zoomwegzuid
'Met dwars door
landbouwgebied'
Na de opening van
Zoomweg-zuid is voor de
Brabantse Milieu
Federatie de strijd niet
gestreden. Ze houdt de
ontwikkelingen in de
gaten. BMF zal zich
verzetten tegen vestiging
van bedrijven bij de weg.
De polder bij
Ossendrecht mag geen
overloop worden van het
Antwerpse
industriegebied.
BMF: meer wegen
trekken meer
auto's aan
De NCB is niet
principieel tegen
de Zoomweg-noord
Als de NCB
(Noordbrabantse
Christelijke Boerenbond)
het voor het zeggen heeft,
komt Zoomweg-noord
niet dwars door
landbouwgebied. Ergens
aan de rand mag wel. Op
de scheiding van akkers
en gemeentegrond
bijvoorbeeld.
Paul van Poppel: Dat er afspraken zijn gemaakt om Zoomweg-
noord aan te leggen, wil nog niet zeggen dat hij er ook moet komen.
„Met het aanleggen van wegen trek je auto's aan. Er komen er meer in plaats van minder.
FOTO ANP
FOTO DE STEM BEN STEFFEN
'Oppassen voor aanzuigkracht
BMF-directeur P. van Poppel
neemt de illusie weg dat na de
aanleg van Zoomweg-zuid zijn mi
lieu-taak daar ophoudt. Zeker, hij
is blij met het verleggen van het
tracé van de Wouwse Plantage
naar een plaats ten westen daar
van. Natuurgebied blijft gespaard,
maar de BMF wilde eigenlijk een
Zoomweg, die heel dicht tegen het
Schelde Rijn-kanaal lag. En dan
geen vier, maar twee rijstroken
bevattend.
„Nu gaat het om de vraag: hoe
wordt West-Brabant ingericht?
Gaat er van de Zoomweg-zuid een
vliegwieleffect uit - de drang om
bedrijven naar de polder te ver
plaatsen - of weten bestuurders de
polder open te houden? Dat laatste
zou goed zijn voor natuur en land
schap, en ook voor grensdorpen als
Ossendrecht en Hoogerheide. Op
dat punt moeten we attent blij
ven."
Tot zijn grote genoegen is het logis
tieke park bij Ossendrecht afgebla
zen. Dat zou een aanslag op de
open ruimte hebben gepleegd. Als
de Belgen aan hun kant van de
grens wel zo'n park openen, be
staat de kans dat vanuit Nederland
druk wordt uitgeoefend om aan de
Nederlandse kant toch ook iets van
dien aard tot stand te brengen.
Van Poppel blijft zich verbazen
over het gemak, waarmee de over
heid door gaat wegen aan te leg
gen. „Wat wil ze nu eigenlijk?" Wil
ze het gebruik van de auto terug
dringen (heel wat rapporten en
ander papier zijn daaraan gewijd)
en het milieu ontlasten of niet? „De
overheid hinkt op twee gedachten."
Het milieu staat hoog in het vaan
del en tegelijkertijd geeft ze toe
stemming om wegen aan te leggen.
„De noodzaak van de Zoomweg is
nooit aangetoond. Zoek eerst uit of
we niet zonder kunnen, voordat de
eerste spa de grond in gaat. Met het
aanleggen van wegen trek je auto's
aan. Er komen er meer in plaats
van minder."
Ter bescherming van het milieu en
het landschap zou de overheid
Zoomweg-noord niet moeten aan
leggen, filosofeert Van Poppel. Ver
keer kan vanuit de Randstad via
Moerdijk naar Roosendaal en ver
der rijden. Of bij Dinteloord eerst
wat kilometers oostwaarts voordat
naar het zuiden kan worden afge
bogen. „Met zichtbare ontmoedi
ging bereik je al veel. Enkele kilo
meters omrijden is een ontmoedi
ging."
Van Poppel veronderstelt, dat de
verkeersproblémen van Halsteren
en Steenbergen niet met de aanleg
van een rijkssnelweg (Zoomweg-
noord) zijn op te lossen. „Lokaal
verkeer heeft niets aan een snel
weg. Om de verkeersdruk op die
plaatsen te verlichten zou een nieu
we provinciale weg nodig zijn."
Gewoon langs de dorpen een twee-
baans weg, waarop niet sneller dan
80 mag worden gereden.
Dat een provinciale weg tussen
Dinteloord en Bergen op Zoom een
sluipweg voor vrachtverkeer kan
worden, gelijk de weg van Hooger-
heide naar Putte, laat Van Poppel
ongenoemd. Hij gokt erop, dat
chauffeurs van vrachtwagens liever
iets omrijden om op een snelweg te
kunnen rijden. „Natuur en land
schap verknallen om tien kilometer
af te snijden?" Te zot voor woorden
in de visie van de BMF-directeur.
Tot zijn grote vreugde neemt hij bij
Rijkswaterstaat een omslag in het
denken waar. De rijksdienst richt
zich bij aanleg van wegen meer op
openbaar vervoer en terugdringen
van de auto: vrije busbanen en
carpoolplaatsen. Van Van Poppel
mag een fysieke belemmering ook
deel van die omslag uitmaken. Hij
bedoelt ermee: een weg niet aan
leggen, verkeer laten omrijden, we
gen zo smal houden dat automobi
listen vanzelf de lol vergaat om in
een auto te kruipen.
Het anders denken bij Rijkswater
staat komt tot uiting bij de nieuwe
weg tussen Eindhoven en Nijme
gen. Het krijgt een vervolg bij het
plannen van de Zoomweg-noord,
zo signaleert Van Poppel. De Bra
bantse Milieu Federatie laat geen
gelegenheid onbenut om mee te
denken en de gedachten nog meer
te richten om ontmoediging van het
autogebruik. „Dat er afspraken
zijn gemaakt om Zoomweg-noord
aan te leggen, wil nog niet zeggen
dat hij er ook moet komen."
Hij is niet ontvankelijk voor het
argument van de vijf voorzitters
van de Kamers van Koophandel in
het deltagebied, dat de goederen
stroom vanuit Rotterdam meer en
meer in zuidelijke richting gaat.
„Een jaar geleden heb ik nog ie
mand van de Rotterdamse haven
horen zeggen: in het oosten ligt ons
achterland niet in het zuiden.
Mocht het economisch zwaartepunt
verschuiven, dan zou Rotterdam
zich op het oosten kunnen blijven
richten en Antwerpen zich op het
zuiden."
In de delta mag je immers samen
werking verwachten in plaats van
concurrentie. Grenzen weg? Dan
een delta met een gezamenlijk be
lang, namelijk vasthouden van de
goederenstroom. Beter voor Rotter
dam en beter voor Antwerpen als
er een gezamenlijk beleid tot stand
komt. Kan het idee van wegen naar
het zuiden worden opgegeven. „De
aanslag op natuur en landschap in
Gelderland (Betuweroute) houden
we 'vervolgens over," aldus Van
Poppel.
Hij en zijn milieu-organisatie rich
ten zich in de komende tijd, naast
het bijhouden van de ontwikkelin
gen aan Zoomweg-zuid, op twee
onderwerpen: hoe zijn de proble
men van Halsteren op te lossen, en
druk uitoefenen op Rijkswaterstaat
ten aanzien van Zoomweg-noord.
„We bezinnen ons op een mogelijk
heid om het verkeer oostelijk langs
Halsteren te leiden. Via een provin
ciale weg, ja. De druk op Rijkswa
terstaat omvat de weg langs Hal
steren en de Zoomweg-noord."
Volgens Van Poppel heeft water
staat de gewoonte ontwikkeld om
denkbeelden van maatschappelijke
organisaties te verwerken in plan
nen. Bij het ontwerpen van een
tracé voor Zoomweg-noord en alle
varianten daarop is al rekening
gehouden met verlangens van orga
nisaties, die tegengestelde belangen
nastreven.
„Zoomweg-noord verkeert nu in de
studiefase. We brengen daar onze
ideeën in." Rijkswaterstaat kan
echter niet alle wensen van elke
organisatie verwerken. Daarvoor
lopen belangen soms te ver uiteen.
„Na studeren en tekenen volgen
inspraakrondes en een hoorzitting.
Bij die gelegenheden zullen we ook
onze stem laten horen."
BMF-directeur Van Poppel hoopt
in stilte dat het steeds vaker in
ambtelijke kringen te horen geluid
om een punt te zetten achter de
aanleg van wegen, een gevolg krijgt
in de praktijk. Als al die ambtena
ren nu eens besluiten om meer
aandacht aan natuur en landschap
te geven en hun bazen/politici van
de noodzaak ervan overtuigen, dan
kan Zoomweg-noord misschien als
onuitgevoerd plan naar het archief
verdwijnen.
DINSDAG 2 MAART 1993
Bij verwerving van grond voor
de Zoomweg-zuid heeft Rijkswa
terstaat complete boerenbedrij
ven opgekocht. Nu is er land
over. Bij een toekomstige ruilver
kaveling mogen de boeren ook
daarover beschikken.
FOTO DE STEM DICK DE BOER
Daar zou de weg het best op zijn
plaats zijn, vindt boeren-voorman
Vollebregt. Hij heeft niets tegen de
aanleg, De nieuwe weg is immers
goed voor de economie. En export
omvat nog immer een flinke hap
produkten van het land.
Leo Vollebregt, hoofd dienst
grondgebruik van de NCB in Til
burg, staat op één lijn met haven
bedrijven en vervoerders als hij
zegt: „Een goede verbinding is
goed voor de economie. We zijn
niet principieel tegen wegen."
De geschiedenis van Zoomweg-
zuid doet anders vermoeden. Als er
sprake van is, dat de weg niet door
natuurgebied, maar over land
bouwgrond wordt aangelegd, lopen
boeren te hoop.
Geen weg door de polder, heet het
tot halverwege de jaren tachtig. Als
voorstanders van schoon grondwa
ter en ongeschonden natuurterrei
nen het voor elkaar krijgen dat de
nieuwe levensader voor de Rotter
damse haven niet dwars door de
Wouwse Plantage komt, hebben
boeren ook een sterk argument te
testen: geen opoffering van vrucht
bare bodem. Daar komt het voedsel
voor miljoenen vandaan.
L. Willemsen uit Ossendrecht, in
1985 spreekbuis van de boeren,
heeft nog een argument: Het pol
dergebied hoort een bufferzone te
zijn tussen Antwerpen en de zuid
westhoek. Met de aanleg van de
Zoomweg wordt die buffer wegge
nomen.
Aan het gemor uit de polder komt
een einde als -zo blijkt uit het
relaas van Vollebregt - Rijkswater
staat met de geldbuidel rammelt.
„Bij verwerving van grond voor de
Zoomweg-zuid heeft Rijkswater
staat complete boerenbedrijven op
gekocht. De rijksdienst kreeg aldus
veel te veel grond, maar benadeel
de boeren konden ruimschoots
worden gecompenseerd. Er is zelfs
land over. Bij een toekomstige ruil
verkaveling mogen de boeren ook
daarover beschikken."
De ruilverkaveling in de uiterste
zuidwesthoek van Brabant is al
aangevraagd. Uitvoering laat nog
zo'n twintig jaar op zich wachten,
veronderstelt Vollebregt. Erg snel
lopen de procedures niet. En haast
is er niet mee, omdat Rijkswater
staat voor het gebied ten zuiden
van Bergen op Zoom de kaarten
voorlopig goed heeft geschut.
Het pleidooi voor het sparen van
kostbare cultuurgrond was toch
niet vol te houden. Vanuit het
landbouwhoofdkwartier in Brussel
regende het berichten over melk-,
kaas-, graan- en andere overschot
ten. Om daar een einde aan te
maken besloot Brussel boeren te
betalen voor het laten braak liggen
van grond. Geen produktie en toch
inkomen. Dankzij hoogwaardige
produktiemethoden kan de boer
met minder grond toe.
Een misvatting, aldus Vollebregt
vanuit het NCB-bolwerk in Til
burg. „De braaklig-regeling is een
tussenfase." Dat blijkt dan achter
af, want bij instelling werd ervan
uitgegaan dat het ongebruikt laten
van grond structureel zou zijn. In
de redenering van Vollebregt komt
er een einde aan de intensieve
landbouw.
De vraag 'hoe kan de produktie
nog meer worden opgevoerd' wordt
gaandeweg -in een geleidelijk pro
ces- vervangen door de vraag 'hoe
gaan we zo zorgvuldig mogelijk
met de grond om'. Verboden op het
gebruik van bestrijdingsmiddelen,
het oppompen van grondwater, het
ongelimiteerd bemesten en andere
natuur beschermende maatregelen
remmen de drang om de produktie
per hectare op te voeren.
Vollebregt komt dan ook tot de
slotsom: „Ecologische motieven
dwingen de boer tot andere pro
duktiemethoden en royaler grond
gebruik." De boer van morgen
heeft meer grond nodig dan de boer
van vandaag. Aan de braaklig-re
geling komt vanzelf een einde.
In dat kader past het gevecht om
de grond bij de aanleg van Zoom
weg-noord. „Stelt Rijkswaterstaat
zich net zo soepel op als bij de
grondverwerving voor Zoomweg-
zuid, door hele boerenbedrijven op
te kopen, dan staan boeren de
aanleg van Zoomweg-noord niet in
de weg." Er hoeft in dat geval niet
tot onteigening te worden overge
gaan.
De NCB beveelt leden in het proces
van grondverwerving wel de tac
tiek van afwachten aan. „Wachten
op voorstellen betreffende het tra
cé. Rijkswaterstaat biedt voldoen
de varianten om tijdens de in
spraakronde een keuze te maken.
Wachten ook tot Rijkswaterstaat
de grond echt nodig heeft."
De NCB-grondspecialist heeft er
een uitdrukking voor: Wie haast
heeft, betaalt. De boer die zijn
grond aanbiedt om snel te verkas
sen krijgt minder dan de boer die
bezwijkt voor de aandrang van
Rijkswaterstaat. Vandaar dat de
NCB geen haast heeft. Niet met het
kiezen van een wegtracé -het liefst
ver van de akkers vandaan- en ook
niet met het vrijmaken van grond.
„Het heeft geen zin nu al bij Rijks
waterstaat op de stoep te staan. Als
de tijd daar is, zullen we zeker ons
zegje doen." De NCB hakt al langer
met het bijltje van de belangente
genstellingen.