mochten van meneer pastoor niet met mij spelen, maar ze deden het natuurlijk toch. Borg- vliet was een conservatief ge hucht, in Bergen zelf was het lang zo erg niet. De armoe was ongelooflijk, 's Avonds kwamen mensen bij ons aan de achterdeur, niemand mocht natuurlijk zien dat ze bij A.M. de Jong aanklopten. Mijn vader begon naam te maken, maar veel geld was er niet. Maar mijn ouders lieten de mensen meeëten. Er waren echt onder voede kinderen bij, het was bijna middeleeuws. Vader was heel lief. Er was ab soluut geen strengheid, we mochten alles wat anderen niet mochten. Iedereen was welkom bij ons. We gingen nooit slapen zonder dat er gespeeld was. De vaat bleef staan tot wij in bed lagen. Overdag schreef vader zijn boek besprekingen voor de krant en 's nachts werkte hij aan Merijntje Gijzen. Mijn broer en ik sliepen op de zolder in kamertjes met jute-wanden die steeds bewogen. Daar tegenover had de dorps timmerman Sjef van Dongen een werkkamer getimmerd en in de Houten Kamer, zoals wij het noemden, zat vader zijn boeken te tikken. Je zag de ruwe boom stammen tegen de dakpannen en daar had hij allemaal dingetjes opgeprikt. Het was er o zo gezel lig. Hij zat er tot diep in de nacht, wij sliepen gewoon door. Om een uur of tien, half elf in de morgen stond hij meestal weer op." A.M. de Jong werkte part-time voor Het Volk. Hij maakte verre reizen en schreef daarover re portages voor de krant. „Vader was soms zes weken weg en dan weer twee maanden. Hij genoot er ernorm van. Elke dag kwam er wel een brief van hem binnen. Als hij thuis kwam, vertelde hij z'n verhalen en die zijn me altijd bijgebleven. Hij beloofde een pop mee te nemen uit. Finland, maar daar was geen pop te krij gen. De kinderen werkten in de fabrieken, die hadden geen tijd om te spelen. Daar was mijn vader helemaal kapot van." In 1930 verhuisden ze naar Bilt hoven. „Moeder had een nier ziekte. De Schelde was niet goed voor haar, ze moest op het zand zitten. In Bilthoven kwamen we terecht tussen bekakte mensen. VERVOLG OP BOEKENPAGINA 1

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1993 | | pagina 21