Weekend X, STEM Gina van der Vlies (41) uit Asten-Heusden was veertien toen ze de dochter baarde die ze 26 jaar niet zou zien: Lolita Bianca, roepnaam Lotte. Het meisje werd direct bij haar weggenomen. Nooit deed Gina afstand van haar. Jaar na jaar zocht ze en strandde op 'De Muur van officiële instanties' waar, zo zal blijken, ook Lotte van haar kant op stukliep. Dossiers waren er niet meer of waren verbrand. De pleegouders, de Baad voor de Kinderbescherming en de voogdijvereniging zeggen dat ze altijd 'in het belang van het kind' en volgens de regels gehandeld hebben. 'Ik heb nooit de akte van berusting getekend' Gina en Lotte zochten elkaar intens en dat 26 jaar lang sten, die op straat au' Lorsnijden en zelfs het n een drankjesverkoperu ippen? Khudari antwoori twijkend, en wilde ons I Heggen, dat „wij alleei^ .ze Palestijnse broeders pi I overtuigen. Wij gebruili ■weid." Hij was er zekeri f zijn Palestijnse broeders l I ijven strijden, tot ze sterk I I luden zijn om de Israëli's: f lalestina te verjagen. „Nets L I ietnamezen dat met de bn hebben gedaan." I aza, het al eeuwenoude I at vroeger op de kamelen* Bissen Egypte en wat nul I B rabië heet, is het centrum: I B ter dicht bevolkt gebied, I B oord-oostelijke puntje vai (aï-woestijn. Tijdens de Iaëlisch-Arabische oorlog en tienduizenden Palestij et huidige Israël naar astrook, waar ze nog ste I n acht grote vluchtelinge; I iinds 1967, toen Israël ondi Ie de Sinaï-woestijn vl lioudt het Israëlische leger I :astrook bezet en wonen e 15000 joodse kolonisten in lij I :ettingen. Een ervan is Nil I ien minuten rijden van hel I Jaza. I Ve kwamen er met Yol. I mze twee PLO-beschermes hij de nederzetting, waar ;che soldaten bij de poort d( hielden, besloten de PLO-m dat ze toch maar liever i mogelijk door wilden rijds zijn bang, dat ze door het kijnse verzet worden beschra [collaborateurs", legde Yf lit. „Ze kunnen problemen! als ze vlak bij een joodse n( ting worden gezien." En naar de poort kreeg ook 7» (het even moeilijk. „Ik be nooit in zo'n nederzette weest", legde hij uit. „Ze zuil ivast niet toelaten. Ze zien Palestijn als een terrorist." Dat klopte. Mordechai, hooi de veiligheid aldaar, bepi Youssouf maar bij de moest blijven. Youssouf voor de eer en vertrok. Met Miri, een 26-jarige moesten we eerst het voor de joodse erfenis - bekijken. „Hier hebben we gewoond en hier zullen we blijven", liet ze plechtig „Met Gods hulp natuurlijk, wat de 180 religieuze j< Nitsariem dan vonden van lestijnse zelfbestuur? „Nik Palestijnen moeten gewoon pen, dat wij hier de macht 1 En als ze dat niet accepten gaan ze maar weg." ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1993 Een geamputeerd leven Door Mario Bouwmans Moeder en dochter eindelijk na 26 jaar vereniqd: „We zijn allebei teqen dezelfde Muur van de officiële instanties opqelopen. FOTO VAN DE MEULENHOF Het ging niet goed tus sen de vader en moe der van Gina van der Vlies. De ene ruzie na de andere. Ze was der tien jaar toen haar ouders uit elkaar gingen. In die 'tijd, de beginjaren '60 in de Schie- damse Eendrachtstraat, is alles be-i gonnen. Ze leerde Eddie kennen, een jongen uit haar buurt. Hij was vijf jaar ouder. „Ik werd verliefd op hem, zag in hétn de vader die ik zelf eigenlijk nooit gehadhad", vertelt Gina. Ze raakte zwanger. Haar moeder sleepte Gina van de dokter naar de Raad voor de Kinderbescherming, waar ze met een medewerkster sprak. Gina wachtte op de gang. „Een mevrouw riep me na korte tijd binnen en vertelde dat ik naar een tehuis zou gaan. De baby zou ik moeten afstaan. Ik was te jong om het zelf op te voeden en mijn moeder had met drie kinderen haar handen al meer dan vol. Mij werd niets gevraagd. Moeder liet me zo in de steek. Zij gaf het voogdij schap over aan de raad waardoor niet zij maar de raad besliste wat er met het kind gebeurde. Ik was kapdt, voelde me nog slechter be handeld dan een beest." Gina beviel in een Hendrik Pier- son-tehuis in Leiden op 12 januari 1966 van een dochtertje. Dat werd direct na de geboorte' weggebracht ofschoon de jonge moeder zich daartegen verzette. „Maar ik mocht haar niet zien. Mocht haar niet aanraken. De mevrouw van de raad zei dat ik niet egoïstisch moest zijn en dat het beter zo was. Een naam mocht ik haar wel geven. Het werd Lotte, Lolita Bianca. Een naam, die niet veel voorkomt en dus zou opvallen als ik haar zou gaan zoe ken." Lotte kon niet direct geadopteerd worden omdat ze geen zogeheten 'afstandskindje' was. „De 14-jarige moeder twijfelde of ze zelf wel voor het kind kon zorgen. Vanwege die twijfel besloten wij de baby tijde lijk in een tehuis van de voogdijve reniging Tot Steun Nederland te plaatsen", aldus unithoofd Joke Meermans van de Raad voor de Kinderbescherming in Rotterdam. 'Omdat je een baby niet eeuwig in een verpleeghuis kunt laten blij ven' zocht de voogdijvereniging een pleeggezin voor Lotte. Het was een modaal gezin in Vlaardingen, met een dochter van zes en een eigen huis, waarin Lotte twee jaar later terecht kwam. Haar naam was ver anderd in Tineke. „Wij werden ge vraagd door de voogdijvereniging", vertelt de pleegmoeder die niet met naam vermeld wil worden. „Op dat moment dachten we nog niet aan adoptie. We hebben vanaf het be gin achter haar gestaan." Lotte ervoer dat anders.' „Ze heb ben al vroeg verteld dat ze niet mijn ouders waren en dat mijn echte moeder mij niet wilde heb ben Ik moest blij zijn dat ik niet in een tehuis zat, zeiden ze." Ze droomde veel. „Constant zag ik beelden van mijn moeder die naar mij op zoek was, alleen riep ze namen die ik met herkende: Lolita Bianca. Misschien heb ik die na men ooit opgevangen in het kinder tehuis, ik weet het niet. Toen ik mijn pleegouders ermee confron teerde, bevestigden ze dat ik zo door haar genoemd was, maar ze vonden het een naam van lichte allooi. Toch bleef ik aandringen dat ik mijn moeder wilde leren kennen. Zij hielden de boot af." In de eerste klas van de lagere school van Lotte vertelde de juf frouw over adoptiekindjes; 'dat zijn kindjes die je kunt kopen'. „Ze vond het nodig voor de klas bekend 'te maken dat ik zo'n kindje was. Mijn hele schooltijd ben ik ge plaagd met opmerkingen als 'jij bent niet gemaakt maar gekocht' en 'hei, supermarktbaby'." Eenmaal per veertien dagen kreeg het pleeggezin bezoek van me vrouw A. Günther, maatschappe lijk werkster van de Voogdij vereni ging tot Steun Nederland. Zij kwam kijken hoe het ging. „Ik moest dan van mijn pleegouders zogenaamd vrolijk zijn, maar daar had ik geen zin in. Ik probeerde meestal zo onhebbelijk mogelijk te zijn in de hoop zo te kunnen terug keren naar mijn moeder", aldus Lotte. Haar pleegmoeder herinnert zich van de visites nog het stan daardzinnetje van mevrouw Günther: „De echte moeder heeft niks van zich laten horen." Tot grote verbazing van Lotte liet de maatschappelijk werkster soms kleine feitjes los over moeder Gina. Dat ze op 10 maart jarig was bijvoorbeeld. „Als zij dat wist, moest zij ook het adres en haar naam kennen, maar hoe ik ook aandrong, ik kreeg dét bij haar niet los. Telkens op 10 maart sloop ik stiekem naar mijn kamer waar ik dan stilletjes haar verjaardag vier de." Moeder Gina ging, alleen, door een diep dal. „Ik bleef maar herhalen dat ik mijn dochtertje terug wilde, maar bij de raad zeiden ze steeds: neen. Ik moest maar leren vergeten. Dat kon ik niet. Het ging niet. Op een zondag heb ik alle tabletten uit het medicijnkastje ingeslikt en ben in de Schie gedoken. Ik wilde ver drinken. Maar dat lukte me niet." Een jongen heeft haar uit het water gehaald en thuis gebracht. Haar moeder was er niet. Er waren meer van die periodes, dan bonkte Gina constant met haar hoofd tegen de muur, tot bloedens toe. Op haar vijftiende ging ze Eddie weer opzoeken. Ze vertelde hem dat ze een tweede kind wilde. „Misschien zou dat dan een doch tertje worden. Lotte. Maar het werd een jongen, Edward, en zelfs als het een meisje was geweest, zou ik Lotte niet hebben kunnen verge ten." Weer werd Gina in hetzelfde tehuis in Leiden geplaatst om van Edward te bevallen. „Dat ik aan deze plek slechte herinneringen be waarde, maakte kennelijk niet uit; 'Die raak je wel kwijt', zeiden ze tegen me." Ze werd plotseling overgeplaatst naar een tehuis in Utrecht, omdat ze 'opstandig' zou zijn. „De werke lijke reden, werd me later duide lijk. Eddie had een trouwvergun- ning geregeld en stond daarmee op de stoep, maar de leiding van het tehuis vond het niet verstandig wanneer ik met hem zou trouwen. Eddie, zo weet ik nu van hem, heeft ruim een jaar geprobeerd zijn dochter terug te krijgen. Het lukte ook hem niet." Zes jaar had Gina van der Vlies, zelf reeds meerderjarig geworden en Edward aan haar zijde, niets meer vernomen van haar meisje, toen ze eind 1972 via de Raad voor de Kinderscherming verzocht werd voor de rechtbank te verschijnen. Daar werd haar gevraagd of ze bereid was een verklaring te teke nen zodat de pleegouders officieel voogd konden worden. Die hadden op aandringen van de voogdijver eniging namelijk besloten dat ze de voogdij op zich wilden nemen met als uiteindelijke doel Lotte te adopteren. „Het was de eerste keer dat ik de kans kreeg mijn verhaal aan de rechter te doen", vertelt Gina. „Ik zei hem dat ik geen afstand van Lotte had gedaan en dat ook nooit zal doen. Dat ik mijn dochtertje wilde vasthouden, haar ogen zien, haar stem horen. Een moeder zijn." Dat kwam er niet van. De rechter vroeg de Raad voor de Kinderbe scherming te onderzoeken bij wie het kind het beste af was. „We spraken drie keer met de natuurlij ke moeder, een keer met de pleeg ouders en met de voogdij vereni ging. Geconfronteerd met de vraag wie de voogdij op zich moest ne men, gaf de moeder er blijk van dat ze zelf voogd wilde zijn, ofschoon ze in dat geval ook wel bepaalde problemen zag opdoemen. De rech ter heeft begin '74 de pleegvader tot voogd benoemd op ons advies. In ons dossier-Van der Vlies staat dat de natuurlijke moeder het daar niet mee eens was", aldus mevrouw Meermans van de Raad. (Mevrouw Meermans baseert zich op een dossier dat Gina van der Vlies zelf nooit heeft ingezien. Gi na: „Eerst kreeg ik bij de Raad te horen dat het was verbrand, op het laatst werd me gezegd dat het gesloten was.") Afgewezen als voogd voelde Gina zich met name bedro gen door de Raad, die haar wens om Lotte te ontmoeten bleef negeren, zo zegt ze. „Ik wilde niets meer met die instelling te maken hebben. Ik verbrak het con tact." Daardoor verzuimde ze 'on gewild' enkele zittingen over de adoptie van Lotte. Volgens Gina heeft ze daarvoor nooit éen uitno diging -'aangetekend verstuurd', volgens de Raad voor de Kinderbe scherming - ontvangen. Tijdens haar afwezigheid hakte de rechter de knoop door. In maart '75 werd Lotte officieel geadopteerd door haar pleeggezin. „Toen was voor ons de zaak-Van der Vlies geslo ten", aldus mevrouw Meermans van de Raad voor de Kinderbe scherming. Daar sluit woordvoer- *der«K: Klaibeda van de voogdijver- eniging zich bij aan: „Wij hebben het dossier toen vernietigd." Op school gepest en bij gemis aan een luisterend oor thuis, bracht de tiener Lotte veel tijd door in het gezin van een vriend van haar pleegouders. „De enige plek waar ik warmte ontving en altijd wel kom was. Ik voelde me daar thuis, totdat die man aan mij begon te friemelen, wat ik niet wilde. Zelfs direct nadat zijn vrouw in het ziekenhuis bevallen was van een kind, kon hij niet van mij afblij ven." Ze vertelde het aan haar pleegouders, maar die ge loofden haar niet. „Ze zei den: hij is gelukkig ge trouwd, hij doet dat niet. Ze heb ben me nooit het vertrouwen kun nen geven wat ik zo hard nodig had", aldus Lotte. Ze begon te zoeken naar haar moe der. Ze spijbelde van school om bezoeken te brengen aan het kan tongerecht, de gemeente Leiden waar ze geboren was, een zieken huis, de Raad voor de Kinderbe scherming in Rotterdam, kortom elke denkbare plek waar informa tie over haar moeder te vinden zou zijn. Maar ze vond niets. „Bij de Raad voor de Kinderbe scherming vertelde een man dat er wel een dossier was, maar dat daar in stond dat mijn moeder niets meer met mij te maken wilde heb ben. Een pertinente leugen, zou blijken. Bovendien zou blijken dat mijn pleegouders al die tijd over de naam van mijn moeder beschikten, die stond immers op de adoptiepa pieren, maar ze hebben de naam voor mij verzwegen." De pleegmoe der daarover: „We wisten dat haar moeder ergens in Schiedam woon de, meer niet. Het klopt dat we nooit actief zijn gaan zoeken. Maar we hebben haar nooit tegengehou den of tegengewerkt." Murw en gepijnigd zag Lotte, 16 jaren jong, geen uitweg meer. „Ik had tot dan steeds te horen gekre gen dat ik niks was en dat ben ik op een gegeven moment gaan gelo ven. Als ik zelfs niet voor mijn moeder kon bestaan, wat ik toen bij de Raad vernam, dan hoefde het eigenlijk niet meer. Wat deed ik hier dan nog." Ze deed drie pogin gen tot zelfmoord. Een keer lukte het bijna, slikte ze te veel medicij nen. Door snel ingrijpen van de buurvrouw werd ze gered. Een arts stuurde haar door naar het Riagg. Daar dacht ze eindelijk gehoor te hebben gevonden bij een medewerker. „Maar die haalde er al gauw mijn pleegouders bij en draaide toen als een blad aan de boom om. Hij praatte helemaal anders. Mijn zoektocht was maar puberaal gedoe. Het nu was be langrijk, met het verleden. Ik moest dankbaar zijn", werd mij verteld. Toen Lotte 18 werd, viel een stern- kaart in de bus met haar eigenlijke naam erop. Een 'welkome uitglij der' van de gemeente Vlaardingen én een belangrijk aanknopingspunt voor Lotte, die daarover maat schappelijk werkster Günther be naderde. „Maar zij zei dat mijn dossier verbrand was en dat mijn moeder geen prijs stelde op contact met mij. Het was een gesloten boek en dat moest ik accepteren. Ik heb toen berust, ik durfde niet meer, was kapot gemaakt." Voor Gina waren ook barre tijden aangebroken: „Ik leefde wel. maar was geamputeerd." Haar huwelijk liep op de klippen, ze kreeg weer zelfmoord-plannen. Maar haar zoon Edward hield haar overeind. Ze begon een studie, MTS-bouw- kunde. En in die periode leerde ze haar huidige partner Piet kennen met wie ze in Asten-Heusden een woning heeft betrokken. „Hem kon ik vertrouwen, met hem kon ik praten." Dat gold ook voor Anja Tielemans van het Fiom Rotterdam. Samen met haar is Gina twee jaar geleden met nieuwe moed op zoek naar Lotte gegaan. Ze belden met me vrouw De Koning van de Raad voor de Kinderbescherming. Van haar hoorde Gina na zestien jaar voor het eerst officieel dat haar dochter geadopteerd was: „Ik was geschokt. Dat kon niet, want ik had nooit met adoptie ingestemd, ik heb nooit de akte van berusting getekend." Anja Tielemans ging naar de Raad en kreeg te horen dat het dossier gesloten was en ook niet open zou gaan. Bovendien 'zou Gina emotioneel niet aan een ont moeting toe zijn', werd gesteld. Bij de Voogdijvereniging tot Steun Nederland werd gezegd dat het dossier-Van der Vlies spontaan vernietigd was. Gina: „De gemeen ten Leiden, Schiedam en Vlaardin gen weigerden informatie over Lot te te geven, op uitdrukkelijk ver zoek, zeiden ze, van de Raad voor de Kinderbescherming en het pleeggezin." Een blokkade die zo wel de raad als de pleegouders ontkennen te hebben afgesproken. In het dossier-Van der Vlies bij de Raad voor de Kinderbescherming is geen aantekening te vinden van de verzoeken van Lotte voor een ontmoeting met haar moeder, aldus mevrouw Meermans. „Normaal als zo'n vraag komt, onderzoeken wij de situatie van de andere partij. Als het risico groot is dat zo'n contact tot problemen leidt of als die partij aangeeft geen contact te willen, dan houdt het op", aldus Meermans. De doorbraak volgde toch in maart '92. Een broer van Gina's vriend, een jurist, benaderde in die maand de gemeente Leiden. Gina: „Het hoofd van de burgerlijke stand daar zei dat het hem nu te ver ging. Lotte was inmiddels 26 jaar en kon vol gens hem heel goed zelf beslissen of ze haar echte moeder wilde ont moeten. Als die ontmoeting onder de paraplu van een neutrale in stantie, zoals het Fiom, zou plaats vinden, had hij er geen bezwaar tegen het adres van Lotte vrij te geven." Ze hadden 26 jaar hemelsbreed anderhalve kilometer van elkaar verwijderd gewoond. Gina schreef Lotte een brief met de vraag of ze haar wilde zien en spreken in het Fiom-huis in Rotterdam. Er kwam in eerste instantie een boze reactie van de stichting Humanitas Rotter dam, waarin de Voogdijvereniging tot Steun Nederland inmiddels was opgegaan. Lotte had zich overdonderd ge voeld. „Het was een klap. Onmoge-i lijk, dacht ik. Hoe kan iemand na' 26 jaar mijn adres weten, terwijl ik nooit achter haar adres ben geko men? Nooit heb ik er doorheen kunnen breken en nu zou haar dat wel gelukt zijn? Mijn pleegouders zeiden dat mijn moeder alleen haar schuldgevoel bij mij wilde neerleg gen. Mevrouw Günther heeft toen een brief teruggestuurd waarin mijn moeder te verstaan werd ge geven dat ik niet aan een ontmoe ting toe was." Maar dat was ze na enkele dagen wel. Gina: „Op de dag dat ik mijn MTS-diploma kreeg, kwam het mooiste bericht uit mijn leven; ze zou op 24 juli 1992 naar mij ko men. Eindelijk zou ik haar met eigen ogen zien. Zij, die ik 26 jaar lang alleen maar in mijn verbeel ding kende. Hoe zag ze eruit toen ze vijf jaar was, toen ze acht was, hoe was het haar op school ver gaan, had ze mijn ogen, mijn ka rakter. Ik kon altijd alleen maar raden." Op de afgesproken morgen van het weerzien opende Gina tegen elven de deur van de spreekkamer waar in Lotte zat. „Huilen kon ik niet meer", zei Lotte. „Ik was heel af standelijk, kon er niet mee omgaan. Ik was opgevoed met het idee dat ik mijn emoties niet mocht tonen. Het enige dat ik kon denken, was: dit is mijn moeder, ze is het echt. Ze had een knuffelbeer bij zich. die ik nooit eerder gekregen had. Die beer vond ik zoiets symbolisch. Als je geboren wordt, krijg je van je moeder een beer." Gina trilde. „Daar stond ze. Alsof ik mezelf zag. We hebben elkaar beetgepakt en wilden niet meer loslaten. Ze heette Tineke. 'Maar vanaf nu heet ik Lotte, Lolita Bi anca', zei ze." Dezelfde dag leerde Lotte haar broer Edward kennen. En korte tijd daarna togen ze sa men naar hun natuurlijke vader. „Hem heb ik nooit gezocht", vertelt Lotte, „omdat hij in mijn dromen behoorde tot degenen die mijn moeder van mij weghielden. We hebben nu een leuk contact, al zal het nog een tijd duren voordat ik echt zal voelen dat hij mijn vader is." De hereniging heeft de pijn van 26 jaar scheiding niet uitgewist, welverzacht. Lotte gaat npg prpberen bij de rechter haar echte naam en haar echte moeder formeel terug te krij gen. „Pas als ik weer Lotte van der Vlies heet, kan ik de zaak laten rusten." Dat wordt nog een pro bleem. De wettelijke termijn om herziening van het adoptiebesluit te vragen is al zeven jaar verstre ken. „Maar ik zal de rechter op grond van het verdrag van de Rechten van de Mens verzoeken een uitzondering op de verjaring stermijn te maken. Die wet is niet reëel voor twee mensen die zo lan ge tijd elkaar niet hebben kunnen ontmoeten", aldus de advocaat van Lotte, C. Jansen uit Rotterdam. Lotte woont nu in Helmond, dicht bij haar moeder. En ze wil binnen kort in therapie gaan om de ver krachting uit haar jeugd te kunnen verwerken. „Ik ben letterlijk en figuurlijk gekocht en dat geeft een hele vieze smaak. Ik verwijt offi ciële instanties als de Raad van de Kinderbescherming veel. Voor mijn pleegouders voel ik nog enkel haat. Zij hebben willens en wetens een kind kapot gemaakt." „We hebben 23 jaar voor haar gezorgd en dan is het in één keer zo maar voorbij, nu is die moeder alles voor haar", vertelt Lotte's pleegmoeder. „We hebben altijd voor haar klaar gestaan. Wij heb ben de adviezen van Steun tot Nederland gevolgd. Die vond het beter om geen contact tot stand te brengen met de natuurlijke moe der. Misschien was de moeder wel getrouwd en je weet niet wat je dan door zo'n nieuw contact kapot maakt. Maar als Tineke nu de adoptie wil herzien, gaan wij daar mee akkoord." „Het vreet aan mij dat ik er niet voor Lotte was toen ze me nodig had, dat ik nooit iets voor haar heb kunnen betekenen", zegt Gina. „We zijn allebei tegen dezelfde Muur opgelopen. Steeds opnieuw kreeg zij te horen dat 'je moeder niets meer met je te maken wil hebben', terwijl mij werd gezegd dat 'ik mijn dochter niet moest zoeken omdat ik haar daardoor zou beschadigen'. Dat werd me aange praat. Maar ik kon beter leven met het besluit van mijn dochter dat ze niets met mij te maken wilde heb ben, dan met de onzekerheid. Ik ben wel eens jaloers geweest op de Dwaze Moeders in Argentinië; die hadden tenminste elkaar nog." „Er wordt veel afgeschermd", al dus Gina en Lotte. „De ene instan tie neemt de andere in bescher ming. Wat zo beangstigend is. is dat we herhaaldelijk te horen kre gen dat wij echt niet de enigen zijn. Er worden dossiers achtergehou den, vuile was moet binnenblijven. Er zijn nog veel meer moeders, vaders en kinderen. Geamputeerd. In een hoek gegooid. 'Dossier ge sloten'. Het is verschrikkelijk wat instanties 'in het belang van het kind' ouders en kinderen aandoen. Nu nog steeds, in Nederland!"

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1993 | | pagina 31