Een koloniaal
verleden
De Bredase
band van
Leo Kok
Bevlogenheid
van een SP-lid
Hotel New York
is nieuw
en toch oud
De Portugezen
bouwden in Azië
kerken, de
Nederlanders
pakhuizen
De naam Goa zegt
vandaag de dag
alleen ex-hippies
nog iets
P.V.C.
lEREGENINGSBUIZEN
„KIWA" gekeurd
I voorzien van lijmtromp
de grootste
handelsvoorraad
van nederland
Ook een compleet
programma fittingen
pompen, koppelingen
slangen etc.
weekend
zaterdag 15 mei 1993
deelE
ZIE WEEKEND 2
ZIE WEEKEND 3
ZIE WEEKEND 4
Jan Huygen, onze man in Goa
^heilspellende toren in Goa.
Tussen de puinhopen van
een ingestorte klooster
kerk zitten oude nonnen
en jonge novicen te me
diteren. Een meter ver
der laten heilige koeien
hun vlaaien vallen; het stinkt be
hoorlijk in deze katholieke spook
stad.
Waar je ook kijkt tussen de pal
men, tussen de krotten en de bede
laars: kerken, kerken, kerken. Je
struikelt hier over de eeuwenoude
parochiekerken, basilieken, kapel
len, kloosters, kruisbeelden - er
staat Zelfs een kathedraal.
Tekst Rob Ruggenberg
Foto's Piet den Blanken
De gewone huizen zijn in de loop
der tijden allemaal verdwenen, net
als de gewone mensen. Alleen de
kerken zijn gebleven - en de non
nen. Overal zie je nonnen, meestal
biddend, een enkele keer zelfs in
lotushouding.
En het gelaat van Christus op de
beelden in de witte suikerbrood-
kerken lijkt op dat van een hindo-
staanse god. Niet dat de paria's die
hier in de modder ploeteren daar
veel aan hebben: zij lijken van élle
goden verlaten. En het diner
smaakt bitter, als aan je tafel ma
gere, zieke kinderen om een hap
eten komen schooien.
Dat hopeloze gevoel van onmacht
slaat om in woede als je overal op
de muren van armzalige hutten die
smerige reclame van Nestlé aan
treft: „NEW: The Ideal Milk For
Growing Children - Nestlé Every
Day Gold Instant".
Nestlé is vast ver
geten dat de We
reldgezondheidsor
ganisatie WHO al
meer dan tien jaar
geleden een ge
dragscode opstelde
tegen het aanprij
zen van melkpoe
der als kindervoe
ding, vooral in lan-
WH.'JJBIJBIL-: den waar zuiver
drinkwater ont
breekt.
Later zullen we
merken dat die
vergeetachtigheid
niet alleen deze
Zwitserse voedsel
gigant heeft getrof
fen, maar ook onze
bloedeigen Frie-
sche Vlag.
We zijn in Oud-
Goa, aan de west
kust van India,
zo'n 400 km ten
zuiden van de on-
geluksstad Bom
bay. In de vaal
blauwe lucht cirke
len loom tientallen
roofvogels; de zon
brandt ongenadig.
Somber rijst een
bijna vijftig meter
hoge torenruïne ten
hemel, vier eeuwen
geleden gebouwd
door augustijner
broeders uit Portu
gal. Een vierkante,
donkere, giganti
sche, bijna boos
aardig aandoende
toren, waarvan al
leen de voorste
helft nog overeind
staat.
De Portugese historicus Germano
Correia noteerde: „Tussen 1583 en
1594 zou iedereen in het koninkrijk
Portugal hebben gezworen dat er
geen ferventer katholiek in Goa
was dan een zekere Nederlander,
die in dienst was van de aartsbis
schop en die zijn vertrouwen ge
noot. Deze man was echter in hart
en ziel een lutheraan...
„Deze Nederlander bedroog niet
alleen de prelaat, hij drong in de
toren van Goa ook door tot in de
geheime archieven van de Torre de
Tombo, waar hij stiekem kopieën
maakte van alle reisverslagen en
scheepsjournalen van onze beste
Portugese zeelieden. Hij gaf ze aan
de Nederlandse piraten. Zijn werk
stuurde de Nederlanden op het pad
van het kolonialisme."
Correia doelt hier op Jan Huygen
van Linschoten (bij ons vooral be
kend van het kinderliedje 'Jan
Huygen in de ton', waarvan nie
mand het verband snapt), die na
vijf jaar Goa terugkeerde naar
Enkhuizen en daar alles publiceer
de wat hij bij de Portugezen had
opgestoken.
En - daar had Correia gelijk in -
het waren déze boeken (Jan Huy-
gens 'Reys-gheschrift van de Navi-
gatiën der Portugaloysers' en zijn
'Itinerario: Voyagie ofte schipvaert
naar Oost ofte Portugaels Indiën')
die onze eerste Oostindië-vaarders
de weg wezen.
Sterker nog: zonder Jan Huygen
zouden de Nederlandse kolonialen
de boot naar Azië mooi nëbljen
gemist en zouden de Portugezen en
hij gewoon avontuurlijk en nieuws
gierig.
Letterlijk: onaanraakbaren. Ploeteren in de modder in Goa.
de Britten de buit daar samen
hebben verdeeld. En dan zou Frie-
sche Vlag in dit werelddeel nu
misschien niet die streken met ba
by's en melkpoeder uithalen, maar
-daarover straks.
Onze geschiedenisboekjes ju
belen heel wat af over de
dappere zeelui van de Ver
enigde Oost-Indische Com
pagnie die in de Gouden Eeuw af
en aan naar de Oost voeren. Ze
zwijgen meestal over de Portuge
zen die al een eeuw eerder in Azië
arriveerden (Vasco da Gama, 1497),
en die deze route al die tijd geheim
wisten te houden.
Wij hielden ons in die tijd nog
voornamelijk bezig met Hoekse en
Kabeljauwse twisten; Nederlandse'
zakenlieden konden alleen maar
dromen van die verre bestemmin
gen waar de Portugezen de felbe
geerde peper haalden, én de kruid
nagelen, én de nootmuskaat, én
katoenen stoffen én zijde, én rijst
én porselein - en dat allemaal pe
perduur aan ons doorverkochten.
Tót de avontuurlijke Enkhuizenaar
Jan Huygen (hij voegde 'van.Linr
schoten' later aan zijn naam toe om
meer indruk op de Portugezen te
maken) in 1583 als een soort page/
secretaris in dienst trad bij de
Portugese dominicaanse aartsbis
schop Vincente de Fonseca, en met
hem naar Goa zeilde.
Jan Huygen kwam, zag en schreef:
„Goa heeft alderhande kloosters en
kerken, gelijk Lissabon, maar geen
bagijnen of nonnen, want ze kun
nen de vrouwen hier niet zo ver
krijgen dat ze Venus verzaken met
wie zij liever het leven wagen en
verliezen, dan dat zij hun wellusten
boeten." Dat laatste is, als we af
moeten gaan op de serene blik in
de ogen van de talloze Indiase
novicen, nu dus anders.
De naam Goa zegt vandaag de dag
alleen ex-hippies nog- iets, want
deze vroegere Portugese kolonie
aan de westkust van India verwierf
in de jaren zestig en zeventig grote
faam als goedkoop en zonnig flo-
wer-poweroord. Je kon, en kunt, er
voor paar gulden per dag slapen en
Precies vierhonderd jaar ge
leden begon de Nederlandse
koloniale expansie. Die
kreeg in de verschillende
landen, waar de Nederlan
ders zich vestigden, ook
verschillende gezichten.
Verslaggever Rob Ruggen-
berg en fotograaf Piet den
Blanken reisden naar enkele
bekende, maar vooral ook
naar minder bekende plaat
sen die een belangrijke rol
speelden in die koloniale ge
schiedenis. Een zoektocht
naar de relatie tussen vroe
ger en vandaag. Over hun
bevindingen berichten ze in
Weekend in negen artikelen.
Vandaag aflevering 2.
eten. Een aantal van die toenmali
ge hippies is er blijven wonen. Zij
naderen nu de middelbare leeftijd
en vormen, in hun blootje, een
bezienswaardigheid voor Indiase
toeristen.
Maar in vroeger tijden was Goa
wereldwijd een begrip. Het was de
belangrijkste vestiging van de Por
tugezen in de Oost. Talloze malen
M
heeft de VOC - lees: Nederland -
geprobeerd de stad te veroveren.
Alle blokkades, belegeringen en
beschietingen ten spijt bleef Goa
vast in Portugese handen. Tot 1961
toe. In dat jaar werd het India te
gek en annexeerde het deze kolo
nie.
In Goa zien we nog steeds wat Jan
Huygen al opmerkte, en wat lhtêr
..het grote vepschil tussen het Portu
gese en het Nederlandse kolonialis
me zou gaan worden: het ging de
Portugezen eerst en vooral om de
verbreiding van het katholieke ge
loof, terwijl het de protestante Ne
derlanders vrijwel uitsluitend om
de handel te doen was, om de poen
dus.
Overal waar Nederlanders het
klaarspeelden de Portugezen te
verdrijven - Malakka, Ceylon, het
hele zuidwesten en zuidoosten van
India, Bengalen, de Molukken, Ja
va, Japan - daar vind je nu vooral
pakhuizen.
Waar de Portugezen overeind ble
ven - in Goa dus, maar ook op
Oost-Timor en op Macao - vind je
kerken.
Op een gehuurd Japans motorfiets
je rijden we Goa rond, tussen die
kerken door, op zoek naar sporen
van Jan Huygen. In tegenstelling
tot de Portugezen betwijfelen Ne
derlandse historici nog wel eens of
deze Enkhuizenaar wel een echte
geheim agent was. Misschien was
Indiase nonnen bidden in de puinhopen van de Portugese kerken.
[aar dr. P. Shirodkar, di
recteur van het rijksar
chief in Goa, en toevallig
publicist over vroege Ne-
derlands-Portugese betrekkingen,
blijkt volstrekt overtuigd van Jans
boze bedoelingen. Als hij ziet dat
we een in 1595 door Jan Huygen
gepubliceerde stadskaart van Goa
bij ons hebben, roept hij uit: „Zie
je wel, hij was een prima artiest,
maar ook die kaart heeft-ie van de
Portugezen overgetekend."
De rest van de middag besteden we
zo ongeveer geheel aan het zoeken
naar een bewijs voor die stelling.
Maar alle Portugese kaarten die
Shirodkar uit het grote archief op
diept, zijn van later datum en lij
ken juist gekopieerd van die van
onze Jan.
Ten einde raad stuurt de archiefdi
recteur ons door naar de jezuïeten
die, verstopt op het platteland in
Goa, daar nog altijd hun Xavier
Centre of Historical Research heb
ben. Hier horen wij dat het bewijs
voor Jan Huygens vermeende spio
nage nooit meer kan worden ge
vonden.
Op treurige toon vertelt pater
Charly Borges dat de archieven van
het bisdom naar Portugal zijn
overgebracht. „Dat schip was ech
ter te zwaar geladen en de kapitein
zette onderweg tijdens een storm
het zwaarste deel van de lading
- helaas onze boeken dus - over
boord."
Wel heeft de pater nog wat docu
menten, die laten zien hoe bang de
Portugezen waren voor de Neder
landers. Afgematte Portugese sol
daten klaagden in 1644: „Wij zijp
zo mager en hongerig dat drie van
ons niet tegen één Hollander op
kunnen."
Geen wonder dus dat de Neder
landse machtsovername in Azië
voor de Portugezen nogal drama
tisch verliep. Neem bijvoorbeeld de
gebeurtenissen in Malakka, die an
dere grote Portugese kolonie, 3.500
km zuidoostelijker, aan de door
gang tussen de Chinese Zee en de
Indische Oceaan.
Malakka: begeerd en bevochten
door Chinezen (1409), door de Por
tugezen (1511) en tenslotte door de
Nederlanders, die de stad in 1641
op de Portugezen veroverden.
Daaftnee begon de zaman Belanda,
de Nederlandse era.
Wij hebben er nooit van gehoord,
maar de schoolkinderen in Malak
ka moeten nog altijd de details
ervan uit het hoofd leren: hoe kapi
tein Minne Willemsz Kaartekoe in
1640 met achttien schepen en 3000
soldaten het beleg sloeg voor de
Portugese vesting.
Die belegering duurde acht slopen
de maanden. Op 14 januari 1641
viel de stad. Kaartekoe had toen
nog maar 650 soldaten over. De
rest was dood, maar de zege lever
de de VOC een handelspost op
waar eeuwenlang schatten konden
worden verdiend. Wie in die tijd
winst wilde maken keek niet op
een lijk meer of minder.
'Little Amsterdam' heet in Malak
ka nog altijd de wijk die op palen
in de rivier is gebouwd. Uit de
luidspreker op het houten rond
vaartbootje schalt een potpourri
van bekende liedjes: 'Daar is de
orgelman', 'O, Waterlooplein' en
'Aan de Amsterdamse grachten'.
Maar dit is heus de Amstel niet,
want in deze rivier en tegen de
grachtenhuizen zitten griezelige
hagedissen, soms wel anderhalve
meter groot.
Stuurman Bernard Goeding, wiens
grootvader nog voorganger was in
de Nederlandse Gereformeerde
Kerk van Malakka, wijst op de
smalle huisjes van dit Klein-Am-
sterdam en op hun kleine raampjes.
Smalend zegt hij: „De Hollanders
hieven belasting op de breedte van
de huizen en op de oppervlakte van
de vensters."
Pas in 1824 raakte Nederland Ma
lakka weer kwijt: de stad werd
toen met Engeland geruild voor een
stuk grond (Bencoolen) op Suma
tra. Zesendertig jaar geleden gun
den de Britten hun kolonie de vrij
heid. Maleisië werd zelfstandig,
met Malakka als een van de dertien
staten.
VERVOLG OP WEEKEND 2