''Nederland, land van kaasschaafjes' Het laatste seizoen van 'Le professeur' John van den Akker heeft zin in Italiaans avontuur flx-prof Manders zoekt in België gezelligheid die hij in Luxemburg mist SPORT ZEELAND S KORT J een theorieblok. Morgen Ite. In het weekeinde van I van deze cursus aan bod ENGELRUBRIEK er wild I jjgnri Manders is een van 1 :e 24 Nederlandse wiel- I ;eI®ers voor wie dit sei- I ?oen geen plaats meer is Ihet profpeloton. De Lud-Drunenaar lijkt er I rjet echt onder gebukt te jaan. In Etalle, in Bel- ;isch Luxemburg, is hij I jyk doende een 200 jaar I oUde stulp op te knappen I voor zijn vriendin Gene- I fjeve, zoontje Thibault I en voor hemzelf. Van af- I trainen is nog niets geko- I men. „In de vijf maanden I ydat ik gestopt ben, ben Ijk meer kilo's aangeko- I yen dan mijn vriendin in I regen maanden zwanger schap." Yeldhovenaar hoopt op meer kansen DONDERDAG 11 FEBRUARI 1993 Breskens I Breskens wordt vandaas lus keeperstraining voor fcdt verzorgd door Frans kigd en van de keepers ter (Volendam), in samen Je KNVB. pi heeft De Ruyter een bittig duel met 4-3 van In de week Primus/Piuym net 9-5 van Disco Love 2. jan het langste eind in het tia 8-1 weinig moeite met Xandgraaf/De Pieper 17-29 I Benetton 17-25, Gemeente marine Service 16-14. J3-16, Disco Love 1 17-u |ie 18-8, Steelant 17-6, Vari F° laagd de zegereeks van El Ier zaalvoetbalploeg, die 18-3. |oed op orde. Verder was en hadden we in Angelo luel," stelde Henk Maas, I stond in dit duel steevast toor 0-1 had gezorgd, ging et schaakspel leverde dus Verbraeken het op zijn bk bracht hij de stand op [uitgedeeld. Arno Zwegers en Angelo Verbraeken 2-7 It Bonte Hert nog altijd op pensdag zijn koploper Van door Rien van Nunen |in de vangst. Voor de watervissers geldt meestal pe maand maart niet zo- i voorstelt. De snoeken aan het paaien, de voorns pen wat mooi weer nodig Ie snoekbaars is ook niet jig. Eind maart is het Visseizoen voor snoek en |kbaars weer over. snoekbaars mag |/1993 gerust een slecht vorden genoemd. Er zijn kbaarsvissers, die in een seizoen slechts enkele fcn hebben kunnen vangen lat was in grote delen van jand hetzelfde. In juni kan vaak wel weer aan de al duurt het niet lang of snoekbaarzen laten het afweten. De oorzaak is lelijk. Als de lente voorbij wemt er zoveel jonge vis onze wateren, dat de kbaarzen weinig moeite 'en te doen om aan voed- e komen. Dat is in het n van de zomer nog wel anders, vandaar r de komende lente ziet ;r naar uit, dat de zeevis- op meerdere adressen te- t kunnen voor nachtvis- op tong of paling. In de we botengids van de 'S staan er echter heel bedrijven die dat gaan niet als zodanig gemeld le bedrijven die dat niet juist wel. Foutje? Nee, de echt goede bedrijven ven geen reclame te ma- voor hun mogelijkheden, ze zijn voor het grootste :elte van het komende pa- en tongseizoen al volge- kt! htvissen kan elke schip maar kijk wel uit met ken, want zomaar ergens vissen en leuk tong of bg vangen, is er niet bij. is trouwens dit jaar wel ressant voor zeevissers op v'isma. Er zijn veel nieuw- De Visma Ahoy' wordt aar gehouden van 17 t/m naart. Het wordt een bij tere beurs, want de Visma aat 25 jaar. oen heeft hij Biervliet onder hoede. PROGRAMMA ste klasse A: ARC-FC Lisse, wijk-Scheveningen, Seroosker- Sxcelsior Maassluis, Zwar1 28-Hoek, DOVO-Vitesse Dein. rdwijk-Quick Boys, Rozenburg- sburgse Boys. ^TC ede klasse A: Achilles Veen-r^" SSC'55-Altena, Kloetinge-M-- uiden, ASWH-Bevelanders, )-WC'68, Tholense Boys-WU- iina'68. de klasse A: Yerseke-Veere, FA* 3a-Oostkapelle, AZW-WH^» VD'67-Terneuzense Boys, s' r Arendskerke-Kapelle, Brus s-Zwaluwe. •de klasse A: SKNWK-Rillandia. neldinge-Coliinsplaatse x'57-SPS, Nieuwland-Zaamslaê' iningen-SSV'65, Smerdiek-Dau- tdaele. Boor Marcel Luyckx jkben helemaal niet zo'n gezel lig type", zegt Henri Manders riverwege het gesprek. Op dat jmment heeft hij zijn gehoor al r.eerdere malen op de lachspie- I m gewerkt. In het peloton was lij tien jaar lang de getapte I jongen. ien vriend van mij werkte als I hofmeester op een kazerne. Hij, os tevens mijn masseur. Bij iem op de massagetafel hoorde ik de laatste moppen. Die vertel- je ik weer door binnen het pelo ton. Ik had ook al gauw een bijnaam. Mijn Belgische ploeg genoten bij Aernoudt noemden je 'Tom', naar Tom Manders, oitewel Dorus. Hennie Kuiper, die ook bij ons in de ploeg reed, I verstond het verkeerd. Hij meen- dat die Belgen mij Toon I noemden, in plaats van Tom. Door Kuiper is het 'Toontje' ge raden en dat is altijd zo geble- Verhuizing Henri Manders, die 2 maart 33 radt, zegt het fietsen nog geen dag gemist te hebben. Hij stopt alle energie in de verhuizing r Etalle. Hij 'ontvlucht' Luxemburg, waar hij de afgelo- drieëneenhalf jaar gewoond :ft en waar zijn vriendin rkt op de Rabobank. Hij zoekt I de gezelligheid op in Belgisch I Luxemburg. „Of ik de Nederlandse mentali- I telt niet mis? Ik zal je eens een I voorbeeld geven van de mentali- i teit van de Nederlanders die in Luxemburg bij de Rabobank ko men. Ze rijden 's morgens om I acht uur van huis naar Luxem- burg met 150.000 gulden op zak. Om half twaalf komen ze aan en net voor twaalf uur, als de bank sluit, zijn ze klaar. En dan vra gen ze nog: 'Kunnen We nog een kopje koffie krijgen voor bij de boterhammen die we meege bracht hebben.' Dat is de Neder landse mentaliteit. Nederland is ook het enige land waar je kaas- schaafjes vindt en koekjestrom mels." -De Belgen die in Luxemburg op de bank komen gaan eerst naar Henri Manders, thuis in de Ardennen. 'In deze omgeving is een groot tekort aan Nederlandstalige mensen. Laatst zag ik nog een advertentie waarin een tweetalige manager gezocht werd voor een camping waar veel Nederlanders komen. Dat lijkt me wel wat. FOTO FELIX JANSSENS de wc. Daar halen ze de biljetten overal vandaan. Die meisjes op de bank moeten het geld daarna allemaal tellen. En zij weten waar het al die tijd gezeten heeft," vertelt Manders met een vies gezicht dat boekdelen spreekt. Brutaler „Nederlanders zijn wel veel vlot ter in de omgang dan Luxem burgers. Ze zijn brutaler, maken gemakkelijker contact. In Etalle en omgeving wonen een paar vrienden. Daarom verhuizen we hier naar toe. In Luxemburg wilden we niet blijven. Als je geen Luxemburgs praat, heb je heel weinig contact met de men sen. Mijn planning is om nog eens in Australië uit te komen. Ik ben er al vijf keer geweest. De temperatuur is er aangenaam en de mensen hebben er nog de ruimte. Alleen mijn vriendin staat nog niet zo achter- heit idee." Vriendin Genevieve is afkomstig uit de buurt van het Franstalige Luik. Henri Manders leerde haar kennen in zijn amateurtijd. „Ik won bij haar in het dorp de eerste etappe in de Ronde van Wallonië. Met de bos bloemen die ik kreeg kon ik niets doen, dus die heb ik gegeven aan de eerste meid die ik aan de kant zag. Zij viel op door haar lengte. Twee dagen later had ik weer bloemen, omdat ik leider was. 'Hier, heb je nog meer bloemen', zei ik toen ik haar weer zag. Ze vroeg meteen of ik op haar ver jaardagsfeestje wilde komen. Dat is nu elf jaar geleden. We gaan binnenkort trouwen, want dat scheelt in België duizend gulden in de maand." Toontje en Teuntje Op verzoek gaat Henri Manders nog een keer terug in de tijd, naar die bewuste Tour-etappe op 3 juli 1985. Het zou de dag worden van Toontje en Teuntje (van Vliet). „Ik kom met Teun voorop te rijden, met een voor sprong van 21 minuten. In het algemeen klassement stond Teun slechts vier minuten achter op de Deen Kim Andersen. Hij zou de gele trui kunnen pakken, ik de etappezege. Ik reed voor de ploeg van Jan Raas. Van Vliet fietste voor Verandalux, maar hij had al een contract voor het jaar erop bij Peter Post." „Wat Teun niet wist, wat maar heel weinig mensen weten, was dat Raas en Post in die Tour een overeenkomst hadden. Wij had ji den een ploeg van vrijbuiters. Panasonic, Post dus, had een paar goede sprinters in de ploeg. De afspraak met Post was dat wij de laatste twintig kilometer van de etappe niet meer zouden demarreren, zodat Vanderaerden en Anderson hun kansen konden gaan in de sprint. Vanderaerden stond tweede in het klassement en zou via bonificatie-seconden Andersen uit het geel kunnen rijden. Dat zou Panasonic veel publiciteit opleveren." „Nu dreigde de situatie dat Teun van Vliet met minuten voor sprong de gele trui zou pakken. Dus ging Post, de toekomstige ploegleider van Van Vliet, naar Raas en zei: 'Laat Manders niet meer op kop rijden.' Het ene moment kwam die gekke Hilaire Vanderschuere, de assistent ploegleider, me zeggen: 'Rije, rije, je hebt twintig minuten.' Het volgende moment riep-ie: 'Je mag niet meer op kop fietsen.' Toen was het nog 120 kilometer fietsen. Tot op de dag van van daag weet Teun van Vliet nog niet dat Post daar achter zat. Het klopt wel dat Raas en Post in die tijd niet samen door één deur konden, maar ze waren professioneel genoeg om afspra ken te maken." Kramp De afloop is bekend. Van Vliet sleurde kilometers op kop over de Noordfranse kasseien, totdat hij door kramp bevangen werd. Manders, die zich urenlang op sleeptouw had laten nemen, so leerde naar de rltzege in Tour- coing, waar de Deen Andersen overigens de gele trui behield. Manders: „Tot die dag had ik een goed contact met Teun. Daarna niet meer. Er zijn men sen die reageren zoals hij, er zijn ook renners die beter naden ken." In Tourcoing behaalde Manders de belangrijkste van zijn acht overwinningen in tien jaar broodfietsen. Een tweede spor tief hoogtepunt vindt hij zelf de derde plaats op het Nederlands kampioenschap in 1990, toen Peter Winnen kampioen werd. Zijn beste prestatie in een klas sieker was de vijfde plaats in de Waalse Pijl in 1983, zijn tweede jaar als prof. „Aan het einde van mijn eerste jaar had ik geen ploeg meer. Een vriend van mij, die in de schoe- nenhandel zat, regelde een con tract voor mij bij Kwantum. Hij zou de eerste drie maanden mijn salaris betalen. Als ik niet zou bevallen, zou ik gewoon gaan werken en profwielrenner af zijn. Die drie maanden waren bijna voorbij en ik had nog geen fatsoenlijke wedstrijd mogen rij den. Mijn geluk was dat Kwan tum nog geen punten had ge wonnen voor het wereldbeker klassement. De Waalse Pijl was een van de laatste voorjaarsklas siekers. Ik kreeg een kans. Ik had het geluk dat ik mee was met een vroege ontsnapping. Ik werd vijfde. Dat waren de eerste wereldbekerpunten voor Kwan tum. Daarna heb ik alle grote wedstrijden gereden." Eerste lid Presto Henri Manders werd op 2 maart 1960 geboren in Den Haag. Hij groeide op in Drunen, waar zijn blinde vader de wielervereniging Presto oprichtte. Henri was het eerste lid dat zich inschreef. Op 22-jarige leeftijd debuteerde hij bij de beroepsrenners, in de Bel gische Aernoudt-ploeg. In tien jaar 'versleet' de Brabander vijf ploegen. Na Aernoudt volgden Kwantum, PDM, Weinmann en tenslotte Helvetia. Manders denkt financieel eerder het maximum uit zijn carrière gehaald te hebben dan sportief gezien. De laatste vijf seizoenen verdiende hij zijn geld in een Zwitserse ploeg. „Voor het sala ris dat ik in vijf jaar in Zwitser land verdiend heb, moet je in Nederland tien jaar fietsen. Het scheelt ook dat mijn vriendin bij een bank werkt. Zij kent de wegen. Ik kan niet begrijpen dat renners die zoveel verdienen, in Nederland blijven wonen. Dan richten ze wel een bv op, maar wat doen ze als ze wielrenner af zijn? Och, ze hebben allemaal een boekhouder. Ze zullen het wel beter weten. In Luxemburg betaal je maar iets van twaalf procent belasting. Ze hebben er 160 banken; 160 verschillende dan wel. In Drunen heb je twee banken. Dat is toch geen concur rentie. Als de mensen in Luxem burg met geld naar de bank gaan, gaan ze shoppen, tarieven met elkaar vergelijken." „Het is niet zo dat ik binnen ben. Ik heb me zelf een jaar de tijd gegeven om een baan te vinden. Eerst wil ik het huis op orde hebben. In deze omgeving is een groot tekort aan Nederlandstali ge mensen. Laatst zag ik nog een advertentie waarin een tweetali ge manager gezocht werd voor een camping waar veel Neder landers komen. Dat lijkt me wel wat." Positief Uit zichzelf roert Manders het thema doping aan. Een onder werp dat bij wielrenners pas uit de taboesfeer komt, als ze ge stopt zijn. „Weet jij dat ik een keer positief ben bevonden bij de dopingcontrole? Dat weten maar heel weinig mensen. Dat is vorig seizoen gebeurd tijdens de Ron de van de Middellandse Zee. Die dag reden we twee etappes. Na de ochtendetappe nam ik anti- gripine. In het verleden kocht ik die altijd in Nederland. Geen enkel probleem. In België kocht ik een keer antigripine omdat ik me niet goed voelde. Het was precies hetzelfde doosje, dezelf de naam, van dezelfde fabriek. Maar in België zit er codeïne in. En dat staat op de dopinglijst. Ik had de bijsluiter niet gelezen." „Een paar dagen na de doping controle werd ik gebeld dat ik positief was. Ik dacht dat ik door de grond zakte. Het is toch nog allemaal goed gekomen. Ik heb het allemaal uitgelegd. Mijn ploegleider Paul Köchli staat er om bekend dat hij fel anti-do- ping is. Hij heeft een goede naam bij de internationale wielrenu- nie, de UCI. De dokter van de UCI raadde me aan een briefje bij mijn eigen dokter te halen dat hij dat middel voorgeschre ven had. Dat heb ik gedaan. Ik ben er zonder straf vanaf geko men. Er is niet eens een contra expertise geweest. Ik vraag me af of het ook zo gegaan zou zijn als ik nog bij PDM gefietst had?" „Köchli is principieel tegen spuiten. Bij hem in de ploeg heb ik de Tour altijd gereden zonder vitamine-preparaten. We kregen alleen maar bruistabletten. Ik durf te beweren dat dat onge zonder is, dan op z'n tijd een injectie met vitaminen. Doe je dat niet, dan pleeg je roofbouw op je eigen lichaam." DoorSusanne Groeneveld Alleen een wereldtitel kan Laurent Fignon na dit seizoen nog in het J zadel houden. Blijft hij verstoken van de felbe geerde regenboogtrui, dan komt er een einde aan een bewogen carrière met hoge pieken en diepe dalen. De excentrieke Parij zenaar wordt pr- manager van Gatorade vertelde hij op de voor stelling van zijn ploeg in Milaan. Bovendien staat op de nominatie Lu- eien Bailly op te volgen als technisch directeur van de Franse wieler bond. Bailly noemt Fig- a°n „de ideale bonds- coach". Zelf heeft de ren der daarover zijn twij fels. ü°6m jde naam Laurent Fignon j re wielerjournalist zal nadenken een smeuïge ekdote kunnen opdiepen over onberekenbare Tourwinnaar 113 en 1984. Ze zullen eVn over de persconferen- uie hij boos verliet. Omdat wagen hem niet aanstonden uw» buitenlandse verslag- k rs Franse taal niet goed ^eersten. „Wie mij wil inter- wasM moet Frans spreken," j?as een van zijn standpUnten. dio iT °°k vertellen over al sna„arendat ze werden afge- d«wd Èen u'fd 611 W6gge" klann enkeling zal zich de PPen herinneren die Fignon Laurent Fignon, een van de laatste vedetten in het peloton. zonder mededogen uitdeelde. Zoals de cameraman van La Cinq die in de Tour van 1989 een vuist in zijn gezicht kreeg en Fignon daarvoor zelfs voor de rechter daagde. De renner deed echter hetzelfde met journalis ten, van wie de verhalen hem niet bevielen. De Franse krant La Libération werd vier jaar geleden met een fikse geldboete opgezadeld omdat de correspon dent Nederlandse kranten had geciteerd, waarin Fignon werd beticht van dopegebruik. In de Tour van 1989 die hij op het nippertje verloor aan Greg LeMond kreeg de Fransman van de gezamenlijke journalisten de Prix de Citron, de prijs voor de grootste zuurpruim van het pelo ton. Het interesseerde hem niet. Fignon baalt van journalisten, vindt publiciteit een uitermate vervelende consequentie van zijn prestaties. Zijn privé-leven houdt hij dan ook strikt geschei den van zijn zwerversbestaan op de fiets: geen foto's dus van zijn vrouw en kinderen in de roddel bladen. Eigenaardigheden Fignon is een van de laatste vedetten in het peloton. Door zijn successen, dat vooral, want weinig renners kunnen hun ere lijst naast die van de Fransman leggen. Maar zeker ook door zijn houding tegenover de pers en FOTO DE STEM/BEN STEFFEN zijn andere eigenaardigheden. Fignon bewandelt zijn eigen we gen, wars van wat anderen den ken en doen. Dat leidde ook op de fiets tot problemen. Lang hield ploeglei der Cyrille Guimard zijn parade paardje de hand boven het hoofd. Renners die niet luister den, die niet in de pas wilden lopen met Fignon werden de laan uitgestuurd: Charly Mottet, de gebroeders Madiot, Martial Gayant en Eric Boyer. Dat ging lang goed, totdat Guimard zijn renners twee jaar geleden niet langer kon motiveren. Zij waren het beu nog langer voor een kopman te rijden die niet pres teerde. Een breuk was onvermijdelijk. Na negen jaar gingen ploegleider en renner uiteen. Dat had meer voeten in de aarde dan het sim pel verscheuren van een con tract. Fignon en Guimard waren immers ook zakelijk met elkaar verbonden. Samen beheerden ze de stichting Maxi Sports, die wielerploegen van materiaal voorzag. Guimard kocht de aan delen van Fignon en maakte zich daarmee definitief los van de renner die hij ooit ondekte tij dens de Ronde van Corsica voor amateurs. Knie-operaties Guimard mag een belangrijk aandeel hebben gehad in de suc cessen van Fignon, dezelfde Gui mard wordt ook als verantwoor delijke gezien voor de waslijst van blessures die de renner te verwerken kreeg. Zelf moest de Breton zijn carrière als prof sta ken omdat hij zijn knie in de vernieling had getrapt. Bernard Hinault, poulain van Guimard, sukkelde jaren eveneens met zijn knie en Figon kan zich waar schijnlijk het aantal operaties aan het gewricht tussen dij- en scheenbeen amper herinneren. De tol van een te zwaar verzet? Juist die knieperikelen maken de erelijst van de Fransman nog indrükwekkender. Zijn eerste Tourzege in 1983 werd een toe valstreffer genoemd, te danken aan de schouderbladbreuk van Pascal Simon, de afwezigheid van Bernard Hinault en trieste aftocht van dopingzondaar Joop Zoetemelk. Maar de manier waarop hij een jaar later op nieuw toesloeg deed denken aan de hoogtijdagen van Eddy Mer- ckx: vijf ritzeges, superieur in de bergen, ijzersterk in de tijdrit ten. Daarna begon het sukkelen met de gezondheid, maar elke keer knokte Fignon zich terug. Met als meest opmerkelijke wapen feiten: de dubbelslag in Milaan- Sanremo (1988 en 1989), de zege in de Giro (1989) en de bijna- winst in de Tour van '89. Elke keer na een blessure werd hij afgeschreven, maar elke keer kwam hij terug. Tot aan de Tour van vorig jaar toe, waarin hij na een lange solo de rit van Straats burg naar Mulhouse won. Regenboogtrui? Op 12 augustus wordt Fignon 33. Toen hij op 22-jarige leeftijd zijn eerste Tour won verkondig de hij nog maximaal zes jaar door te gaan. Daarna stelde hij zijn afscheid steeds weer uit. 28 werd 29, 29 werd 30 en zelfs nu is er nog steeds zoiets van twij fel. Hij houdt te veel van het avontuurlijke bestaan, van de uitdaging te presteren. Dat Lucien Bailly hem in de Franse krant l'Equipe typeerde als 'de ideale opvolger' vleit Fig non, maar hij reageerde meteen met de opmerking dat hij eigen lijk niet weet of de job van bondscoach hem wel interes seert. In principe wordt dit zijn laatste seizoen. Tenzij hij er in Oslo in slaagt een langgekoester de wens in te lossen. In 1984 al gaf hij te kennen dat zijn loop baan niet geslaagd zou zijn zon der regenboogtrui. De Noorse hoofdstad biedt hem in het laat ste weekeinde van augustus de laatste kans. En als het lukt, dan mag het peloton Le Professeur nog een jaar langer in de armen sluiten. John van den Akker: 'Programma ziet er best aardig uit. FOTO DE STEM/BEN STEFFEN Door Susanne Groeneveld Veldhoven - Half januari sloeg ZG Mobili zijn tenten op in Colombia. Op 2600 meter hoogte bereidde de Italiaanse ploeg zich voor op het wielerseizoen. Voor John van den Akker betekende de trip naar Bogota de eerste kennisma king met zijn nieuwe ploeg: negen Italianen, twee Venezo- lanen en één Colombiaan. Hij zag er best een beetje tegenop. Niet tegen de lange vlucht naar Bogota, niet tegen de beruchte reputatie van Co lombia als het land van de drugkartels en zeker niet te gen de eerste confrontatie met zijn nieuwe ploeg. Nee, het was eerder de angst om ziek te worden. Ondanks de injecties tegen gele koorts en hepatitis B, de capsules tegen typhus en de karrevrachten malariapillen die hij nu nog steeds moet slikken. Ziek is Van den Akker in Zuid-Amerika niet geworden. Zelfs niet van het eten, waarin veel olijfolie, Spaanse pepers en paprika's worden verwerkt. Met de hygiëne in de hotels viel het wel mee. „Het was een schitterende trip," kijkt Van den Akker met genoegen te rug. „Of het de ideale voorbe reiding was moet nog blijken, maar zelf heb ik het idee dat ik er conditioneel behoorlijk op vooruit gegaan ben. De eerste dag kon ik nog geen viaduct op, maar als je ge wend bent aan de ijle lucht gaat het steeds beter." De Veldhovenaar heeft het drieweekse trainingskamp als een avontuur beleefd. Op het vliegveld in Bogota begon het eigenlijk al. Alle koffers wer den omgekeerd. Elk truitje, elke aërodynamische broek werd grondig nagezocht op cocaïne. Op elke hoek van de straat stonden soldaten met het geweer in de aanslag. De hotels waar de renners verble ven werden streng bewaakt. Hele colonnes militairen voor de deur, tralies voor de ramen. ,,'s Nachts werd je wakker van de geweerschoten. Tijdens ons verblijf ontplofte er een bom in een flat. Veertien mensen werden daarbij gedood. Ik had zeker verwacht dat de Neder landse televisie daar aandacht aan besteed zou hebben, maar zoiets schijnt in Colombia zo gewoon te zijn dat er in het buitenland amper meer op wordt gereageerd." Fietsen Behalve om drugkartels, koel bloedige moorden en niets ontziende bomexplosies is Co lombia ook bekend om zijn fietscultuur. Luis Herrera en Fabio Parra mogen dan met wielrennen zijn gestopt, het land kent nog altijd zo'n veer tig broodfietsers die echter zelden buiten de grens actief zijn. Dat is ook niet nodig, want in Colombia worden ge noeg wedstrijden georgani seerd. Van den Akker: „Het is onge looflijk hoe populair wielren nen daar is. Wij werden echt als helden vereerd. En een publiek dat er op de wedstrij den afkwam, echt vergelijk baar met de Tour. De mensen fietsen zelf ook veel. Het ver keer is enorm chaotisch in de steden, maar de fietser is be schermd. Als er een ongeluk gebeurt is hij nooit schuldig. Zondags worden de autowe gen afgesloten voor de fiet sers." ZG Mobili deed in Colombia aan drie wedstrijden mee, waaronder de vijfdaagse Gro te Prijs Café de Colombia. Ge wonnen door Rolf Jaermann van de Ariostea-ploeg. ZG Mobili zegevierde in vier van de vijf ritten: twee keer won de Italiaan Colage en twee keer was de Venezolaan Sierra de beste. Zelf eindigde Van den Akker in het eindklasse ment als negende. „Veel heb ben we niet verdiend," lacht hij. „De eerste plaats in een etappe leverde negentig gul den op en het is nog maar de vraag of we die ook krijgen. De Colombiaanse bond schijnt alles in eigen zak te steken." Klimmen Van den Akker is blij dat hij weer tussen de wielen mee draait. Bijna was het 'over and out' geweest. Hij behoorde niet tot de uitverkorenen van de PDM-ploeg die met Jan Gisbers mee naar Andorra mochten en een nieuwe werk gever was niet een, twee, drie gevonden. Pas half december meldde ZG Mobili zich. „Echt bezorgd ben ik niet ge weest", bekent hij. „Als de nood aan de man was geko men, had ik altijd nog voor een kleine Belgische ploeg kunnen gaan rijden. Dan was ik een kermiscoureur gewor den en daar had ik eerlijk gezegd weinig zin in. Daar voel ik me gewoon te goed voor. Vooral het laatste jaar heb ik veel progressie geboekt, zeker als klimmer. In het mid dengebergte kan ik behoorlijk goed mee. Maar kennelijk weet Gisbers dat niet. In een interview liet hij onlangs we ten dat hij Vos en mij niet nodig had, omdat wij niet kunnen klimmen. Gisbers heb ik vorig jaar welgeteld twee keer als ploegleider meege maakt, bij de Omloop Het Volk en de Ronde van Mid den-Zeeland. Voor de rest heb ik altijd met Ferdi van den Haute opgetrokken." Ten aanzien PDM zit er nog wel wat oud zeer bij Van den Akker. „Vooral het laatste jaar was de sfeer ver te zoe ken. Gisbers kon niet met Van den Haute werken en omge keerd. Daarnaast wist bijna niemand wat zijn toekomst was. We vormden geen een heid, de ploeg was los zand, iedereen fietste voor zichzelf." Meer kansen Bij PDM kreeg Van den Akker weinig kansen. De Tour heeft hij nooit gereden. Wanneer ZG Mobili tot het jaarlijkse circus in Frankrijk wordt toe gelaten, is de Veldhovenaar wèl van de partij. Die zeker heid heeft hij inmiddels op zak, want naast Ghirotto en Perini hebben de meeste Itali anen weinig belangstelling. „Mijn programma ziet er best aardig uit," vindt Van den Akker. „Ik rijd bijna alle klas siekers. De sfeer in de ploeg is erg goed. Ik heb nu nog wat problemen met de taal, maar dat zal niet lang duren. Met een nadat ik bij ZG had gete kend, ben ik een cursus Itali aans gaan volgen. Ik kan de jongens goed verstaan, zelf spreken is wat moeilijker. Kijk, bij PDM sprak je de Ieren in het Engels aan en de Duitsers in het Duits, maar die Italianen spreken alleen Italiaans." Van den Akker is drie dagen na zijn thuiskomst uit Colom bia alweer vertrokken naar Italië. „Als het me goed bevalt zou ik er best een paar jaar willen wonen," blikt hij voor uit. „Waarom niet? Al dat op en neer reizen kost alleen maar geld en tijd."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1993 | | pagina 9