v o oyjaarswiude
JG
ESP
p5SS§3
rassrr1»
Gewone draagbare en
commerciële collecties
omdat het anders
niet verkoopt
net tevens een
make-up kleuren gepresen-
OE STEM
DINSDAG 23 MAART 1993
Londen:
de mode op de stoep
Dierenprints
Ondanks het vertrek van gro
te namen heeft Londen zijn
charme als modestad nooit
verloren. De straat zorgt er
voor, dat kleding er blijft le
ven, want daar worden de
trends bepaald, die ook
- soms veel later - naar Eu
ropa doorsijpelen. Neem bij
voorbeeld de dierenprintra-
ge. Twee seizoenen geleden
liepen de eersten met sjaal
tjes, tassen en jassen met een
tijgerprint over Kings Road.
Een ander voorbeeld is de
lange rok. In de Britse metro
pool zag het er zwart van,
terwijl modebewust Neder
land daarover nog in shock
toestand verkeerde.
De soms extreme kleding die
op straat te zien is, vormt ook
een inspiratiebron voor de
designers. Het vorig jaar veel
geziene ruige motorthema,
met leer en mouwloze gilet,
strakke jeans en bikerboots,
werd nog geen seizoen later
door John Richmond meege
nomen in zijn designcollectie.
Romantiek beheerst ook de ontwerpers van Ghost: wijde gewaden, laagjes en dunne stoffen.
Blazer
Uiteraard hebben ook de
Britten het herleefde hippie
thema niet aan zich voorbij
laten gaan, Daarnaast kiezen
de ontwerpers voor een zake
lijk en toch heel vrouwelijk
silhouet. Dat is bijvoorbeeld
het geval bij Betty Jackson,
Arabella Pollen en Jasper
Conran. Hun visie is ook te
rug te vinden in de Neder
landse zomercollecties.
Het gilet en de blouse (ele
gant, maar ook met speelse
details) zullen bijvoorbeeld
een belangrijke rol gaan spe
len, evenals de blazer, de
short en de lange rok.
Natuurlijke stoffen
Wat materiaal betreft wordt
steeds meer gekozen voor na
tuurlijke sloffen als katoen,
linnen, wol en zijde. Of de'
extravagante ideeën van Jo
hn Richmond (nauwsluitend)
en Red or Dead (kleding geïn
spireerd op scouting) hun
weg zullen vinden naar het
grote publiek, moet nog blij
ken. Zo niet dan is er nog
geen man overboord. Zij ge
ven kleding tenminste net dat
waardoor het lollig blijft. Of,
zoals Karl Lagerfeld ooit zei:
„We proberen geen kanker te
genezen, of mensen de ruim
te in te sturen. Het zijn maar
kleren. Laten we onszelf niet
te serieus nemen". De jeugd
op straat heeft dat in ieder
geval ter harte genomen en
combineert tot in het bizarre,
zonder zich iets van de 're
gels' aan te trekken.
presenteert
waarin elk
t met
|!Jlan °Pmaken. De m^,i
dit voorjaar de naam Se~
e®n kleurig pa?e? Kn"
uit blush li^r, palef- be-
°ogschadu^Peennpe°"0,den'
'SPoisJes a. u kon ko
Rorden
-valse wimpers zijn weer
bn?uitnieUWe 9ekfeurde
si nieuwe geuten zijn er niet.
rvan zijn al dit najaar uitge-
Vlet de vernieuwde Bocage
tiuceert Lancöme de meest
sle keuze in deodorants. Na
bide research werd een
ant uitgebracht die tegelij-
ieel zacht is, heerlijk ruikt en
ide alle transpiratiegeurtjes
aat. In diezelfe Bocage lijn
ook douchegel, badschulm,
I "i uiteraard de geurlijn.
poor Aïda Jaber
ylode en Londen zijn on
losmakelijk met elkaar
verbonden. Hetzelfde kun
je zeggen van Parijs en
Milaan, maar daar ligt dat
anders. Die twee steden
doen denken aan de cou-
lurehuizen die per jaar
miljoenen guldens omzet
ten. In de Engelse metro
pool daarentegen brengt
de straat kleding tot leven.
Dat is de plek waar veel
trends ontstaan. Met name
jongeren tekenen daar
voor. Bizar en extravagant
lijkt hun motto te zijn.
Eens dachten de Britse
ontwerpers er ook zo over,
maar door de economi
sche recessie voelen ze
den, accessoires en make-up.
Even bruiste het in Londen.
Maar het was van korte duur.
In Parijs stond alweer een
nieuwe generatie ontwer
pers, waaronder André Cour-
règes, te trappelen om de
leiding over te nemen.
Punk
Halverwege de jaren zeventig
raakte Engeland weer even
in opspraak toen punk een
rage werd. Aanvankelijk
bleef het beperkt tot een
groep jongeren, van wie de
meesten werkloos waren. En
kele jaren later werd het
imago van punk gecommer
cialiseerd en opgevijzeld en
begon het door te dringen in
mode en couture. Toen al
begon het straatbeeld een
steeds belangrijkere factor te
worden in de modewereld.
Sinds de punkrage is er op
modegebied in Londen nooit
meer een echte hausse ge
weest. Dat wil niet zeggen
dat het geen belangrijk on
derdeel vormt van het alge
mene modebeeld. Engeland
heeft in de loop der jaren een
respectabel rijtje ontwerpers
afgeleverd. Bijvoorbeeld: Ka-
therine Hamnett, Rifat Ozbek,
John Galliano en Vivienne
Westwood. Het probleem is
echter dat zij het Europese
vasteland verkiezen boven
hun geboorteland; gewoon
weg omdat de zaken daar
beter gaan en er rijke inves
teerders zitten. Uiteindelijk
gaat het er toch om dat er
geld in het laadje komt.
Boven: De Britse ontwerpers spelen op safe dit seizoen met simpele, draagbare collecties. Een voorbeeld van
Jasper Conran. Midden: De nieuwe Britse gentleman volgens Jasper Conran: korte, smalle revers, soepele stof en
simpele belijning. Onder: Ruig, zwart leren mouwloos vestje geïnspireerd op het motorjack op een strakke lange
rok. Uit de collectie van John Richmond. foto's chris rügge
zich verplicht wat gas te
rug te nemen.
Dat wil niet zeggen dat Britse
ontwerpers meelopers zijn.
Integendeel, ze blijven trouw
aan hun eigen ideeën. Dat
bleek weer eens overduidelijk
bij de presentatie van de
nieuwe voorjaars- en zomer
collectie. Terwijl in Parijs en
Milaan gretig gebruik werd
gemaakt van de ideeën uit de
jaren zeventig - weliswaar
overgoten met een heden
daags sausje - verscheen op
het Londense plankier een
zakelijk kledingbeeld, met
hier en daar een vleugje gla
mour. De Engelse ontwerpers
doen er alles aan om het
hoofd boven water te houden.
Vandaar die nadruk op voor
al draagbare en commerciële
collecties. Gewoon omdat het
anders niet verkoopt.
Londen heeft zijn plaats in
het rijtje van toonaangevende
modesteden te danken aan
de opkomst van de boetiek in
de jaren zestig. Mary Quant
was de aanstichtster. Ze be
gon uit ontevredenheid met
het toenmalige aanbod een
boetiek aan Kings Road,
waar ze zelfgemaakte kleding
verkocht. Haar minirokken,
heupbroeken met wijduitlo-
pende pijpen en overgooiers
spraken de jeugd wel aan. En
vooral ook omdat het goed
koop was. Enkele jaren na
Quant lanceerde Barbara Hu-
lanicki haar Biba-boetieks in
de Britse metropool. Zij vulde
haar collecties aan met siera-