Weekend
X,
STEM
Gina van der Vlies (41) uit Asten-Heusden was veertien toen ze de dochter
baarde die ze 26 jaar niet zou zien: Lolita Bianca, roepnaam Lotte. Het meisje
werd direct bij haar weggenomen. Nooit deed Gina afstand van haar. Jaar na
jaar zocht ze en strandde op 'De Muur van officiële instanties' waar, zo zal
blijken, ook Lotte van haar kant op stukliep. Dossiers waren er niet meer of
waren verbrand. De pleegouders, de Baad voor de Kinderbescherming en de
voogdijvereniging zeggen dat ze altijd 'in het belang van het kind' en volgens de
regels gehandeld hebben.
'Ik heb nooit
de akte van
berusting
getekend'
Gina en Lotte
zochten elkaar
intens en dat
26 jaar lang
sten, die op straat au'
Lorsnijden en zelfs het
n een drankjesverkoperu
ippen? Khudari antwoori
twijkend, en wilde ons
I Heggen, dat „wij alleei^
.ze Palestijnse broeders pi I
overtuigen. Wij gebruili
■weid." Hij was er zekeri f
zijn Palestijnse broeders l
I ijven strijden, tot ze sterk I
I luden zijn om de Israëli's: f
lalestina te verjagen. „Nets L
I ietnamezen dat met de
bn hebben gedaan."
I aza, het al eeuwenoude
I at vroeger op de kamelen*
Bissen Egypte en wat nul I
B rabië heet, is het centrum: I
B ter dicht bevolkt gebied, I
B oord-oostelijke puntje vai
(aï-woestijn. Tijdens de
Iaëlisch-Arabische oorlog
en tienduizenden Palestij
et huidige Israël naar
astrook, waar ze nog ste
I n acht grote vluchtelinge;
I iinds 1967, toen Israël ondi
Ie de Sinaï-woestijn vl
lioudt het Israëlische leger
I :astrook bezet en wonen e
15000 joodse kolonisten in lij
I :ettingen. Een ervan is Nil
I ien minuten rijden van hel
I Jaza.
I Ve kwamen er met Yol.
I mze twee PLO-beschermes
hij de nederzetting, waar
;che soldaten bij de poort d(
hielden, besloten de PLO-m
dat ze toch maar liever i
mogelijk door wilden rijds
zijn bang, dat ze door het
kijnse verzet worden beschra
[collaborateurs", legde Yf
lit. „Ze kunnen problemen!
als ze vlak bij een joodse n(
ting worden gezien." En
naar de poort kreeg ook 7»
(het even moeilijk. „Ik be
nooit in zo'n nederzette
weest", legde hij uit. „Ze zuil
ivast niet toelaten. Ze zien
Palestijn als een terrorist."
Dat klopte. Mordechai, hooi
de veiligheid aldaar, bepi
Youssouf maar bij de
moest blijven. Youssouf
voor de eer en vertrok.
Met Miri, een 26-jarige
moesten we eerst het
voor de joodse erfenis -
bekijken. „Hier hebben we
gewoond en hier zullen we
blijven", liet ze plechtig
„Met Gods hulp natuurlijk,
wat de 180 religieuze j<
Nitsariem dan vonden van
lestijnse zelfbestuur? „Nik
Palestijnen moeten gewoon
pen, dat wij hier de macht 1
En als ze dat niet accepten
gaan ze maar weg."
ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1993
Een geamputeerd
leven
Door Mario Bouwmans
Moeder en dochter eindelijk na 26 jaar vereniqd: „We zijn allebei teqen dezelfde Muur van de officiële instanties opqelopen.
FOTO VAN DE MEULENHOF
Het ging niet goed tus
sen de vader en moe
der van Gina van der
Vlies. De ene ruzie na
de andere. Ze was der
tien jaar toen haar
ouders uit elkaar gingen. In die
'tijd, de beginjaren '60 in de Schie-
damse Eendrachtstraat, is alles be-i
gonnen. Ze leerde Eddie kennen,
een jongen uit haar buurt. Hij was
vijf jaar ouder. „Ik werd verliefd
op hem, zag in hétn de vader die ik
zelf eigenlijk nooit gehadhad",
vertelt Gina.
Ze raakte zwanger. Haar moeder
sleepte Gina van de dokter naar de
Raad voor de Kinderbescherming,
waar ze met een medewerkster
sprak. Gina wachtte op de gang.
„Een mevrouw riep me na korte
tijd binnen en vertelde dat ik naar
een tehuis zou gaan. De baby zou
ik moeten afstaan. Ik was te jong
om het zelf op te voeden en mijn
moeder had met drie kinderen haar
handen al meer dan vol. Mij werd
niets gevraagd. Moeder liet me zo
in de steek. Zij gaf het voogdij
schap over aan de raad waardoor
niet zij maar de raad besliste wat
er met het kind gebeurde. Ik was
kapdt, voelde me nog slechter be
handeld dan een beest."
Gina beviel in een Hendrik Pier-
son-tehuis in Leiden op 12 januari
1966 van een dochtertje. Dat werd
direct na de geboorte' weggebracht
ofschoon de jonge moeder zich
daartegen verzette. „Maar ik mocht
haar niet zien. Mocht haar niet
aanraken. De mevrouw van de raad
zei dat ik niet egoïstisch moest zijn
en dat het beter zo was. Een naam
mocht ik haar wel geven. Het werd
Lotte, Lolita Bianca. Een naam, die
niet veel voorkomt en dus zou
opvallen als ik haar zou gaan zoe
ken."
Lotte kon niet direct geadopteerd
worden omdat ze geen zogeheten
'afstandskindje' was. „De 14-jarige
moeder twijfelde of ze zelf wel voor
het kind kon zorgen. Vanwege die
twijfel besloten wij de baby tijde
lijk in een tehuis van de voogdijve
reniging Tot Steun Nederland te
plaatsen", aldus unithoofd Joke
Meermans van de Raad voor de
Kinderbescherming in Rotterdam.
'Omdat je een baby niet eeuwig in
een verpleeghuis kunt laten blij
ven' zocht de voogdijvereniging een
pleeggezin voor Lotte. Het was een
modaal gezin in Vlaardingen, met
een dochter van zes en een eigen
huis, waarin Lotte twee jaar later
terecht kwam. Haar naam was ver
anderd in Tineke. „Wij werden ge
vraagd door de voogdijvereniging",
vertelt de pleegmoeder die niet met
naam vermeld wil worden. „Op dat
moment dachten we nog niet aan
adoptie. We hebben vanaf het be
gin achter haar gestaan."
Lotte ervoer dat anders.' „Ze heb
ben al vroeg verteld dat ze niet
mijn ouders waren en dat mijn
echte moeder mij niet wilde heb
ben Ik moest blij zijn dat ik niet in
een tehuis zat, zeiden ze."
Ze droomde veel. „Constant zag ik
beelden van mijn moeder die naar
mij op zoek was, alleen riep ze
namen die ik met herkende: Lolita
Bianca. Misschien heb ik die na
men ooit opgevangen in het kinder
tehuis, ik weet het niet. Toen ik
mijn pleegouders ermee confron
teerde, bevestigden ze dat ik zo
door haar genoemd was, maar ze
vonden het een naam van lichte
allooi. Toch bleef ik aandringen
dat ik mijn moeder wilde leren
kennen. Zij hielden de boot af."
In de eerste klas van de lagere
school van Lotte vertelde de juf
frouw over adoptiekindjes; 'dat
zijn kindjes die je kunt kopen'. „Ze
vond het nodig voor de klas bekend
'te maken dat ik zo'n kindje was.
Mijn hele schooltijd ben ik ge
plaagd met opmerkingen als 'jij
bent niet gemaakt maar gekocht'
en 'hei, supermarktbaby'."
Eenmaal per veertien dagen kreeg
het pleeggezin bezoek van me
vrouw A. Günther, maatschappe
lijk werkster van de Voogdij vereni
ging tot Steun Nederland. Zij
kwam kijken hoe het ging. „Ik
moest dan van mijn pleegouders
zogenaamd vrolijk zijn, maar daar
had ik geen zin in. Ik probeerde
meestal zo onhebbelijk mogelijk te
zijn in de hoop zo te kunnen terug
keren naar mijn moeder", aldus
Lotte. Haar pleegmoeder herinnert
zich van de visites nog het stan
daardzinnetje van mevrouw
Günther: „De echte moeder heeft
niks van zich laten horen."
Tot grote verbazing van Lotte liet
de maatschappelijk werkster soms
kleine feitjes los over moeder Gina.
Dat ze op 10 maart jarig was
bijvoorbeeld. „Als zij dat wist,
moest zij ook het adres en haar
naam kennen, maar hoe ik ook
aandrong, ik kreeg dét bij haar niet
los. Telkens op 10 maart sloop ik
stiekem naar mijn kamer waar ik
dan stilletjes haar verjaardag vier
de."
Moeder Gina ging, alleen, door een
diep dal. „Ik bleef maar herhalen
dat ik mijn dochtertje terug wilde,
maar bij de raad zeiden ze steeds:
neen. Ik moest maar leren vergeten.
Dat kon ik niet. Het ging niet. Op
een zondag heb ik alle tabletten uit
het medicijnkastje ingeslikt en ben
in de Schie gedoken. Ik wilde ver
drinken. Maar dat lukte me niet."
Een jongen heeft haar uit het water
gehaald en thuis gebracht. Haar
moeder was er niet.
Er waren meer van die periodes,
dan bonkte Gina constant met haar
hoofd tegen de muur, tot bloedens
toe. Op haar vijftiende ging ze
Eddie weer opzoeken. Ze vertelde
hem dat ze een tweede kind wilde.
„Misschien zou dat dan een doch
tertje worden. Lotte. Maar het
werd een jongen, Edward, en zelfs
als het een meisje was geweest, zou
ik Lotte niet hebben kunnen verge
ten."
Weer werd Gina in hetzelfde tehuis
in Leiden geplaatst om van
Edward te bevallen. „Dat ik aan
deze plek slechte herinneringen be
waarde, maakte kennelijk niet uit;
'Die raak je wel kwijt', zeiden ze
tegen me."
Ze werd plotseling overgeplaatst
naar een tehuis in Utrecht, omdat
ze 'opstandig' zou zijn. „De werke
lijke reden, werd me later duide
lijk. Eddie had een trouwvergun-
ning geregeld en stond daarmee op
de stoep, maar de leiding van het
tehuis vond het niet verstandig
wanneer ik met hem zou trouwen.
Eddie, zo weet ik nu van hem, heeft
ruim een jaar geprobeerd zijn
dochter terug te krijgen. Het lukte
ook hem niet."
Zes jaar had Gina van der Vlies,
zelf reeds meerderjarig geworden
en Edward aan haar zijde, niets
meer vernomen van haar meisje,
toen ze eind 1972 via de Raad voor
de Kinderscherming verzocht werd
voor de rechtbank te verschijnen.
Daar werd haar gevraagd of ze
bereid was een verklaring te teke
nen zodat de pleegouders officieel
voogd konden worden. Die hadden
op aandringen van de voogdijver
eniging namelijk besloten dat ze de
voogdij op zich wilden nemen met
als uiteindelijke doel Lotte te
adopteren. „Het was de eerste keer
dat ik de kans kreeg mijn verhaal
aan de rechter te doen", vertelt
Gina. „Ik zei hem dat ik geen
afstand van Lotte had gedaan en
dat ook nooit zal doen. Dat ik mijn
dochtertje wilde vasthouden, haar
ogen zien, haar stem horen. Een
moeder zijn."
Dat kwam er niet van. De rechter
vroeg de Raad voor de Kinderbe
scherming te onderzoeken bij wie
het kind het beste af was. „We
spraken drie keer met de natuurlij
ke moeder, een keer met de pleeg
ouders en met de voogdij vereni
ging. Geconfronteerd met de vraag
wie de voogdij op zich moest ne
men, gaf de moeder er blijk van dat
ze zelf voogd wilde zijn, ofschoon
ze in dat geval ook wel bepaalde
problemen zag opdoemen. De rech
ter heeft begin '74 de pleegvader
tot voogd benoemd op ons advies.
In ons dossier-Van der Vlies staat
dat de natuurlijke moeder het daar
niet mee eens was", aldus mevrouw
Meermans van de Raad.
(Mevrouw Meermans baseert zich
op een dossier dat Gina van der
Vlies zelf nooit heeft ingezien. Gi
na: „Eerst kreeg ik bij de Raad te
horen dat het was verbrand, op het
laatst werd me gezegd dat het
gesloten was.")
Afgewezen als voogd voelde
Gina zich met name bedro
gen door de Raad, die haar
wens om Lotte te ontmoeten
bleef negeren, zo zegt ze. „Ik wilde
niets meer met die instelling te
maken hebben. Ik verbrak het con
tact." Daardoor verzuimde ze 'on
gewild' enkele zittingen over de
adoptie van Lotte. Volgens Gina
heeft ze daarvoor nooit éen uitno
diging -'aangetekend verstuurd',
volgens de Raad voor de Kinderbe
scherming - ontvangen. Tijdens
haar afwezigheid hakte de rechter
de knoop door. In maart '75 werd
Lotte officieel geadopteerd door
haar pleeggezin. „Toen was voor
ons de zaak-Van der Vlies geslo
ten", aldus mevrouw Meermans
van de Raad voor de Kinderbe
scherming. Daar sluit woordvoer-
*der«K: Klaibeda van de voogdijver-
eniging zich bij aan: „Wij hebben
het dossier toen vernietigd."
Op school gepest en bij gemis aan
een luisterend oor thuis, bracht de
tiener Lotte veel tijd door in het
gezin van een vriend van haar
pleegouders. „De enige plek waar
ik warmte ontving en altijd wel
kom was. Ik voelde me daar thuis,
totdat die man aan mij begon te
friemelen, wat ik niet wilde. Zelfs
direct nadat zijn vrouw in het
ziekenhuis bevallen was van een
kind, kon hij niet van mij afblij
ven."
Ze vertelde het aan haar
pleegouders, maar die ge
loofden haar niet. „Ze zei
den: hij is gelukkig ge
trouwd, hij doet dat niet. Ze heb
ben me nooit het vertrouwen kun
nen geven wat ik zo hard nodig
had", aldus Lotte.
Ze begon te zoeken naar haar moe
der. Ze spijbelde van school om
bezoeken te brengen aan het kan
tongerecht, de gemeente Leiden
waar ze geboren was, een zieken
huis, de Raad voor de Kinderbe
scherming in Rotterdam, kortom
elke denkbare plek waar informa
tie over haar moeder te vinden zou
zijn. Maar ze vond niets.
„Bij de Raad voor de Kinderbe
scherming vertelde een man dat er
wel een dossier was, maar dat daar
in stond dat mijn moeder niets
meer met mij te maken wilde heb
ben. Een pertinente leugen, zou
blijken. Bovendien zou blijken dat
mijn pleegouders al die tijd over de
naam van mijn moeder beschikten,
die stond immers op de adoptiepa
pieren, maar ze hebben de naam
voor mij verzwegen." De pleegmoe
der daarover: „We wisten dat haar
moeder ergens in Schiedam woon
de, meer niet. Het klopt dat we
nooit actief zijn gaan zoeken. Maar
we hebben haar nooit tegengehou
den of tegengewerkt."
Murw en gepijnigd zag Lotte, 16
jaren jong, geen uitweg meer. „Ik
had tot dan steeds te horen gekre
gen dat ik niks was en dat ben ik
op een gegeven moment gaan gelo
ven. Als ik zelfs niet voor mijn
moeder kon bestaan, wat ik toen
bij de Raad vernam, dan hoefde het
eigenlijk niet meer. Wat deed ik
hier dan nog." Ze deed drie pogin
gen tot zelfmoord. Een keer lukte
het bijna, slikte ze te veel medicij
nen. Door snel ingrijpen van de
buurvrouw werd ze gered.
Een arts stuurde haar door naar
het Riagg. Daar dacht ze eindelijk
gehoor te hebben gevonden bij een
medewerker. „Maar die haalde er
al gauw mijn pleegouders bij en
draaide toen als een blad aan de
boom om. Hij praatte helemaal
anders. Mijn zoektocht was maar
puberaal gedoe. Het nu was be
langrijk, met het verleden. Ik
moest dankbaar zijn", werd mij
verteld.
Toen Lotte 18 werd, viel een stern-
kaart in de bus met haar eigenlijke
naam erop. Een 'welkome uitglij
der' van de gemeente Vlaardingen
én een belangrijk aanknopingspunt
voor Lotte, die daarover maat
schappelijk werkster Günther be
naderde. „Maar zij zei dat mijn
dossier verbrand was en dat mijn
moeder geen prijs stelde op contact
met mij. Het was een gesloten boek
en dat moest ik accepteren. Ik heb
toen berust, ik durfde niet meer,
was kapot gemaakt."
Voor Gina waren ook barre tijden
aangebroken: „Ik leefde wel. maar
was geamputeerd." Haar huwelijk
liep op de klippen, ze kreeg weer
zelfmoord-plannen. Maar haar
zoon Edward hield haar overeind.
Ze begon een studie, MTS-bouw-
kunde. En in die periode leerde ze
haar huidige partner Piet kennen
met wie ze in Asten-Heusden een
woning heeft betrokken. „Hem kon
ik vertrouwen, met hem kon ik
praten."
Dat gold ook voor Anja Tielemans
van het Fiom Rotterdam. Samen
met haar is Gina twee jaar geleden
met nieuwe moed op zoek naar
Lotte gegaan. Ze belden met me
vrouw De Koning van de Raad
voor de Kinderbescherming. Van
haar hoorde Gina na zestien jaar
voor het eerst officieel dat haar
dochter geadopteerd was: „Ik was
geschokt. Dat kon niet, want ik
had nooit met adoptie ingestemd,
ik heb nooit de akte van berusting
getekend." Anja Tielemans ging
naar de Raad en kreeg te horen dat
het dossier gesloten was en ook
niet open zou gaan. Bovendien 'zou
Gina emotioneel niet aan een ont
moeting toe zijn', werd gesteld.
Bij de Voogdijvereniging tot Steun
Nederland werd gezegd dat het
dossier-Van der Vlies spontaan
vernietigd was. Gina: „De gemeen
ten Leiden, Schiedam en Vlaardin
gen weigerden informatie over Lot
te te geven, op uitdrukkelijk ver
zoek, zeiden ze, van de Raad voor
de Kinderbescherming en het
pleeggezin." Een blokkade die zo
wel de raad als de pleegouders
ontkennen te hebben afgesproken.
In het dossier-Van der Vlies bij de
Raad voor de Kinderbescherming
is geen aantekening te vinden van
de verzoeken van Lotte voor een
ontmoeting met haar moeder, aldus
mevrouw Meermans. „Normaal als
zo'n vraag komt, onderzoeken wij
de situatie van de andere partij.
Als het risico groot is dat zo'n
contact tot problemen leidt of als
die partij aangeeft geen contact te
willen, dan houdt het op", aldus
Meermans.
De doorbraak volgde toch in
maart '92. Een broer van
Gina's vriend, een jurist,
benaderde in die maand de
gemeente Leiden. Gina: „Het hoofd
van de burgerlijke stand daar zei
dat het hem nu te ver ging. Lotte
was inmiddels 26 jaar en kon vol
gens hem heel goed zelf beslissen of
ze haar echte moeder wilde ont
moeten. Als die ontmoeting onder
de paraplu van een neutrale in
stantie, zoals het Fiom, zou plaats
vinden, had hij er geen bezwaar
tegen het adres van Lotte vrij te
geven."
Ze hadden 26 jaar hemelsbreed
anderhalve kilometer van elkaar
verwijderd gewoond. Gina schreef
Lotte een brief met de vraag of ze
haar wilde zien en spreken in het
Fiom-huis in Rotterdam. Er kwam
in eerste instantie een boze reactie
van de stichting Humanitas Rotter
dam, waarin de Voogdijvereniging
tot Steun Nederland inmiddels was
opgegaan.
Lotte had zich overdonderd ge
voeld. „Het was een klap. Onmoge-i
lijk, dacht ik. Hoe kan iemand na'
26 jaar mijn adres weten, terwijl ik
nooit achter haar adres ben geko
men? Nooit heb ik er doorheen
kunnen breken en nu zou haar dat
wel gelukt zijn? Mijn pleegouders
zeiden dat mijn moeder alleen haar
schuldgevoel bij mij wilde neerleg
gen. Mevrouw Günther heeft toen
een brief teruggestuurd waarin
mijn moeder te verstaan werd ge
geven dat ik niet aan een ontmoe
ting toe was."
Maar dat was ze na enkele dagen
wel. Gina: „Op de dag dat ik mijn
MTS-diploma kreeg, kwam het
mooiste bericht uit mijn leven; ze
zou op 24 juli 1992 naar mij ko
men. Eindelijk zou ik haar met
eigen ogen zien. Zij, die ik 26 jaar
lang alleen maar in mijn verbeel
ding kende. Hoe zag ze eruit toen
ze vijf jaar was, toen ze acht was,
hoe was het haar op school ver
gaan, had ze mijn ogen, mijn ka
rakter. Ik kon altijd alleen maar
raden."
Op de afgesproken morgen van het
weerzien opende Gina tegen elven
de deur van de spreekkamer waar
in Lotte zat. „Huilen kon ik niet
meer", zei Lotte. „Ik was heel af
standelijk, kon er niet mee omgaan.
Ik was opgevoed met het idee dat
ik mijn emoties niet mocht tonen.
Het enige dat ik kon denken, was:
dit is mijn moeder, ze is het echt.
Ze had een knuffelbeer bij zich. die
ik nooit eerder gekregen had. Die
beer vond ik zoiets symbolisch. Als
je geboren wordt, krijg je van je
moeder een beer."
Gina trilde. „Daar stond ze. Alsof
ik mezelf zag. We hebben elkaar
beetgepakt en wilden niet meer
loslaten. Ze heette Tineke. 'Maar
vanaf nu heet ik Lotte, Lolita Bi
anca', zei ze." Dezelfde dag leerde
Lotte haar broer Edward kennen.
En korte tijd daarna togen ze sa
men naar hun natuurlijke vader.
„Hem heb ik nooit gezocht", vertelt
Lotte, „omdat hij in mijn dromen
behoorde tot degenen die mijn
moeder van mij weghielden. We
hebben nu een leuk contact, al zal
het nog een tijd duren voordat ik
echt zal voelen dat hij mijn vader
is."
De hereniging heeft de pijn
van 26 jaar scheiding niet
uitgewist, welverzacht.
Lotte gaat npg prpberen bij
de rechter haar echte naam en haar
echte moeder formeel terug te krij
gen. „Pas als ik weer Lotte van der
Vlies heet, kan ik de zaak laten
rusten." Dat wordt nog een pro
bleem. De wettelijke termijn om
herziening van het adoptiebesluit
te vragen is al zeven jaar verstre
ken. „Maar ik zal de rechter op
grond van het verdrag van de
Rechten van de Mens verzoeken
een uitzondering op de verjaring
stermijn te maken. Die wet is niet
reëel voor twee mensen die zo lan
ge tijd elkaar niet hebben kunnen
ontmoeten", aldus de advocaat van
Lotte, C. Jansen uit Rotterdam.
Lotte woont nu in Helmond, dicht
bij haar moeder. En ze wil binnen
kort in therapie gaan om de ver
krachting uit haar jeugd te kunnen
verwerken. „Ik ben letterlijk en
figuurlijk gekocht en dat geeft een
hele vieze smaak. Ik verwijt offi
ciële instanties als de Raad van de
Kinderbescherming veel. Voor mijn
pleegouders voel ik nog enkel haat.
Zij hebben willens en wetens een
kind kapot gemaakt."
„We hebben 23 jaar voor haar
gezorgd en dan is het in één keer zo
maar voorbij, nu is die moeder
alles voor haar", vertelt Lotte's
pleegmoeder. „We hebben altijd
voor haar klaar gestaan. Wij heb
ben de adviezen van Steun tot
Nederland gevolgd. Die vond het
beter om geen contact tot stand te
brengen met de natuurlijke moe
der. Misschien was de moeder wel
getrouwd en je weet niet wat je dan
door zo'n nieuw contact kapot
maakt. Maar als Tineke nu de
adoptie wil herzien, gaan wij daar
mee akkoord."
„Het vreet aan mij dat ik er niet
voor Lotte was toen ze me nodig
had, dat ik nooit iets voor haar heb
kunnen betekenen", zegt Gina.
„We zijn allebei tegen dezelfde
Muur opgelopen. Steeds opnieuw
kreeg zij te horen dat 'je moeder
niets meer met je te maken wil
hebben', terwijl mij werd gezegd
dat 'ik mijn dochter niet moest
zoeken omdat ik haar daardoor zou
beschadigen'. Dat werd me aange
praat. Maar ik kon beter leven met
het besluit van mijn dochter dat ze
niets met mij te maken wilde heb
ben, dan met de onzekerheid. Ik
ben wel eens jaloers geweest op de
Dwaze Moeders in Argentinië; die
hadden tenminste elkaar nog."
„Er wordt veel afgeschermd", al
dus Gina en Lotte. „De ene instan
tie neemt de andere in bescher
ming. Wat zo beangstigend is. is
dat we herhaaldelijk te horen kre
gen dat wij echt niet de enigen zijn.
Er worden dossiers achtergehou
den, vuile was moet binnenblijven.
Er zijn nog veel meer moeders,
vaders en kinderen. Geamputeerd.
In een hoek gegooid. 'Dossier ge
sloten'. Het is verschrikkelijk wat
instanties 'in het belang van het
kind' ouders en kinderen aandoen.
Nu nog steeds, in Nederland!"