A -
CULTUUR
JU:
Brabant inventariseert
27.000 bijzondere panden
Richtingwij zer
j^ndré Brink
over begin v;
historisch mi
Amos Oz weei
Wat is een
monument?
3
r
Architectuur-
stijlen tussen
1850 en 1940
Bea
Meulman
Derde IRA-
thriller van
Gerald Seymour
vrijdag 16 april 1993
deel D
Watertoren in Etten-Leur (1924), met op Art-
Déco geïnspireerde detaillering
Om in aanmerking te komen
voor de status van monu
ment wordt een pand ge
toetst aan een aantal nor
men. Aan minstens één
daarvan dient het object te
voldoen:
het heeft historische her
inneringen in de ruimste zin
des woords
het is werk van een be
kend architect
het is opvallend door
vormgeving, stijl, bouw
techniek, materiaal of de
taillering
het is gaaf
bijgebouwen of erfbeplan-
ting maken het interessant
de ruimere omgeving is
van historisch belang
i
i
t
««ii
p»s ïsssi
1 Gietijzeren schoenschraper in Sprang-Capelle
Straatbeeld in Roosendaal. Van rechts naar links bankgebouw
in de stijl van de Beurs van Berlage (1913), neorenaissancistisch
woonhuis, neoclassicistische gevel. foto's waanders/mip
Monumenten van alledag
De neogotische villa Meertensheim in Breda (1890)
Het boek 'Architectuur en stedebouw in Noord-Brabant,
1850-1940' van J.C.M. Michels is uitgebracht door uitgeverij
Waanders, de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en de
provincie Noord-Brabant.
Het boek (ƒ30) is geen volledige gids, maar wel een welkom
hulpmiddel om zelfs eens op ontdekkingstocht te gaan in het
land van architectuur en bouwstijlen. Hieronder volgt een lijst
van plaatsen in West-Brabant die de moeite van het bekijken
waard zijn. Het zijn er in werkelijkheid veel meer.
Achtmaal (Buissche Heide): Atelier Roland Holst (1919, Krop
holler).
Baarle Nassau: Dienstwoningen spoorweg- en douanepersoneel
(1910, Van Heukelom).
Bergen op Zoom: Geref. kerk Bolwerk Zuid (1926, Boeyenga),
Watertoren Parallelweg (1899, Van Leeuwen).
Breda. Wilhelminafontein (1898, F. Gips), Kantoorgebouw De
Drie Hoefijzers (1925, Bilsen/Van Lunteren/Gispen/De Rouw),
De Koepel, met gekanteeld poortgebouw (1885, Metzelaar), OLV
Lyceum (1920, J. Berben), het gehele Wilhelminapark (1892,
Springer), Haagdijk 71 art nouveau-pui (1909, Oomes/Van der
Pas), Chassékazerne (1895, Cool), Voetgangersbrug Mark (1905,
Seegeren), Watertoren Speelhuislaan (Hornix/Op den Oordt,
1935).
Dongen: looi-extractfabriek Tanin (1918).
Etten-Leur: Watertoren met artdeco detaillering (1924, Sang-
ster).
Halsteren: Psych. Inr. Vrederust (1908, Boeyenga), Noordhoek:
Sint Jozefkerk (1921, Bellot/Van de Leur), Oosterhout: Brouwe
rij D. Gekroonde Bel, Bredaseweg (1901, Verheul).
Oudenbosch: Amsterdamse School woonhuizen (Hurks).
Raamsdonk: Bavokerk (1908, Weber).
Roosendaal: Gietijzeren stationsoverkapping (Van Heukelom),
Tegeltableaus aan gevels station (1907), Art-nouveau-hoekhuis
langs spoorweg (1902, De Bruijn), Amsterdamse School woon
huizen Ludwigstraat (1927, Hurks), Postkantoor Markt (1897,
Rijksgebouwendienst), Molenstraat 8 bankgebouw (1913, De
Lepper), Seinhuis en locloods (1907, Van Heukelom).
Steenbergen: Gummaruskerk (1899, Cuypers/Stuyt), Café De
Congo, interieur (1888).
Willebrord: OLV kerk (1907, Van Groenendaal).
Zevenbergen: suikerfabriek (1915-1916), Stoomtimmerfabriek
De Toekomst, Hazeldonkse Zandweg 19 (1903).
Door onze redacteur
Hans Rooseboom
In de provincie Noord-
Brabant verdienen 27.000
bouwwerken van na 1850
een plaats op de monu
mentenlijst. Dat aantal
van 27.000 is vastgesteld
na meer dan tien jaar
speurwerk door een aantal
specialisten in dienst van
de provincie.
Vanaf 1979 heeft dat Monumen
ten Inventarisatie Project ge
duurd. De inventarisatie is vol
tooid. Het groot deel van dat
werk is terecht gekomen in het
boek Architectuur en stedebouw
in Noord-Brabant, 1850-1940.
Het boek wordt morgen ten doop
gehouden.
Een monument hoeft helemaal
niet die unieke middeleeuwse
kerk te zijn, of dat eeuwenoude
kasteel, die historische molen of
dat sfeervolle begijnhof. Dat
soort historische gebouwen heeft
trouwens allang de status van
monument. Daar ging het deze
monumenten-inventarisatie niet
om.
Ook straten van alledag staan
vol met monumenten. Iedereen
komt zijn leven lang langs ge
bouwen zonder te weten dat het
monumenten zijn. Het gewoon
ste onderdeel van het straat
beeld, vertrouwd vanaf de ge
boorte, kan een monument zijn.
Alles wat er tussen 1850 en 1940
is gebouwd, komt in principe in
aanmerking om de status van
'monument' te krijgen. En er is
in die periode buitengewoon veel
en uiteenlopend gebouwd. Het
was een tijd waarin Brabant met
rasse schreden zijn oude, exclu
sief agrarische identiteit verloor.
De rijkdom aan bouwont
werpen in de tweede helft
van de 19e en de eerste helft
van de 20e eeuw komt tot
uitdrukking in de lijst van
stijlen, zoals die door archi
tecten werd beoefend:
Neo-vakwerk
Waterstaatstijl
Neogotiek
Neoclassicisme
Neobarok
Neorenaissance
'Art nouveau
Artdéco
Amsterdamse school
Nieuwe Haagse school
Neoromaans
Neobyzantijns
Assyrische stijl
Engelse landschapsstijl
Neo-medievale kasteelstijl
In de periode 1850-1940 kwam
de inrichting van de provincie
Brabant in een geweldige
stroomversnelling. Het aanzien
van eeuwen veranderde in enke
le tientallen jaren. Alles kwam
tegelijk: industrialisatie (ook van
het platteland), stadsuitbreiding,
bevolkingsgroei, wegenaanleg en
grondontginning maakten een
einde aan 'het verleden'. Een
eeuwenlang gesloten samenle
ving brak open.
Er ontstond door die veranderin
gen een grote behoefte aan aller
lei soorten gebouwen die tot dan
toe onbekend, want niet nodig,
waren. Fabrieken, woonhuizen,
villa's, stations, watertorens,
loodsen, bruggen, seinhuizen,
leerlooierijen, ziekenhuizen,
winkelpuien, bioscopen.
Voor al dit soort bouwwerken
waren geen voorbeelden. Archi
tecten konden dus hun gang
gaan, en in het algemeen grepen
zij de kans aan om hun ontwerp
af te stemmen op de nieuwste
internationale stijlen. Dat leidde
tot een internationalisering van
het stads- en dorpsgezicht. En
van het verschijnen van 'stadse'
architectuur in dorpen.
Neostijlen
Juist in de periode na 1850 gold
er in de bouwkunde niet één
stijl, zoals je in voorgaande eeu
wen wel 'de' periode van de
barok of van het classicisme had
gehad. Het tijdvak na 1850
wordt gekenmerkt door de ge
lijktijdige toepassing van heel
veel stijlen, waaronder veel 'neo
stijlen'. Het beroemdste voor
beeld van een neostijl is de neo
gotiek, de stijl waarin bijna alle
dorpskerken in het zuiden van
Nederl^pd zijn opgetrokken.
Maar de neogotiek was lang niet
de enige stijl. Juist de veelheid
van stijlen maakt het wandelen
of rondrijden door de provincie
zo interessant. Veel dorpen en
steden hebben een 'polystilis-
tisch' aanzien: alle bouwstijlen
door elkaar.
Versieringen
Het Monumenten Inventarisatie
Project in Noord-Brabant heeft
dus 27.000 objecten opgeleverd,
waarvan 9000 in West-Brabant.
Dat enorme aantal bestaat niet
alleen uit gebouwen. Ook details
zijn als 'nummer' opgenomen:
deuren, ramen, tegeltableaus,
versieringen.
De bedoeling is dat zo veel mo
gelijk van die 27.000 op de
'Rijkslijst' komen. De Rijkslijst
is de Monumentenlijst van de
Rijksdienst voor de Monumen
tenzorg. Waarschijnlijk zal 10
procent van de 27.000 inderdaad
op de lijst van de Rijksdienst
belanden. Als een object een
maal daarop staat, is het
voortaan beschermd.
Vergeten
De oude Monumentenlijst da
teert van 1961 en bevat monu
menten van vóór 1850. Panden
van vóór 1850 die niet op de lijst
van 1961 stonden, kunnen ook
nóóit meer op die lijst komen.
Ook al worden er nu waardevol
le oude monumenten 'ontdekt'
die in 1961 zijn vergeten, ze zijn
onbeschermd. Ténzij de gemeen
te in kwestie ze op de eigen
monumentenlijst zet. In Etten-
Leur bijvoorbeeld is dat niet
gebeurd. Daar staat een 17e-
eeuws woonhuis met brouwerij
in de Langebrugstraat. In 1961
kwam dat niet op de lijst, en nu
mag het dus worden afgebroken,
hetgeen de gemeente dan ook
doet. Daar helpt niets meer aan.
Maar andere steden, Roosendaal
bijvoorbeeld, hebben een actief
monumentenbeleid. Zo blijft in
Roosendaal de markante gietij
zeren stationsoverkapping be
houden omdat de gemeente daar
geld voor uittrekt (ook voor de
locomotievenhal en het laatste
handbediende seinhuis van Ne
derland). Maar de vergelijkbare
overkapping van het NS-station
in Den Bosch wordt daarentegen
gesloopt, omdat de gemeente er
geen geld voor over heeft.
Toch hoopt het provinciale Mo
numenten Inventarisatie Project
dat zo veel mogelijk gemeenten
worden wakker geschud om zelf
in de bres te springen voor het
bouwkundige erfgoed van de re
cente geschiedenis.
>®x-v
Boerderij in Rucphen, Amsterdamse school (192 7)
actrice
x-, x,
C|
Door onze redactrice
Ansvan Goch
7uid-Afrika anno 1993, een ver
beurd land door de onover
brugbare lijkende tegenstellin-
Ltussen blank en zwart. En
terwijl onderhandeld wordt over
leen nieuwe democratisch geko-
«n multi-raciale regering, is de
Lente moord op de zwarte lei
der Chris Hani een nieuw diep
tepunt in de bloedige historie
van het land.
Hel nu dat iemand uit de vijf
tiende, zestiende eeuw, de navol
gende eeuwen heeft overleefd in
en reeks van verschillende ge
daanten om de gebeurtenissen in
Zuid-Afrika te kunnen blijven
volgen, hoe-zou hi'j vanuit eind-
twintigste eeuws perspectief te
rugkijken op het begin van het
hedendaagse verhaal van Zuid-
Afrika, de komst van de blanken
en daarmee het 'begin van het
historische misverstand' hebben
ervaren?
I Dat is het intrigerende uitgangs-
jpunt van de met de onder andere
'Martin Luther King Memorial
prize onderscheiden Zuidafri-
kaanse auteur André Brink in
zijn nieuwste roman, Het eerste
leven van Adamastor (genoemd
naar een mythische reus. Het
boek begint veelzeggend met de
zinsnede 'Lang geleden was er
eens en er was niet', waarmee
duidelijk wordt dat het verhaal
zich in de sfeer van sagen en
legenden afspeelt.
[Vogel
[Hoofdpersoon, de Adamastor
Ivan het verhaal, en verteller is
|de zwarte T'Kama, dat Grote
Vogel betekent. En 'vogel' is in
het Khoi, de taal van T'Kama en
I zijn stam een plat woord voor
het mannelijk lid.
I Het verhaal begint met de ken-
Imsmaking tussen de inheemse
bewoners, de Khoikhoin (door de
I blanke kolonisten later aange-
duid als Hottentotten), en reizi-
s van overzee, de 'baardman-
I nen';
'Wie weet', zegt T'kama in de
I twintigste eeuw, 'wat er zou zijn
I gebeurd als ik de vrouw niet had
I gezien'.
Liefde op eerste gezicht voor
T'Kama. Sterker nog, vanaf het
moment dat hij de - naakte -
blanke vrouw op de rotsen van
de Kaap ziet staan, is hij door
haar geobsedeerd.
Het nieuwe boek van Amos Oz lijkl
zoals bij het vorige boek wordt C
schrijver van dit moment' genoemd
De hoofdpersoon van dit nieuwe bo
Een vrouw kennen een gescheide
dagelijks leventje wordt gevolgd.
buurpraatje, telefoontje, bezoek vai
Af en toe heeft hij een seksuele en
het algemeen is het de naderbij
schimmig blijvende hoofdpersoon p
Op de achtergrond is constant 1
aanwezig, en de holocaust. Maar
om een boeiend verhaal te maken v
zich afspeelt tussen slapen, waken
verheviging van het waken, hel
I eeuwigheid. Die gelukzalige derde
zelden. (HR)
Amos Oz: 'De derde toestand'. Roi
Prijs 39,50.
Wat is uw favoriete boek?
'A la recherche du temps perdu' van Marcel Proust.
Welke film heeft op u de meeste indruk gemaakt?
'A room with a view'.
Wat is de laatste tentoonstelling die u heeft bezocht?
Schilderijen van Nicoline van Goudoever in de Haar
lemse
Schouwburg.
Welke plaat of cd zou u op de radio willen laten draaien
voor u zelf?
Het concert voor viool en hobo van J.S. Bach.
Wat hangt er bij u thuis op het mooiste plekje aan de muur?
Een litho van Corneille.
Wat was uw laatste cultureel avondje uit?
'Het misverstand' van Albert Camus met Ellen Vogel
Vóór welk televisieprogramma blijft u thuis?
Alleen voor goede speelfilms.
Door welke artiest, kunstenaar of acteur zou u het liefst
voor een diner
met kaarslicht worden uitgenodigd?
Door Gerard Reve.
Wie zou er volgens u beslist nóóit minister van WVC moeten
worden?
Wim Kok. r
Wat zouden mensen volgens u per se moeten zien, lezen of
horen?
Zien: Florence en New York. Lezen: 'De Tandeloze
Tijd' van Van der Heijden en de boeken van Raymond
Chandler. Horen: Bach en Pink Floyd.
Bavokerk in Raamsdonk (1888), voorbeeld van neoromaanse architectuur
Door Johan DiepsïTaten-
I Het bijzondere van de thrillers
van Gerald Seymour is dat hij op
een terloopse manier zoveel in
ternationale politiek erin ver
werkt. De oorlog in Afghanistan
was méér dan alleen een decor
voor 'Vallei des doods', de vrij-
heidstrijd in Zuid-Afrika heeft
hij verwerkt in 'Moed der wan
hoop', het dagelijkse Teven' in de
Russische strafkampen is de ba
sts van 'De aartsengel' en de
Praktijken van de Italiaanse ma-
na zitten in 'Rode vos'. Als oor-
'ogseorrespondent bezocht hij
voel brandhaarden in de wereld,
en die ervaringen geven juist een
extra dimensie aan zijn thrillers,
vreemd is het niet dat deze Ierse
schrijver het meest gefascineerd
is door de situatie in eigen land.
jn nieuwe thriller 'De bergdui-
Vf>. is inmiddels na 'De jager en
®jn prooi' en 'De IRA-getuige'
ue derde in een serie over de
terroristische organisatie. In ze
kere zin is 'De bergduivel' een
herhalingsoefening van 'De
JHA-getuige' omdat plot en in-
rige verwant zijn: ook nu weer
peelt een IRA-verrader de
hoofdrol.
J?e opdracht van de informant is
uidelijk: op het moment dat de
errorist Donnelly zich weer in
eriand op de berg Altmore
eldt, moet aan de Engelsen
oorgegeven worden waar ze
em kunnen vinden. Volgens de
ekende wetten van het thriller-