week nd
De
loden
kimono
let koloniaal
erleden
tri I ER' S:
Volgende week woensdag
opent staatssecretaris Kosto
van Justitie de nieuwbouw
van de Bredase tuchtschool
'Den Heyacker'. Op ingetogen
wijze. Want de directie vindt
dertig cellen extra voor jonge
misdadigers geen reden voor
een feestje. Het personeel
vraagt zich ondertussen
vertwijfeld af of ze haar doel
niet voorbijschiet. „De
maatschappij bergt voor straf
een jongen een paar maanden
op. Wij doen ons best om hem
wat bij te scholen en bij te
spijkeren. Maar de grote vraag
is: lukt het? Heeft het zin?"
r\e opleiding van Flip aan de
■-'Spartaanse Schotse kost
school Gordonstoun dreigt volle
dig te mislukken. Flip ligt daar op
hetzelfde met stro gevulde ma
tras dat prins Charles jaren gele
den met tranen heeft doorweekt
toen hij zich aldaar moest leren
stalen voor het leven. Bij Gordon
stoun is het zo: doorgaans je
komt er uit als een bikkelharde
vent of als een emotioneel wrak.
Flip vertoont de tekenen van noch
het een, noch het ander. Hij zegt
het in het Schotse strafinstituut
naar zijn zin te hebben. Helaas,
Flip ontwikkelt zich slecht. Voor
een handwerk examen heeft hij
gedetailleerde bouwtekeningen
en een model van een elektrische
stoel van muizen ingeleverd,
maar meer heeft hij het afgelopen
jaar niet gepresteerd. We denken
er nu over om hem naar een
streng Japans instituut te zenden.
Het idee voor een Japanse oplei
ding is ons aangereikt door een
kennis die is uitgenodigd voor het
Japanse sprookjeshuwelijk tus
sen Masako Owada en kroonprins
Naruhito. Owada heeft een opa
aan moeders kant, die kwikhou
dend afval in een baai heeft ge
stort, maar daar maken conserva
tieve Japanners zich minder zor
gen om dan om de besmetting
van de aanstaande kroonprinses
met een flinke dosis Amerikaanse
invloed.
Den Heyacker
tracht jonge
criminelen
wat bij
te scholen en
bij te spijkeren
'Soms wil ik
gepakt worden,
Anders blijf ik
doorgaan.
Tot ik 'n
miljoen heb'
ZATERDAG 5 JUNI 1993
DE STEM
Wat opa deed is wel vervelend,
maar als men lang genoeg zoekt
vindt men aan iedere stamboom
wel een dorre tak waaraan een
paardedief of een struikrover
hangt. Dat Masako de helft van
haar bestaan in Amerika heeft
doorgebracht is zorgwekkender.
Wat in het buitenland verloren
lijkt te gaan is de klassieke in
borst, de houdgreep van de tradi
tionele Japanse moraal. Er wordt
bezorgd gesproken over een be
smetting en de ongelukkige
slachtoffers daarvan worden kiko-
ku shijo genoemd. De kikoku
shijo worden gezien als een po
tentiële bedreiging van de maat
schappij, voornamelijk door ge
brek aan werklust en respect voor
het oudere gezag. Er zijn speciale
scholen opgericht waar dit euvel
met harde hand wordt bestreden
en de kikodu sjijo's worden om-
gekneed.
Daar gaat Flip ook heen, naar de
Japanse Kneedschool. De leerlin
gen komen er verlegen en timide
vanaf, buigen diep voor hun
ouders en hun meerderen en ver
hullen hun oude luidruchtige
emoties achter een onuitwisbare
en ondoorgrondelijke glimlach.
Ze zijn bereid zonder morren tot
ver na middernacht te werken en
volgen zonder tegenspraak beve
len op. De straffere opvoedings
systemen in Engeland, Schotland
en Belgie zijn voor Flip niet qe-
schikt. a
In Japan wordt het buigen of
barsten. Een van de straffen die
ze daar kennen is 'de loden kimo-
noeen kimono met een gewicht
van twee balen rijst, die de onwil
lige student dagen- en soms we
kenlang moet dragen. De kroon
prinses zal op haar huwelijksdag
een ceremonieel model van de
strafkimono dragen met een ge
wicht van slechts 10 kilogram, ten
teken van volledige onderwer
ping aan de oude hoftradities.
De loden kimono waarmee onze
Flip zal worden getemd weegt
ruim honderd kilo. In de klasloka
len worden de leerlingen met een
ketting aan bronzen ballen met
een doorsnede van een meter
geklonken. De maaltijden bestaan
uit kleine hoeveelheden rijst,
groenten en rauwe vis. Behou
dens het kermen van het kabuki-
toneel wordt de leerlingen ook
het harakiriritueel bijgebracht,
want voor mislukkelingen is op
deze school geen plaats. De les
sen in bescheidenheid beginnen
formeel met het buigen voor een
klein schepsel, zoals een muis of
een rat.
Men moet kunnen buigen tot be
neden het niveau van kortgeknipt
gras om voor dit vak een vol
doende te halen. Met elektroni
sche pijnprikkels van uiteenlopen
de sterkte worden de leerlingen
attent gehouden en voor de rest
zorgt de loden kimono wel. We
mogen aannemen dat de herop
voeding van Flip in Japan zegen
rijke gevolgen zal hebben.
Door Riet Pijnappels
Met gebogen schou
ders en kromme be
nen sjokt Abdellatif
in zijn donkerblau
we inrichtingstenue
achter de groepslei
der aan. Door de lange gangen. Als
een kleine, tengere cowboy zonder
paard. Mokkend.
Hij is boos omdat hij, na een nacht
je in de isoleercel, nu zelf de scher
ven op moet ruimen van het servies
dat hij gisteren in een woede-aan
val tegen de muren van zijn cel
kapotgooide. In de Groningse in
richting 'Het Poortje' deed de
werkster dat soort klusjes altijd
moppert hij.
Nauwelijks zeventien jaar oud kan
de jonge Marokkaan bogen op een
succesvolle criminele carrière.
Hij vertelt zonder zelfbehagen. On
verschillig. „Mijn vrienden vinden
me slim. Omdat ik haast nooit
word gepakt. Ze komen vaak naar
me toe en zeggen: hé, ik weet weer
een huisje voor een kraakje." Hij
haalt zijn schouders op. Trekt een
'wat kan ik er nou aan doen'-ge-
zicht en zegt: „Meestal doe ik het
dan wel."
Op twaalfjarige leeftijd begon hij
met het stelen. Eerst fietsen, toen
autoradio's. Hij leerde snel en ging
over op auto's („Ik heb zo'n zestig
auto's gestolen, meestal Opel Ka-
detts"), inbraken in huizen („Veel,
héél veel, ik denk zeker tweehon-
derd"), beroofde een geldloper en
overviel, samen met een Joegoslaaf,
een patatkraam. Ze hielden de ei
genaar, een Chinees, een pistool
tegen zijn hoofd en gingen er van
door met vierduizend gulden.
°f de man bang was? Beslist
schudt hij zijn donkere, warrige
krullenkop. „Nee, Chinezen zijn
nooit bang," verzekert hij.
„Waarom ik steel? Ik heb veel geld
nodig. Voor dure kleren." Met de
monstratieve minachting trekt hij
met duim en wijsvinger de pijp van
zijn nepspijkerbroek omhoog. „In
een broek van twee tientjes loop je
voor schut. Als mijn vrienden me
zo zien, lachen ze zich kapot. Bo
vendien heb ik twee vriendinnen,
een Nederlandse en een Surinaam
se, die kosten ook geld."
„Ik heb een tijdje in een magazijn
van de Hema gewerkt, van negen
tot vijf, voor 168 gulden per week.
Daar kan ik toch niet van leven?
Wat moet ik anders dan stelen? Je
zou eens in mijn schoenen moeten
staan. Ik wil wel op het rechte pad
maar niemand helpt mij. Hulpver
leners gaan onmiddellijk vadertje
en moedertje spelen en daar heb ik
geen zin in."
„Soms wil ik gepakt worden. An
ders blijf ik doorgaan. Totdat ik
een miljoen heb. Misschien ga ik
straks iemand ontvoeren. Daar
droom ik wel eens van. Ik weet
heus wel dat ik een slechte vent
ben. Als ik langs een moskee kom
dan buig ik mijn hoofd, kijk zo,"'
hij laat zijn hoofd hangen. ,Uit
schaamte."
Soms zinkt de groepsleiders van
'Den Heyacker' de moed diep, heel
diep in de schoenen. Vooral na een
rotdag, als de jongens ze het bloed
onder de nagels vandaan halen.
Of zoals een paar maanden gele
den, toen een van de groepsleiders
werd gegijzeld door drie nieuwe
delinquenten. Met een smoesje lok
ten ze de nietsvermoedende inrich
tingswerker naar een cel, mishan
delden en overmeesterden hem en
knevelden hem vast aan het bed.
Het was een angstige situa
tie. Gelukkig slaagde de
groepsleider er toch in om
alarm te slaan. Zijn colle
ga's schoten onmiddellijk te hulp
en de daders werden voor een
nacht in de pas gerestaureerde iso
leercellen, de 'cachots', gegooid.
Het was een van de momenten
waarop het personeel zich afvraagt
of de goed uitgekiende sociale
vaardigheids-, onderwijs-, sport
en werkprogramma's geen paarlen
„Wij bieden een jongen een poosje regelmaat in zijn leven. Structuur. We confronteren hem voortdurend met zijn gedrag.
FOTO'S DE STEM JOHAUI
Drostituées op Patpong maken
•Ach op om aan het werk te gaan.
FOTO'S PIET DEN BLANKEN
richting voor volwassenen:
hoven. In het jeugdhulpveii
circuit is hij uitbehanè
hoop dat ze daar wat t
kunnen doen, ik wil graaj
goed komt met me."
„Of ik het hier streng vin
dachtzaam schudt hij zijn
„Nee, als ik hier wegga, i
echt niet: o jee, daar gal
meer heen. Ik heb het li
rustig gehad, effe niet i
drugs." Hij denkt even ni
heb ik hier wel veel gelee#
ik binnenkwam, had ik
iedereen. Ik begrijp mezell
ter."
De plaatsvervangend i
waaarschuwt de verslag
voor grootspraak. Veel jong
men van de straat, waara!
wet van de jungle geldt, legt
Hun positie is belangrijk, l
grote mond leren ze oiï
„Die jongens willen toch E
hun vrienden straks in 4
lezen dat ze het hier zo n
hebben gehad. Dan worde#
gescholden voor watje." Zij#
den worden even later bf
door een groepsleidster. ,2
wel heel stoer, maar veel t
het 's avonds heel moeilijk
om kwart voor tien naar is
ten."
hier niets uit zichzelf doen, niet
roken, niet eten, niet opstaan, niet
telefoneren. Dat komt toch hard
aan."
uitbreiding van Den Heyacker dit
jaar van vijftig naar tachtig plaat
sen zijn de groepen verdeeld in
twee 'opname-units' en vijf 'vervol-
gunits'.
In de opname-unit wordt een
nieuwkomer een paar weken onder
de loep genomen, en vervolgens
doorverwezen naar een groep die
het beste bij hem past. Met speci
fieke aandacht voor onderwijs en
sociale vaardigheden of met extra
ruimte voor de werkplaats en wer
ken in de tuin.
„In die laatste unit plaatsen we
jongens waar je niet te veel mee
voor de zwijnen zijn. Sommige jon
gens gaan weg zoals ze gekomen
zijn, vertellen ze cynisch. Met ach
ter zich een crimineel verleden en
voor zich een criminele toekomst.
Voor hen is het weliswaar gedwon
gen verblijf in Den Heyacker
slechts een time-out, een rustige
adempauze met veel regelmaat, een
dak boven het hoofd en goede voe
ding. Niet meer en niet minder.
Een van de begeleiders, Hans: „De
maatschappij wil een jongen een
tijdje kwijt. Wij doen ons best om
hem hier een positieve ervaring
mee te geven. Proberen hem wat bij
stijgende jeugdcriminaliteit en het
grote cellentekort, de laatste jaren
meer en meer de functie heeft ge
kregen van een Huis van Bewaring.
Maar liefst achtenvijftig van de
tachtig jongens in de Bredase in
richting zitten in voorlopige hech
tenis. Het frusteert een adequate
opvang, bekritiseert Van Engelen
de situatie. „Het betekent dat de
delinquent ieder moment, als het
strafrechterlijk onderzoek is afge
rond, kan worden geschorst. Dan
mag-ie weer naar buiten. Ben je
net goed en wel bezig met een
resocialisatieprogramma of hij is
In Den Heyacker verblijven mo
menteel tachtig jongens tussen de
twaalf en achttien jaar. Volle bak
dus. Iedere ochtend rond negen uur
hangt de Centrale Registratie Jus
titie in Den Haag aan de telefoon
met de vraag of er een plaatsje vrij
is. Een van de groepsleiders roept
uit: „Ze staan in rijen op de stoep
om binnen te komen."
Afdelingshoofd Harry Coolen ver-
Precies 400 jaar geleden begon de
Nederlandse koloniale expansie.
Die kreeg in de verschillende lan-
3en waar Nederlanders zich vestig-
len per land een eigen gezicht.
Verslaggever Rob Ruggenberg en
fotograaf Piet den Blanken reisden
laar enkele bekende, maar vooral
pok minder bekende plaatsen die
ien belangrijke rol speelden in de
roloniale geschiedenis. Het werd
!en zoektocht naar de relatie tus-
len vroeger en vandaag. Over hun
ievindingen berichten zij in een
'eeks artikelen. Vandaag aflevering
i: Thailand.
„De mensen weten niet wat er zich hier afspeelt, het zal wel niet zo
erg zijn, denken ze. Het zijn nog maar kinderen. Nou, ik kan je
verzekeren, het is wel erg.
telt dat er soms gesjoemeld wordt weg. Totdat hij wordt opgeroepen
met de leeftijd: „Soms zitter er om zijn tuchtstraf uit te zitten. En
illegalen tussen die zeggen dat ze dan kan je weer opnieuw begin-
zeventien zijn, maar veel ouder nen."
zijn. Ze weten dat ze anders naar
de gevangenis gaan en wij kunnen Hij kan de frustratie van zijn
het niet controleren omdat ze geen groepsleiders wel begrijpen. Inder-
papieren hebben." daad, er zitten hardleerse, onhan-
Hij wijst naar een volwassen uit- delbare jongens tussen, geeft Van
ziende Joegoslaaf in de sportzaal. Engelen grif toe. Jongens die twee,
„Hij beweert dat hij zeventien is. drie keer terugkomen. Van sommi-
Geloof jij het? Als we hem confron- gen merk je onmiddellijk dat ze
teren met zijn leeftijd, speelt het alleen hun tijd uitzitten en straks
taalprobleem weer een rol." weer fluitend het boevenpad in
slaan. Ze calculeren als gewiekste
boekhouders: voor een kraakje zet
ten, krijg je maximaal zes maan
den. De pakkans zien ze als een
beroepsrisico.
Toch weigert hij te praten over een
zinloze opvang. „Wij bieden een
jongen een poosje regelmaat in zijn
leven. Structuur. We confronteren
hem voortdurend met zijn gedrag.
Als Abdellatif zijn servies kapot-
gooit, moet hij het zelf opruimen.
En betalen van zijn zakgeld."
„Soms bereik je dan toch dat een
jongen zich gaat afvragen waarom
hij hier verzeild is geraakt. En
waar hij in hemelsnaam mee bezig
is."
De plaatsvervangend directeur
heeft vertrouwen in het nieuwe
beleid van de inrichting. Sinds de
te scholen en bij te spijkeren. Maar
de grote vraag is: Lukt het? Heeft
het zin?"
Collega Bert vult aan: „Je blijft
hopen. Telkens weer hoop je dat
het met deze misschien goed komt.
En met een aantal komt het ook
goed. Dat zijn dan de krenten in de
pap. Die heb je nodig hoor, die
gasten waar je wat mee bereikt."
„De mensen weten niet wat er zich
hier afspeelt, het zal wel niet zo erg
zijn, denken ze. Het zijn nog maar
kinderen. Nou, ik kan je verzeke
ren, het is wel erg."
Een groepsleider met de naam
René sputtert: „Als ik het woord
kinderen hoor, begin ik te steige
ren. Een knaap van zestien die
iemand overhoop steekt is in mijn
ogen geen kind meer."
Op de vraag of het regime in Den
Heyacker te mild is voor de jonge,
harde criminelen, schieten ze in de
lach. Het is een veelgestelde vraag.
Niet soft en niet streng, vinden ze.
Er tussenin. Cor antwoordt: „Ik
denk dat ze het hier goed hebben.
Ze krijgen aandacht, regelmaat en
goed te eten. Er wordt toch ge
poogd om het ze zo aangenaam
mogelijk te maken. Dat is soms een
dilemma. Ik denk wel eens, ze
moeten er hier zo'n bloedhekel aan
krijgen, dat ze nooit meer terug
willen komen. Maar je moet jezelf
ook afvragen of je ze het, naast het
beroven van hun vrijheid, nog
moeilijker wil maken. Ze mogen.
moet praten. Die moeten gewoon
een tijdje aan het werk. Ze zijn al
een aantal keren in aanraking ge
weest met de politie en een resocia
lisatieprogramma heeft dan geen
enkele zin meer."
's Middags om half vier®
door de parketpolitie eeni
jongen gebracht. Een Turks
klein, tenger, met blauwgli
achterovergekamd haar en
grote ogen. Volgzaam, af i
verlegen glimlachend, doet
hem gezegd wordt. Zijn
worden doorzocht op drug#
een sporttas gestopt. Halfna
elkaar gedoken, stapt Mj
doucheruimte, terwijl een
neelsid de juiste maat broei,
se en schoenen voor hemu®
Pas als hij tenslotte in een'
met ramen, die volgens tes
smal zijn dat het hoofd n
dertienjarig jongetje er ut
mogelijkheid doorkan, en 1
stapel opgevouwde dekens
vreemde bed, begint zijn
te trillen.
Met 'dikke stem vertelt hij'
een bromfiets had ges»
Utrecht. Het was niet ecM1
doeling geweest, hij wilde,
een stukje rijden. Maar I
voorwaardelijk, vorig jaar
veroordeeld wegens diefsl
geweld. Volgende week kon
zaak voor.
Kleintjes: „Ik heb gehoord1
dereen een kans krijgt. P
krijg ik een alternatieve str#>
Hij doet heldhaftige pogingf
te vermannen. Slikt en kiï>
tig. „Het komt wel weer g*
mij."
Tenslotte is er sinds kort de
zogeheten 'structuurunit'.
Voor de groepsverband. Het
zijn vooral 'bb-ers'. Jongens
met een buitengewone behande
ling-maatregel, die door de kinder
rechter niet of nauwelijks toereke
ningsvatbaar zijn verklaard.
Johnny heeft een zogeheten 'bb-
maatregel'. Hij is een lange, blonde
jongen met psychische problemen.
Zeventien jaar oud. „Ik verwacht
dat ik tot mijn 21e vastzit. Nu ben
ik nog niet sterk genoeg om naar
buiten te gaan. Ik heb vreemde
fantasieën. Soms fantaseer ik dat
ik iemand vermoord. Dat ik zo
maar iemand neerknal of in tweeën
splijt met een hakbijl. Het is een
soort drang die in mij opkomt.
Eerlijk gezegd, denk ik dat ik wel
ooit in de gevangenis terecht kom
voor een moord of overval. Als ik
nu vrij zou komen, zou ik onmid
dellijk naar een koffieshop gaan
om dope te kopen. En als ik high
ben, dan weet ik dat ik in staat ben
om te schieten. Als jij tienduizend
gulden op zak hebt, schiet ik je
dood. Dat voel ik gewoon."
Binnenkort gaat hij naar de tbs-in-
Het zijn geen lieverdjes, de
jongens van de tucht
school. Ze hebben meestal
heel wat op hun kerfstok.
Gewapende roofovervallen, brand
stichting en inbraken. (Een groeps
leider: „De meesten zijn door de
wol geverfde criminelen. Wij krij
gen hier zelden iemand die voor de
eerste keer met justitie in aanra
king is gekomen.")
De naam 'tuchtschool' dekt de la
ding eigenlijk niet meer, meent P.
van Engelen, plaatsvervangend di
recteur van Den Heyacker. Niet
alleen omdat tucht volgens ouder
wetse normen, zoals water en
brood en op gezette tijden een pak
slaag, niet meer bestaat, maar ook
omdat de inrichting, door de snel