weekend Suharto, de Javaanse vorst Kamer praat volgende week over uitbreiding wet voor bodemsanering 'Het schoonmaken van de bodem is niet haalbaar binnen één generatie' zou ik nog hebben gezwo- ner het klooster te veria- In ik zag het al eerder In," vult Marina aan. esluit moet loskomen. Hij Ir naar toe." lier abt is blij met de mede- hing van Frans. Blij met de llossing van een knellend lobleem. Zijn medebroe- ben begrip voor het uittre- |gens de bisschop moet de levensbedreigende situa- |ere keuzes maken. Frans i getroost. Moeilijker heeft net de boodschap aan zijn iten niet beter of ik zou tot Ie van mijn leven klooster- ren. Mijn besluit tot uittre- oorzaakte een schok." Met {ten kan hij zijn familie tot Jraak 'Het is jouw leven. Je |f weten wat je doet' laten 5 zoontje Yve heeft moeite nieuwe huisgenoot. Marina weten hem te winnen voor dat ze nu samen een |je vormen. Frans doet zijn de jongen naar de zin te Heeft hij via de Agnes- |n Roosendaal niet ervaring Vjvoeden van kinderen op- voor de toekomst hebben |Ze dobberen op de golfslag leven en nemen het zoals ht. Marina legt namens bei waarom niet met een agen- worden geleefd. „Het hel- i mensen kost veel energie." peft ze de puf niet meer om gesprek iets anders te doen. spraak met mijn familie een an te voren maken kan ik 1 je voor, dat ik mezelf niet |el. Dan ga ik niet." 1 voelen heeft met de gees- Igesteldheid te maken. Het [en van goede, positieve sig- '/larina en Frans willen an- liet opzadelen met hun on- och heeft Marina doelen in |het leven. Heel voorzichtig noemt zij het beginnen van |een eigen praktijk in het nale helpen. Samen met Frans wil niet anders als euw mens. Vooralsnog richt hulp op mensen uit zijn teven. Willen zij praten? Pri- |illen zij hem de mis laten Jok al goed. De dienstbaar- [raalt er bij hem af. zoekt haar bestaan meer in ug naar de natuur. Terug let pure leven van blootlig- narten en zielen. Terug naar pzame kracht van kruiden, ridentuintje trekt haar aan. Ivindt alles best. Financiële heeft het gezinnetje niet. Ze tan zijn aow. „Ik ervaar mijn ten bij Marina als een be- |g. Als een thuiskomst." In llpen van mensen heeft hij luwe roeping gevonden, prucht in de grensstreek is naar anders dan het briesje en geloven. Een Trappist is ptgetreden, maar heeft een orde gesticht. müng. Hij zal mogelijk per- t opgehaald worden, met een rant erin. Ik juich het toe dat chtige oude stalen construc- ouden blijft, maar toch twij- want op die manier is het feitelijk geen brug meer." and kent nog geen boek, dat chiedenis van de bruggen- ntegraal beschrijft. Wat dat lopen de bruggen - die wij ijk meer gewoon dan monu- il vinden - achter op de wa rns. De betrokkenheid van bliek moet vergroot. Ooster- „Want jaarlijks verdwijnen llen bruggen, soms hele Zelfs zonder dat daar eerst eurig alles van is vastgelegd, onde." emt de vele draaibruggen, te. am voor ons koortsachtig r en dus voor het grootste Jgeruimd. De karakteristieke 3ruggen, noodbruggen na de maar zo degelijk dat ze lang ruik bleven; die bij Heusden e Bergsche Maas is een van einige resterende. De bijna roeste scharnierende kraan- jij Leerdam, een uniek exem- dat hopelijk op het nippertje kan worden. avoriet bij hemzelf zijn de ophaalbruggen, liefst met sierlijk gietijzeren hamei portaal, zoals er nog een e Hollandsche IJssel in Haas- klapt. Hij noemt Dordrecht iorbeeldstad vol monumenta- raesterde bruggen, leeft hij een bijzondere favo- In park Sonsbeek in Arnhem :n klein hangbruggetje. Als ze reg zouden doen, zou ik het rel willen hebben." DE STEM ZATERDAG 27 FEBRUARI 1993 De Tweede Kamer praat volgende week over de uitbreiding van de Wet Bodembescherming. Deze wet stelt hoge eisen aan de kwaliteit van de Nederlandse bodem. Uitgangspunt blijft dat alle vervuilde grond in één generatie volledig wordt schoongemaakt. Minister Alders van Milieubeheer heeft een jaar geleden een werkgroep in het leven geroepen die moest bekijken hoe er praktische regels gemaakt konden worden zonder dat de principes geweld aan werden gedaan. Aan de vooravond van het Kamerdebat een gesprek met de voorzitter van deze werkgroep, burgemeester Welschen uit Eindhoven. Door Hans van den Broek Recente berekeningen leren dat de totale bodemsanering minimaal tussen de 50 a 100 miljard gulden gaat kosten. Het rijk kan zoveel geld absoluut niet opbrengen, foto anp Een vergeten rekening D e schoonmaakster komt binnen in de stoffige en vuile werk kamer van de burge meestertij overziet de puinhoop op de bete gelde vloer, en werpt zich met tomeloze inzet op één tegel. Die wil ze weer brandschoon maken. De verontwaardigde burgemeester grijpt in. In vriendelijke bewoor dingen stelt hij haar voor eerst al het vuil in de kamer op een hoop te vegen. En pas daarna, als zij die dag nog tijd over heeft, te bekijken of en hoe de tegels nog beter schoon te maken zijn. Met dit verzonnen voorbeeld be schrijft voorzitter Welschen van de werkgroep Bodemsanering in sim pele bewoordingen het dilemma van de grote schoonmaakoperatie van de Nederlandse bodem. De praktijk van vandaag is grof weg dat de ernstigst vervuilde plekken in ons land in de kortste tijd worden opgeruimd, terwijl een heleboel andere verontreinigde ter reinen onaangeroerd blijven. Een verkeerde aanpak, vindt Welschen. Hij pleit hartstochtelijk voor het handhaven van het principe dat Nederland weer helemaal gesa neerd moet worden, maar wel met een open oog voor de praktische problemen. Met de wet in de hand kunnen overheden eigenaren van vervuilde terreinen dwingen de bodem te saneren, ook al zijn zij slechts deels schuldig aan de vervuiling. De be wijslast ligt bij de eigenaar. Het beginsel 'de vervuiler betaalt' blijft onverkort gehandhaafd. Is de ver vuiler op geen enkele manier te achterhalen, dan geldt 'de gebrui ker betaalt'. De rijksoverheid dient uitsluitend als vangnet. (V mdat de strenge regelge- A ving in de praktijk voor w onaanvaardbare problemen W voor individuele bedrijven eit eigenaren kan zorgen, heeft mi- nister Alders (Milieubeheer) een jaar geleden een werkgroep in het leven geroepen. Zijn opdracht luidt simpel gezegd: kijk naar een prak tische vertaling van de regels zon der dat de principes geweld wor den aangedaan. Nog niet zo lang geleden werd gedacht dat de grote schoonmaak van de Nederlandse bodem in 15 jaar tijd voor drie miljard gulden uitgevoerd zou kunnen worden. Van dat optimisme is weinig meer te bespeuren. Recente berekenin gen leren dat de hele operatie mini maal tussen de 50 a 100 miljard gulden gaat kosten. Het rijk kan zoveel geld absoluut niet opbren gen, en dat is volgens Welschen zijn taak ook niet. „Nu nog saneert de overheid voor meer dan 50 procent van alle sane- ringsgevallen. Maar dat moet veel minder worden. Het is altijd de bedoeling geweest dat het rijk al leen als bezemwagen dienst zou doen. Het ministerie van VROM als vangnet, d^t alleen betaalt als het niet anders kan. Nu is zij nog te ,'yeel een eerste schepnet waarmee al het werk moet gebeuren." Het streven van de overheid om de grond binnen één generatie weer volledig te saneren, bestempelt Welschen als onwezenlijk. „We moeten ophouden elkaar daarmee te bestoken." Hij verwacht dat de grootste schoonmaakactie uit Neerlands historie zeker een jaar of tachtig gaat duren. „We moeten nu kijken naar praktische oplossingen, naar manieren om het geld zo ef fectief mogelijk in te zetten. We moeten de milieuproblemen zien op te lossen, zonder andere ernstige problemen te veroorzaken. We kunnen natuurlijk ook zeggen: 'We gooien alle fabrieken in Nederland dicht'. Maar wat doe je dan vervol gens met het enorme sociale pro bleem van de werkloosheid?" De werkgroep van Welschen kiest doelbewust voor een tweeledige aanpak. Ener zijds het goedkoper maken van de operatie, door soms te kie zen voor tijdelijke beheersmaatre gelen, waardoor de vervuiling zich niet kan verspreiden. Of door het saneren van een terrein niet in één keer aan te pakken, maar in fasen. Bijvoorbeeld door eerst de vervui ling te isoleren, en pas later de grond te reinigen. Welschen noemt dat gemakshalve de Hema-formule: meer doen met minder geld. Anderzijds draagt de werkgroep ideeën aan om meer geld vrij te maken „door meer mensen aan te spreken op hun klus en door bestaande juridische moge lijkheden veel harder in te zetten, waardoor mensen gedwongen wor den meer zelf te doen." Welschen benadrukt de maat schappelijke verantwoordelijkheid van overheden, bedrijven én bur gers. „Alleen al in Brabant zijn meer dan duizend gesloten stortplaatsen. Dat zijn potentiële tijdbommen. Die moeten absoluut ontmanteld worden. Vandaar dat de provincie ervoor gekozen heeft een toeslag op de storttarieven te gaan heffen, om zo snel mogelijk onderzoek te kun nen doen naar de ernst van de vervuiling," weet de burgemeester van Eindhoven. Van de burger zal in de nabije toekomst ook een directe bijdrage gevraagd worden, als het aan Wel schen en de zijnen ligt. De werk groep stelt voor om een heffing in te voeren op het gasverbruik. „Daarmee kan voor een belangrijk deel de schoonmaak van ruim 215 vervuilde voormalige gasfabriek terreinen betaald worden. Die bij drage van de burger kan beperkt blijven tot een paar tientjes per jaar. Stel dat je 0,7 of 1 cent extra vraagt per kubieke meter gas, dan levert dat al 300 a 400 miljoen gulden per jaar op. Want in ons land wordt per jaar zoln 40 miljard m3 gas verkocht." De suggestie als zou de bur ger daarmee de rekening gepresenteerd krijgen voor fouten van anderen, wijst Welschen van de hand. Hij draait de zaak liever om en zegt stellig: „We praten in feite over een verge ten rekening uit het verleden. Voor het gas hebben we in het verleden met z'n allen te weinig betaalt. Dat realiseren we ons nu. Het is welis waar een rekening die laat voor de dag komt, maar wel op de goede plek ligt. De erfenis van die ver vuilde gasfabriekterreinen moet nu alsnog in de rekening verdiscon teerd worden. Bijkomend voordeel is dat we, door met die erfenis geconfronteerd te worden, ook gaan inzien hoe belangrijk preven tie is." Welschen vindt het onderhand hoog tijd dat de uitbreiding op de Wet Bodembescherming, die al bijna tien jaar geleden werd aange kondigd, in de Tweede Kamer be handeld wordt. Die maakt het in zijn ogen voor iedereen glashelder waar iedereen zich aan te houden heeft. Hij is niet alleen een voor stander van de zogenaamde multi functionaliteit (de bodem moet uit eindelijk weer voor alle doeleinden gebruikt kunnen worden -HvdB), maar ook van het omstreden sane ringsbevel in de wet. Beide onder delen worden gehekeld door het bedrijfsleven. En wat het sane ringsbevel betreft weten de bedrij ven zich, tot ergernis van Wel schen, gesteund door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Welschen: „We moeten de milieuproblemen zien op te lossen, zonder andere ernstige problemen te veroorzaken." foto de stem johan van gurp m et zo'n bevel kan de eige naar van een terrein ge dwongen worden de ver- Lvuiling op te ruimen, ook als hij daaraan slechts gedeeltelijk schuld heeft. Een meerderheid van de Tweede Kamer (PvdA, CDA en WD) lijkt gevoelig voor de kritiek uit ondernemersland en wil dat saneringsbevel afzwakken. Wel schen (zelf van PvdA-huize) is ver baasd dat een Kamermeerderheid onder die druk lijkt te bezwijken. „Een paar jaar geleden al zijn daarover afspraken met het be drijfsleven gemaakt. We waren het er toen over eens dat de koper van een terrein dat vervuild blijkt te zijn, eerst de verkoper op die ver ontreiniging aanspreekt voor de rechter. Want zou het tenslotte niet ook zo kunnen zijn dat die eigenaar juist een lage prijs voor dat stuk grond betaald heeft omdat de bo dem vervuild is, of dat het gaat om hetzelfde bedrijf met een andere juridische constructie? Zo zou zo'n bedrijf onder saneren uit kunnen komen. Vandaar ons voorstel: eerst de zaak voor de rechter aankaar ten. En als een eigenaar daar niet verder komt, dan pas kan de over heid aangesproken worden, op het probleem van die vervuiling. Met die afspraak kon het bedrijfsleven toen leven." Welschen benadrukt tot slot nog eens waarom de strenge uitgangs punten van het rijksbeleid in het tussenrapport van de werkgroep onaangeroerd zijn gebleven. „Als wij als commissie nu gezegd zou den hebben: 'Laten we maar een versoepeling van de regels voor stellen,' dan bestaat het risico dat een heleboel mensen, die toch al niet zo veel aan bodemsanering wilden doen, nu blijven afwachten in de hoop dat een volgende com missie de regels nog verder af zwakt." VERVOLG VAN WEEKEND 1 Salim, al twintig jaar minis ter, somt de zegeningen uit de Suharto-tijd op: „Vroe ger waren wij de grootste rijstimporteur ter wereld, nu zijn we helemaal zelfvoorzienend. Daardoor hoeft hier niemand meer honger te lijden. Het aantal mensen onder de armoedegrens is drastisch gedaald, de infrastructuur is flink verbeterd en het analfabetisme is teruggedrongen." Ook de Nederlandse hoogleraar/ schrijver Jacob Vredenbregt is een verdediger van Suharto. Vreden bregt woont al ruim dertig jaar in Indonesië en heeft ook het tijdperk Sukarno van nabij meegemaakt. „De communisten gingen in die tijd vreselijk tekeer. Het was een chaos. Er was geen eten, geen kleding, geen benzine. Je kon niet eens in een restaurant zitten, zonder be stookt te worden door dieven en bedelaars. En toen kwam Suharto. De welvaart is dankzij hem enorm gestegen. Er is rust in het land en iedereen heeft te eten." Hij geeft toe dat de democratie opgeofferd is aan deze ontwikke ling, maar volgens Vredenbregt moet je nu eenmaal keuzes maken. „Als je moet kiezen tussen meer welvaart en veiligheid of meer openheid, kies ik voor het eerste. En kijk om je heen. Indonesië is toch een oase in de woestijn die de wereld aan het worden is." Een andere Nederlandse Indone siër, Poncke Princen, is het met die visie volstrekt oneens. De mensen- rechten-activist, die in de jaren veertig aan de Indonesische kant vocht tegen Nederland, noemt In donesië een 'alsof-land'. „Alsof er een democratie is, alsof er vrijheid van meningsuiting is, alsof het ge wone volk hier een goed leven heeft. Naar buiten toe ziet het er allemaal goed uit. Het buitenland complimenteert Suharto met zijn economisch beleid. Maar de gewo ne Indonesiër wordt nog steeds geknecht." Princen noemt het een schande voor het Indonesische volk dat Su harto nu al zoveel jaren aan de macht is. „Maar de mensen zijn lijdzaam. Indonesiërs zijn het zachtste volk ter wereld. Boven dien sterk aan traditie gehecht. De mensen beschouwen Suharto als een Javaanse koning en daar heb ben ze - ondanks alles - toch een groot respect voor." 'Our people suffer in silence (ons volk lijdt in stilte)', schreef Mocht- ar Lubis ooit. De schrijver/journa list zit op dezelfde lijn als Princen. Ook hij hekelt het autoritaire be wind van Suharto. Vooral de cor ruptie steekt hem erg. „Indonesië heeft zich ontwikkeld tot een kapitalistische economie waarvan maar een klein laagje mensen profiteert. Dit alles dankzij een hechte alliantie met de bureau cratie. Corruptie dus. De hele sa menleving is er mee doordrenkt, met met de familie Suharto als lichtend voorbeeld." Lubis legt met zijn opmerking over Suharto's familie de vinger op de zere plek. De laatste jaren is steeds duidelijk geworden dat de zonen en dochters van de president zich on gegeneerd kunnen verrijken, vooral dankzij de invloed van hun machti ge vader. De meeste van de zes kinderen staan aan het hoofd van miljoenenbedrijven. Er is haast geen sector in de economie waarin de kinderen Suharto niet actief zijn. Daarnaast zijn er de monopo lies. Zo heeft Tommy het alleen recht op de handel in kruidnagels en heeft Bambang een monopolie in de sinasappelenhandel. „Zijn familie is de achilleshiel van Suharto," zegt politicoloog Mocht- ar Ma'soed. „Niet de falende demo cratie of de arm-rijk tegenstelling, maar de verrijking van zijn naas ten, levert hem de meeste kritiek op. Het volk praat erover. Binnen het leger roept het weerstand op en moslim-leiders wijzen het af als 'niet-islamitisch'." Terwijl Suharto's medestanders zeggen dat de president nog aan wil blijven omdat het 'volk dat wil' en dat 'hij Indonesië verder wil ontwikkelen', worden in oppositio nele kring de economische belan gen van de familie als voornaamste reden aangeduid dat Suharto het ambt nog altijd niet neerlegt. „Su harto moet zijn positie en die van zijn familie veilig stellen en daar voor heeft hij nu nog te weinig garanties. Het spookbeeld van an dere Aziatisch leiders die na hun aftreden verantwoording moesten afleggen hun voor nepotistische praktijken, staat hem helder voor ogen," verwoordt een Indonesische journalist de gedachten van velen. In dat licht moet ook de benoeming van de vice-president gezien wor den. Ook die wordt gekozen door het Volkscongres, maar nog nooit zijn de afgevaardigden tegen de 'aanbeveling' van de president in gegaan. Suharto heeft elke vijf jaar een andere tweede man aan zijn zijde gehad. Ook hier gaat weer de vergelijking op met de Javaanse hofcultuur. De vorst zorgt ervoor dat anderen niet te lang op een belangrijke positie zitten omdat ze anders een potentiële bedreiging kunnen gaan vormen. Inmiddels is wel duidelijk gewor den dat de voormalige legerbevel hebber Try Sutrisno de nieuwe VP zal worden. Sutrisno is zeer loyaal aan Suharto en heeft de steun van het leger. Bovendien is Sutrisno een vroom moslim, en dat is erg belangrijk in Indonesië, waar de islamieten steeds meer invloed krijgen. Mocht Suharto voor 1998 terugtreden dan heeft hij in elk geval niets te duchten van zijn vice-president. Wat er in het post-Suharto-tijd- perk zal gebeuren is echter zeer speculatief. De een zegt dat het volk in opstand zal komen, de. ander voorziet het ontstaan van een machtsvacuüm waardoor bin nen het leger de strijd zal losbar sten, een derde zegt dat de moslims een greep naar de macht zullen doen. Maar de meest gangbare theorie is nog dat Indonesië na het vertrek van Suharto zich geleidelijk aan zal ontwikkelen tot een meer de mocratisch land. „Je voelt dat er een verandering op komst is. Het volk wordt de laatste jaren mondi ger en onder intellectuelen, mos lims en zakenmensen groeit de kri tiek op het autoritaire, corrupte bewind," zegt de Indonesische journalist. Maar welke krachten er in de toe komst los zullen komen, blijft vooralsnog erg onduidelijk. Gene raal Nasution vergelijkt het met rondtasten in een donkere kamer. „Je weet dat er zich van alles bevindt, maar niet wat het is en waar het staat."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1993 | | pagina 35