De grijze tinten van de jaren '40-'45
Met tienjarige terug in de tijd
Veronica op
Curasao
Tentoonstelling in Legermuseum in Delft en fotoboek
ïnga nieuwe
bij Tros
by'
GIDS
-- f:
y
Oostindische reis uit 1847 gedetailleerd beschreven
1
D<
FOTO DIJKSTRA
ga, vooral bekend geworden als
tigsman uit de populaire 'Foutje,
treedt in de voetsporen van
kaf vandaag het koppelprogram-
hteren, dat de Tros voorheen
l'Op goed geluk'.
eel
Idt
|n-
Ide
na.
net
la
pa
len
is
tan
hi-
fee-
i]n,
ien',
en,
en-
vleugel'. Fervente bioscoopbe
zoekers kwamen hem tegen in
films als 'Tip van de sluier',
'Ciske de Rat', 'Flodder' en
'Honneponnetje'. In het thea
ter oogstte hij lof met produk-
ties van onder meer theater
groep Discus en het Shaffy-
theater.
Buitenkans
De Tros ziet in Bert Kuizenga
een talentvolle presentator
'met een geheel eigen karak
ter'. Eerder werkte Kuizenga
voor het Amsterdamse kabel
station Salto TV en was hij te
strikken voor bedrijfs- en
beurspresentaties. 'Blind Da
te' beschouwt hij als een
boeiende klus. In eerste in
stantie staan er dertien afleve
ringen van 'Blind Date' op de
rol.
„Ik ken het werken voor de
camera natuurlijk en gezien
mijn achtergrond denk ik dit
programma aan te kunnen.
Uiteraard zie ik het als een
grote uitdaging om een vrouw
als Carry Tefsen op te volgen.
Daarnaast is het concept van
'Blind Date' heel sterk. Het is
voor mij een buitenkans", zegt
hij over zijn nieuwe job. „Ik
heb er echt zin in."
('Blind Date', Nederland 2, 20.25
uur)
anp) - Binnenkort, waarschijnlij
op de lokale zender Telecurafao i
Dgramma's van de NOS en Veronic
hoofd van het televisiestation, Steil
it met de NOS een overeenkom!
met Veronica een intentieverklarin
ed is
igen
nnen
ïaars
issa-
de
zijn
ma's
a?ao.
ingen
het
Haag
laken
Ook
wor-
ïl een
uitge-
nma's
'erge-
al in
d gent-
on 1.
m.
eman.
on.
un.
21.30 u.
19 en
n 21.30
-0.30 u.
n 21.30
50.30 u.
n 21.30
ïn 21.30
u. Ned.
rsie The
beperkte mate programma's aa
de Antillen en Aruba, aldus d
woordvoerder.
De programma's van Veronic
en NOS zullen op band worde
aangeleverd. Het Curagaose sla
tion zal als tegenprestatie o
verzoek beelden leveren aan d
twee Nederlandse zendgemach
tigden.
Ook is het de bedoeling' dat
produktie van tv-progranuna'
samenwerking van de gr<®
komt. Het uitwisselen van ken
nis en training van medewerkei
van de zender is eveneens ee
doel. Dat laatste doet Veronic
sinds kort ook met Moskoi
waar in samenwerkingsverban
een radiostation wordt opgezet.
-Metro I - 14, 16.30, 19 en 21,
Indecent proposal.
-Metro II - 14, 16.30, 19 en 21
u. Alive.
Sinjoor - 14, 16.30, 19 en 21
u. Sommersby.
- Ambassades Club 1 - 14,
19 en 21.30 u. The distinguish*
gentleman.
- Ambassades Club 2 - 14,
19 en 21.30 u. Passenger 57
Ambassades Club 3 - 14, l6-
19 en 21.30 u. The bodyguard,
-Ambassades Club 4 - 14, 1°
19 en 21.30 u. Under siege.
BRUGGE
- Complex Zwart Huis
20 en 22.30 u. Alive.
20 en 22.30 u. Chaplin.
20 en 22.30 u. Passenger 57.
- Meinling
20 en 22.30 u. Indecent propo:
- Van Eyk
20 en 22.30 u. Falling down.
GENT
- Decascoop ,..j
14.30, 17, 20 en 22.30 u. Falh"|
down. rt
14.30, 17, 20 en 22.30 u. The pian
14.30, 17, 20 en 22.30 u. Hellra1*
3.
20en22.30u. Reservoir dogs.
14.30, 17, 20 en 22.30 u. Indece
proposal.
14.30, 17, 20 en 22.30 u.
assassin.
14.30, 17, 20 en 22.30 u.
57.
14.30, 17, 20 en 22.30 u. Sontf^
14.30, 17, 20 en 22.30 u.
distinguished gentleman.
14.30, 17, 20 en 22.30 u. Alive-
20 en 22.30 u. Jennifer 8.
22.30 u. Nowhere to run.
14.30 en 17 u. Jungle book U
versie).
20 u. Daens
VRIJDAG 28 MEI 1993
Joden met ster*in de St.Anthoniebreestraat in Amsterdam, februari 1943.
FOTO G.H. KRUGER RIOD
Door John van Miltenburg
Je was goed of je was fout.
De oorlog betekende mili
tair geweld, onderdruk
king, razzia's op joden,
honger, onderduiken, col
laboratie of verzet. Een fo
to-tentoonstelling in het
Legermuseum te Delft en
een tegelijk verschenen
boek over 'Fotografie in
bezettingstijd' rekenen af
met het stereotype beeld.
De grijze tinten van de
bezettingsjaren in foto's
belicht.
Van een algemeen fotografeer
verbod was geen sprake. Foto
graferen was wel riskant, vooral
als het ging om zaken die de
Duitsers onwelgevallig waren.
Maar wie niet direct de belangen
van de bezetter schaadde kon tot
december 1944 -Zuid-Neder
land was bevrijd en de rest van
het land frontgebied geworden -
met enige beperking zijn gang
gaan. Het dagelijkse leven ging
door. Persfotografen, vakfoto
grafen en amateurs legden het in
beelden vast, niet alleen in
zwart-wit.
Het contrast tussen goed en fout
in het leven van alledag was veel
minder dan lange tijd na '40-'45
is voorgeschoteld en in de beeld
vorming aangenomen. Naast het
krijgsgewoel, het onrecht en de
willekeur was er ondanks de
Duitse overheersing ook tijd
voor ontspanning en vermaak.
Fanny Blankers-Koen verbeter
de in 1943 vier wereldrecords,
Ajax speelde in 1944 voor een
vol Olympisch Stadion tegen
Blauw-Wit, de terrassen zaten
vol. Op de eerste zomerse dag in
1941, 's ochtends had nazi-
Duitsland onverwacht de Sovjet
Unie aangevallen, lag het strand
van Scheveningen vol zonnende
dagjesmensen.
Voorzichtig
De fotografie veranderde wel.
De kranten werden voorzichtig.
Persfotografen moesten zich
voegen naar de wil van de bezet
tingsmacht. Zij werden gelijkge
schakeld en voor propaganda
misbruikt. Het 'fotografisch be
drijf' werd op Duitse leest ge
schoeid en georganiseerd. Vakfo
tografen legden Duitse militai
ren, NSB'ers en Nederlandse
SS'ers in- vol ornaat met hun
geliefden vast op de gevoelige
plaat. Ten tijde van de bevrij
ding kwamen geüniformeerde
Canadezen of Britten bij hen
over de vloer.
Het bezit van een fototoestel was
voorbehouden aan de welgestel-
den en een enkele liefhebber.
Fotomateriaal was bovendien
schaars. Wie zich met man,
vrouw of kroost wilde vereeuwi
gen toog naar de fotostudio.
Maar er waren ook burgers die
voor een familie-album systema
tisch de veranderingen in het
openbare leven in beelden signa
leerden en executies, deportaties
en sabotage-activiteiten docu
menteerden.
Op 20 november 1944 verbood
de Höhere SS en Polizeiführer in
Nederland, Hanns Albin Rauter,
het fotograferen in de openlucht.
Dat was nog slechts toegestaan
aan een klein groepje persfoto
grafen. Zij hadden een speciaal
doorlaatbewijs. In het laatste
oorlogsjaar heeft een aantal fo
tografen heimelijk bewust foto's
gemaakt buiten de regels van de
Duitsers om. Zij wilden na de
oorlog een getrouw beeld kun-
Bevrijding, mei 1945 in Amsterdam.
nen geven van wat zich had
afgespeeld.
Nuancering
In het vorige week verschenen
boek 'Fotografie in bezettings
tijd', geschiedenis en beeldvor
ming, belichten René Kok, Her
man Selier en Erik Somers aan
de hand van ongeveer 200 foto's
verschillende facetten van de fo
tografie tijdens de Duitse bezet
ting. Het fotoboek, resultaat van
een recent onderzoek, is een zeer
geslaagde poging het traditione
le beeld van de oorlogsjaren door
de lens van de fotograaf te nuan
ceren.
Foto's zijn van grote waarde
voor de geschiedschrijving. „Fo
to's zijn op hun best als ze
kunnen verontrusten, bewust
maken en het geweten in beroe
ring brengen," zei Erik Somers,
historicus en archivaris van het
Rijksinstituut voor oorlogsdocu
mentatie bij de opening van de
expositie in Delft.
Verrassend is dat tijdens de oor
logsjaren veel meer in kleur is
gefotografeerd dan tot nu toe
aangenomen. Bij het Belgische
instituut voor oorlogsdocumen
tatie, het Navorsings- en Studie
centrum voor de Geschiedenis
van de Tweede Wereldoorlog in
Brussel, ontdekten medewerkers
van het Rijksinstituut voor Oor
logsdocumentatie bij toeval
kleurendia's. Zij waren in de
meidagen van 1940 gemaakt
door een Duitse legerfotograaf
die door Nederland trok. De
dia's waren per abuis in België
en Noord-Frankrijk gesitueerd.
De collectie uit de nalatenschap
van de Wehrmachtfotograaf Ot
to Kropf was in 1986 door de in
Rosmalen woonachtige verzame
laar van oorlogsfoto's Otto
Spronk gekocht op een veiling in
Duitsland. Het meeste fotomate
riaal van Kropf was in België
FOTO EMMY ANDRIESSE
gemaakt, reden voor Spronk om
het bij het Belgische instituut
onder te brengen. De verrassen
de kleurenopnamen zijn vorig
jaar al eens in Amsterdam ten
toongesteld. Een bezoeker van
de expositie schreef in het reac-
tieboek: „De kleurenfoto's doen
je realiseren dat het eigenlijk
nog maar kortgeleden is."
'Fotografie in bezettingstijd', ge
schiedenis en beeldvorming.
Waanders Uitgevers, Zwolle, prijs
29,50.
Expositie 'Fotografie in bezet
tingstijd' in het Legermuseum,
Delft t/m 11 juli 1993; geopend di
t/m za 10.00-17.00 uur en zon- en
feestdagen van 13.00 tot 17.00 uur
44 //f ///s/<//t
'A'/f f/j. érA
I,
C'
t y 4 S i t
V x 4?* j t i
L 6 '*i*f
/t. t t iit it i V'/r ..xx ".li f 1/té i f/t i tt tt
'f.
y
r f 4. s 4* 4 f /a' 4 x-t i /'-/>
dft 4
'y i/* éi t/t f» xx V
V 'x "J
't i iét i tdif f t
r t, ,/e
ét <t t
r
tf f/ 4 t 4 f /t -ti i/f t M
(Ut/
r 4/
rx *Jr Axt
'ut t''t A ijr.l/'t *>ft <l S/cvffé.yJtttA
'firs. 4,/ x/r- -
ft. -
éit fff r té /tf i tjf*4 ,t*y.t
yt
S" r>*f
(j
'V •«>'- -
Sfi.'t ft
- 'f
'jé/'-éx /Zr -, f'. 4 <t,
,r.t I, d/Zt 4 1 x
v 'Vf 4^9 et o Jy,
e f i a X 4
i)4 <4t
t/é*. !'éf t. XX i* 44 4 ét XX f y*
a' f
X' t, et rI
OA et Zei .4 ff
'<<t ><e :yt
•De eerste bladzijde van 'Journaal eener Oostindiesche Reis'.
Een meisje van amper tien jaar
oud maakt een reis naar Indone
sië, dat dan nog Oost-Indië heet.
Ze reist per bark: een houten
zeilschip van ongeveer twintig
meter lang. Het meisje heet An
na Abrahamsz. Haar vader is de
kapitein van het schip. Haar
moeder is een zus van Multatuli.
Het is 1847 en Anna houdt een
verslag bij van de reis. Het ma
nuscript is bewaard gebleven en
in 1969 geschonken aan het
Scheepvaart Museum in Am
sterdam. Het is onlangs in druk
verschenen: 'Journaal eener
Oostindiesche Reis'.
Door Hanneke Leliveld
'In het begin van de maand
July van het jaar 1847 wer
den wij door onzen Vader
eens zeer aangenaam verrast.
Daar Vader van de beurs te
huis komende, ons het welko-
mende nieuws vertelde, dat
wij met moeder de reis naar
Oost Indien waartoe Vader
zich gereed maakte, zouden
mede doen. Wij, zoowel als
ook Vader en Moeder waren
innig verblijd, doch daar het
schip drie dagen later ver
trekken moest, zoo moesten
wij ons reppen, om nog vele
zaken klaar te maken en te
kopen die wij op de reis
dachten noodig te hebben.'
Zo begint het 'Journaal eener Oostindie
sche Reis', dat Anna Abrahamsz schreef
in 1847 en 1848. Was het tot nu toe alleen
te lezen in het groene schriftje dat in het
Scheepvaart Museum te Amsterdam be
waard wordt onder inventarisnummer
S4143, vanaf nu is het in druk verkrijg
baar bij Terra Incognita, die voor de
transcriptie zorgde en het journaal van
commentaar voorzag.
Het leuke van Anna's reisjournaal is niet
in de eerste plaats de inhoud, want bij
zonder spannend heeft ze haar belevenis
sen niet opgeschreven. Bovendien werden
scheepsjournaals in die tijd veelvuldig
bijgehouden. Anna's reisjournaal is ech
ter het enige dat door een kind geschre
ven werd. Dat maakt het een uniek
verslag.
De historicus Marc van Alphen heeft de
uitgave van Anna's journaal voorzien van
een voor- en nawoord. Daaruit worden
ook de omstandigheden duidelijk waar
door het hele gezin zich laat inschepen, in
plaats van alleen de vader. Een paar
maanden eerder hebben Cornells en Ca-
tharina Abrahamsz namelijk hun enige
zoon op zevenjarige leeftijd verloren. Als
troost biedt de reder aan om de kapitein
op zijn reis door zijn vrouw en drie
dochters, Catharina, Anna en Sietske, te
laten vergezellen.
Opdracht
Het journaal dat Anna bijhield, is geen
dagboek waarin een jong meisje haar
gedachten aan het papier toevertrouwt.
Het is een gedetailleerd reisverslag, dat
kennelijk bedoeld is om door anderen
gelezen te worden. Volgens Van Alphen is
het schrijven van het journaal mogelijk
de opdracht geweest die Anna meekreeg
van haar onderwijzer, om zich zo te
bekwamen in het Nederlands.
Desalniettemin geeft het een aardig beeld
van een Hollands gezin in de koloniale
tijd, en een beeld van een reis naar de
Oost. Anna beschrijft de route die geva
ren wordt, en wat zij en haar zusters zoal
doen elke dag. Om zeven uur stonden zij
op, om acht uur ontbeten zij, om negen
uur deden de kinderen hun lessen, om
twaalf uur mochten zij spelen. Dan is er
het middagmaal en tussen drie en vijf
helpen zij moeder naaien. Om zeven uur
gebruiken zij de avondmaaltijd en om
acht uur gaan zij naar bed.
Vermakelijker is het te lezen hoe Anna bij
voorbeeld bruinvissen beschrijft. 'Buiten
deze vogels zagen wij geene merkwaar
digheden, als soms enkele groote visschen
welke altijd bij troepen zwemmen en uit
en in het water springen, hunne kop
gelijkt veel naar een varken, waarom zij
als zij zoo bij troepen komen zwemmen
door de zeelieden de boer met zijne
varkens genaamd worden.'
Na aankomst in de Oost volgt een even
gedetailleerd verslag van het verblijf al
daar. Anna houdt bij wat zij te eten
krijgen, welke mensen zij ontmoeten,
welke plaatsen zij bezoeken. Kort na hun
aankomst in Batavia maakt zij een aard
beving mee:
'Den 16 November, mijn verjaardag, voel
den wij des morgens omstreeks 10 ure
terwijl wij op de plaats speelden op eens
de grond onder onze voeten bewegen. Wij
verschrikten allen zeer, de Javanen
maakten allen groot geschreeuw en som
migen van hen vielen regt op den grond
en lagen met hun aangezigt op de aarde.
Ik was zoo ontsteld dat ik niet weder in
huis durfde'.
Broertje
Half januari is het schip met het gezin
Abrahamsz weer op weg terug naar Am
sterdam. Anna schrijft wat over het weer,
dat eerst stormachtig en later weer aan
genaam wordt. Maar dan gebeurt er iets
opmerkelijks aan boord.
'Den 4e Maart werden wij alleraange
naamst verrast. Wij zaten met de stuurlie
den op dek te eten, moeder was beneden
een weinig ongesteld, terwijl vader haar
Edele gezelschap hield. Op eens schelde
vader en de stuurman onze neef ging naar
beneden, en kwam een half uur daarna
weder boven met het blijde nieuws dat
wij een broertje gekregen hadden. Wij
konden dit naauwelijks gelooven en ook
niet begrijpen waar dit broertje van daan
gekomen was, doch toen neef het ons
stellig verzekerde, en ons vertelde dat hij
met een schuitje aan boord gebragt en
door de kajuitsglazen aan vader aangege
ven was, toen geloofden wij dit, daar wij
gedurende al die tijd gegeten, en er dus
niets van gezien hadden.'
Door Anna's oprechte verbazing over de
ze kleine Theodorus is dit een van de
meest ontroerende momenten uit het
Journaal. Eind juni komt het schip in
Amsterdam aan.
'Hiermede is nu onze reis afgeloopen,
waaraan wij ons leven lang met genoegen
hopen te denken, daar ook gedurende dat
geheele jaar geene ziekten of ongelukken
ons door de zee bejegend zijn, en wij met
een broertje terug gekomen zijn. Voor al
deze weldaden ons door onzen lieven
Heer bewezen, kunnen wij hem niet ge
noeg dank zeggen.'
Uiteraard is Anna geen meisje van tien
jaar gebleven. Op 16 maart 1908 is Anna
op zeventigjarige leeftijd te Haarlem
overleden, waarvan melding gemaakt
wordt in de Oprechte Haarlemse Courant
van 18 maart 1908. De zestig jaar tussen
haar reis naar Oost-Indië en haar dood
zijn naar vermoed geen gelukkige jaren
geweest voor Anna.
Cholera
In 1849 beviel Anna's moeder van een
zoontje, dat drie dagen na zijn geboorte
overleed aan cholera. Amper een maand
later werd Catharina Abrahamsz zelf
slachtoffer van deze ziekte. De vier kin
deren Abrahamsz werden in afwachting
van hun vaders terugkeer van een nieuwe
tocht naar de oost, ondergebracht bij
verschillende familieleden.
Vijf jaar later hertrouwt Cornelis Abra
hamsz, met zijn nicht Helena Onnen. Het
is een verstandshuwelijk: Cornelis zoekt
gewoon een nieuwe moeder voor zijn
kinderen. Tot een echte gezinshereniging
komt het voorlopig niet. Anna blijft nog
vijf jaar bij haar oom en tante wonen.
Multatuli
Wanneer zij in 1860 zich weer bij haar
broer en zusters voegt, is Eduard Douwes
Dekker, alias Multatuli, inmiddels een
vaste bezoeker van het gezin geworden.
Oom Eduard, broer van de moeder van
Anna, is uit Indië teruggekeerd om zijn
roman 'Max Havelaar' uit te geven. Hij
wordt verliefd op Anna's zusje Sietske en
krijgt een verhouding met haar. Boven
dien bekritiseerde hij de opvoeding die
Cornelis en zijn nieuwe vrouw de kinde
ren gaven. Anna kan de spanningen die
Eduard veroorzaakte, niet aan. Op haar
23ste moet zij zelfs tijdelijk opgenomen
worden in een krankzinnigeninrichting in
Utrecht.
Er is weinig bekend over de rest van
Anna's leven. Ze blijft ongetrouwd en
moet door haar vader onderhouden wor
den, aangezien zij ook geen beroep uitoe
fent. Haar vader sterft in 1879. Anna gaat
hierna zwerven. Zij woont onder meer in
Berlicum, Harlingen, Hilversum. Haar
laatste woonplaats, voordat zij in Haar
lem sterft, is Velp.
Anna Abrahamsz: 'Journaal eener Oostin
diesche Reis, de belevenissen van een
tienjarig meisje in 1847 en 1848' Uitg.
Terra Incognita, Naarden, prijs 18,50.