iGrijs kenteken kan nog steeds
aar 10.-
•e neus ondergewaardeerd
fie er nu een heeft of koopt, behoudt ook na 1 januari de voordelen
XV
Duitse test: motorfiets
blijkt supervervuilend
Ombudsman: Auto 'op
naam van een ander9
verzekeren tegengaan
Brabantse Klachtgids
over gezondheidszorg
CONSUMENT
D2
perrassende ontdekkingen in het land van geur en smaak
1993
fSTEM
DONDERDAG 8 APRIL 1993
J...;,: fc
ss1 \i
«ff
Leren instapper ''6
okken. Spaar 10.-
)Je Alleen in de schoenenfilialee-
Bel C&A Service Lijn: 033-76
mm
'misbruik' van het grijskenteken nam pas echt grote vormen aan toen het publiek de
trremwagen ontdekte. foto louwmans parqui
De auto's die zijn afgeleid vangewone personenauto',
verhuizen per 1 januari van grijs naar geel.
■anonze redactie consument
jen Haag - Per 1 januari van dit
■lukte het niet, maar per 1
inuari 1994 zal het er dan toch
n komen. Staatssecretaris Van
meisvoort (Financiën) haalt
leen streep door het oneigenlijk
ebruik van het grijze kenteken.
voorzien van zo'n kenteken, zijn
izienlijk voordeliger in aanschaf, we-
jmbelasting en verzekering. Over au
la's met grijs kenteken hoefde geen
zondere Verbruiks Belasting (BVB),
enwoordig Belasting Personenauto's
lit Motorrijwielen (BPM) betaald te
liorden.
Merreinwagen
t voordelige regeling met de grijze
lidtekens was in het leven geroepen
l'W bedrijfswagens. Maar het viel Van
liielsvoort en met hem vele anderen op
lilt veelvuldig 'misbruik' werd gemaakt
lm de regeling. Misbruik in de zin dat
Ipirticulieren een auto kochten, die qua
[«trusting voldeed aan de inrichtingsei-
l voor een grijs kenteken, maar die
[voor het overige volstrekt voor particu-
er gebruik was.
Het begon met de 'gewone' personen
auto, die geleverd werd zonder achter
bank en met geblindeerde zijruiten en
daardoor het karakter kreeg van een
bestelauto. Maar het 'misbruik' nam
pas echt grote vormen aan toen het
publiek de terreinwagen -in al zijn
verschijningsvormen - ontdekte: stoere
wagens met een groot vermogen, tot
voor een paar jaar nog uitsluitend in
gebruik bij speciale doelgroepen. Bij
mensen dus die om den brode zo nu en
dan het asfalt verlaten of mensen die
beroepshalve een zware aanhanger te
trekken hebben.
Op slag raakten de 'jeeps', 'troopers',
'landrovers' en hoe ze ook allemaal
mogen heten immens populair bij ko
pers voor wie de zwaarste last bestond
uit een krat pils en een tas boodschap
pen. Van de supermarkt naar huis, over
glad asfalt of over keurige klinkers.
De voordelen van zo'n speeltje met grijs
kenteken waren en zijn drieledig: bij de
aanschaf hoeft geen BVB/BPM betaald
te worden. Dat scheelt tot een kleine 30
procent in de aanschafprijs en nog veel
meer in de wegenbelasting. Ook de
verzekeringspremie van een auto met
een grijs kenteken is lager.
Een Citroen BX Diesel in de standaard
uitvoering kost 36.090 gulden. Zonder
achterbank en met geblindeerde achter
ruiten en op grijs kenteken kost de auto
slechts 26.987 gulden. Met de aanpas
singen daalt bovendien de wegenbelas
ting van 355 naar 138 gulden per drie
maanden.
Een Opel Campo diesel (dubbele cabine
met plaats voor vijf personen, met daar
achter laadbakje van 1,5 bij 1,5 meter)
kost op grijs kenteken op een tientje na
35.000 gulden, op geel kenteken 10.000
'gulden méér. Qua wegenbelasting doet
de Campo grijs 164 gulden per drie
maanden tegen 567 gulden op een geel
kenteken, een verschil van 1600 gulden
per jaar.
Niet terugwerkend
Aan die voordelen maakt Van Amels-
voort per 1 januari een einde. De uit
breiding van de BPM, of liever gezegd
de beperking van de mogelijkheden van
het grijs kenteken, heeft geen terugwer
kende kracht en gaat ook niet in vóór 1
januari. Wie nu een auto met grijs
kenteken heeft of koopt, behoudt .ook
na de jaarwisseling de voordelen. Die
vervallen pas als de auto van eigenaar
verandert voor wat betreft de wegenbe
lasting.
De nieuwe eigenaar van de tweede
hands auto moet dan óók een deel van
de BPM betalen, afhankelijk van de
leeftijd van de auto: bijna de volle mep
voor een vrijwel nieuw auto, helemaal
niks voor een auto van vier jaar of
ouder.
Na 1 januari moet BPM betaald worden
over 'verbouwde' personenwagens om
dat na die datum de laadruimte van een
bestelauto met grijs kenteken minstens
130 centimeter hoog en twee meter lang
moet zijn.
'Hoedjes'
Buiten de greep van de staatssecretaris
blijven pick-ups waarvan de laadbak
direct begint achter de stoel van de
bestuurder, het soort wagen dus waar
mee bijvoorbeeld de aannemer en de
hovenier rondrijden.
Een tweede categorie die buiten schot
blijft zijn de auto's die door de woord
voerder van de staatssecretaris worden
aangeduid als 'hoedjes': bestelwagens
waarbij direct achter de bestuurders
stoel een laadruimte begint die min
stens vijftien centimeter hoger is dan de
bestuurderscabine. Die laadruimte
moet minstens een meter hoog zijn,
minstens 1,25 meter lang en rondom
geblindeerd zijn. Bovendien moet er een
schot van minstens 30 centimeter zitten
tussen cabine en laadruimte.
en die minder dan 3500 kilo wegen
foto gm
Met deze inrichtingseisen vermindert de
staatssecretaris de aantrekkelijkheid
om grotere terreinwagens, met grijs
kenteken, te gebruiken als personen
auto. Ontbreekt het 'hoedje', dan moet
er een volledige afscheiding zijn van het
passagiers- en het laadgedeelte.
Onbelast blijven ook de auto's met een
dubbele cabine met daarachter een
laadruimte, mits de cabine maar een
minimale hoogte heeft van 1,30 centi
meter en de laadruimte verhoudingsge
wijs veel groter is als de personen-cabi
ne. Met die inrichtingseisen worden de
kleinere pick-ups met dubbele cabine
uitgesloten van de financiële voordelen
van het grijze kenteken.
En welke auto's verhuizen er dan nog
meer van grijs naar geel per 1 januari?
De station-cars, de hatch-backs, de
sedans en hoe de aanduiding verder ook
mag zijn van auto's die afgeleid zijn van
gewone personenauto's en die minder
dan 3500 kilo wegen. En dan doet het er
.niet meer toe of alle banken er uit
gesloopt zijn en alle ruiten geblindeerd
zijn.
In deze laatste categorie zit dan ook nog
de enige en draaglijke pijn van de
branche-organisaties zoals de RAI en
de BOVAG, die vorig jaar nog te hoop
liepen tegen veel verdergaande plannen
van Van Amelsvoort.
lD:or onze redacteur
Ifon Sluijter
Itaterdam - Er is iets mis
liet de waardering voor ons
|teukorgaan. Van alle zintui-
P vinden we de neus ken-
Jteiijk het minst belangrijk en
l»ds lastig, want je moet hem
l-aar snuiten. Zelfs in taai
opzicht is er sprake
i derderangsding. Kijk
■maar: wie niet horen kan is
I*1/, wie niet zien kan is
1 en wie niet ruiken kan
juist, daar heeft de
preektaal geen woord voor.
is hoogst merkwaardig,
['int wie niet kan ruiken, kan
met proeven. Dat het dan
5 eeti ernstige handicap gaat,
diep kan ingrijpen in het
net zoals blindheid of
lid, is een duidelijke zaak.
I'aarom hebben we daar nooit
|ö«'oord voor bedacht?
e schrijfster Jojanneke Claas-
I® heeft gedreven haar neus in
|*te in veel opzichten verrassen-
materie gestoken en dat is
i'Wopen op een boek over
en smaak met de aardige
M
Tussen neus en lippen',
is vooral een leuk boek, al
thet soms wat onsamenhan-
i over en mis je een logisch
N,-:™uwd betoog. Maar de fris
sere kijk op tal van opgevoer-
Wderdelen, vergoedt veel.
Mulder maakte het com-
I Pieet
Isa
met toepasselijke tekenin-
de feestelijke presentatie
j mt werk in Amsterdam wer-
de daarvoor genodigden, op
Wr?"0ment no§ eventjes onbe-
W 'v?' inhoud van de 143
uzijden, onderworpen aan
"i smaaktest.
jktrood gekleurde noepjes van
tfc e vorm. Een ervan be-
to/00);®6 aan wat het oog aan
pachting schiep. Kijken en
JenH®aan immers hand in
U-j, "et ding smaakte naar
itha^en' zover niets aan
Kfuidnagelen
lichtlef ,an(1ere brachten een
'tii tiif j teweeg in de signa-
S-j "e smaakpapillen op de
4>n°?aans naar hersenen
»i. Je moest echt even na-
Itien m °,m5e smaken te herken
en benoemen: appel, ci-
a 'nuidnagelen. Omdat je
■wacht, dat een rood
snoepje naar kruidnagelen
smaakt, moet je een omschake
ling in je hersenen maken. Dat
kost even tijd en wat energie.
Een verschijnsel dat in het boek
uitvoerig is terug te vinden.
Het is net als blind proeven. Als
je het smaakvoorwerp niet in je
gezichtsveld hebt, kan het moei
lijk zijn die smaak meteen onder
woorden te brengen. Met enige
oefening gaat dat overigens snel
makkelijker. Wijn proeven (en
ruiken) gaat eigenlijk net zo. Het
is daarom wat vreemd, dat in
een boek over geuren en smaken
het onderwerp 'wijn' in het ge
heel niet aan de orde komt. Een
ochtend lang tientallen wijnen
serieus afsnuffelen en door je
mond laten rollen is een inten
sieve bezigheid die, als je het
goed doet, niet alleen veel con
centratievermogen vereist, maar
waarmee je ook je smaak- en
reukorganen een spannend rond
je joggen kunt gunnen. Een trim-
partijtje bij uitstek voor tegelijk
tong, neus en grijze cellen.
Jammer, juist de kennis en de
ervaring van vinologen en wijn
liefhebbers hadden iets wezen
lijks aan de teksten kunnen toe
voegen.
Andere wereld
Maar we blijven blij. Want de
geuren van parfums en aanver
wante geurige cosmetica worden
wèl breed en aansprekelijk uit
gesponnen. Als je deze geuren
gaat benoemen, kom je in een
geheel andere wereld terecht.
Neem nou amber-gris, een legen
darische en peperdure grondstof
voor parfum, die tegenwoordig
100.000 per kilo kost. Of het
bijbelse mirre dat prettig bitter
en houtachtig ruikt. En Patchoe-
li produceert een luchtje dat fa
milie is van de lavendel. Alle
maal geurtjes die de beroeps
parfumeur op zijn duimpje kent.
Hij analyseert ze allemaal en
soms zal hij beweren, dat in een
parfum 'een hele dierentuin is
losgelaten'. Dan is de geur dier
lijk, een term die overigens ook
in de wijnwereld zijn toetpassing
vindt.
Jojanneke: „Dierlijk is een be
grip in de parfumeurswereld.
Net als schaamstreek, poep en
pies. Het zijn zelfs onontbeerlij
ke basiscomponenten in de par
fummakerij. Een onmisbaar
deeltje van de vaak uit meer dan
dertig componenten opgebouw
de geur. Onder die dertig zitten
dan nog samengestelde delen die
weer uit twintig stoffen bestaan,
dus in een formule is het 'vieze'
deel ondergeschikt, maar wel
onmisbaar".
De schrijfster vraagt zich trou
wens af wat vies nu eigenlijk is.
En constateert vervolgens dat
mensen met een boek of een
krant het soms heel lang uithou
den in hun eigen stank. Die dus
kennelijk toch niet zo afstotelijk
hoeft te zijn.
Inderdaad, een geheel andere
wereld.
Olie
En een wereld die op een inte
ressante manier ingewikkeld is.
Zo weten we nu, dat olie uit
sinaasappelen zo ruikt, dank zij
meer dan 300 verschillende che
mische stoffen. De wat flauwere
geur van een gekookte aardappel
heeft 140 van die stoffen nodig.
Vraag niet, hoe ze allemaal he
ten.
Zoals er allerlei geurstoffen be
staan, zo zijn er natuurlijk ook
zeer vele smaakstoffen. Zo'n zin
opschrijven, lijkt niet meer dan
het intrappen van een open deur.
Want dat wist iedereen al. Maar
als je nou leest, dat bijna alle
natuurlijke smaken kunstmatig
na te bootsen zijn met behulp
van moleculair identieke deel-
stoffen, dus met behulp van
smaakstoffen die voor honderd
procent gelijk zijn aan de na
tuurlijke smaakstoffen, dan kun
nen je haren je een beetje te
berge rijzen. Vooral als je weet,
dat zich dan enorme dichtheden
kunnen voordoen. Zo is het aro
ma, dat huist in 50.000 kilo
aardbeien, samen te ballen in
één kilo kunstmatig aardbeie
naroma. Wat wel nodig is, want
in de hele wereld worden veel te
weinig aardbeien gekweekt om
aan de enorme vraag van de
industrie te voldoen. Dus weet,
wat je eet.
Liefdesvoedsel
En wat te denken van het hoofd
stuk 'Aphrodite en haar liefdes
voedsel'. Daar komen onvermij
delijk de afrodisiaca op de prop
pen, de middelen die seksuele
drift en potentie kunstmatig
zouden versterken. Spaanse
vlieg natuurlijk. Maar ook een
betoverend en veroverend hapje
met okselzweet, dat nooit ge
faald schijnt te hebben, mits uit-
geserveerd bij de juiste stand
van de sterren.
Jojanneke Claassen: Tussen Neus
en Lippen. Uitg. Tirion (in samen
werking met de NEA, Vereniging
van Geur- en Smaakstoffenfabri-
kanten), prijs 34,90.
Van onze redactie consument
Bonn/Tilburg - De meeste motoren zijn supervervuilend.
Ze stoten tientallen keren meer stikstofoxide, koolmo
noxide en koolwaterstof uit dan personenwagens. De
grootste boosdoeners onder de motoren zijn de tweetak-
ters. Een en ander blijkt uit een onderzoek van de ADAC,
de Duitse zusterorganisatie van de ANWB.
De ADAC heeft de metingen Volgens hem maakt een kata-
naar de uitstoot en het lawaai
van motorfietsen vorig jaar in
augustus en september laten
verrichten. Uit de test blijkt,
dat een motor gemiddeld net
zo vervuilend is als 35 auto's
bij elkaar. Volgens ADAC-
woordvoerder A. Kockelmann
waren er tot nu toe geen gege
vens bekend over de uitstoot
van koolmonoxide, stiksto
foxide en koolwaterstof door
de motor. De resultaten van de
metingen zijn volgens hem
juist, want ze worden niet in
twijfel getrokken door de in
dustrie.
„Het onderzoek heeft ons
overvallen," zegt secretaris
drs. B. Bierens van de RAI, die
de resultaten overigens met
een relativeert. „Alle Europese
motoren samen leveren min
der dan twee procent van de
vervuiling van het totale weg
vervoer. In Nederland rijden
5,5 miljoen auto's gemiddeld
rond de 17.000 kilometer per
jaar. Daar staan 230.000 mo
toren tegenover met een jaar
gemiddelde van 6.000 kilome
ter. Van die 5,5 miljoen auto's
staan er dagelijks tienduizen
den in files, waar ze een enor
me emissie veroorzaken. Mo
toren zijn gewoonlijk op de
weg op momenten, dat er geen
files zijn. Zijn er wel files, dan
kunnen ze meestal doorrij
den".
lysator motoren aanzienlijk
duurder. Een prijs van 2.000
op een gemiddelde van
ƒ17.000 is procentueel bijna
twee keer zo hoog als die van
eenzelfde katalysator van
2.000 op een auto van ge
middeld 30.000.
ANWB's manager voertuig
techniek F. van West vindt het
niet zo vreemd, dat motoren
waarvoor nog geen emissiere
gime geldt, veel meer vervui
len dan auto's waarvoor al
twntig jaar regels vaq kracht
zijn.
„De EG heeft eerst vracht- en
personenauto's aangepakt; nu
zijn de motoren aan de beurt.
De concept-eisen liggen in
Brussel op tafel; ik verwacht
dat er volgend jaar in alle
EG-staten regels van kracht
worden. Ik acht het niet on
denkbaar, dat de Nederlandse
overheid de kopers van een
motor met katalysator op een
of andere manier tegemoet
komt."
Het Nederlands ministerie van
Milieu is geschrokken van de
vervuiling, die door motorfiet
sen wordt veroorzaakt.
Woordvoerder J. Kehrer be
vestigt, dat er in Europees
verband wordt gewerkt aan
een richtlijn, die de uitstoot
van milieuvervuilende stoffen
door motorfietsen moet beper
ken. Op dit moment zijn er
geen beperkende normen.
Den Haag (anp) - Autoverzekeraars moeten niet alleen in
geval van schade, maar ook bij het afsluiten van een polis
kijken naar de persoon die zij verzekeren. Zo kan worden
voorkomen dat het verzekeren 'op naam van een ander',
wat soms wordt aangemoedigd door tussenpersonen, tot
problemen leidt.
Dat zegt ombudsman schade
verzekeringen prof.drs. J. van
Londen in zijn dinsdag ver
schenen jaarverslag. De om
budsman is een onafhankelijk
klachteninstituut.
Bij de motorrijtuigverzekerin
gen is voor de beoordeling van
het risico de persoon van de
verzekerde van wezenlijk be
lang. Zo krijgen goede rijders
een korting op hun premie.
Wie echter al wat aanrijdin
gen op zijn conto heeft, onder
vindt vaak moeite bij het on
derbrengen van zijn risico.
„De consument redeneert ech
ter niet vanuit die gedachte: in
zijn denken staat het verzeke
ren van het voertuig voorop."
Dat verzekeren gebeurt des
noods op naam van een ander,
die wel wordt geaccepteerd, of
tegen een lagere premie. In
geval van schade ontstaan dan
problemen, omdat de verzeke
raar ontkent dat de contracts
partij enig belang heeft bij de
polis. Vervolgens komt de
zaak op het bord van Van
Londen.
De ombudsman constateert
dat het opmaken van de polis
op naam van 'de regelmatige
bestuurder' niet afdoende is.
Dat begrip is vaag. Hij is er
voorstander van om bij het
aangaan van de verzekering
niet alleen te vragen naar de
eigenaar en de bestuurder van
de auto, maar ook naar andere
bestuurders ('geautoriseerde
bestuurders') en naar de ken
tekenhouder. Als bij schade
blijkt dat een ander de auto
heeft bestuurd, zou bij voor
beeld een (extra) eigen risico
kunnen gelden, zo suggereert
Van Londen.
Van Londen ontving vorig jaar
2.027 klachten, op tal van ge
bieden. Hij deed er 1.597 af.
Dat leverde in 706 gevallen
een verbetering voor de klager
op. Dat is geen graadmeter
voor het succes van de om
budsman als klachteninsti
tuut. Hij is in de eerste plaats
een bemiddelaar die zich tot
taak stelt een oplossing te vin
den die door partijen als
rechtvaardig wordt be
schouwd.
tekening raymond van aalst
Van onze redactie consument
Breda - Brabant is de eerste provincie die een Klachtgids
Gezondheidszorg heeft. In die Klachtgids staat per instel
ling in Brabant nauwkeurig beschreven hoe patiënten hun
beklag kunnen doen over gezondheidszorg, gehandicap
tenzorg, maatschappelijke dienstverlening, jeugd- en
vrouwenhulpverlening.
van een procedure. Ze kunnen
er hun ei kwijt en ze krijgen
begeleiding bij een eventuele
klachtprocedure, en dat dan
door een neutraler instantie
dan het ziekenhuis zelf."
„De bureaus zijn niet bedoeld
als strijdpartij binnen de ge
zondheidszorg. Ze streven er
naar de klachten op het eerste
niveau op te lossen. Het gaat
erom dat bekend wordt waar
er problemen zijn, zodat de
patiëntenorganisaties en de
instelling (bijvoorbeeld Riagg
of ziekenhuis) samen voor op
lossingen kunnen zorgen. Als
de Klachtgids op de markt zou
verschijnen, zou heel deze fi
losofie verloren gaan."
„Bovendien hebben niet alle
instellingen in de Brabantse
gezondheidszorg al een klach
tenreglement. Mensen met
slechte ervaringen in zo'n in
stelling zouden dan met hun
klacht blijven zitten."
„Maar via de 'omweg' van de
Patiëntenburo's en andere
klachtinstanties in Brabant
kan iederen wel degelijk ge
bruik maken van de gids."
De gids is vervaardigd door
drs. Ingrid van Dam in op
dracht van het Provinciaal Pa
tiënten/Consumenten-Plat
form dat op zijn beurt daartoe
was aangezet door staatsse
cretaris Simons (Volksgezond
heid): hij wil dat er in het hele
land een netwerk komt voor
het opvangen van klachten.
Dankbaar materiaal voor pa
tiënten, lijkt het, maar de gids
komt alleen beschikbaar voor
officiële instanties, zoals de
Patiëntenbelangenburo's in
Tilburg, Eindhoven, Breda,
Roosendaal en Den Bosch. De
verklaring hiervoor volgens
samenstelster Dam: „Het gaat
om ingewikkelde materie: de
beoordeling van ziektegeval
len en de behandeling door
hulpverleners; medische nor
men en waarden, en daarbij
dan nog de eventuele juridi
sche gevolgen. Op dit terrein
is een belangrijke taak wegge
legd voor die Patiëntenbelan
genburo's: daar kunnen de pa
tiënten meer krijgen dan een
adres of een kale beschrijving