''Nederland, land van kaasschaafjes'
Het laatste seizoen van 'Le professeur'
John van den Akker
heeft zin in
Italiaans avontuur
flx-prof Manders zoekt in België gezelligheid die hij in Luxemburg mist
SPORT ZEELAND
S KORT
J een theorieblok. Morgen
Ite. In het weekeinde van
I van deze cursus aan bod
ENGELRUBRIEK
er wild
I jjgnri Manders is een van
1 :e 24 Nederlandse wiel-
I ;eI®ers voor wie dit sei-
I ?oen geen plaats meer is
Ihet profpeloton. De
Lud-Drunenaar lijkt er
I rjet echt onder gebukt te
jaan. In Etalle, in Bel-
;isch Luxemburg, is hij
I jyk doende een 200 jaar
I oUde stulp op te knappen
I voor zijn vriendin Gene-
I fjeve, zoontje Thibault
I en voor hemzelf. Van af-
I trainen is nog niets geko-
I men. „In de vijf maanden
I ydat ik gestopt ben, ben
Ijk meer kilo's aangeko-
I yen dan mijn vriendin in
I regen maanden zwanger
schap."
Yeldhovenaar hoopt op meer kansen
DONDERDAG 11 FEBRUARI 1993
Breskens
I Breskens wordt vandaas
lus keeperstraining voor
fcdt verzorgd door Frans
kigd en van de keepers
ter (Volendam), in samen
Je KNVB.
pi heeft De Ruyter een
bittig duel met 4-3 van
In de week Primus/Piuym
net 9-5 van Disco Love 2.
jan het langste eind in het
tia 8-1 weinig moeite met
Xandgraaf/De Pieper 17-29
I Benetton 17-25, Gemeente
marine Service 16-14.
J3-16, Disco Love 1 17-u
|ie 18-8, Steelant 17-6, Vari
F°
laagd de zegereeks van El
Ier zaalvoetbalploeg, die
18-3.
|oed op orde. Verder was
en hadden we in Angelo
luel," stelde Henk Maas,
I stond in dit duel steevast
toor 0-1 had gezorgd, ging
et schaakspel leverde dus
Verbraeken het op zijn
bk bracht hij de stand op
[uitgedeeld. Arno Zwegers
en Angelo Verbraeken 2-7
It Bonte Hert nog altijd op
pensdag zijn koploper Van
door Rien van Nunen
|in de vangst. Voor de
watervissers geldt meestal
pe maand maart niet zo-
i voorstelt. De snoeken
aan het paaien, de voorns
pen wat mooi weer nodig
Ie snoekbaars is ook niet
jig. Eind maart is het
Visseizoen voor snoek en
|kbaars weer over.
snoekbaars mag
|/1993 gerust een slecht
vorden genoemd. Er zijn
kbaarsvissers, die in een
seizoen slechts enkele
fcn hebben kunnen vangen
lat was in grote delen van
jand hetzelfde. In juni kan
vaak wel weer aan de
al duurt het niet lang of
snoekbaarzen laten het
afweten. De oorzaak is
lelijk. Als de lente voorbij
wemt er zoveel jonge vis
onze wateren, dat de
kbaarzen weinig moeite
'en te doen om aan voed-
e komen. Dat is in het
n van de zomer nog wel
anders, vandaar
r de komende lente ziet
;r naar uit, dat de zeevis-
op meerdere adressen te-
t kunnen voor nachtvis-
op tong of paling. In de
we botengids van de
'S staan er echter heel
bedrijven die dat gaan
niet als zodanig gemeld
le bedrijven die dat niet
juist wel. Foutje? Nee,
de echt goede bedrijven
ven geen reclame te ma-
voor hun mogelijkheden,
ze zijn voor het grootste
:elte van het komende pa-
en tongseizoen al volge-
kt!
htvissen kan elke schip
maar kijk wel uit met
ken, want zomaar ergens
vissen en leuk tong of
bg vangen, is er niet bij.
is trouwens dit jaar wel
ressant voor zeevissers op
v'isma. Er zijn veel nieuw-
De Visma Ahoy' wordt
aar gehouden van 17 t/m
naart. Het wordt een bij
tere beurs, want de Visma
aat 25 jaar.
oen heeft hij Biervliet onder
hoede.
PROGRAMMA
ste klasse A: ARC-FC Lisse,
wijk-Scheveningen, Seroosker-
Sxcelsior Maassluis, Zwar1
28-Hoek, DOVO-Vitesse Dein.
rdwijk-Quick Boys, Rozenburg-
sburgse Boys. ^TC
ede klasse A: Achilles Veen-r^"
SSC'55-Altena, Kloetinge-M--
uiden, ASWH-Bevelanders,
)-WC'68, Tholense Boys-WU-
iina'68.
de klasse A: Yerseke-Veere, FA*
3a-Oostkapelle, AZW-WH^»
VD'67-Terneuzense Boys, s'
r Arendskerke-Kapelle, Brus
s-Zwaluwe.
•de klasse A: SKNWK-Rillandia.
neldinge-Coliinsplaatse
x'57-SPS, Nieuwland-Zaamslaê'
iningen-SSV'65, Smerdiek-Dau-
tdaele.
Boor Marcel Luyckx
jkben helemaal niet zo'n gezel
lig type", zegt Henri Manders
riverwege het gesprek. Op dat
jmment heeft hij zijn gehoor al
r.eerdere malen op de lachspie-
I m gewerkt. In het peloton was
lij tien jaar lang de getapte
I jongen.
ien vriend van mij werkte als
I hofmeester op een kazerne. Hij,
os tevens mijn masseur. Bij
iem op de massagetafel hoorde
ik de laatste moppen. Die vertel-
je ik weer door binnen het pelo
ton. Ik had ook al gauw een
bijnaam. Mijn Belgische ploeg
genoten bij Aernoudt noemden
je 'Tom', naar Tom Manders,
oitewel Dorus. Hennie Kuiper,
die ook bij ons in de ploeg reed,
I verstond het verkeerd. Hij meen-
dat die Belgen mij Toon
I noemden, in plaats van Tom.
Door Kuiper is het 'Toontje' ge
raden en dat is altijd zo geble-
Verhuizing
Henri Manders, die 2 maart 33
radt, zegt het fietsen nog geen
dag gemist te hebben. Hij stopt
alle energie in de verhuizing
r Etalle. Hij 'ontvlucht'
Luxemburg, waar hij de afgelo-
drieëneenhalf jaar gewoond
:ft en waar zijn vriendin
rkt op de Rabobank. Hij zoekt
I de gezelligheid op in Belgisch
I Luxemburg.
„Of ik de Nederlandse mentali-
I telt niet mis? Ik zal je eens een
I voorbeeld geven van de mentali-
i teit van de Nederlanders die in
Luxemburg bij de Rabobank ko
men. Ze rijden 's morgens om
I acht uur van huis naar Luxem-
burg met 150.000 gulden op zak.
Om half twaalf komen ze aan en
net voor twaalf uur, als de bank
sluit, zijn ze klaar. En dan vra
gen ze nog: 'Kunnen We nog een
kopje koffie krijgen voor bij de
boterhammen die we meege
bracht hebben.' Dat is de Neder
landse mentaliteit. Nederland is
ook het enige land waar je kaas-
schaafjes vindt en koekjestrom
mels."
-De Belgen die in Luxemburg op
de bank komen gaan eerst naar
Henri Manders, thuis in de Ardennen. 'In deze omgeving is een groot tekort aan Nederlandstalige mensen. Laatst zag ik nog een
advertentie waarin een tweetalige manager gezocht werd voor een camping waar veel Nederlanders komen. Dat lijkt me wel wat.
FOTO FELIX JANSSENS
de wc. Daar halen ze de biljetten
overal vandaan. Die meisjes op
de bank moeten het geld daarna
allemaal tellen. En zij weten
waar het al die tijd gezeten
heeft," vertelt Manders met een
vies gezicht dat boekdelen
spreekt.
Brutaler
„Nederlanders zijn wel veel vlot
ter in de omgang dan Luxem
burgers. Ze zijn brutaler, maken
gemakkelijker contact. In Etalle
en omgeving wonen een paar
vrienden. Daarom verhuizen we
hier naar toe. In Luxemburg
wilden we niet blijven. Als je
geen Luxemburgs praat, heb je
heel weinig contact met de men
sen. Mijn planning is om nog
eens in Australië uit te komen.
Ik ben er al vijf keer geweest. De
temperatuur is er aangenaam en
de mensen hebben er nog de
ruimte. Alleen mijn vriendin
staat nog niet zo achter- heit
idee."
Vriendin Genevieve is afkomstig
uit de buurt van het Franstalige
Luik. Henri Manders leerde haar
kennen in zijn amateurtijd. „Ik
won bij haar in het dorp de
eerste etappe in de Ronde van
Wallonië. Met de bos bloemen
die ik kreeg kon ik niets doen,
dus die heb ik gegeven aan de
eerste meid die ik aan de kant
zag. Zij viel op door haar lengte.
Twee dagen later had ik weer
bloemen, omdat ik leider was.
'Hier, heb je nog meer bloemen',
zei ik toen ik haar weer zag. Ze
vroeg meteen of ik op haar ver
jaardagsfeestje wilde komen.
Dat is nu elf jaar geleden. We
gaan binnenkort trouwen, want
dat scheelt in België duizend
gulden in de maand."
Toontje en Teuntje
Op verzoek gaat Henri Manders
nog een keer terug in de tijd,
naar die bewuste Tour-etappe op
3 juli 1985. Het zou de dag
worden van Toontje en Teuntje
(van Vliet). „Ik kom met Teun
voorop te rijden, met een voor
sprong van 21 minuten. In het
algemeen klassement stond Teun
slechts vier minuten achter op de
Deen Kim Andersen. Hij zou de
gele trui kunnen pakken, ik de
etappezege. Ik reed voor de
ploeg van Jan Raas. Van Vliet
fietste voor Verandalux, maar
hij had al een contract voor het
jaar erop bij Peter Post."
„Wat Teun niet wist, wat maar
heel weinig mensen weten, was
dat Raas en Post in die Tour een
overeenkomst hadden. Wij had
ji den een ploeg van vrijbuiters.
Panasonic, Post dus, had een
paar goede sprinters in de ploeg.
De afspraak met Post was dat
wij de laatste twintig kilometer
van de etappe niet meer zouden
demarreren, zodat Vanderaerden
en Anderson hun kansen konden
gaan in de sprint. Vanderaerden
stond tweede in het klassement
en zou via bonificatie-seconden
Andersen uit het geel kunnen
rijden. Dat zou Panasonic veel
publiciteit opleveren."
„Nu dreigde de situatie dat Teun
van Vliet met minuten voor
sprong de gele trui zou pakken.
Dus ging Post, de toekomstige
ploegleider van Van Vliet, naar
Raas en zei: 'Laat Manders niet
meer op kop rijden.' Het ene
moment kwam die gekke Hilaire
Vanderschuere, de assistent
ploegleider, me zeggen: 'Rije,
rije, je hebt twintig minuten.'
Het volgende moment riep-ie: 'Je
mag niet meer op kop fietsen.'
Toen was het nog 120 kilometer
fietsen. Tot op de dag van van
daag weet Teun van Vliet nog
niet dat Post daar achter zat.
Het klopt wel dat Raas en Post
in die tijd niet samen door één
deur konden, maar ze waren
professioneel genoeg om afspra
ken te maken."
Kramp
De afloop is bekend. Van Vliet
sleurde kilometers op kop over
de Noordfranse kasseien, totdat
hij door kramp bevangen werd.
Manders, die zich urenlang op
sleeptouw had laten nemen, so
leerde naar de rltzege in Tour-
coing, waar de Deen Andersen
overigens de gele trui behield.
Manders: „Tot die dag had ik
een goed contact met Teun.
Daarna niet meer. Er zijn men
sen die reageren zoals hij, er zijn
ook renners die beter naden
ken."
In Tourcoing behaalde Manders
de belangrijkste van zijn acht
overwinningen in tien jaar
broodfietsen. Een tweede spor
tief hoogtepunt vindt hij zelf de
derde plaats op het Nederlands
kampioenschap in 1990, toen
Peter Winnen kampioen werd.
Zijn beste prestatie in een klas
sieker was de vijfde plaats in de
Waalse Pijl in 1983, zijn tweede
jaar als prof.
„Aan het einde van mijn eerste
jaar had ik geen ploeg meer. Een
vriend van mij, die in de schoe-
nenhandel zat, regelde een con
tract voor mij bij Kwantum. Hij
zou de eerste drie maanden mijn
salaris betalen. Als ik niet zou
bevallen, zou ik gewoon gaan
werken en profwielrenner af
zijn. Die drie maanden waren
bijna voorbij en ik had nog geen
fatsoenlijke wedstrijd mogen rij
den. Mijn geluk was dat Kwan
tum nog geen punten had ge
wonnen voor het wereldbeker
klassement. De Waalse Pijl was
een van de laatste voorjaarsklas
siekers. Ik kreeg een kans. Ik
had het geluk dat ik mee was
met een vroege ontsnapping. Ik
werd vijfde. Dat waren de eerste
wereldbekerpunten voor Kwan
tum. Daarna heb ik alle grote
wedstrijden gereden."
Eerste lid Presto
Henri Manders werd op 2 maart
1960 geboren in Den Haag. Hij
groeide op in Drunen, waar zijn
blinde vader de wielervereniging
Presto oprichtte. Henri was het
eerste lid dat zich inschreef. Op
22-jarige leeftijd debuteerde hij
bij de beroepsrenners, in de Bel
gische Aernoudt-ploeg. In tien
jaar 'versleet' de Brabander vijf
ploegen. Na Aernoudt volgden
Kwantum, PDM, Weinmann en
tenslotte Helvetia.
Manders denkt financieel eerder
het maximum uit zijn carrière
gehaald te hebben dan sportief
gezien. De laatste vijf seizoenen
verdiende hij zijn geld in een
Zwitserse ploeg. „Voor het sala
ris dat ik in vijf jaar in Zwitser
land verdiend heb, moet je in
Nederland tien jaar fietsen. Het
scheelt ook dat mijn vriendin bij
een bank werkt. Zij kent de
wegen. Ik kan niet begrijpen dat
renners die zoveel verdienen, in
Nederland blijven wonen. Dan
richten ze wel een bv op, maar
wat doen ze als ze wielrenner af
zijn? Och, ze hebben allemaal
een boekhouder. Ze zullen het
wel beter weten. In Luxemburg
betaal je maar iets van twaalf
procent belasting. Ze hebben er
160 banken; 160 verschillende
dan wel. In Drunen heb je twee
banken. Dat is toch geen concur
rentie. Als de mensen in Luxem
burg met geld naar de bank
gaan, gaan ze shoppen, tarieven
met elkaar vergelijken."
„Het is niet zo dat ik binnen ben.
Ik heb me zelf een jaar de tijd
gegeven om een baan te vinden.
Eerst wil ik het huis op orde
hebben. In deze omgeving is een
groot tekort aan Nederlandstali
ge mensen. Laatst zag ik nog een
advertentie waarin een tweetali
ge manager gezocht werd voor
een camping waar veel Neder
landers komen. Dat lijkt me wel
wat."
Positief
Uit zichzelf roert Manders het
thema doping aan. Een onder
werp dat bij wielrenners pas uit
de taboesfeer komt, als ze ge
stopt zijn. „Weet jij dat ik een
keer positief ben bevonden bij de
dopingcontrole? Dat weten maar
heel weinig mensen. Dat is vorig
seizoen gebeurd tijdens de Ron
de van de Middellandse Zee. Die
dag reden we twee etappes. Na
de ochtendetappe nam ik anti-
gripine. In het verleden kocht ik
die altijd in Nederland. Geen
enkel probleem. In België kocht
ik een keer antigripine omdat ik
me niet goed voelde. Het was
precies hetzelfde doosje, dezelf
de naam, van dezelfde fabriek.
Maar in België zit er codeïne in.
En dat staat op de dopinglijst. Ik
had de bijsluiter niet gelezen."
„Een paar dagen na de doping
controle werd ik gebeld dat ik
positief was. Ik dacht dat ik door
de grond zakte. Het is toch nog
allemaal goed gekomen. Ik heb
het allemaal uitgelegd. Mijn
ploegleider Paul Köchli staat er
om bekend dat hij fel anti-do-
ping is. Hij heeft een goede naam
bij de internationale wielrenu-
nie, de UCI. De dokter van de
UCI raadde me aan een briefje
bij mijn eigen dokter te halen
dat hij dat middel voorgeschre
ven had. Dat heb ik gedaan. Ik
ben er zonder straf vanaf geko
men. Er is niet eens een contra
expertise geweest. Ik vraag me
af of het ook zo gegaan zou zijn
als ik nog bij PDM gefietst had?"
„Köchli is principieel tegen
spuiten. Bij hem in de ploeg heb
ik de Tour altijd gereden zonder
vitamine-preparaten. We kregen
alleen maar bruistabletten. Ik
durf te beweren dat dat onge
zonder is, dan op z'n tijd een
injectie met vitaminen. Doe je
dat niet, dan pleeg je roofbouw
op je eigen lichaam."
DoorSusanne Groeneveld
Alleen een wereldtitel
kan Laurent Fignon na
dit seizoen nog in het
J zadel houden. Blijft hij
verstoken van de felbe
geerde regenboogtrui,
dan komt er een einde
aan een bewogen carrière
met hoge pieken en diepe
dalen. De excentrieke
Parij zenaar wordt pr-
manager van Gatorade
vertelde hij op de voor
stelling van zijn ploeg in
Milaan. Bovendien staat
op de nominatie Lu-
eien Bailly op te volgen
als technisch directeur
van de Franse wieler
bond. Bailly noemt Fig-
a°n „de ideale bonds-
coach". Zelf heeft de ren
der daarover zijn twij
fels.
ü°6m jde naam Laurent Fignon
j re wielerjournalist zal
nadenken een smeuïge
ekdote kunnen opdiepen over
onberekenbare Tourwinnaar
113 en 1984. Ze zullen
eVn over de persconferen-
uie hij boos verliet. Omdat
wagen hem niet aanstonden
uw» buitenlandse verslag-
k rs Franse taal niet goed
^eersten. „Wie mij wil inter-
wasM moet Frans spreken,"
j?as een van zijn standpUnten.
dio iT °°k vertellen over al
sna„arendat ze werden afge-
d«wd Èen u'fd 611 W6gge"
klann enkeling zal zich de
PPen herinneren die Fignon
Laurent Fignon, een van de laatste vedetten in het peloton.
zonder mededogen uitdeelde.
Zoals de cameraman van La
Cinq die in de Tour van 1989 een
vuist in zijn gezicht kreeg en
Fignon daarvoor zelfs voor de
rechter daagde. De renner deed
echter hetzelfde met journalis
ten, van wie de verhalen hem
niet bevielen. De Franse krant
La Libération werd vier jaar
geleden met een fikse geldboete
opgezadeld omdat de correspon
dent Nederlandse kranten had
geciteerd, waarin Fignon werd
beticht van dopegebruik.
In de Tour van 1989 die hij op
het nippertje verloor aan Greg
LeMond kreeg de Fransman van
de gezamenlijke journalisten de
Prix de Citron, de prijs voor de
grootste zuurpruim van het pelo
ton. Het interesseerde hem niet.
Fignon baalt van journalisten,
vindt publiciteit een uitermate
vervelende consequentie van zijn
prestaties. Zijn privé-leven
houdt hij dan ook strikt geschei
den van zijn zwerversbestaan op
de fiets: geen foto's dus van zijn
vrouw en kinderen in de roddel
bladen.
Eigenaardigheden
Fignon is een van de laatste
vedetten in het peloton. Door
zijn successen, dat vooral, want
weinig renners kunnen hun ere
lijst naast die van de Fransman
leggen. Maar zeker ook door zijn
houding tegenover de pers en
FOTO DE STEM/BEN STEFFEN
zijn andere eigenaardigheden.
Fignon bewandelt zijn eigen we
gen, wars van wat anderen den
ken en doen.
Dat leidde ook op de fiets tot
problemen. Lang hield ploeglei
der Cyrille Guimard zijn parade
paardje de hand boven het
hoofd. Renners die niet luister
den, die niet in de pas wilden
lopen met Fignon werden de
laan uitgestuurd: Charly Mottet,
de gebroeders Madiot, Martial
Gayant en Eric Boyer. Dat ging
lang goed, totdat Guimard zijn
renners twee jaar geleden niet
langer kon motiveren. Zij waren
het beu nog langer voor een
kopman te rijden die niet pres
teerde.
Een breuk was onvermijdelijk.
Na negen jaar gingen ploegleider
en renner uiteen. Dat had meer
voeten in de aarde dan het sim
pel verscheuren van een con
tract. Fignon en Guimard waren
immers ook zakelijk met elkaar
verbonden. Samen beheerden ze
de stichting Maxi Sports, die
wielerploegen van materiaal
voorzag. Guimard kocht de aan
delen van Fignon en maakte zich
daarmee definitief los van de
renner die hij ooit ondekte tij
dens de Ronde van Corsica voor
amateurs.
Knie-operaties
Guimard mag een belangrijk
aandeel hebben gehad in de suc
cessen van Fignon, dezelfde Gui
mard wordt ook als verantwoor
delijke gezien voor de waslijst
van blessures die de renner te
verwerken kreeg. Zelf moest de
Breton zijn carrière als prof sta
ken omdat hij zijn knie in de
vernieling had getrapt. Bernard
Hinault, poulain van Guimard,
sukkelde jaren eveneens met zijn
knie en Figon kan zich waar
schijnlijk het aantal operaties
aan het gewricht tussen dij- en
scheenbeen amper herinneren.
De tol van een te zwaar verzet?
Juist die knieperikelen maken de
erelijst van de Fransman nog
indrükwekkender. Zijn eerste
Tourzege in 1983 werd een toe
valstreffer genoemd, te danken
aan de schouderbladbreuk van
Pascal Simon, de afwezigheid
van Bernard Hinault en trieste
aftocht van dopingzondaar Joop
Zoetemelk. Maar de manier
waarop hij een jaar later op
nieuw toesloeg deed denken aan
de hoogtijdagen van Eddy Mer-
ckx: vijf ritzeges, superieur in de
bergen, ijzersterk in de tijdrit
ten.
Daarna begon het sukkelen met
de gezondheid, maar elke keer
knokte Fignon zich terug. Met
als meest opmerkelijke wapen
feiten: de dubbelslag in Milaan-
Sanremo (1988 en 1989), de zege
in de Giro (1989) en de bijna-
winst in de Tour van '89. Elke
keer na een blessure werd hij
afgeschreven, maar elke keer
kwam hij terug. Tot aan de Tour
van vorig jaar toe, waarin hij na
een lange solo de rit van Straats
burg naar Mulhouse won.
Regenboogtrui?
Op 12 augustus wordt Fignon
33. Toen hij op 22-jarige leeftijd
zijn eerste Tour won verkondig
de hij nog maximaal zes jaar
door te gaan. Daarna stelde hij
zijn afscheid steeds weer uit. 28
werd 29, 29 werd 30 en zelfs nu
is er nog steeds zoiets van twij
fel. Hij houdt te veel van het
avontuurlijke bestaan, van de
uitdaging te presteren.
Dat Lucien Bailly hem in de
Franse krant l'Equipe typeerde
als 'de ideale opvolger' vleit Fig
non, maar hij reageerde meteen
met de opmerking dat hij eigen
lijk niet weet of de job van
bondscoach hem wel interes
seert. In principe wordt dit zijn
laatste seizoen. Tenzij hij er in
Oslo in slaagt een langgekoester
de wens in te lossen. In 1984 al
gaf hij te kennen dat zijn loop
baan niet geslaagd zou zijn zon
der regenboogtrui. De Noorse
hoofdstad biedt hem in het laat
ste weekeinde van augustus de
laatste kans. En als het lukt, dan
mag het peloton Le Professeur
nog een jaar langer in de armen
sluiten.
John van den Akker: 'Programma ziet er best aardig uit.
FOTO DE STEM/BEN STEFFEN
Door Susanne Groeneveld
Veldhoven - Half januari sloeg ZG Mobili zijn tenten op
in Colombia. Op 2600 meter hoogte bereidde de Italiaanse
ploeg zich voor op het wielerseizoen. Voor John van den
Akker betekende de trip naar Bogota de eerste kennisma
king met zijn nieuwe ploeg: negen Italianen, twee Venezo-
lanen en één Colombiaan.
Hij zag er best een beetje
tegenop. Niet tegen de lange
vlucht naar Bogota, niet tegen
de beruchte reputatie van Co
lombia als het land van de
drugkartels en zeker niet te
gen de eerste confrontatie met
zijn nieuwe ploeg. Nee, het
was eerder de angst om ziek te
worden. Ondanks de injecties
tegen gele koorts en
hepatitis B, de capsules tegen
typhus en de karrevrachten
malariapillen die hij nu nog
steeds moet slikken.
Ziek is Van den Akker in
Zuid-Amerika niet geworden.
Zelfs niet van het eten, waarin
veel olijfolie, Spaanse pepers
en paprika's worden verwerkt.
Met de hygiëne in de hotels
viel het wel mee. „Het was een
schitterende trip," kijkt Van
den Akker met genoegen te
rug. „Of het de ideale voorbe
reiding was moet nog blijken,
maar zelf heb ik het idee dat
ik er conditioneel behoorlijk
op vooruit gegaan ben. De
eerste dag kon ik nog geen
viaduct op, maar als je ge
wend bent aan de ijle lucht
gaat het steeds beter."
De Veldhovenaar heeft het
drieweekse trainingskamp als
een avontuur beleefd. Op het
vliegveld in Bogota begon het
eigenlijk al. Alle koffers wer
den omgekeerd. Elk truitje,
elke aërodynamische broek
werd grondig nagezocht op
cocaïne. Op elke hoek van de
straat stonden soldaten met
het geweer in de aanslag. De
hotels waar de renners verble
ven werden streng bewaakt.
Hele colonnes militairen voor
de deur, tralies voor de ramen.
,,'s Nachts werd je wakker van
de geweerschoten. Tijdens ons
verblijf ontplofte er een bom
in een flat. Veertien mensen
werden daarbij gedood. Ik had
zeker verwacht dat de Neder
landse televisie daar aandacht
aan besteed zou hebben, maar
zoiets schijnt in Colombia zo
gewoon te zijn dat er in het
buitenland amper meer op
wordt gereageerd."
Fietsen
Behalve om drugkartels, koel
bloedige moorden en niets
ontziende bomexplosies is Co
lombia ook bekend om zijn
fietscultuur. Luis Herrera en
Fabio Parra mogen dan met
wielrennen zijn gestopt, het
land kent nog altijd zo'n veer
tig broodfietsers die echter
zelden buiten de grens actief
zijn. Dat is ook niet nodig,
want in Colombia worden ge
noeg wedstrijden georgani
seerd.
Van den Akker: „Het is onge
looflijk hoe populair wielren
nen daar is. Wij werden echt
als helden vereerd. En een
publiek dat er op de wedstrij
den afkwam, echt vergelijk
baar met de Tour. De mensen
fietsen zelf ook veel. Het ver
keer is enorm chaotisch in de
steden, maar de fietser is be
schermd. Als er een ongeluk
gebeurt is hij nooit schuldig.
Zondags worden de autowe
gen afgesloten voor de fiet
sers."
ZG Mobili deed in Colombia
aan drie wedstrijden mee,
waaronder de vijfdaagse Gro
te Prijs Café de Colombia. Ge
wonnen door Rolf Jaermann
van de Ariostea-ploeg. ZG
Mobili zegevierde in vier van
de vijf ritten: twee keer won
de Italiaan Colage en twee
keer was de Venezolaan Sierra
de beste. Zelf eindigde Van
den Akker in het eindklasse
ment als negende. „Veel heb
ben we niet verdiend," lacht
hij. „De eerste plaats in een
etappe leverde negentig gul
den op en het is nog maar de
vraag of we die ook krijgen.
De Colombiaanse bond schijnt
alles in eigen zak te steken."
Klimmen
Van den Akker is blij dat hij
weer tussen de wielen mee
draait. Bijna was het 'over and
out' geweest. Hij behoorde
niet tot de uitverkorenen van
de PDM-ploeg die met Jan
Gisbers mee naar Andorra
mochten en een nieuwe werk
gever was niet een, twee, drie
gevonden. Pas half december
meldde ZG Mobili zich.
„Echt bezorgd ben ik niet ge
weest", bekent hij. „Als de
nood aan de man was geko
men, had ik altijd nog voor
een kleine Belgische ploeg
kunnen gaan rijden. Dan was
ik een kermiscoureur gewor
den en daar had ik eerlijk
gezegd weinig zin in. Daar
voel ik me gewoon te goed
voor. Vooral het laatste jaar
heb ik veel progressie geboekt,
zeker als klimmer. In het mid
dengebergte kan ik behoorlijk
goed mee. Maar kennelijk
weet Gisbers dat niet. In een
interview liet hij onlangs we
ten dat hij Vos en mij niet
nodig had, omdat wij niet
kunnen klimmen. Gisbers heb
ik vorig jaar welgeteld twee
keer als ploegleider meege
maakt, bij de Omloop Het
Volk en de Ronde van Mid
den-Zeeland. Voor de rest heb
ik altijd met Ferdi van den
Haute opgetrokken."
Ten aanzien PDM zit er nog
wel wat oud zeer bij Van den
Akker. „Vooral het laatste
jaar was de sfeer ver te zoe
ken. Gisbers kon niet met Van
den Haute werken en omge
keerd. Daarnaast wist bijna
niemand wat zijn toekomst
was. We vormden geen een
heid, de ploeg was los zand,
iedereen fietste voor zichzelf."
Meer kansen
Bij PDM kreeg Van den Akker
weinig kansen. De Tour heeft
hij nooit gereden. Wanneer
ZG Mobili tot het jaarlijkse
circus in Frankrijk wordt toe
gelaten, is de Veldhovenaar
wèl van de partij. Die zeker
heid heeft hij inmiddels op
zak, want naast Ghirotto en
Perini hebben de meeste Itali
anen weinig belangstelling.
„Mijn programma ziet er best
aardig uit," vindt Van den
Akker. „Ik rijd bijna alle klas
siekers. De sfeer in de ploeg is
erg goed. Ik heb nu nog wat
problemen met de taal, maar
dat zal niet lang duren. Met
een nadat ik bij ZG had gete
kend, ben ik een cursus Itali
aans gaan volgen. Ik kan de
jongens goed verstaan, zelf
spreken is wat moeilijker.
Kijk, bij PDM sprak je de
Ieren in het Engels aan en de
Duitsers in het Duits, maar
die Italianen spreken alleen
Italiaans."
Van den Akker is drie dagen
na zijn thuiskomst uit Colom
bia alweer vertrokken naar
Italië. „Als het me goed bevalt
zou ik er best een paar jaar
willen wonen," blikt hij voor
uit. „Waarom niet? Al dat op
en neer reizen kost alleen
maar geld en tijd."