M/V :he Zij waren de ontdekking van de vliegramp in de Bijlmer, oktober vorig jaar. jlaar óns en vooral onze voorvaders kennen zij al sinds 1598. Aan hun goud, hout en slaven werden onze kooplieden schatrijk. Wij haalden, 250 jaar lang, de Goudkust van Ghana jaar onze steden als Amsterdam, Middelburg en Dordrecht. ,Als jullie het over de Gouden Eeuw hebben, dan heb je het over het goud van Ghana." Dat zeggen de zonen en dochter van Ghana die hun geluk nu hier gezocht hebben. Zij heten soms, zo zwart als ze zijn, Van Dijl, Van de Puij, Bosman, Wolters, Van Dijk en vooral Vroom. Zo vroom waren onze voorvaderen dus niet. Ze verwekten er hopen kinderen. i O L L A N D YOUTH OT 21 JAAR 'OS Vrijen met een handicap De macht van Van der Valk De beerput van Italië De Nederlandse aanwezigheid in Ghana is een diepweggestopt stukje geschiedenis zaterdag 20 februari 1993 deelE weekend Ikeringsconcern, dat ;ringen, pensioenen jdse markt. Zij heeft pet durf en visie, die de markt. De spil |ing en de capaciteit brdt gedragen door br groei voldoende br de commerciële aan een actief team fait u mede de jaar- de realisatie ervan, likten en denkt mee irbij u alert blijft op ie ervaring in de ver- pring bent u in staat jestaties. U heeft een 35 jaar. Uw werkstijl digheid. Uitstekènde mogen daarbij niet Consulting company, 250 AD Laren (NH), j Door Rinze Brandsma en Archie Sumter en lang wonen en werken met Zimbab- vervolgens drie maanden in Nederland, i voorlichtingsactiviteiten om te vertellen 21 jaar bent en in West-Noord-Brabant Het adres: Prof. Tulpstraat 2, 1018 HA West-Brabant ,i De Gouden Eeuw, dat was ons goud' verschillende afde- htsteden. Daar krijg oorten van metaal eken. Aan het eind 3diplomeerd vakman oede kans op 'n baan wezen, het gaat je at jack. Je wilt toch toekomst? Vul dan tuur hem op. Of bel er informatie met Aafjes van de afde- ng Personeelszaken, tel. (078) 41 93 23. ZIE WEEKEND 2 ZIE WEEKEND 3/4 ZIE WEEKEND 4 Eindredactie: Wim van Leest Vormgeving: Ad van Gurp edrijfsschool strieschilder*. Stuurt u mij m/v" Leeftijd. ng is. Stuur deze bon in een Irijf Drechtsteden, Antwoord je. Postzegel? Hoeft niet. ds 20-2 Onze nauwe, eeuwen lange verbondenheid met Ghana en de Gha- nezen is een 'verduis terd' en diep wegge stopt stuk vaderlandse geschiedenis. Uit schaamte over het hoofdstuk slavernij, een slecht geweten? En komen nu daarom de Ghanezen omgekeerd hun fortuin in ons land zoeken? Het waren, na de vliegramp in de Bijlmer, die eerste onzekere week van puinruimen, de tientallen 'slachtoffers die niet bestaan': Ghanese jongemannen, in groten getale samenwonend in de wegge vaagde en uitgebrande flats van Kruitberg en Groeneveen, deels il legaal in ons land. Naamloos en spoorloos verdampt, zo was toen de angst. Dat laatste viel mee. Alle Ghanese slachtoffers konden geïdentificeerd worden. Maar met 13 officieel vast gestelde doden - allen in Nederland begraven - verloor de Ghanese ge meenschap relatief veel leden bij de ramp. De rouwzondag na de vliegramp, 11 oktober, leerden Amsterdam en televisiekijkend Nederland de Ghanezen en hun karakteristieke Afrikaanse cultuur kennen. Trots en zelfbewust, gekleed in hun prachtige gewaden, rode rouwban den om hoofd, rechterarm en,-hand als symbool voor het bloed dat gevloeid had, trokken de Ghanezen in de stoet en bij de herdenkings- plek de aandacht. In de stille op tocht was hun warmbloedig en kleurrijk rouwbeklag puur, in drukwekkend, ontroerend. Hun rouwrites, hun zingen, geroffel op de enorme Kitje-drums kregen res pect en waardering. Wij ontdekten een tot dan genegeerde minderheid. „Het is het begin van erkenning. De Nederlanders weten nu dat we er zijn. Er komt langzaam meer begrip voor ons lot. Na die rouw- plechtigheden in de Bijlmer en in de RAI durven wij een wat bredere borst te maken. Wij zijn trots op wat wij hebben: onze cultuur, die ons drijft, het vuur dat in ons brandt." S. Adu-Ampoma, voorzit ter van 'Sikaman', landelijke stich ting die sinds 1988 de in ons land wonende Ghanezen steunt, die zelf als computer-operator acht jaar in Nederland woont en werkt, voelt ook het respect dat de Bijlmerramp zijn gemeenschap bracht. Een geluk bij hun zoveelste ongeluk. De Ghanezen in ons land leken hun waar digheid verloren te hebben. Want vorig jaar waren zij al eerder door rampspoed getroffen. Dat kwam door een vloed van ongeluk kige publiciteit, die de groep zwaar De Ghanese gemeenschap moest opboksen tegen het aangewreven negatieve stigma van illegalen en drugshandelaars. Echte correctie of genoegdoening volgde niet. stigmatiseerde. Het was het gevolg van alarmerende cijfers die de hoofdstedelijke politie bekend maakte na het oprollen van een 'omvangrijke, internationaal ope rerende, professionele Ghanese drugsbende.' Het drugssyndicaat zou van 1500 woningen in stads deel Zuid-Oost gebruik hebben ge maakt; 10.000 illegale Ghanezen, wonend in die Bijlmer, leken be trokken. Er werd gesproken van een invasie. Stadsdeelraad, woningbouwcorpo ratie, opbouwwerk, politie-wijk- team, huismeesters van de flats en de Ghanese gemeenschap zelf rea geerden eensgezind in ongeloof en verontwaardiging. In de Bijlmer (waar verreweg de meeste Ghane zen in ons land wonen) huizen hooguit 5-6000 Ghanezen. De helft, maximaal 3000, is hier mogelijk illegaal. Om in leven te blijven, werken de Ghanezen hard, vaak in nederig schoonmaakwerk en in slachterijen en de vleesindustrie. Anderen stu deren, de meesten zijn heel gemoti veerd om in te burgeren. Van die enorme drugsbende bleven negen mannen en vrouwen over, die veroordeeld werden tot gevan genisstraffen van 15 maanden tot tien jaar voor de organisator. Het 'syndicaat' bleek een amateuris tisch soort familiebedrijfje van 'kleine piemelaars.' Intussen mocht de Ghanese ge meenschap opboksen tegen het aangewreven negatieve stigma van illegalen en drugshandelaars. Ech te correctie of genoegdoening volg de niet. Na de vliegramp ontstond een wil de publiciteit die de Ghanezen op nieuw trof. Al heel snel ging het in alle discussies - tot in politiek Den Haag toe - niet meer over de slachtoffers, maar over illegalen. Een harder vreemdelingenbeleid, oppakken, het land uitzetten: de uitspraken waren ferm, de taal grimmig. Maar hoe leven intussen de Ghane zen, illegaal of niet, ver van huis en hitte in Koud Kikkerland? Waarom kwamen ze hier? Hoe kijken ze tegen ons aan? Hoe verwerkten zij de rampen die hen het afgelopen jaar troffen? Een grijze, druilerige zondagochtend. Overal tussen de- flats trekken donker gekleurde fa milies blijmoedig naar buurtcentra en ontmoetingsruimtes. Op weg naar kerk- en gebedsdiensten. Tientallen zijn er. De Ghanezen gelden als zeer gelovig en kerks. Een heilige geest gonst door de Bijlmer. Onder het grauwe beton van de verpauperde parkeergarage van de Grubbehoeveflat juichen zingende stemmen en zindert een Gods vrucht die Hollandse oren vreemd is. Binnen zijn al uren een dikke 300 Ghanezen bij elkaar bij de Pinkstergemeente van de 'True Teachings of Christ's Temple', de grootste Ghanese vergadering van gelovigen. Vanaf tien uur, een uur voor de aanvang van de dienst, bellen ze aan bij een anonie me blauwe stalen deur, vlak bij het winkelcentrum Ganzenhoef. De ontvangst is gastvrij en warm met begroetingen, gewijde muziek, de allermooiste kleren, veel vrou wen en mannen in hun traditionele geborduurde boubou- en abgbada- gewaden. Alle vrouwen dragen kunstig geknoopte hoofddoeken of sierlijke hoedjes. Wierook kruidt de lucht met een zware, zoete geur. De kinderen, ook in hun mooiste jurkjes en pakjes, zijn meegeko men. De zaal is tegen twaalven stampvol met mooie, fiere, tevreden mensen. De dienst gaat in een mix van Engels en Akan, de eenheidstaal in Ghana. Elke zin van de Reverend (dominee) Daniël Himmans - net als zijn messcherp geklede pastores op witte kousevoeten - krijgt een antwoord uit de geestdriftig meele vende zaal: Praise the Lord, Halle lujah, Amen, Oh Yeah Jesus. Het devoot gebogen zoemend of meerstemmig luidkeels, vurig, zin gend bidden en het vredig 'Amen' maakt plaats voor daverende lof prijzing als de Reverend uitroept 'Ik weet dat Jezus mijn Redder is.' Dan staan de gelovigen op en barst de acht man sterke band los. Rit misch handgeklap. De dominee swingt lenig naast het altaar,- de gemeente heupwiegt mee. Een gro te vreugde jaagt door de zaal. De drummer roffelt, koper schettert, de vloer deint. Het koor gaat voor in een uitgelaten polonaise, tam boerijnen rinkelen en vrouwen uit de zaal sluiten zich juichend aan. Het feest begint nu pas goed. De dienst, het feest, een karakteris tiek en troostrijk brok Ghana in de Bijlmer, duurt tot na tweeën. Acht mannen en vrouwen om een tafel in een kale ruimte midden in de Bijlmer. De kernleden van 'Si kaman': Adu-Ampoma en zijn vrouw Nana Yaa, Baafy en Nancy Owusu-Sekyere, Yaw Effah-Bekoe, William Osafo, Stephen Oduro- Wusu en Samuel Owusu. Zij komen uit diverse delen van Ghana en zijn hier vijf tot dertien jaar. Onderling spreken ze Akan en En gels. Voor het eerst hebben zij een ontmoetingsruimte onderin de Kralenbeekflat, zij het tijdelijk, dankzij de bewonerscommissie. Hulp of subsidies voor zo'n ruimte of voor hun nieuwsbrief 'Okyeame' (woordvoerder, oplage 1200) heb ben zij nooit gehad. „Altijd afge wezen, wij kwamen nooit voor steun in aanmerking." Sikaman steunt de Ghanezen in ons land en werkt aan een beter begrip over en weer voor en bij de Ghanese en Nederlandse samenleving. 5 Ghanezen trekken niet alleen naar Nederland; in Groot-Brittannië, Duitsland en Frankrijk wonen er veel meer. Tot in Scandinavië wo nen en werken Ghanezen. „Wij zijn van oudsher een volk van De rouwzondag na de vliegramp leerde Nederland de Ghanezen en hun karakteristieke Afrikaanse cultuur kennen. In de stille optocht was hun warmbloedig en kleurrijk rouwbeklag puur, indrukwekkend, ontroerend. foto's anp Na de vliegramp ontstond een wilde publiciteit die de Ghanezen opnieuw trof. Al heel snel ging het in alle discussies niet meer over de slachtoffers, maar over illegalen. avonturiers, reizigers, mensen die risico's willen nemen. Wij zijn als water, wij volgen onze eigen weg, vechten voor onze kansen. Het gaat als metaal en magneten." Harde werkers, gemotiveerd om te preste ren en de achterblijvers te laten zien dat zij vooruit komen, zo zien zij zichzelf. Stomverbaasd waren zij toen zij merkten dat Nederland weinig tot niets weet van zijn 250 jaar Ghane se Goudkust-geschiedenis. „Wij leerden alles, over de handel, jullie forten, de slaven en alle misdaden die jullie voorouders pleegden." Vanaf 1598 tot 1860 - toen ook wij slavernij verboden en wij Guinea aan Engeland verpatsten- haalde onze Westindisehe Compagnie tienduizenden slaven van de kusten van Guinea: arbeidskrachten voor de Europese koloniën in Amerika. Holland bezat er een reeks forten, zoals Goede Hoop, Lijdzaamheid, Nassau, Batenstein en Oranje. De meeste ervan staan er nog. We dreven er lucratieve handel met de inlandse vorsten. En nu leggen veel Ghanese families botje bij botje om hun sterkste, best opgeleide en meest kansrijke zonen naar Europa te sturen, om daar hun geluk te gaan beproeven. Dat Nederland populair is, is in de hoofdstad Accra aan het straat beeld te zien: veel auto's dragen nog hun Nederlandse nummerpla ten. Nederland staat er bekend als be langrijk handelspartner; veel ca cao, de wankele kurk waarop de Ghanese economie drijft, gaat via de Nederlandse havens. Ons land heeft de naam gastvrij te zijn. Dat valt de gelukzoekers vies te gen. De acht van 'Sikaman': „Jullie kwamen vroeger bij ons met ge weld, oorlog en geweren. Dèt was pas een echte invasie. Wij doen het nu anders. Gezien de geschiedenis verwachtten wij een goede behan deling. In plaats daarvan krijgen we steeds de politie die onze wo ningen binnen valt, met allemaal vragen. En praten jullie steeds maar weer over illegalen." „Wij ontkennen heus niet dat hier Ghanezen illegaal wonen. Maar hoe kunnen wij nou weten wie van ons, wie van de doden bij de vlie gramp, illegaal is? Dat staat niet op onze neus of arm geschreven of zo. En wij lopen niet rond te vragen: ben jij hier soms illegaal, laat je paspoort eens zien." Het heeft de Ghanezen verbijsterd dat bij de ramp iedereen over ille galen ging praten, in plaats van over slachtoffers. „Typisch Neder lands." De groep van 'Sikaman' geeft een kort, maar helder college (Derde-)wereldecononomie. Over de wereldhandel in cacao die in stortte. Terwijl Ghana het daarvan moet hebben. Niet het produktie- land, maar de handel bepaalt de prijs. „Cacao werd wel driemaal zo goed koop. Maar jullie Daf-trucks die wij nodig hebben, werden vobr ons in die tijd zeker tweemaal zo duur." Nederland moet aanvaarden dat het een immigratieland is, of het dat nou leuk vindt of niet, zeggen de Ghanezen van 'Sikaman'. „Probeer te begrijpen waarom mensen hier komen. Zolang er gro te verschillen in de economische situaties zijn, of politieke instabili teit, zal er migratie zijn. Jullie Nederlanders gingen toch ook mas saal emigreren naar Canada en Australië om je kansen te zoeken en het beter te krijgen?" „Wij nemen veel risico en trekken naar een plek waar het beter is, dus ook naar Europa. Als de economie van onze landen meer in balans is hóeven we hier niet meer te ko men."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1993 | | pagina 29