weekend Mi Mi E2 E3 Haar entree in de nationale politiek eind 1989 was overgetelijk. In een mum van tijd was haar naam gevestigd. Daar stond een vrouw die wist wat ze wilde en dat liet weten ook. Hartstochtelijk, geen tegenspraak duldend en nooit een camera mijdend, begon ze een offensief tegen het ongebreidelde autogebruik. Die felheid en de daarmee gepaard gaande publicitaire aandacht dreigden van de CDA-minister van Verkeer en Waterstaat een karikatuur te maken. De bewindsvrouw nam gas terug. Nu, ruim drie jaar later, maakt Hanja Maij-Weggen de balans op. 'Als ik het nodig vind om onaardig te zijn dan ben ik dat en verder gedraag ik me normaal' 'Ik heb me aangepast zoals ik dat ook deed toen ik als Drentse naar Amsterdam ging' de stem ZATERDAG 13 MAART 1993 Joep van den Nieuwen huyzen begon in 1985 n de Koninklijke \mann. Als je zijn woorden mag geloven zullen de komende tw jaar beslissend zijn. FOTO DE STEM JOHAN VAll GUM nn De laatste institutionele! laten het aandeel Bege-I definitief vallen. In com-| net een artikel in het NKCl blad, waar overigens wei-f Iws in staat en dat boven-| I gal wat fouten bevat, doetl lik de koers kelderen naarl et herstel komt. Maar dan tot een luttele 40 gulden. Alleen wat particulieren I durven Begemann nog aan. :ek komt dan het bericht! ondergang van de eerstel m-dochters in zicht is. In I n de fabriek waar hij zijn iurnees uitstippelde. I en Rueb en Begemann aw vragen surseance van aan. cht is om meerdere rede- rassend. Niet omdat het I ;aat in de metaal - zeker aar wel omdat blijkt dat I en Rueb nooit winst heeft I En dat terwijl Van den f ïhuyzen immer heeft be-1 dat hij bedrijven alleen uit I vébezit overhevelde naar I nn als ze gezond waren, ioral ook omdat Van den ïhuyzen de bedrijven niet liquideert. Een sluiting is id, maar soms even noodza-1 s begrijpelijk. Blijkbaar zit I nn op zulk zwart zaad dat nale beëindiging niet tot de dieden behoort. Begemann blijft volhouden aarcijfers naar omstandig- edelijk zullen zijn, duurt maanden voordat die be- 'orden gemaakt. De op- van Bredero Price, waar- ;emann schermt, is daarbi] jks interessant. De vraag is- hebben de bedrijven in de helft van 1992 verloren? in den Nieuwenhuyzen is log niet verslagen. Dinsdag i lij op voor de Rotterdamse j rs van de RDM. Vijfhon- de twaalfhonderd mensen eruit. Joep van den Nieu- zen oogt ouder, wat ver- zelfs. Het gezicht is ver door de tegenslagen, vinkelen niet meer zo on- ij toont karakter door de de boodschap zelf te bren- verdedigen. Hij moet,n i niet alleen gezellig De- op te kunnen kopen, ma e kunnen leiden. oeger, achter in de g?n& egde hij uit waarom hij j enlijk nog werkte, met d 00 miljoen in zijn zak. meelt absoluut geen enk rken voor geld is onz'"' n m de bedrijven uitzicht op inde toekomst te geven, er profetisch dan hem oet me plezier een bedrijf emaal ten dode is opg n tegen de storm in we vaarwater te loodsen. M pas na tien jaar of dat p Nieuwenhuyzen beS?" iet de Koninklijke Beg De komende twee jaar issend. Door Carla Joosten 'Je gedraagt jeTinlgrote lijnen af bijna vijftig jaar zopls je je ge draagt en op het moment dat je minister wordt, trek je plotseling de aandacht en ben je voor veel mensen een nieuw verschijnsel.' FOTO'S DE STEM JOHAN VAN GURP De eigen weg van Hanja Maij-Weggen "■A T og altijd zijn haar ze- I kerheden niet gekraakt. I I Haar uitspraken zijn I W boud als altijd. Vorige week nog: „Ik kan zon- -k. der meer meedelen dat het water in Nederland nu na drie jaar beleid minder vuil is dan daar voor," Bescheidenheid is niet haar grootste deugd. Bij tijd en wijle kan ze bot zijn. Ze laat niemand onverschillig. De een ergert zich aan haar, anderen lopen met haar weg. Hanja Maij-Weggen (49) gruwt er van om zo beschreven te worden. Laatst las ze dat journalisten in de jaren vijftig constateerden dat de kersverse minister Marga Klompé 'in elk geval aardig was.' „Ik denk niet dat men zoiets vast stelt als een mannelijke minister aantreedt. Vrouwen worden daar op aangesproken. Ik heb me daar nooit op laten aanspreken," zegt de minister onderweg in haar dienst auto. r Ze houdt van duidelijke taal, wil dingen daarom graag „helder neer zetten," gebruikt vaak de term „stevig" en reageert tamelijk pri mair. „Ik ben in drie maanden drie jaar ouder geworden," verzuchtte Maij na de vliegrampen in de Bijl mer en Faro en het spoorwegonge luk in Hoofddorp. Het zijn uitspra ken die opvallen in een politiek milieu waar emoties maar zelden getoond worden. Ongenoegens opkroppen doet ze niet. „Als iets me te gortig word, zeg ik het ge woon. Dat komt misschien niet altijd even vrouwelijk en vriendelijk over. Ik weet dat veel meisjes opgevoed worden met de grondgedachte dat ze altijd heel aardig gevonden moeten worden. Ik ben ook zo opgevoed, maar ik heb me daar nooit veel van aange trokken. Als ik het nodig vind om onaardig te zijn dan ben ik dat en verder gedraag ik me normaal." Als meisje hield ze al van mooie kleren en frutselde ze aan haar toen nog rode haren. Tegelijk sprong ze in strenge winters jon gensachtig van ijsschot naar ijs schots om de overkant van het kanaal te bereiken. Toen al ging ze haar eigen weg. „Kennelijk zit het nog in de cul tuur van ons land dat je als vrouw altijd aardig moet zijn. Ik denk dat me, als ik af en toe in mijn leven niet onaardig was geweest, toch wel akelige dingen waren overko men." In het werk? „Nee, in brede zin. Ik denk aan de jonge tijd; dat als je af en toe niet aan een mannelijke partner of aan een vriend laat merken dat je het nou echt niet meer leuk vindt, als je niet eens stevig onaardig wordt, je een aantal vervelende dingen kan overkomen. Ik denk ook dat veel misverstanden in relaties tus sen mannen en vrouwen ontstaan, doordat vrouwen niet het signaal afgeven van nu is het genoeg, nu laat ik het maar even merken door onaardig te zijn." „Maar ik ben er ook weer niet op uit om onaardig te zijn," voegt ze er voor de zekerheid aan toe. Het typeert Maij anno 1993. Ze is altijd aanspreekbaar, maar na de publi citeitsgolf na haar aantreden op haar hoede. Als het schrijfblok dichtklapt, praat de minister er gezellig op los. Jk heb er plezier in iets voor de samenleving te doen. Dingen zo bij te sturen dat weer in de goede richting gaan.' [aij kreeg ook wel wat te verduren. De ene colum nist noemde haar „een erotisch hoogtepunt," de ander beschreef haar „marmerach tige huid." Terugblikkend zegt ze: „Het is wel gek. Je gedraagt je in grote lijnen al bijna vijftig jaar zoals je je gedraagt en op het moment dat je minister wordt, trek je plotseling de aandacht en ben je voor veel mensen een nieuw ver schijnsel. Die reacties hebben me verbaasd. Kennelijk wil men vrou wen zo neerzetten. Het lijkt me toch wel praktisch mijn eigen gang te gaan." Toch stapt ze allang niet meer als een olifant door de Haagse porse leinkast. In het parlement wisselt ze vandaag de dag de daar gebrui kelijke beleefdheden uit. Die spel regels negeerde de uit het Europese Parlement afkomstige Maij bij de behandeling van haar eerste begro ting, waardoor dat debat een mooi spektakel werd. „Ik houd nou een maal. van een pittige debatstijl," pareerde ze de kritiek. Heeft ze water in de wijn gedaan? „Ach, ik heb me aangepast zoals ik dat ook deed toen ik als Drentse naar Amsterdam ging. Inmiddels heeft ze een apparte mentje in Den Haag, want op en neer naar Eindhoven is met werk dagen van half acht tot half tien geen doen. En echtgenoot Peter is niet te beroerd om ook eens over te komen en alvast een glas wijn klaar te zetten, zoals Maij schreef in haar dagboek voor de CDA- krant. Vrije tijd kent een minister nauwe lijks. Daardoor blijven niet alleen de schaatsen in de kast - ze stond begin januari wel op de ski's - maar moet ze ook haar favoriete schrijvers Hella Haasse en Hubert' Lampo node missen.- Samen met Hedy d'Ancona en Ien Dales vormt Hanja Maij het vrou welijke trio in het kabinet. De minister van Verkeer en Waterstaat ervaart de ministerraad niet als een mannengezelschap. „De staatsse cretarissen zijn er vrijwel ook al tijd bij in de wekelijkse vergade ring en met de notuliste bestaat de club dan bijna voor eenderde uit vrouwen." Verklapte D'Ancona vorig jaar dat in het kabinet macho's zitten, die met hun houding en hun stem trach ten te imponeren, Maij zegt hiervan nauwelijks iets gewaar te worden. „Maar dat kan komen doordat me vrouw D'Ancona precies in het midden zit in de Trèvezaal. Ik zit nogal excentrisch," lacht Maij. „Ach, ik erger me weieens aan extreem mannen- en vrouwenge drag. Van die stoerdoende jongetjes en die Madonnaatjes. Ik denk al tijd: hou het een beetje gewoon." Ze geniet zichtbaar van haar job. Vooral als ze buiten Den Haag bijna als een diva wordt onthaald. De dag van het interview mag ze de A4, de Zoomweg-zuid tussen Ber gen op Zoom en Antwerpen, ope nen. Buiten de officiële plechtig heid, staat de minister geduldig bewoners te woord, die klagen over aantasting van de leefbaarheid in hun streek. Maij is in het land een veelgevraagd spreker. En tot in Antwerpen toe wordt de bewinds vrouw welwillend begroet: 'gij zijt hier een begrip.' Maij zelf straalt tevredenheid uit als ze na de met wijn besprenkelde lunch in Antwerpen op weg naar Arnhem haar beleid toelicht. Gaat ze inderdaad de geschiedenis in als de minister van het openbaar vervoer, zoals ze ooit oppperde? „Ik heb in het begin een vrij pittig beleid gevoerd. Dat heeft gewerkt," constateert de bewindsvrouw en ze somt voldaan de cijfers op. Het autoverkeer groeide in 1990 en 1991 amper, terwijl toenames van drie vijf procent voorspeld wa ren. Dat heeft ze toch maar mooi bereikt. „Maar in 1992 is de automobiliteit weer met 2,9 procent gegroeid. Dat komt ook doordat de belangstelling voor het openbaar vervoer groter is dan de snelheid, waarmee we nieu we rails en nieuw materieel in gebruik kunnen nemen. Daardoor krijg je overvolle treinen, waardoor mensen weer iets meer auto rijden. Kennelijk moeten we er weer een schepje bovenop doen. Daarom kom ik binnenkort met een cam pagne carpoolen. Kijk, wij geven nu het goede voorbeeld. Aan sa- menrijden hebben de mensen zelf ook nog iets. Dit reisje kost u niets, tenzij we aan het eind de rekening op maken..." Op de constatering dat ze de laat ste tijd wel erg weinig de trom roert als het gaat over de automo biliteit, zegt Maij: „Ik ga ervan uit dat de Nederland nog steeds weet dat we minder moeten autorijden. Dat zie je ook aan die cijfers. De burgers hebben keurig aan mijn beleid meegewerkt. Als je tegen een huisgenoot zegt: je moet echt een beetje vermageren en je ziet dat de kilo's eraf vliegen, ga je niet zeg gen: hé, kan er niet nog wat vanaf." De altijd met het milieu begane politica - „ik heb tien jaar deskun digheid opgedaan in het Europar lement" - is het ook helemaal niet eens met de milieubeweging dat de politieke aandacht voor het milieu is geslonken. „Het kan wel zijn dat er naast het milieu andere onderwerpen domi nant worden, zoals de criminaliteit en het migrantenprobleem. Maar uit enquêtes blijkt dat het milieu nog altijd hoog scoort. Ook zie je dat burgers steeds meer kiezen voor milieuvriendelijke produkten. Spuitbussen met schadelijke stof fen worden nauwelijks nog ver kocht." Eigenlijk vindt Maij dat de Nederlander wel wat over dreven gevoelig is voor het milieu, zeker vergeleken met het buitenland. Bijvoorbeeld als het gaat om vlieglawaai. Zelf woonde Maij onder de bulderbaan van Schiphol. Ze gaf les en toenter tijd vond iedereen het normaal dat er tijdens de piektijden op Schip hol even werd gepauzeerd. „Even een kopje koffie en een siga retje," herinnert ze zich. „Mijn jongste dochter is in Amstelveen geboren. Ik heb haar pas nog ge vraagd of ze geen trauma's aan die tijd heeft overgehouden. 'Nee mam, ik ken wel nog alle vliegtuigtypen uit mijn hoofd,' antwoordde ze. Ik zette haar altijd in de kinderstoel voor het raam. We woonden vier hoog. Vandaar." Maij heeft ook ervaren wat het is als een huis moet plaatsmaken voor een weg- of railverbinding. Voor de 120 kilometer lange goederen spoorlijn door de Betuwe naar Duitsland moeten 150 huizen ver dwijnen. „We ontkomen niet aan de afbraak van huizen voor de Betuwelijn," concludeert ze. „Het huis van mijn grootvader heeft des tijds moeten wijken voor een weg. Dat doet pijn, maar ik heb geleerd dat het algemeen belang soms voor het eigenbelang gaat." En daarmee komt ze op haar gere-* formeerde afkomst. Ze mag dan bekend staan als ambitieus, zelf ontkent Maij dat carrièredrang haar drijfveer is. Arts kon ze niet worden, omdat de familie dat niet kon betalen, dus werd ze verpleeg ster. „Het hoort bij de gereformeer de opvoeding dat je leert dat je niet voor jezelf leeft, maar vooral voor de omgeving en voor de samenle ving als geheel. Aan het eind van je leven moet je verantwoording af leggen over wat je met je talenten hebt gedaan. Daarom heb ik waar schijnlijk mijn werk niet gekozen in de commercie, maar in het open baar bestuur. Nou is bij Verkeer en Waterstaat die Bijbelse invalshoek niet altijd te vinden, maar het speelt toch een rol." Ze geeft een voorbeeld. Nadat ze op aandrang van de Tweede Kamer nog eens met beleggers om tafel was gaan zitten voor aanscherping van het contract voor de Wijker- tunnel, vertelde Maij aan onderne mers in haar omgeving trots dat ze er nog 60 miljoen gulden uit had weten te slepen. 'Maar dat heb je niet voor jezelf verdiend, maar voor de samenleving,' luidde de reactie. „Kijk, dat is het 'm juist. Ik heb er plezier in iets voor de samenleving te doen. Dingen zo bij te sturen dat ze weer in de goede richting gaan. Wat Verkeer en Waterstaat aan gaat moet het water schoon worden en de mobiliteit in goede banen worden geleid, zodat het land leef baar en bruikbaar blijft." [aij behoort binnen het CDA tot de 'fans' van kandidaat-lijsttrekker El- co Brinkman. Hij draagt het gedachtengoed van de partij volgens haar goed uit. Ze vindt niet dat hij met zijn oproep voor meer respect voor de dominee, de school meester en de dokter een sfeer uit de jaren vijftig oproept. „Brinkman zoekt naar een stelsel van normen en waarden, waarmee je in de jaren negentig goed uit de voeten kunt. Hij doet bijvoorbeeld een appèl op de eigen verantwoor delijkheid van mensen. Ze mogen niet onnodig een beroep doen op de overheid als ze het zelf ook kunnen betalen. Dat lijkt me iets van alle tijden." De visies van CDA-Kamerlid Hil- len, die de werkende vrouw een bedreiging voor het gezin vindt, deelt Maij daarentegen helemaal niet. „Die discussie is achterhaald," stelt ze vast. „Hillen kijkt met een te ouderwetse blik naar deze tijd en grijpt terug naar oude gezins vormen. Ik denk dat je de authen tieke normen, de gemeenschapszin en de eigen verantwoordelijkheid, heel goed kunt vertalen naar jonge moderne gezinnen, waarin man en vrouw samen de kinderen opvoe den en ook samen het inkomen' verdienen. Deze generatie is heel creatief in het oplossen van de problemen van opvang. Waarom zouden wij daarin moeten stoken?" Zelf heeft ze altijd gewerkt en het moet al gek lopen willen haar dochters Hester en Marit straks ook niet gezin en werk combineren. Maij is er in elk geval erg voor. „Die keuze mag niet worden opge drongen. Wel moeten de remmin-i gen die die keuze .in de weg staan worden weggenomen. Het ontbre ken van kinderopvang is nog te vaak een oorzaak dat vrouwen geen maatschappelijke taken kun nen vervullen. Dat is in omliggende landen veel beter geregeld." In die visie past ook haar mening dat uitkeringen meer op het indivi du moeten zijn toegespitst. Van kostwinnertoeslagen moet ze niks hebben. Maij laat zich op de praatstoel moeilijk onderbreken. Maar op de opmerking dat ze met haar visie eerder in de richting komt van PvdA'er Marcel van Dam dan van haar eigen CDA, reageert ze al helemaal niet. Maij bezweert zich uitstekend thuis te voelen in haar partij. De eigen politieke familie afvallen, zal ze nimmer doen. Toch heeft het CDA meermalen voorstellen van haar, zoals tolheffing, afgeschoten. Als ze op de snelweg verheugd uitroept dat veel auto's met de lichten aan rijden, wil Maij niet horen dat vooral haar eigen partij zich verzette tegen het plan om licht overdag verplicht te stellen. „De WD ook," protesteert ze. In Arnhem, waar dé bewindsvrouw deze middag in het provinciehuis spreekt over het waterverbruik en de verdroging van de bodem, krijgt ze de lachers op haar hand door een vraag van een D66'er te beant woorden met: „Ik vraag D66'ers tegenwoordig eerst wat ze er zelf van vinden, want daar hoor ik zo weinig van." Haar eigen spottende lachje, de blik van 'wie doet me wat?' en 'zeur niet zo', de vele kernachtige uitspra ken, het zijn haar handelsmerken. Legendarisch is haar uitspraak te gen collega Alders (Milieubeheer) dat er maar één minister van Ver keer en Waterstaat is. En Maij zou dat best nog een periode willen blijven. Mocht het CDA anders beschikken dan zou ze liever terug gaan naar het Europees Parlement, waarvoor ze als lijsttrekker wordt genoemd, dan naar de Tweede Ka mer. Maar we moeten haar niet misverstaan: „Het ministerschap bevalt me steeds beter."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1993 | | pagina 31