Weekend
111
IbStem
D3
Ouderenzorg van
ethisch vraagstuk
tot financiële
kwestie
teruggebracht
'Het interesseert
D'Ancona verder
niks hoe ouderen
dan thuis moeten
leven'
IPTEMBER 1993
ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1993
|brabants Museum in D
toonde volgens hem ge
|sse. „Dat was zo'n fnisti
periode. Spuugmisseli
Ik ervan."
uit beledigd is Fritsen dat li
Ivan Ooit, het Drunenseka
Irk bij hem in de buurt, he
ens te woord wilde staan.
Itie had voor Ooit een moo
ekstrekker kunnen zijn, sch
I. Collega's van hem hadde
|dan 1000 originele kostuia
leveren, zegt hij. Eens
|n zes- tot zevenhonderd sta
i verzameling. Een deel ervi
I hij aan het Rijksmuseum g(
I. Nu hij zijn eigen wapenk
leeft, kunnen kastelen en mi
kar de collectie fluiten,
|eigen stichting 'Kleinwapei
um Don Quichotte', zoals dei
J Kamer van Koophandel stal
nstreerd, zal voor het
I zorg dragen,
lam voor het museum heeft h
Jst gekozen. „Ik vecht ook tl
vindmolens. Vanaf je
J je geconfronteerd met i
jen elke keer zit ik er
j. Niet dat ik iets verkeerd do
ik moet mijn ei kwijt. Het
I soort opdracht, al is dl
Ichien een achterlijk
pb bij de bouw gewoon mi
and op nul gezet. Zelf noem'
kettig gestoord."
Het einde van het bejaardenhuis
FOTO'S MARTIN DE GOEM
I Je moet het dan gewoon
f stimuleren ook dat stemme"
Iders een gesprek aangaan mi
|tem. Als dat lukt, verdwijnt'
van de dreiging. Kun je W
_et ware tot een persoon mak'
■spraken maken of wegsturen,
lEscher.
ngrijk is ook dat mensen
tfen, wanneer de stem °P
pt. „Zo weten we dat sommig
ien die nooit boos kunnen vw
leen stem horen die heel agK
Is. Als ze zelf dat verband zj
pen ze wellicht in het
H ook eens kwaad. En heB
dat de woedende stem nun
voren komt en de angst v
Int." t J
nmen horen overkomt mei
volwassenen. „Heel wat
|n zien of horen als zi] a
of als het stil is een vneOT
[anderen niet zien of n
is dat fijn. Maar het vne
ook veranderen in een
raak die de baas over ne
-leren hebben ook hun e'|e
lieren om die akelige vri"
te jagen, weet Sandra E
imigen draaien hen de n
oepen computerfiguren
hen op te eten. raen
het Artis-symposium de
ral die kinderervaringen
i. Niet alleen de df
r ook de kinderen zelf
m kringgesprek hun erv
Volgens minister Hedy d'Ancona
ioet zestig procent van de bewoners
van bejaardentehuizen maar weer
thuis gaan wonen. Ze voorspelt dat
de tehuizen binnen tien jaar zijn
verdwenen, temeer daar ouderen er
zelf niet meer voor kiezen. De
bejaardentehuizen maken in haar
toekomstvisie plaats voor
verpleegtehuizen, terwijl de
thuiszorg voor zelfstandig wonende
ouderen steeds belangrijker wordt.
Maar is de 'zorgzame samenleving'
wel in staat om de steeds grotere
oep hulpbehoevende ouderen thuis
op te vangen? Of staat de verwende
yup van nu over veertig jaar het
schrikbeeld te wachten van een
ochtendwasbeurt, een boterham en
laarna eenzaam tussen de geraniums
door naar buiten staren, denkend
ii de 'jonge, snelle en wilde' tijden
van weleer?
Door Joep Trommelen
Het Hoge Veer in Raamsdonksveer: In eerste instantie kreeg men er vooral te maken met lichamelijke klachten, maar tien jaar geleden was er plots een sterke groei van
variërend van licht tot zwaar dement.
het aantal psycho-geriatrische patiënten,
FOTO DE STEM t JOHAN VAN GURP
De Bieënkurf', heet de
recreatiezaal van
zorgcentrum Het Hoge
Veer in Raamsdonks
veer. Binnen bevindt
zich echter alles be
halve een nijver bijenvolkje. De
helft van de ouderen die aan hun
kop koffie toe zijn zit in een rol
stoel of beweegt zich voort met een
looprek. Een vrouw die van haar
stoel opstaat moet zich goed vast
houden, maar terwijl ze probeert te
lopen, komt ze toch ten val. Een
bejaardenverzorgster snelt toe. De
schrik straalt van het gezicht van
de bejaarden.
Dit is de praktijk in zomaar een
bejaardentehuis anno 1993, zomaar
op een willekeurige ochtend. Dat
zijn de mensen waarvan d'Ancona
zegt dat meer dan de helft maar
weer zelfstandig moet gaan wonen.
Ooit begon het allemaal heel an
ders. in een sfeer van optimisme.
Nog niet eens zo lang geleden. De
na-oorlogse pijn was in' de jaren
zestig defintief verleden tijd. Ne
derland had het goed en wilde ook
goed voor de oudere medemens
zorgen. Bejaardentehuizen moesten
er voor gaan zorgen dat iedere
Nederlander van een onbezorgde
oude dag kon genieten.
Het Hoge Veer werd in 1972 ge
bouwd, nadat drie stichtingen de
koppen bij elkaar hadden gestoken.
De protestant-christelijke Antonet-
tahoeve en het Antoniusgesticht en
het St. Theresiagesticht, beide
katholiek, besloten een einde te
maken aan de slechte huisvesting
die ze bejaarden konden bieden.
Ze bestonden nog uit aparte man
nen- en vrouwenafdelingen waar
men met twintig op een zaal sliep.
Alleen tijdens de koffie konden
mensen die tientallen jaren met
elkaar getrouwd waren elkaar zien.
De 'gestichten' waren een uitvloei
sel van de opvang van ouderen
door 'de nonnekes', ontstaan in de
negentiende eeuw, toen de meeste
ouderen tot hun dood bij hun fami
lie bleven wonen.
Theo Jansen, de huidige di
recteur van het Hoge Veer:
„Het fenomeen bejaarden
oorden ontstond begin jaren
zestig en nam een vlucht met een
verandering in de Bijstandswet,
waardoor er meer geld beschikbaar
kwam voor ouderenzorg. Boven
dien was het de tijd van de wo
ningnood. Ouderen moesten plaats
gaan maken voor hun kinderen. Je
ging in die tijd niet naar een be
jaardentehuis omdat je zorg nodig
had, maar omdat je 65 werd en er
recht op had."
„Een sterrenhotel," noemt Resi
Wentholt, voorzitter van het be
stuur van het Hoge Veer, het mo
derne bejaardentehuis in de begin
tijd. Een oord van ontspanning was
het, waar mensen die Nederland
welvaart hadden bezorgd samen
van hun levensavond konden ge
nieten. Een rolstoel was er een
zeldzaamheid.
„Mensen zeiden als ze 65 werden:
'Ik ga naar het bejaardentehuis,
want je kunt er maar vast zitten',"
blikt Wentholt terug. De aow van
de bewoners en het extra bij-
standsgeld was voldoende van de
exploitatie van het tehuis.
Met name begin jaren zeventig
schoten de bejaardentehuizen als
paddestoelen uit de grond. Ze
stroomden vol met kwieke, levens
lustige bejaarden of ouden van da
gen, zoals ze toen werden genoemd.
Later werd 'ouderen' de correcte
term. Maar het verbale ontzag voor
de derde leeftijd camoufleerde wat
er werkelijk stond te gebeuren.
Terwijl de vergrijzing inzette ver
dween het respect van de maat
schappij voor de ouderen. Die za
ten immers netjes weggestopt in
een bejaardentehuis.
Lang duurde de euforie daarom
niet. Al in '77 werd landelijk de
indicatiecommissie ingevoerd, om
te voorkomen dat mensen die hon
derd procent gezond waren naar
een bejaardentehuis gingen. De
commissie was een 'zeef', en in
feite de eerste grote bezuinigings
maatregel in de bejaardenzorg. Al
leen wie het verblijf uit eigen por
temonnee kon betalen, kon de com
missie omzeilen, maar dat is tegen
woordig ook al niet meer mogelijk.
Wachtlijsten zijn er eveneens niet:
de commissie bekijkt tegenwoordig
van dag tot dag wie er het meest
hulpbehoevend is en dus in aan
merking komt voor een vrijgeko
men plaats.
Zodoende gaan bejaardente
huizen steeds meer lijken op
verpleegtehuizen. Bij een
groeiend aantal ouderen
wordt de drempel van een tehuis
steeds hoger. Het Hoge Veer had
dat een paar jaar geleden al in de
gaten en veranderde de naam 'be
jaardencentrum' in 'zorgcentrum',
een naam die de lading beter dekt.
„Eind jaren zeventig werd de kiem
gelegd voor de zorgzame samenle
ving van Brinkman," zegt Jansen.
„We kregen de alarmering, de war
me maaltijden en de gezinszorg
voor ouderen. Flankerend beleid
heette dat, bedoeld om de ouderen
langer thuis te laten wonen. Brink
man kan het nog zo mooi zeggen,
maar die zorgzame samenleving
was en is natuurlijk een doodordi-
naire bezuiniging."
Het Hoge Veer koos ervoor om
mensen als het kon tot aan hun
overlijden onderdak te bieden. In
eerste instantie kreeg men vooral te
maken met lichamelijke klachten,
maar tien jaar geleden was er plots
een sterke groei van het aantal
psycho-geriatrische patiënten, va
riërend van licht tot zwaar dement.
Een gevolg van de vergrijzing en de
steeds hogere leeftijd die mensen
bereiken.
In de 'huiskamer' van de afdeling
intensieve zorg van het Hoge Veer
zitten de geriatrische patiënten aan
de koffie. Mensen die eigenlijk in
een verpleegtehuis thuishoren.
Blikken op oneindig, in een enkel
geval gericht op vingers die een
zinloos spel met het tafelblad spe
len.
„Minister, kom hier eens kijken,"
zegt Wentholt. „Dan denk ik dat u
weinig mensen kunt aanwijzen
waarvan u zegt: ga maar weer
lekker in de wijk wonen".
„De cijfers die de minister hanteert
zijn andere dan die wij kennen,"
stelt Jansen. „Volgens ons heeft
tachtig procent juist meer zorg no
dig, terwijl hoogstens twintig pro
cent op de een of andere manier
'beschermd' in een eigen huis kan
blijven wonen. Niet zelfstandig,
want anders zouden ze hier nooit
zijn komen wonen."
Volgens Jansen en Wentholt is
thuiswonen met hulp bovendien
duurder dan opvang in een tehuis
al het Hoge Veer, waar voor iedere
bewoner dagelijks 83 beschik
baar is. Ze rekenen voor dat een
oudere per dag minstens een uur
wijkverpleging a 35 nodig heeft,
twee uur gezinszorg 40) en zeker
een warme maaltijd 7,50). „Dan
zit je al aan die 83 waarvoor wij
er vierentwintig uur per dag voor
de mensen kunnen zijn."
Volgens Jansen weet D'Anco
na donders goed hoe het zit,
maar wil ze simpelweg be
zuinigen door wat er bij de
bejaardentehuizen afgaat, niet aan
de thuiszorg te geven. Met het geld
dat overblijft, kan zelfstandig wo
nende ouderen geen fatsoenlijke
ondersteuning worden gegeven.
Wentholt: „Het interesseert haar
verder niks hoe ouderen dan thuis
moeten leven. Het beroep op buren,
nog verdere buren en kinderen zal
steeds groter worden. Terwijl er
veel minder mogelijkheden zijn.
Steeds vaker werken in een gezin
zowel man als vrouw. Veel tijd om
voor vader en moeder te zorgen
blijft er dan niet over. We glijden
zo af naar een situatie waarin we
zeggen: laat die ouderen maar lek
ker stikken thuis."
Ook houdt de minister in haar
plannen geen rekening met de
extra kosten van huisvesting van
ouderen, stelt Jansen. In Noord-
Brabant zijn vijftienduizend ver
zorgingsplaatsen. „Zestig procent
daarvan naar huis sturen, betekent
dat er negenduizend bejaardenwo
ningen bij moeten komen. En er
zijn nu al veel te weinig huizen."
Het Hoge Veer werkt noodgedwon
gen samen met het verpleegtehuis
Sint Agnes in het nabijgelegen
Geertruidenberg om de geriatri
sche patiënten goed te kunnen ver
zorgen. De scheidslijn tussen be
jaarden- en verpleegtehuis ver
vaagt steeds verder. Aan de andere
kant zijn er naast het tehuis aan
leunwoningen gebouwd waar
ouderen zelfstandig wonen, en al
tijd een beroep kunnen doen op het
Hoge Veer.
Toch blijft D'Ancona volgens Wen
tholt en Jansen vasthouden aan de
driedeling thuiszorg-bejaardente
huis-verpleegtehuis, terwijl de
praktijk nu al anders is. De bejaar
dentehuizen werken in het grijze
gebied tussen thuiswonen en het
verpleegtehuis en moeten dat ook
kunnen blijven doen, vinden zij.
Iemand van 93 die hartstikke fit is,
kan een plaatsje in het Hoge Veer
wel vergeten. De vijfenvijftig full
time krachten van het Hoge Veer
hebben de handen vol aan de ver
zorging van sterk hulpbehoevende
ouderen.
Volgens Jansen krijgen die eigen
lijk al niet meer de zorg die ze
verdienen. „Je kunt niet alles meer
met de financiële middelen die wij
hebben. Wat wij proberen is de
ouderen zelf daar zo weinig moge
lijk onder te laten lijden. Dus was
sen en eten gaan gewoon door,
terwijl je het wassen van de gordij
nen op de kamers bijvoorbeeld eens
een maandje overslaat." „Maar de
grens is nu echt bereikt," vult
Wentholt aan. „Bij de volgende
stap zal de persoonlijke zorg er
ondergaan lijden."
Hoewel de politiek bij verkiezingen
nog steeds graag stemmen trekt bij
de ouderen, blijft het vooral bij
mooie woorden. Volgens Jansen is
het voor een kwetsbare groep als
de ouderen haast onmogelijk daar
tegen in opstand te komen. „Ik kan
wel tegen de mensen hier zeggen:
jullie moeten gaan protesteren,
maar dat zie ik zo snel niet voor
Een succesvolle politieke partij
voor ouderen is totnutoe uitgeble
ven. Ouderenbonden worden tel
kens keurig uitgenodigd voor over
leg, maar geluisterd wordt er nooit.
Ze zullen deze maand wel in actie
komen tegen de plannen van de
minister, maar Jansen verwacht
niet dat dat veel effect zal sorteren.
Dit jaar is het Jaar van de Oude
ren, maar de ouderen zorg is alleen
maar verder afgebrokkeld, stellen
Jansen en Wentholt cynisch vast.
„We hebben de plicht om mensen
die ons de welvaart bezorgden een
goede verzorging te geven," zegt
Jansen. „Dat betekent simpelweg
dat we meer geld moeten uittrek
ken. Dan moeten we als maat
schappij maar andere prioriteiten
stellen dan nu."
Wentholt denkt dat er in de dure
verpleegtehuizen momenteel men
sen zitten die best in een tehuis als
het Hoge Veer kunnen wonen, te
gen een lagere kostprijs. Net als
Jansen is zij er voor om te bekijken
welke zorg iemand nodig heeft en
waar die vervolgens te vinden is.
D'Ancona wil daarentegen juist
mensen rücksichtslos doorsluizen
naar verpleegtehuizen. Dat is het
paard achter de wagen spannen.
De kern van het probleem is
dat de ouderenzorg van een
ethisch vraagstuk tot een
financiële kwestie is terug
gebracht. Hoe kan een maatschap
pij anders zo omspringen met
ouderen, die niet alleen door oran
jekleurige zonneschermen aan het
oog van de buitenwereld worden
onttrokken? Ze tellen blijkbaar ge
woon niet meer mee.
Wentholt: „Het begint al in het
bedrijfsleven. Elk bedrijf wil een
jong bedrijf zijn." Jansen: „Als je
veertig bent kom je al niet meer
aan de bak. Oud is afgedaan. Jong
heeft de toekomst. Veronica werkt
daar prima aan mee. Je moet jong,
snel en wild zijn, of zoiets. Als ik
met mijn inmiddels grijze haren
eens een foutje maak in mijn auto
krijgt je meteen horen: hé, ouwe,
kijk eens uit." Wentholt: „Werk- en
levenservaring tellen in onze maat
schappij niet meer mee, zo lijkt het.
Mensen balen steeds meer van
ouderen, die ze steeds meer als een
financiële last zien. Ouderen zijn
niet produktief."
De ouderenzorg lijdt daarnaast on
der het 'Florence Nightingale' syn
droom. Wie er voor kiest, doet dat
uit een bepaalde vorm van idealis
me en is daarmee een makkelijke
prooi. Het gaat immers niet alleen
om het geld. Hoe er ook wordt
bezuinigd of neergekeken op de
ouderen, het personeel in de tehui
zen zal er eerder harder tegenaan
gaan dan het bijltje erbij neer
gooien. „De politiek maakt daar
misbruik van," stelt Jansen.
Mensen vergeten volgens hem vaak
dat bijna alle ouderen gewoon zelf
standig blijven wonen. Op dit mo
ment woont twee tot drie procent
van de mensen die ouder zijn dan
65 in een verpleegtehuis, en zes
procent in een bejaardentehuis. De
rest 'doet zichzelf'. Het beleid van
de overheid is er volgens Jansen op
gericht dat in 2002 nog maar vier
proeent van de ouderen in een
tehuis woont. Een kleine, selecte
groep mensen die bij vrijwel alles
wat ze willen, hulp nodig heeft.
Nu al komt het grootste deel van de
bewoners van het Hoge Veer nau
welijks buiten de deur. De volgens
Jansen volstrekt onmisbare vijftig
vrijwilligsters (onbezoldigde Flo
rence Nightingales) assisteren, bij
voorbeeld bij een bezoekje aan de
bibliotheek of het ziekenhuis. Ze
zijn volgens hem te vergelijken met
tien vaste krachten. Alleen een vast
clubje mannelijke bewoners gaat
nog dagelijks zelfstandig de hort
op. De rest maar af en toe. „Nee,
lekker even gaan wandelen met de
bewoners is er tegenwoordig niet
meer bij," zegt Jansen. „Die tijd
hebben we gehad".