weekend Blij in de bus Het kolo verleden E2 Willem Oltmans (over twee weken 68) trekt weer ten strijde. Zijn doelwit ditmaal: premier Lubbers, oud-minister van buitenlandse zaken Van den Broek en baron Bentinck van Schoonheten, de privé-secretaris van koningin Beatrix. Op een persconferentie gisteren in Den Haag maakte hij een klacht openbaar die hij bij de procureur-generaal in Amsterdam heeft ingediend. Oltmans' belangrijkste beschuldiging: „Lubbers en Van den Broek hebben de hand gehad in smokkel naar Zuid-Afrika van kleefmijnen, die bedoeld waren om blanke boeren bij sportstadions op te blazen. Ze hebben daarbij het parlement en de burgerij bedrogen en de positie van Beatrix geschonden." 'Lubbers en Van den Broek betrokken bij smokkel mijnen naar Zuid-Afrika' 'Ik krijg gelijk, hou daar rekening mee. En gauwer dan je denkt' DE STEM ZATERDAG 29 MEI 1993 De nieuwe oorlog van Oltmans Op een terrasje in de Jordaan kondigt de meest besproken, ge smade, uitgelachen en bewonderde avontu rier/journalist van de laatste twintig jaar aan: „Dit is een Nederlandse Watergate-affaire en ik zal niet rusten voordat deze smeerlapperij open en bloot op straat ligt." Als hij enig ongeloof bemerkt, zegt hij: „Bij Multatuli hebben ze ook pas 100 jaar later ontdekt dat het precies was zoals hij schreef. Nou, het zal mijn lot zijn dat ze tegen het jaar 2050 zeggen: 'Die Willem Oltmans, dat was de Multatuli van de vorige eeuw'." Oltmans lijkt veel op Don Quichot- te: beiden parmantig, ijdel, van goede afkomst maar arm, overtuigd van de eigen belangrijkheid, op schepper, een beetje gek en lijdend aan achtervolgingswaanzin - maar sinds vorig jaar moet je met die vergelijking een beetje voorzichtig zijn. In het najaar van '92 publiceerde Oltmans namelijk een boekje ('Vo gelvrij') waarin hij glashelder aan toonde dat hij in het verleden niet tegen windmolens vocht, zoals ie dereen dacht, maar wel degelijk decennia lang op alle mogelijke manieren gedwarsboomd werd door de toenmalige minister Luns van buitenlandse zaken. Uit de officiële documenten die Oltmans op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur van het ministerie loskreeg, blijkt een wel haast krankzinnige haat van Luns. Die zou terug te voeren zijn op Oltmans' campagne eind jaren vijf tig voor de overdracht van Nieuw- Guinea aan Indonesië. Luns was daar fel tegen, maar dolf het on derspit toen John F. Kennedy de kant van Indonesië koos. Daar zou Oltmans de hand in hebben gehad. En nu dus een nieuwe affaire. En het is weer helemaal Oltmans: persbreidel, complotten, interna tionale samenzwering, tot in de hoogste regionen. En het is Olt mans die het allemaal onthult. Als we op deze ochtend op dit zonovergoten terrasje in de Jor daan voor de zoveelste keer van onze skepsis blijk geven, zegt Olt mans kwaad: „Ik heb er twintig jaar over gedaan om mijn vorige gelijk tegen Luns aan te kunnen Door Rob Ruggenberg tonen. In plaats dat jullie nou zeg gen: gezien 's mans parcours van de afgelopen 40 jaar zou het wel eens kunnen zijn dat hij wéér gelijk heeft..." Hij sneert: „De Nederlandse pers bedrijft geen journalistiek. Jullie zijn doorgeefluiken voor onzin. Aan de werkelijk belangrijke zaken komt niemand toe. Totdat er eens in de zoveel tijd een vent is die..." Zoals Oltmans... Bijtend: „Ja, zoals ik, ja. En pas op dat je dit stuk niet schrijft met de intonatie van: hij kletst in de ruim te. Ik ben niet zoals jullie, ik ben een witte raaf in de tuin van de journalistiek. Ik praat alleen over dingen waar ik een studie van gemaakt heb." Dat kan zo zijn, maar in dit geval had Oltmans de Nederlandse kran tearchieven misschien toch wat be ter moeten bestuderen: het meren deel van wat hij dezer dagen meent te onthullen, heeft gewoon in de krant gestaan. Oltmans' lezing van die feiten verschilt weliswaar, maar dan vooral in de toonhoogte waarmee hij ze te berde brengt. Het draait allemaal om Klaas de Jonge, de antropoloog die in 1985 in Zuid-Afrika samen met zijn vrouw werd opgepakt wegens wa pensmokkel voor het ANC, en die de Nederlandse ambassade in Pre toria wist in te vluchten. Klaas de Jonge heeft na terugkeer in Nederland zijn aandeel in die wapensmokkel volmondig toegege ven. Dat hij een diplomatiek pas poort bezat, zoals Oltmans nu 'ont hult', was niet onbekend: Neder landse kranten berichtten daarover reeds in 1986. De Jonge had dat 'Service Paspoort' (nr PS 016243) gekregen toen hij samen met zijn vrouw in 1980 als ontwikkelings- deskundige naar Mozambique wa ren uitgezonden. En dat zijn vrouw Heieen Passtoors in 1985 bij haar aanhouding in Zuid-Afrika op de loonlijst van Buitenlandse Zaken stond was ook al bekend (ze kreeg nog wacht geld). De volgende onthulling van Olt mans dat Den Haag in het geniep nog even snel De Jonges Nederlan derschap 'regelde', is in die dagen ook al in de publiciteit geweest (omdat De Jonge in 1985 in dienst was getreden van het ministerie van voorlichting in Mozambique was hij formeel zijn Nederlander schap kwijtgeraakt). Oltmans maakt er, met dezelfde feiten, nu dit van: „Lubbers en Van den Broek joegen Klaas de Jonge, die nog steeds door de Nederlandse staat werd betaald, met een diplo matiek paspoort Zuid-Afrika in, om daar explosieven aan een ver boden communistische organisatie te gaan bezorgen. Toen de Zuida frikanen daar lucht van kregen en De Jonge arresteerden, zagen Van den Broek en Lubbers aankomen dat bij een openbaar proces die kwalijke rol van de Nederlandse staat aan het licht zou komen." En daarom volgde volgens Oltmans toen een 'smerige en louche' streek: „Om hun eigen nek en die van De Jonge te redden vroegen de be windslieden aan Beatrix om een handtekening te zetten onder een decreet waarbij De Jonge zijn Ne derlanderschap terugkreeg." Hij zwijgt even, om de importantie van dat gegeven te laten doordrin gen. Is dat dan erg? Oltmans ontploft. „Hoe durf je! Ik snap niet dat je zo kunt denken. Lubbers en Van den Broek horen het landsbelang te dienen. Ze heb ben niet het recht om het konings huis bij hun smerige zaakjes te betrekken. En wat was het lands belang om Klaas de Jonge onder dekking van een diplomaat pas poort met kleefmijnen naar Zuid- Afrika te sturen? Het zou hetzelfde zijn als de Zuidafrikaanse ambas sadeur hier wapens kwam leveren aan de Rara. Nou, dan zou Neder land te klein zijn, hoor, als dat uitkwam." Nadat Klaas de Jonge zijn intrek in de Nederlandse ambassade had ge nomen, werd het volgens Oltmans allemaal nog erger. Hij praat de WD-senaatsfractie na die in 1986 ook al riep dat de ambassade een broeinest van ANC-sympathieën werd. Oltmans noemt de ambassa de 'een soort postkantoor van het ANC', een ontwikkeling die zijns inziens werd toegestaan door de toenmalige zaakgelastigde baron Bentinck. „Bovendien maakte Ben tinck in het geheim reisjes naar het ANC-hoofdkwartier, want dat kon De Jonge niet meer." Het is toch niet zo vreemd als een diplomaat zijn licht eens opsteekt bij het ANC? „Wacht even. Dit is ontstellend. Je hebt toch wel HBS gehad, hoop ik? Jullie journalisten snappen het niet. Bentinck heeft zich geleend voor allerlei hoogst schadelijke za ken, in strijd met het landsbelang. En nu is die man secretaris van Beatrix, hij zit op de meest ver trouwde positie van het koninkrijk, met alle geheimen van de konin gin." Oltmans begrijpt wel waar onze skepsis vandaan komt: '„In jullie hersens zit die Klaas de Jonge geprogrammeerd als een soort held, die naar Zuid-Afrika ging om zwarten te bevrijden. Je moet eens omschakelen. Het gaat om terroris me." Dat ANC is maar niks, hè? „Je snapt het echt niet. Kijk, als het om Conny Braam van de Anti- Apartheidsbeweging was gegaan, of om Sietze Bosgra, dan was ik misschien nog wel meegegaan ook. Dan had ik misschien nog wel meegeholpen ook om kleefmijnen naar Zuid-Afrika te brengen. Maar iemand die dat onder dekking van een diplomatiek paspoort doet..." Bewijzen? „Ja, dat is ziek. Je wordt hier alleen maar geloofd als je met stukken komt. Nou, ik heb niks. Geen enkel stuk heb ik gezien. Maar ik heb gesproken met drie generaals in Zuid-Afrika en hun inlichtingen heb ik hier in Neder land bevestigd gekregen. En daar om heeft Zuid-Afrika mij ook gear resteerd en het land uitgezet, zon der opgaaf van redenen. Omdat ik de zaak op het spoor was, natuur lijk! In Pretoria zeiden ze mij dat die uitwijzing door Den Haag en de BVD was bewerkstelligd." „Geloof je me niet? Nou, ik krijg gelijk, hou daar rekening mee. En gauwer dan je denkt. Daarom heb ik nu ook de procureur-generaal ingeschakeld. Want voor deze af faire heb ik geen twintig jaar de tijd meer. Ik ben al 68, daar specu leren de bastards op. Lubbers en Van de Broek zitten te bidden dat ik aids krijg." Ondertussen zit Oltmans in een mini-flatje in de Jordaan. Hij is, zegt hij, berooid. „Ik heb acht ton van mijn ouders gehad en die zijn op. Komt allemaal door die machi naties van Luns. Door die man kreeg ik nergens meer een vaste aanstelling. Ik heb mijn huis moe ten verkopen, ik heb net mijn vleu gel verkocht. Ik leef van een mini mum uitkering: 1130 gulden in de maand." Uit arren moede, zo bekent hij, brengt hij tegenwoordig 'Forbid den' aan de man. „Dat is een parfum voor heren," legt hij uit. „Ik moet tenslotte ook eten." U heeft hier en daar kunnen lezen dat nu ook het geluk der mensen onderwerp is gewor den van wetenschappelijk onder zoek. Van het Instituut voor Ge- luksonderzoek aan de Universiteit van Oxford, dat onder leiding staat van de befaamde psycho loog Michael Argyle, kreeg ik de vererende opdracht enig verld- werk in de gelukswetenschap te doen in een bus vakantiegangers in de Eifel. De Eifel, dat weet u, is een Lollo- brigidiaans gewest ten oosten van Aken, dat met name door senioren wordt geroemd. De ge middelde leeftijd van de wande laars in de Eifelstadjes schat ik op zeventig jaar. Het bebied lijkt een speciale aantrekkingskracht uitte oefenen op oudere vrouwen, want die zijn er in overdaad. In de bus was het gezellig. We hebben heel wat bronsgroen ei kenhout gekapt en vele liederen gezongen in het smartlappengen- re, over verlatenheid, liefde en dood. In de ochtenduren werden onze breinen op scherpte ge bracht met cryptogrammen van vrolijk allooi. We begonnen met simpele opgaven als: weet u wat een luis in een boom is? Ant woord: een hoge Piet. Maar gelei- delijkaan werden de vraagstukken linker. Weet u wat aambeien zijn op z'n Italiaans? Trammelanto conto! Bij tijd en wijle lagen we in een deuk. Een dronken prostituée op een fiets? Dat is een zigzag naaimachine. En een draaiorgel dat aan gruzelementen is geval len is een expierement. Ik heb er dozijnen geleerd in onze bus, maar de meeste ben ik alweer vergeten. Maar zo brachten we onze blije dagen door in de zonnige Eifel. We hebben gezongen, gelachen en stevig gegeten. Intellectuele uitputting hebben we gemeden als de pest. Ik heb het Gelukslaboratorium van Argyle te Oxford kunnen mel den dat de bus berstensvol tevre denheid zat. Er waren zelfs geen klachten over hotelbehang met abstracte zelfmoordpatronen, Niet weinig medereizigers had den de trip met wekelijkse bijdra gen van vijftien gulden bijeenge spaard. Ze haalden er alles uit dat er in zat. Ze zongen als lijsters, aten netjes hun bord leeg en men kon hun gelach door de Eifelstad jes als hoorngeschal horen weer klinken. Velen bleken nochtans zwaar door het leven te zijn getroffen Daar was een man die, na zeve nendertig jaar zoetjes voortkab belend huwelijk, van zijn vrouw te horen kreeg, zomaar ineens, dat hij moest ophoepelen. Hij ontwik kelde zich tot de kapelmeester van de bus. Hij bespeelde met passie de mondharmonica en ik had de indruk dat hij af en toe een brok in de keel moest verber gen achter een extra tongslagje of een hoge C. We hadden, als ik het in bijbelse termen mag zeggen, een lamme en drie blinden, alsmede een kreupele, een dozijn armen en een lijder aan heimwee bij ons. Deze laatste zong in de eindfase van de reis het hoogste lied. U zult zeggen: hoe kan dit nu, zoveel droefheid en zoveel vrolijk heid dooreen geweven. Wel, u mag van mij aannemen dat deze mensen niet zongen om hun angst te verdrijven. Geluksvor- sers aan het happinesslaborato rium te Oxford en ook Ameri kaanse onderzoekers hebber vastgesteld dat zaken als succes, geld of uiterlijke schoonheid ter nauwernood bepalend zijn voor het geluk van de mens. Mijn bus schoot in die categorie- en tekort. Geluk, zo zeggen de geleerde, schuilt in goede rela ties. De ongelukkigste mensen treft mén aan onder degenen die gevangen zitten in een ongeluk kig huwelijk. Geluksvorsers be dienen zich van verfijnde instru menten als de affectometer en de G-schaal, maar ik heb het geluks- gehalte in mijn bus met een natte vinger kunnen peilen. Ik heb Ox ford getelegrafeerd: niet mooi, niet rijk, niet jong, maar wel ge lukkig. Nou ja, er is overal wel wat. DE STEM Elke dau thee bar plulj op c ook mijnheer hemel zijn toez Een theeplukst de bedrijfsleid mijnheer Bossc gezegd dat we produktie moet De bedrijfsleic schap door aa „Mijnheer Bos: produktie verhc Als de geest Bosscha de thee bar toespreekt, onverwacht, me werk zijn en Sundanese dial Hij vertelt ze ziek zijn of bes planten verwijt of nieuwe aa waarschuwt al: natuur dreigen zo'n stinkend beeld waar hij aan had. Mijnheer Bosst november 192! nog steeds het Malabar. Dat plantage, hoog gang-bergen vt jaar en dag de thee aan Neder te danken aan deze koloniale Precies 400 jaar gel< Nederlandse koloni Die kreeg in de ver: den waar Nederlandt den per land een Verslaggever Rob R fotograaf Piet den Bi naar enkele bekendt ook minder bekendt een belangrijke rol koloniale geschiedei een zoektocht naar sen vroeger en vand bevindingen bericht reeks artikelen. Vandaag aflevering 4 Door Rob Rug IHTndonesië wc .natuurlijk ingri; Integendeel, de Malabar - allen den elk jaar of op het graf va hier verscholen struiken. „Som fles whisky bij, altijd een doosji want daar hield tuinman die zijr Hij kijkt want gezichten, want bied geboden. Eigenlijk begin duizend kilon aan de Parelriv ligt Guangzhou der de oude naa eeuwenlang de Het is ook de Nederlander 16 geheim van de t Wie in Guangzl een pot thee be net zo smaakt zijn. En dat is precies hier kor voorkeuren va wijk van Guan een naam die i zuiden van d( Wassen en spelen op een 1 „Het zal mijn lot zijn dat ze tegen het jaar 2050 zeggen: 'Die Willem Oltmans, dat was de Multatuli van de vorige eeuw FOTO PIET DEN BLANKEN

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1993 | | pagina 18