Cornelisse specialist kermiskoersen M/V Genetische manipulatie nieuwe bedreiging voor topsport 'Ik werd uitgelachen toen ik voor de ploeg La William tekende' SPORT I tot 14 dagen na het Verval van krachtsportbond werkt al door op Teletekst DE STEM ZATERDAG 13 FEBRUAR11993 rlitkt voor de naar afnemers in het •t zusterbedrijven in n een forse groei idustrie in de categorie aar totale act met jonge en km. van onze Waalwijkse by dienst te aanvaarden en uren; en Engelse taal bezitten dat trd kunnen worden. WEG Ie in de regio worden iienstindeling, bedrijfs- tinnenkort wordt een uceerd. Binnen het applicatiebeheerders de complexiteit van derde arzoek behoren tot de icature kunt u kontakt lera, Hoofd Stafbureau Ischef p tie, onder vermelding bhoek van de envelop. iten Ju een technische Ervaring in een produktieomgeving pdzakelijk. |t u over uitstekende' en organisatorische It u goed met mensen ^preekt vanzelf, valiteit, gedrevenheid [van 30-40 jaar profiel. sollicitatie ^tuurt u de Boer, slszaken van [Twente bv, |470 AD Goor. meer wilt weten kunt ize manager iduktie, de heer efoon 05470-81111, >443-71435. Door Jan Seuren Meise - Als amateur werd hem een grote toekomst voorspeld. Michel Corne lisse won de Ster van Zwolle en zegevierde in de Duitse klassieker Keulen- Schulz-Frechen. Het lever de hem een profcontract op bij de toenmalige Su- perConfex-ploeg van Jan Raas. Cornelisse ontpopte zich bij Raas als gangmaker van het aankomend sprinttalent Jean- Paul van Poppel en het was dan ook niet verwonderlijk dat hij met Van Poppel overstapte naar de Panasonic-ploeg van rivaal Peter Post. Anonimiteit Voor Post won Michel Cornelisse de ronde van Luxemburg, zijn grootste succes als beroepsren ner. Daarna verdween hij in de anonimiteit. Hij kreeg geen plaats in de ploegen voor de klassiekers en zat op topdagen noodgedwongen thuis voor de televisie. De rasechte Amsterdammer voelde er niets voor om weken lang alleen maar te trainen. In zijn eentje ging hij naar België waar hij aan kermiskoersen deelnam, 's Morgens om negen uur vertrok hij en twaalf uur later kwam hij pas thuis. Een inspanning die werd beloond met een contract bij de Belgische LaWilliam-ploeg. Initiatief Maandag begint Michel Corne lisse aan zijn derde seizoen bij de ploeg van Rudy Pevenage. In twee jaar heeft hij zich tot spe cialist van de kermiskoersen ontwikkeld. Zowel in 1991 als in 1992 won hij zeven wedstrijden. „Mijn vrienden hebben me uit gelachen toen ik voor La Willi am heb getekend", zegt Michel Cornelisse. „Maar dat contract heb ik dankzij de kermiskoersen gekregen. Toen ik bij Post bijna geen wedstrijden meer mocht rijden, heb ik zelf het initiatief genomen. Anders zou ik nu geen renner meer zijn geweest. Ik vind het ook niet altijd even prettig om drie tot vier keer per week naar België te moeten rij den en weer in de files te moeten staan." „Gemiddeld rijd ik 400 kilome ter per dag. En als de wedstrij den aan de Belgische kust wor den gehouden, kom ik aan meer dan 500. Ik heb wel eens over wogen om te verhuizen. Maar een nieuw huis kopen en inrich ten kost veel geld. Het blijft een risico, want elk jaar kan het afgelopen zijn met een wielren ner. Een knieblessure of valpar tij kan alles veranderen. Dat risico wil ik niet lopen." Sfeer Zijp ambitie is er niet minder om geworden, nu hij bij een ploeg is beland die voornamelijk aan re gionale Belgische wedstrijden deelneemt. Michel Cornelisse houdt van de sfeer, die rond de kermiskoersen hangt. En hij is er trots op dat hij tot de betere renners in het circuit is uitge groeid. Voor elke wedstrijd staat hij 100 procent gemotiveerd aan de start. Want Cornelisse is bijna verplicht om prijs te rijden. Al is het alleen maar om de reiskosten te kunnen dekken. Daarom zal hij zelden afstappen. „Als ik in Amsterdam de benzi netank vul ben ik bijna 70 gul den kwijt. Ik kan het mij niet permitteren om op te geven. Ik word nerveus in de wedstrijd als een groepje enkele minuten voorsprong neemt en ik er niet bijzit. Ik kan me ook kwaad worden als ploegmaats vóór de koers niet gemotiveerd zijn. Instelling Hij heeft grote moeite met de instelling van veel collega's. Mi chel Cornelisse vindt het ook niet vreemd dat een aantal ren ners geen contract meer heeft gekregen. „Dat hebben zij vaak aan zich zelf te wijten. Mijn vrienden, die bij Buckler en Pa nasonic onder contract stonden, dachten dat zij er al waren. Als zij een kermiskoers moesten rij den wachtten zij net zo lang tot een ploegmaat met een groepje enkele minuten voorop was en dan stapten ze af. Ik kan het mij voorstellen dat renners als Jelle Nijdam, Jean-Paul van Poppel, Dirk de Wolf, Johan Museeuw of Frans Maassen een kermiskoers als training beschouwen. Zij rij den die koersen als voorberei ding op een klassieker en doen vaak grote inspanningen om te kijken hoe zij er conditioneel voorstaan. Mijn vriend Patrick Eijk won in zijn eerste profsei zoen twee kermiskoersen. Hij werd geselecteerd voor de GP Liberation en behoorde tot de beste renners. Hij dacht ook dat hij er al was. Vorig jaar liet hij de kermiskoersen links liggen. Maar hij werd nog maar zelden voor een wedstrijd geselecteerd en als dat eens gebeurde pres teerde hij slecht. Voor komend seizoen heeft hij nog geen con tract." Vertrouwd Vanaf zijn geboorte raakte Mi chel Cornelisse vertrouwd met de wielersport. Vader Henk be hoorde in zijn periode tot de snelste Nederlandse amateurs en verhuisde met zijn gezin naar de Belgische grens toen hij beroeps renner werd. Na zijn carrière Michel Cornelisse, op deze archieffoto nog rijdend in dienst van Jan Raas: 'Ik heb angst om. naar een grote ploeg over te stappen.foto de stem/ben steffen ging de familie terug naar Am sterdam. „Wielrennen is eigenlijk het mooiste vak dat er is", vindt Michel Cornelisse. „De wedstrij den duren meestal maar vier uur en dan zit het er op. Je bent de hele dag in de natuur bezig. Bij een baas moet je alle dagen het zelfde werk doen. Ik ben blij dat ik voor La William heb gekozen. Wij rijden een mooi programma en niet alleen in België. Bij de ploeg van Raas had ik het ook prima naar mijn zin, maar het seizoen bij Post is voor mij een verloren jaar geweest." Niet gewaardeerd Ondanks 14 overwinningen in twee jaar heeft Michel Comelis se de indruk dat zijri prestaties in eigen land niet dórden ge waardeerd. Zijn startgeld voor de criteriums is wel verhoogd. Of hij nog eens naar een grote ploeg zal overstappen waagt Michel Cornelisse te betwijfelen. „Als ik tijdens de Tour naar tv-uitzendingen zit te kijken en een groepje neemt in een vlakke etappe minuten voorsprong, zou ik er heel graag wel eens bij willen zijn. Ik weet ook wel dat ik in de cols niets te zoeken hgi?.. Maar jn vlakke etappes zou ik mijn leans kunnén gaan. Ik heb echter ook angst om naar een grote ploeg over te stappen. Want als je buiten de kern valt, zit je weer nutteloos thuis." Actieplan om dalend ledenaantal te stoppen Door Peter van de Berg Maastricht - De Koninklijke Nederlandse Krachtsport Bond balanceert op de rand van de afgrond. In de laatste jaren kampt de KNKB met een alarmerende daling van het ledenaantal. De zieltogende bond, die nota bene dit jaar haar 90-jarig jubileum viert, lijkt ten dode opge schreven. In 1994 wordt door het Ministerie van WVC nieuwe subsidiebedragen vastgesteld. Op grond van het aantal leden (950) heeft de KNKB nog maar recht op 75.000 gulden, een halvering van het huidige bedrag. Michiel van Ormondt uit Delft, sinds 20 juni 1992 voorzitter van de KNKB, is somber. „Ik ben pessimistisch over de toekomst", zegt Van Ormondt. „Het gaat niet goed met de krachtsportbond. Wij zijn druk bezig met een actieplan om de daling van het ledenaantal een halt toe te roepen. Ik krijg echter de indruk, dat we nog steeds achter de feiten aan lopen. Vanaf 1 april verdwijnt bijvoorbeeld de pagina krachtsporten van Teletekst definitief van de het televisiescherm." Reddingsplan Het reddingsplan van het bondsbestuur moet de KNKB nieuwe impulsen geven. „Wij hebben alle clubs op 20 november een brief gestuurd met het voorstel om de basiscontributie te verhogen van 300 gulden naar 1000 gulden, terwijl de bijdrage per lid wordt verlaagd van 50 gulden naar een tientje." Ongeveer de helft van de clubs reageerde niet op de brief van het bestuur. Sommige verenigingen zegden zelfs het lidmaat schap op. „Daar begrijp ik niets van", aldus Van Ormondt. „Ik probeer steeds opnieuw een discussie met de clubs op gang te brengen, maar dat lukt niet. Het lijkt wel of ze helemaal niet interesseert wat er gebeurt. Hun toekomst staat op het spel. Eerlijk gezegd vraag ik me soms af waarom ik nog met dit werk bezig ben." 2500 leden De KNKB heeft minstens 2500 leden nodig om aanspraak te kunnen maken op het huidige subsidiebedrag. Momenteel zijn bij de KNKB drie secties aangesloten: worstelen (600 leden), powerliften (200) en gewichtheffen (150). Van Ormondt: „We kunnen proberen met de helft van het subsidiebedrag rond te komen. Waarschijnlijk moeten we dan wel het bondsbureau sluiten. Op 5 juni is de ledenvergadering. Als de clubs het voorstel niet zien zitten, zal het bestuur daaruit zijn conclusies trekken. Wij hebben de steun van ólle clubs nodig." Piet van der Kruk, voorzitter van de sectie gewichtheffen, ziet niettemin perspectief. Hij is bijna 25 jaar bestuurslid en nam in 1968 als gewichtheffer aan de Olympische Spelen in Mexico deel. „Ik denk niet dat de bond wordt opgeheven. Veel clubs hebben meer leden dan ze bij de KNKB opgeven. Dat scheelt uiteraard in hun kas. Wij moeten de 75 verenigingen onder druk zetten en eventueel de portefeuillekwestie stellen. De KNKB moet blijven bestaan. Wij onderhouden de internationale con tacten. Stellen nationale teams samen, organiseren competities en NK's." Positief Secretaris Theo Quaedvlieg van worstelvereniging Simson Landgraaf, staat positief tegenover het voorstel van de KNKB. „Ik begrijp dat kleine clubs zich gedupeerd voelen wanneer ze plotseling 1000 gulden contributie moeten betalen. Maar het kan niet anders. Als alternatief kunnen we wel aan de Duitse .-competitie deelnemen^ maar daar zijn we geen voorstander -van." Voorzitter Jan de Boer van KSV Helios uit Simpelveld: „Helios heeft nu ongeveer 300 atleten. Voor ons is het geen probleem de contributie te betalen. Belangrijk is dat een oplossing wordt gezocht voor de kleine clubs. Die hebben ook bestaansrecht." Ben Johnson: slachtoffer van politieke intriges. foto epa Van onze verslaggever Arnhem - Genetische manipulatie kan in de naaste toekomst een groter gevaar zijn voor de topsport dan doping. Dat is de waarschuwing van John Hoberman, universitair docent Scandinavische talen en germanistiek te Austin (Texas) in zijn bij uitgeverij Kosmos verschenen boek 'Doping' dat als veelzeggende ondertitel mee kreeg 'de atleet als machine'. Met zijn uitvoerige documentatie toont Hoberman aan, dat de sport niet meer zoals voorheen in dienst staat van de wetenschap, maar de wetenschap in dienst van de topsport, waar de commer ciële belangen steeds groter worden en de grenzen van wat ethisch kan en niet kan, voortdurend worden verlegd. Over gene tische manipulatie, waarbij erfelijke fac toren in het menselijk organisme worden beïnvloed, wordt nu al gesproken. Wan neer deze biotechnologie wordt aange wend om bepaalde erfelijke ziektes te voorkomen of te genezen, zal niemand daar problemen mee hebben. Maar wan neer het doel is, zodanig in te grijpen dat het menselijk wezen hervormd wordt tot de gewenste atleet die in staat moet zijn tot nog grotere prestaties, is volgens Ho berman „een van de grootste conflicten in de geschiedenis van de mens een feit. Doping heeft dan als grootste vervuiler van de sport afgedaan." Sociale status Hoberman wijst er verder op dat reeds nu „Ambitieuze ouders in de Verenigde Sta ten kinderartsen vragen, hun op atletisch gebied veelbelovende kinderen een be handeling met anabole steroïden te ge ven." In Amerika speelt echter niet alleen de ambitie een rol, maar ook de sociale status. Een jeugdige talentvolle basket baller die met met behulp van anable steroïden net 5 centimeter langer is dan anderen, maakt immers meer kans op een plaats in een universiteitsteam (en dus een studiebeurs) en de sport biedt net als de muziek trouwens een kans, zich uit de sloppen van Los Angeles of New York omhoog te werken. In andere landen speelt die sociale status niet zoh grote rol, maar de geschiedenis van de doping wijst uit dat er aanzienlijk meer redenen zijn. Het gebruik van groei- remmende middelen waarmee jeugdige turnsters in Roemenië en China klein werden gehouden teneinde opmerkelijke prestaties te kunnen leveren tot meerdere glorie van de natie, is daar slechts een voorbeeld van. „Het voormalige Oost- Duitsland vormde en onderhield jaren lang een wetenschappelijke dopingge- meenschap," stelt Hoberman. Hij is zich voor het in de sport zo beladen onder werp doping (het verhogen van prestaties met lichaamsvreemde en/of kunstmati- sche middelen) gaan interesseren naar aanleiding van de affaire Ben Johnson, die na zijn fabelachtige sprint tijdens de Olympische Spelen van Seoul in 1988 als een van de weinigen op de sporen van een verboden middel in zijn urine gepakt en aan de schandpaal genageld werd. Heksenmelk Hoberman maakte een studie van de drang bij mensen naar prestaties (spor ter), aanzien en macht (coaches, medici en politieke leiders) en ontdekte al spoe dig dat ook dit kwaad zo oud is als de mensheid zelf. De atleten in de Griekse oudheid dronken 'heksenmelk' en ge bruikten middelen om tot betere presta ties te komen. Ook toen werd reeds gewezen op de 'onnatuurlijke staat van atleten' en het verschil tussen 'natuurlijk' en 'onnatuurlijk gedrag'. Romeinse paar- denverzorgers ontwikkelden een speciaal drankje waardoor de dieren harder liepen tijdens de wagenrennen, en de befaamde lopers uit het Incarijk kauwden op cola- bladeren, deden aan sexuele onthouding en gebruikten gedroogde schildpadden, vleermuizenbloed en peyote, dat een zelf de soort effect heeft als strychnine. Gedurende de eeuwen dat de sport amper van betekenis was, werden reeds experi menten uitgevoerd, maar ze werden puur verricht uit wetenschappelijke interesse. De Britse onderzoeker John Hunter ont dekte in de 18e eeuw bijvoorbeeld dat het mannelijk geslachtshormoon testosteron de fysieke krachten bij zowel vrouwen als mannen vergrootte. En zo'n honderd jaar geleden beproefde Oskar Zoth, weten schappelijk assistent aan de universiteit van het Oostenrijkse Graz en zelf wiel renner en zwemmer, een extract van stierentestikels met succes. De hausse in anabole steroïden ontstond echter pas in 1954 toen dr. John Ziegler, ploegarts van het Amerikaanse team op het wereldkampioenschap gewichtheffen in Wenen, vaststelde dat de prestaties van de Sovjets het gevolg waren van het gebruik van testosteron. Hij ging zelf experimenteren en in 1958 verstrekte het bedrijf Ciba de eerste Amerikaanse ana- bool-androgene steroïde Dianabol. Tien jaar later introduceerde het Internatio naal Olympisch Comité de dopingtest en vandaag staan op de lijst met verboden middelen meer dan 3700 namen. Hoberman begint zijn boek ook met de uitspraak van Bertolt Brecht 'Topsport begint waar de gezondheid ophoudt' en haalt verder in zijn werk een uitspraak aan van een vooraanstaand medicus op een congres van sportartsen in oktober 1986 in Kiel: 'De Olympische sport is de laatste honderd jaar niet minder geweest dan een gigantisch biologisch experiment op het menselijk organisme.' Door gootsteen Uitvoerig wordt stil gestaan bij de ver schrikkelijke dood van de 26-jarige West- duitse zevenkampster Birgit Dressel 9 april 1987 in Mainz: zij stierf na ondraag lijke pijnen aan een zenuwontsteking in het ruggemerg als gevolg van vergifti ging, veroorzaakt door allerlei middelen die in eerste instantie een arts haar toedoende en waarmee ze later zichzelf injecteerde. Ook bij de affaire rond de Zwitserse atlete Sandra Gasser staat Ho berman stil. Bij deze 25-jarige loopster werden op het WK van Rome in 1987 sporen van de anabole steroïde methyl- testosteron in de urine gevonden. Zij was het enige positieve geval bij 192 controles wat dr. Robert O Voy, hoofd geneeskun dige dienst van het Amerikaanse Olympi sche Comité, deed opmerken: „Ongeloof lijk. Ik weet niet of al die andere atleten werkelijk zijn getest of dat de monsters door de gootsteen werden gespoeld." Achteraf bleek inderdaad, dat naast Ben Johnson nog minstens vijf gouden me daillewinnaars geruime tijd anabole steroïden gebruikten: de Oostduitsers Thomas Schönlebe (400 meter), Jürgen Schultz (discus), Torsten Voss (tienkamp), Silke Gladisch (100 meter) en de Zwitser se kogelstoter Werner Günthör. De laat ste werd daarbij van de benodigde mid delen volgens de documentatie van Ho berman voorzien door dr. Segesser van de Zwitserse atletiekfederatie, die Sandra Gasser moest verdedigen... Bovendien werd in een later stadium duidelijk dat de Zwitserse sportschool in Magglingen sinds 1975 al met steroïden werkte. Ver der is het altijd een raadsel gebleven waarom de Internationale Atletiek Ama teur Federatie, toen aan de hand van de omstreden dictator Primo Nebiolo (nu IOC-lid), de dopingcontrole op het WK van Rome niet liet uitvoeren door de aanvankelijk aangewezen Keulse bioche micus Manfred Donike en de Britse ken ner dr. Arnold Beckett. Beiden werden op het laatste moment vervangen door een onbekende Bulgaar en Zweed. Pijngrens Sandra Gasser werd eenvoudig het slachtoffer van politieke intriges, zoals ook Ben Johnson uit Jamaica, uitkomend voor Canada, dat werd in 1988. Het is jammer dat Hoberman hier niet meer gegevens over verzamelde want alleen Johnson werd naast een tiental vrij onbe kenden schuldig bevonden. Maar het ge bruik bij Sovjets, Oostduitsers en Ameri kanen (er waren vooral twijfels rond sprintster Florence Griffith) werd niet aangetoond, bang als men was voor een dreigende boycot van het Oostblok of het afhaken van de commerciële Amerikaan se televisie die de benodigde miljoenen ophoeste. De technieken die bij doping worden aangewend om opsporing te voorkomen, worden weliswaar steeds meer verfijnd, maar uiteindelijk houdt het een keer op en wordt naar andere middelen gezocht. Een van die middelen is het verleggen van pijngrenzen. Hoberman noemt met name de paardesport, waar het fokken van nakomelingen waarvan opmerkelijke prestaties verwacht kunnen worden, reeds lang is ingeburgerd. Naast het toe dienen van stimulerende middelen wordt in de paardesport echter ook gebruik gemaakt van voorwerpen die pijnsignaten geven. Zoals electro-shocks, of het slaan tegen gevoelige delen van de voorbenen van een springpaard waar in de zomer van 1990 Paul Schockemöhle zich schul dig aan maakte. „Veel paarden konden al een gegeven moment niet meer presteren zonder het pijnstillend middel Butazoli- dine in hun lijf," aldus Hoberman. Bij de training van atleten is het voortdu rend verleggen van pijngrenzen (harder oefenen dus of zoals bij voetballers het toedienen van pijnstillende middelen in zieke gewrichten als knieën en enkels) ook een manier om de benodigde voor waarden te scheppen teneinde tot betere prestaties te komen. Maar de pijngrens kan volgens Hoberman ook verlegd wor den via hypnose. Of, de Duitse sportarts Heinz Liesen wees hier in 1987 op, door 'hormonale manipulatie'. Sportgedrochten De ontwikkelingen gaan intussen erg snel. Toen de Britse wetenschapper J.B.S. Haldane in 1924 de reageerbuisbevruch ting voorspelde, geloofde ook niemand hem. Haldane voorspelde jaren laten ook, dat via gentransplantatietechnieken zelfs beenloze astronauten geschapen kunnen worden. En dat is Hobermans grootste angst: het ontwikkelen van sportgedrochten 'in de niet aflatende jacht op prestaties. Hij wijst niet voor niets op het pleidooi van de Westduitse president Richard van Weizsacker in het najaar van 1985 voor een duidelijk bindende sportethiek van wege „het gevaar, specifieke lichaams typen voor specifieke takken van sport te ontwikkelen door middel van meer of minder geheime of zelfs genetische mani pulaties." Met de nodige interesse nam ook Emile Vrijman, hoofd van het Nederlands Cen trum voor Dopingvraagstukken, het werk van Hoberman door. „Topsport is volgens zijn visie ontaard in een gigantisch me disch experiment. Daarbij is doping slechts één van de mogelijkheden tot prestatiebevordering en vormt genetische manipulatie de toekomst. Is die toekomst science fiction, of is de mens reeds machi ne geworden?"

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1993 | | pagina 17