DERZ1EK
weekend
SISTENTE
-tijk
van der Put
Eindhovens project
om jonge
delinquenten op
rechte pad
te brengen
Wie zich aan de
regels houdt, mag
blijven, wie dat
niet doet, gaat
alsnog de cel in
Toen premier Lubbers onlangs in
Almere het woord 'kampementen'
liet vallen om criminele jongeren
orde en gezag bij te brengen,
ervoer Harrie Weijtens, die leiding
geeft aan het dagtrainingscentrum
voor delinquente jongeren in
Eindhoven, dat als een geschenk
uit de hemel. Niet vanwege de
inhoudelijke boodschap - 'Lubbers
belicht slechts één kant van de
zaak' -, maar omdat het probleem
nu de broodnodige aandacht
krijgt. En omdat Weijtens na drie
jaar experimenteren de uitgelezen
kans heeft te laten zien dat je het
ook voor een deel subtieler kunt
oplossen: door dagtraining en
gedragstherapie in plaats van
detentie. Weijtens durft te stellen:
„Uitbreiding van cellen is een
gebrek aan grijze cellen, want de
gevangenis helpt niet; ze komen er
vaak slechter uit dan toen ze erin
gingen."
43
fttwêrpen
DEUS
jingop
O-nivo
Instelling
tieve
35 jaar
ver deze functies,
pnemen met
176-220009
etingservice bv,
ctpersoon.
a.s. een
er week
rnd van 18 jaf*r
v/O- of MDGO-
elfstandig binnen
werken. Bij voor-
ibosch of directe
tatie binnen 2 we-
H Oudenbosch.
FOTO JURRIAAN BALKE
van de overheid om negen centra
naar Eindhovens voorbeeld op te
zetten. „Lubbers moet zijn rede
van Almere nu waarmaken. Als
Lubbers met zijn rede bedoeld dat
hij het koren van het kaf wil schei
den, ben ik benieuwd hoe hij dat
wil doen. Hij heeft gelijk als hij
zegt dat met een deel van de popu
latie in de gevangenissen niets
meer te doen is. Maar dit impli
ceert dat er ook een deel is waar
mee je wel iets kunt bereiken. Lub
bers' verhaal is naar mijn mening
dan ook pas compleet als wij die
groep kunnen blijven helpen," zegt
Harrie Weijtens. Steun dus voor
het dagtrainingscentrum, waar een
plaats nog altijd 60 mille per jaar
goedkoper is dan een plaats in de
cel. Maar ook steun voor bijvoor
beeld het Helmondse Retourpro-
ject, dat met iets zwaardere delin
quenten werkt en pas aan het einde
van hun detentie.
Drie maanden trainen is volgens
Jannera Brekelmans nooit voldoen
de. „Wij hebben ook niet de pre
tentie de jongens tot prima ge
schoolde, gestructureerde burger
mannetjes klaar te stomen. We ge
ven ze alleen handvatten waarmee
ze aan de slag kunnen. Wij maken
met hen een nieuw begin moge
lijk."
De moeder van Kees zou graag zien
dat er ook in de avonduren ge
traind wordt. „Anders heeft het
weinig zin. Mijn zoon kwam elke
avond netjes rechtstreeks naar
huis, maar er waren genoeg jon
gens bij die na het dagprogramma
ergens in de stad weer hun slag
sloegen."
En Kees? Hij is tevreden. „Ik heb in
die drie maanden geleerd dat ik me
veel rustiger moet opstellen en niet
meer zo opstandig moet zijn. Dan
luisteren mensen naar mij. Eerst
ging ik graag op de vuist, was snel
jaloers en altijd haantje de voorste.
Nu bemoei ik me niet gauw meer
ergens mee. Ik sleutel wat aan
brommers en sinds vorig jaar heb
ik een vriendin, dat scheelt ook
veel. Die helpt me er doorheen als
ik tegenslag heb en weer nadenk
over een hele grote kraak." Bij zijn
ouders is hij weer in genade aange
nomen, al moet het vertrouwen nog
groeien. Zijn moeder: „Dat heeft
tijd nodig."
„Het is best moeilijk om op het
rechte pad te blijven," zegt Kees.
„Die vrienden van toen laten me nu
links liggen en dat vind ik prima.
Maar als ik in Eindhoven loop en
in auto's van die mooie radio's zie,
dan krijg ik nog af en toe het
gevoel van: effe pakke. Maar dan
sla ik me op mijn hand: afblijven.
Ik ben al tijden niet meer door de
politie aangehouden. Ze kijken mij
niet eens meer aan."
Onder het motto 'Vast of zeker' houdt
het dagtrainingscentrum op
donderdag 22 april een symposium in
het Evoluon over een 'kansrijke
aanpak van daders buiten de
gevangenis'.
ZATERDAG 10 APRIL 1993 E4
Deelnemers van het dagtrainingscentrum gaan na de derde week in een buurtwerkplaats aan de slag of buigen zich over de schoolboeken.
Zware
jongens
met
slappe
handjes
tens. „Ik kan tegen een jongen
zeggen: Piet, dat slaat nergens op.
Dan staan zijn nekharen overeind.
Onze benadering is: Goed Piet, je
stelt je voor, maar als je dat nu
eens zo zou doen. Wij reiken hem
basisvaardigheden aan die wel het
gewenste effect sorteren: een goed
contact en wellicht aandacht. Dat
is een erg moeilijke weg. Een kwes
tie van opvoeding."
De twee permanente trainers, Niek
Krakeel en Jannera Brekelmans,
hebben hun handen meer dan vol
aan de tien deelnemers die het
centrum maximaal per periode aan
kan. Ze observeren gedragingen,
corrigeren, praten en luisteren veel,
overleggen, bemiddelen, repeteren,
straffen, maar geven ook bonussen
en schouderklopjes.
Van elke nieuwe binnenkomer die
justitie, reclassering en rechtbank
naar Eindhoven dirigeren, moeten
zij vaststellen of deze geschikt is
voor de zware beproeving. Hij is er
voor geknipt als zijn 'afgezworen'
voorliefde voor drugs geen strui
kelblok meer vormt, zijn strafblad
niet te lang is en hij voldoende in
staat is om drie maanden 40 uur
per week aan zichzelf te werken.
„Naar de motivatie kijken we veel
minder; die is bij deze jongens niet
te meten, want natuurlijk doen ze
dit liever dan vastzitten," zegt
Niek Krakeel. Afspraken worden
in een contract vastgelegd.
In de eerste weken ligt het accent
op de kennismaking met de deelne
mer. Zijn dagelijkse leefpatroon in
de periode voordat hij werd aange
houden wordt vanaf het moment
dat hij opstaat totdat hij naar bed
gaat in kaart gebracht. De trainers
vragen wat hij in zijn leven veran
derd wil zien. Jannera Brekelmans:
„De een wil een koffieshop openen,
de ander directeur worden. Maar er
zijn ook realistische wensen: zelf
standig wonen, niet meer jaloers
zijn op een vriendin, leren omgaan
met vrienden, met geld."
De trainers bestuderen gedrag.
Doelbewust prikkelen ze jongens.
Kees: „Ik ben er een die er meteen
opvliegt. De trainers verzonnen in
het begin allerlei akkefietjes om
mij uit de tent te lokken. Dat is
niet zo moeilijk. Ik vond dat erg
rot."
Stond voor hem 's avond thuis het
eten klaar en was er een welwil
lend oor, voor anderen werkte het
thuisfront meer als 'stoorzender'.
„Als vader alcoholist is en moeder
manisch depressief, dan wordt het
voor een jongen verdomd moeilijk
om thuis in rustig vaarwater te
komen en zijn taken uit te voeren,"
zegt Niek Krakeel.
Zo was er een 17-jarige Marok
kaanse jongen die vanwege een
generatieconflict niet thuis kon
wonen. Voor de duur van de
training leefde hij daarom in een
gastgezin. „Maar hij zonk helemaal
weg omdat hij ineens te veel zaken
zelf moest regelen en dat niet kon.
Hij kwam naar de training met een
pitbull die hij nergens kwijt kon, al
had hij nog wel geprobeerd het
beest in een kluis in het station te
stoppen. Die jongen was constant
moe als hij hier verscheen en deed
weinig of niets. Hij redde het uit
eindelijk niet."
Voor de doorzetters is de volgende
stap een geschikte opleiding op een
werkplaats voor 20 uur per week.
De meeste jongens hebben de lts
niet afgemaakt, schuwen een
schoolse aanpak en willen met de
handen werken.
Niek Krakeel: „Zo hadden we Bert,
een jongen met een grove motoriek
die direct resultaat wil zien. Hij
wilde stenen op elkaar zetten en
cement ertussen proppen: 'Metse
len'. Die laat je dan niet met scha
kelingen prutsen."
Kees had al een baan, wist dat hij
bij zijn baas kon terugkomen
- „omdat ik niets van hem had
gestolen" - en ging als klusjesman
werken in buurtwerkplaats Rapen-
land.
In deze en andere werkplaatsen
van buurtwerk Eindhoven en Dy
namo leren ze lassen, auto's repa
reren, loodgieten. Henk Frickel van
buurtwerk Eindhoven: „In onze
werkplaatsen zijn de groepen breed
samengesteld met buitenlanders,
schoolverlaters en deelnemers van
de dagtraining. Dat heterogene ka
rakter is een kopie van de maat
schappelijke werkelijkheid. Daar
hebben alle deelnemers baat bij."
De andere twintig uur gaan op aan
individuele en groepstrainingen in
het centrum aan het Hemelrijken.
Naast koken, fitness en verkeers-
theorie verdiepen de jongens zich
in de delicten die ze gepleegd heb
ben. Meestal doen ze het voor de
kick, zeggen ze.
De trainers: „Wij vragen dan: hoe
veel uren heb je nu werkelijk ge
kickt en hoeveel uren afgekickt?
Hoeveel poen heb je overgehouden,
hoeveel vrienden ben je kwijtge
raakt? Wat zeg je bij een sollicitatie
als je naar je verleden wordt ge
vraagd? Dat schudt ze wakker. We
hebben rollenspelen waarin zij de
officier van justitie, in hun bele
ving de bullebak, moeten spelen.
En dan delen ze de meest ver
schrikkelijke straffen uit!"
Het interview met agenten in het
politiebureau, gefilmd en al, is vast
onderdeel van het programma. De
trainers: „Ze hebben vooraf een
gruwelijke hekel om naar 'die wou-
ten' te gaan. Maar de stemming
slaat gauw om als ze erachter ko
men dat ze alle vragen mogen stel
len. Blow jij ook? Ga je wel eens
naar de hoeren? Hou je wel eens
spullen achter? Wat vindt je vrouw
ervan? Ze krijgen een complete
rondleiding door het cellencomplex
tot aan de schietkelder toe. Dat is
pas kicken voor hen."
Ze worden (individueel) getraind in
sociale vaardigheden. Die variëren
van de omgang met de baas tot
relaties met vrienden, het ontvan
gen van kritiek. Conflicten worden
nagespeeld en op video teruggeke
ken. „Waar ging het fout? Ze geven
dan zelf een gedragsalternatief aan
en oefenen daarop." In de laatste
periode wordt gekeken waar ie
mands valkuilen liggen.
_Voor beloning en bestraffing heeft
het trainingscentrum bonussen aan
de ene en gele en rode kaarten aan
de andere kant. Geel krijgt een
deelnemer voor verzuim (vijftien
minuten te laat) of het niet nako
men van afspraken. Rood betekent
meteen exit en terug naar de ge
vangenis voor elke' deelnemer die
vecht, een wapen bezit, een nieuw
delict pleegt of toch drugs ge
bruikt.
Van alle deelnemers wordt stan
daard de urine gecontroleerd op de
aanwezigheid van cocaïne en he
roïne. Jannera Brekelmans: „On
langs nog hadden we een jongen
die vlak voor zijn afscheid een
taart weggaf en te horen kreeg dat
er sporen van drugs in zijn urine
waren aangetroffen. Dan is het
finito, hoe sneu ook." Bonussen
daarentegen werken enorm stimu
lerend en bieden tegenwicht aan
reeds ontvangen waarschuwingen:
„Regelmatig vragen ze of ze die
bonussen kunnen doorverkopen."
Het 'galgemaal' besluit de trai
ningsperiode. De geslaagde deelne
mer mag zelf een diner samenstel
len. De eindrapportage gaat via
reclassering, al dan niet aangevuld,
naar de rechtbank. De nazorg is in
handen van de reclasseringswer-
ker. „Die ziet zo'n jongen een uur,
misschien een paar uur per week,
terwijl wij 40 uur per week heel
intensief met hem bezig zijn ge
weest. De huidige nazorg is een
punt van discussie. Wij willen die
nazorg beter regelen samen met de
reclassering," aldus Jannera Bre
kelmans.
Het Leger des Heils hoopt op geld
Van Eindhoven verhuisde hij naar
een Bossche cel, waar hij zijn
rechtszaak moest afwachten. In het
Huis van Bewaring trof hij beken
den uit zijn buurt: „Die begonnen
al direct afspraken te maken voor
een gezamenlijke kraak zodra ze
buiten waren." Daar voelde hij
niets voor. „Ik wilde niet nog ver
der de vernieling in dan ik toen al
lag."
Zijn reclasseringswerker had iets
gehoord van een detentievervan-
gende dagtraining in Eindhoven,
die bedoeld is voor jongens als hij.
Jongens tussen de 17 en 25 jaar, uit
Eindhoven en omstreken, niet aan
alcohol of drugs verslaafd, die het
stadium van ontgroening in het
crimineel milieu voorbij zijn, maar
voor de maatschappij nog net niet
verloren. Alles beter dan 'achter de
deur,' dacht Kees. Ook de rechter
en de officier van justitie leek het
wel wat.
In de zomer van '92 kwam hij
binnen bij het dagtrainingscen
trum, dat het Leger des Heils twee
jaar eerder samen met justitie, de
reclassering (Oost-Brabant), en de
Hogeschool Eindhoven van de
grond had getild. Het idee stamt
uit Groot-Brittannië waar de Pro-
bation Service, de Britse reclasse
ring, al langer delinquente jonge
ren buiten de cel aan een normaal
bestaan helpt. Een medewerker
van het Leger des Heils bracht het
idee mee naar huis en viel met z'n
neus in de boter; het honderdjarige
leger had net een ton uit de feest-
collecte apart gezet voor preventie
projecten voor jongeren. In Am
sterdam werd een gedragstherapie
ontwikkeld en aan het Hemelrijken
in Eindhoven een pand ingericht.
Onder de paraplu van het Leger
des Heils is in drie jaar niet met
onverdeeld succes geschaafd aan
het gedrag van 76 delinquente jon
gens. (Het eerste meisje gaat deze
week in training) Weliswaar haak
te ruim de helft tijdens de drie
maanden intensieve training af en
verdween alsnog achter de tralies,
maar 42 procent is hard op weg het
verleden het verleden te laten en
zich nauwgezet aan school of werk
te wijden. Dat lijkt niet veel, maar
er staat tegenover dat gemiddeld
85 procent van de jongens die na
een gevangenisstraf vrijkomen toch
weer achter slot en grendel be
landt.
„We krijgen hier geen gemakkelij
ke jongens," zegt Harrie Weijtens
van het dagtrainingscentrum. Ze
missen elementaire basisvaardig
heden, vertonen veelal anti-sociaal
gedrag. Het gaat al mis bij zoiets
simpels als een hand geven ter
begroeting. Verschillende zware
jongens geven een slap handje,
stoere 'ogentikkende' Kees niet uit
gezonderd: „Mijn trainer heeft het
mij tot treurens toe proberen te
leren, maar ik doe het liever zoals
ik het altijd gedaan heb."
„Terwijl iemand de hand schudden
een zo essentiële manier van con
tact maken is," zegt Harrie Weij-
Door Mario Bouwmans
ees had de verkeerde
vrienden. Jongens voor
wie in hun kleine
grensdorpje 'geen fluit
te beleven viel.' Jon-
gens, die de verveling
's avonds doodden door van het
rechte pad af te wijken. Kees, 20
jaar en werkzaam als wandafwer-
ker, deed mee. Om bij de club te
horen haalde hij 'allerlei gekke
dingen' uit. Iemand 'op z'n ogen
tikken' was voor hem een kleine
moeite. Voor het stelen van autora
dio's draaide hij zijn hand niet om.
Bromfietsen pikken was zijn spe
cialiteit.
Een keer was Kees (een gefingeerde
naam) stom genoeg om een jongen
uit zijn buurt te laten rijden op een
gestolen brommer. Voordat Kees
het goed en wel door had, werd hij
verhoord in het Eindhovense poli
tiebureau. De lijst met delicten die
hij had gepleegd, of waarbij hij
betrokken was, telde 53 punten.
Een jaar werk, al gauw goed voor
zes maanden cachot.