OVERIGENS
De watersnood als een 'collectieve daad van heldenmoed'
'Stel hoge eisen aan
pleegouders van
Bosnische kinderen'
Lubbers is nu risicofactor voor de coalitie
Westen I
'Israël la:
Palestijne
Leven
met
Hitier
DE STEM-
ACHTERGROND
de stem
X dl ■Hl
'Verwoeste]
Slecht ter beei
De Arola breng'
overal heen.
WMIJENBERG
- DE STEM
ZATERDAG 30 JANUARI 1993
Al heel dikwijls heb ik
me afgevraagd of an
dere jaargenoten dat
ook hebben. Ik ben geboren
in 1933. En bijna telkens als ik
mijn geboortedatum moest
opgeven en dat moet je
heel vaak in je leven - dan
dacht ik aan Hitier. 'Drieën
dertig' of 'negentiendrieën
dertig'. 'Negentienhonderd
drieëndertig' heb ik nooit ge
zegd. Die 'honderd' erbij, dat
moet een modeverschijnsel
zijn geweest. Ik heb me er
altijd - nodeloos, dat geef ik
toe een beetje geërgerd,
aan dat overbodige 'honderd'
in het jaartal.
Dat het een modeverschijnsel
moet zijn geweest realiseerde
ik me toen ik dezer dagen op
de televisie een oude, gepen
sioneerde of gevutte of voor
zichzelf begonnen tv - coryfee
aanhoorde die het weer eens
zei: 'negentienhonderdzeve
nenzeventig'. 'Toen dacht ik:
hé het is weer overgegaan,
anders zou het me nu niet zo
opvallen.'
Vandaag, 30 januari is het
zestig jaar geleden dat Hitier
in Duitsland aan de macht
kwam. Een half jaar later
werd ik geboren. Ik kan dus
aan Hitiers opkomst, die zes
tien jaar geduldig en listig
manoeuvreren en complotte
ren had geduurd, nog afgezien
van het feit dat ik geen Duit
ser ben, geen schuld hebben.
En toch had ik bijna altijd, als
ik mijn geboortejaar moest
noemen, een gevoel dat ik
moeilijk kan benoemen.
Schaamte, besmuiktheid zijn
er te sterke uitdrukkingen
voor. Een besmet jaartal. Zou
degene die mijn geboortejaar
invulde in hotelregister, aan
vraagformulier of welk papier
dan ook, zich dat ook realise
ren vroeg ik me dan af, waar
schijnlijk het historisch besef
van de meeste mensen over
schattend.
Er is een paar jaar geleden
een boek verschenen dat
'1933' heet. De naam van de
schrijver wil me niet te binnen
schieten. Ik heb het boek uit
geleend en nog niet terugge
kregen. Het beschrijft Hitiers
eerste jaar. Hitier zelf bevindt
zich op de achtergrond. Het
gaat meer om de lotgevallen
van persoden die de gevolgen
van zijn beleid en de sfeer die
dat beleid oproept ondergaan.
Als nazi(sympathisant), mee
loper of anti-nazi. Dat boek is
ook na zestig jaar nog steeds
angstaanjagend omdat het be
ter laat zien dan de officiële
geschiedschrijving hoe ge
makkelijk en vanzelfsprekend
het lijkt dat Duitsland naar de
filistijnen gaat.
Dat laatste treft mij ook altijd
weer in tv - documentaires,
als je de massa's ziet die Hit-
Ier toejuichen. De holocaust
'ongelooflijk' noemen is slor
dig en te gemakkelijk. Ik
gelóóf die afschuwwekkende
kroniek van de genocide op
de joden bovendien want de
getuigenissen en tastbare spo
ren laten geen ruimte voor
andere dan kwaadaardige
twijfel. Het blijft niettemin
onvoorstelbaar dat er ook nu
waarschijnlijk mensen rondlo
pen die - als tijd en omstan
digheden hen in de positie
zouden plaatsen - tot min of
meer hetzelfde in staat zijn als
Adolf Hitler en zijn misdadi
ge trawanten.
Daarom zou ik ook niet licht
willen tillen aan de heden
daagse uitingen van 'racisme'.'
Ik ben er weliswaar van over
tuigd dat dit, vooral waar het
'voetbalsupporters' betreft,
vooral gaat om het zich afzet
ten tegen en provoceren van
- ja wat? - de gevestigde
orde?, de zwijgende meerder
heid?, de conventie en het
burgerfatsoen? De aandrang
waaraan dit schorem gevolg
geeft is in wezen misschien
niet zoveel anders dan die
welke ons er lang geleden toe
verleidde om in de kroeg gore
teksten te zingen op de melo
dieën van vrome liederen.
Het gevaar schuilt ook niet in
het vandalistische en racis
tisch gedrag op zichzelf, maar
in het gemak waarmee de
massa's de man volgen die
daar op een Hitleriaans slim
me wijze gebruik van weet te
maken. De beelden van de
voor Hitier juichende massa's
in de straten van Berlijn 1933
en niet die van de holocaust,'
hoe afgrijselijk ook, zijn de
belangrijkste les die niet dik
wijls genoeg herhaald kan
worden.
Een stenciltje van de sportvereniging ligt op de mat. Een uitnodi
ging voor een feestelijke avond ter gelegenheid van het jubileum. Of
we allemaal maar willen komen. Met onze parmer.
Partner? Het is toch een nette vereniging met keurig getrouwde
stellen op de ledenlijst? Het is toch ook geen tennis- of bridgeclub?
Van Dale 1976 omschrijft parmer als een medespeler, een maat bij
allerlei spelen, eventueel een dans- of gespreksgenoot en gewoonlijk
een zakelijke vennoot. In het onnette is het 'degene met wie men
paart'. Huwelijksparmer kent de samensteller ook.
Zestien jaar later, twee van Dales verder, blijkt de taal veranderd.
Het paren is verdwenen. Een van de betekenissen is nu 'degene met
wie men samenwoont'.
Desondanks klinkt dit parmer als een rotwoord. Komt dat omdat er
part in zit? Dus iemand met wie men part noch deel gemeenschap
pelijk heeft? CH)
Uitgave van uitgeversmaatschappij De Stem B.V.
Directie: drs. J.H.M. Brader.
Hoofdredactie: H. Coumans - hoofdredacteur.
C. Hamans en H. Vermeulen - adjunct-hoofdredacteuren.
Hoofdkantoon Spinveld 55, Breda.
Postadres: Postbus 3229,4800 MB Breda.
076-236911/Telefax 076-236405.
Telefax redactie 076-236309.
Rayonkantoren:
Bergen op Zoom, Steenbergsestraat 23-23a,
01640-36850, fax 01640-40731
Postadres: Postbus 65, 4600 AB Bergen op Zoom.
Breda, Nw. Ginnekenstr. 41, 236326, fax 076-200462.
Voor bezorgklachten: 076-236888.
Postadres: Postbus 3229, 4800 MB Breda.
Etten-Leur, Markt 28, S 01608-21550, fax 01608-17829.
Postadres: Postbus 363,4870 AJ Etten-Leur.
Goes, Klokstraat 1, 01100-28030, fax 01100-21928.
Postadres: Postbus 13,4460 AA Goes.
Hulst, Steenstraat 14, 01140-13751, fax 01140-19698.
Postadres: Postbus 62, 4560 AB Hulst.
Oosterhout, Arendstraat 14,® 01620-54957, fax 01620-34782.
Postadres: Postbus 4023, 4900 CA Oosterhout.
Roosendaal, Molenstraat 45,® 01650-37150, fax 01650-44929.
Postadres: Postbus 35, 4700 AA Roosendaal.
Terneuzen, Zuidlandstraat 32,® 01150-17920, fax 01150-96554.
Postadres: Postbus 145, 4530 AC Terneuzen.
Vlissmgen, Scheldestraat 7-9, 4381 RP,
01184-19910, fax 01184-11446.
Postadres: Postbus 5051, 4380 KB Vlissingen.
Openingstijden:
Breda en Oosterhout 8.30-17.00 uur;
overige kantoren 8.30-12.30 en 13.30-17.00 uur.
Abonnementsprijzen v.a. 1 januari 1993 (bij vooruitbetaling te voldoen):
per kwartaal 85.50, per half jaar 170.05 óf per jaar 330.70.
Voor abonnees die automatisch betalen: per maand 28.45,
per kwartaal 83.00, per halfjaar 165.05 óf per jaar 320.70.
Voor posttoezending geldt een toeslag.
Losse nummers: maandag t/m vrijdag 1.60; zaterdag 1.90.
Service-afdeling abonnementen: 076-236472,
maandag t/m vrijdag 8.30-12.00 en van 12.30-16.00 uur.
Lezersservice:
Centrale reclame-afdeling 076-236911
Fotoservice 076-236573.
Advertenties (tijdens kantooruren 8.30-17.00 uur):
Rubrieksadvertenties 't Kleintje 076-236882.
Grote advertenties uitsluitend 076-236881
Geboorte- en overlijdensadvertenties 076-236442.
(Buiten kantooruren maandag t/m vrijdag van 19.00 tot 20.30 uur
en zondag van 18.30 tot 21.30 uur 076-236394/236911).
Bankrelaties: Postgiro 1114111 - ABN/AMRO rek. 520538447.
Heeft u de krant niet ontvangen Onze excuses.
Bel voor nabezorging tijdens kantooruren uw rayonkantoor. i
Eert randstedelijk professor
zou de geschiedenis van
De Ramp gaan schrijven.
Het provinciaal bestuur van
Zeeland trok er 40.000
gulden voor uit. In totaal
kostte het project 280.000
gulden, waarbij ook
130.000 gulden van
Rijkswaterstaat. Maar het
resultaat is zoveel geld niet j
waard.
Door Paul de Schipper
„EEN GRONDIGE geschied
schrijving," beloofde de profes
sor. „Een wetenschappelijke
overzichtstudie over De Ramp,"
benadrukte gedeputeerde De
Vries-Hommes. Inmiddels zijn
er een paar statenleden die nat
tigheid voelen. Maandag wordt
het boek 'Het water en de her
innering' in Ouwerwerk gepre
senteerd 'tijdens de Nationale
Herdenking.
Een overbodig boek van prof.
dr. Selma Leydesdorff, dat de
mooie beloftes niet inlost.
Het boek biedt noch overzicht,
noch analyse noch een weten
schappelijke meerwaarde die de
gigantische bijdrage aan ge
meenschapsgeld rechtvaardigt.
Het is alleen bij vlagen leesbaar
en dramatisch: daar waar de
slachtoffers, zonder tussen
komst van de schrijfster, aan
het woord komen.
Zelfs voor de geoefend lezer is
'Het water en de herinnering'
een bundel onordelijke verha
len, slordigheden, historische
fouten en kromspraak.
Destijds, in juli '91 knikten de
Zeeuwse statenleden en gingen,
op een enkeling na^akkoord,
ook al lag er een afspraak dat ze
geen boeken meer zouden subsi
diëren, maar ja een professor
die 'oral history' ging loslaten
op de overlevenden van De
Ramp, dat was nieuw.
Een historicus die schrijft dat
De Ramp 'een Zeeuwse waters
nood is,' moet terug naar de
lagere school, want daar leren
ze dat de ramp heel zuid-west-
Nederland trof. Leydesdorff
motiveert die willekeurige geo
grafische aanduiding met de lo
gica van de getallen, namelijk
dat toch de meeste slachtoffers,
873 doden, in Zeeland zijn ge
vallen.
Slordigheid maakt de historicus
onbetrouwbaar. Ergens laat
Leydesdorff iemand zeggen dat
de Sint Elisabethsvloed drie
honderd jaar geleden is, maar
die natuurramp vond in 1421
plaats. Dat scheelt toch een
paar honderd jaar.
Een ander laat ze vertellen dat
's middags de kaai halfvol wa
ter stond, terwijl die in principe
leeg moest staan'. Die situatie,
die velen zich herinneren als hèt
signaal dat er iets mis was, deed
zich pas in de avond van zater
dag 31 januari voor.
En dan de opmerking dat tij
dens De Ramp eenzesde deel
van Nederland ondergelopen is.
Als dat waar is, hadden ze in
Breda ook tot aan him oren in
het water moeten staan.
c->
In Ouwerkerk krijgt koningin
Beatrix maandag een boek met
schuurpapier-taalgebruik
waarin zinnen staan als: „De
ramp wordt buiten Zeeland ge
zien als een collectieve daad
van heldenmoed en Nederlan
derschap, iets waar we geza-
De Vries-Hommes: 'weten
schappelijk'foto ARCHIEF DE STEM
menlijk trots op kunnen zijn."
Trots op de ramp dus!
Iemand die zo goed thuis is in
de oral history dient te weten
wat Paul Thompson, de godfa
ther van deze vorm van ge
schiedschrijving zei, namelijk
dat oral history een evenwichti
ger oordeel mogelijk maakt om
dat getuigen uit alle lagen van
de maatschappij aan bod ko
men. Leydesdorff maakt dat
oordeel onmogelijk vooral om
dat ze de getuigen anoniem
houdt en zelfs dat niet conse
quent.
De journalist Kees Slager
schreef de documentaire 'De
Ramp, een reconstructie'. Een
vergelijking dringt zich op.
Waar Slager als schrijver moei
teloos het hoofd boven water
houdt, heeft Leydesdorff min
stens twee zwemvesten nodig.
Waar Slager een monument op
richt daar is de ramp voor Ley
desdorff een intere'ssant project
waarbij de geïnterviewden uit
het rampgebied verdrinken tus
sen geciteerde sociologen.
Zowel Slager als Leydesdorff
werkten volgens de methode
van de oral history. Slager,
journalist en getraind intervie
wer spreekt het dialect van de
eiland, want hij is afkomstig
van Tholen. Hij trok zelf vra
gend en luisterend de delta in.
Hoogleraar Leydesdorff stuurde
ABN-sprekende studenten met
gesubsidieerde bandrecorders
op pad.
Een van de ondervraagden, de
vroegere Zeeuwsvlaamse dijk
graaf Cambier: „Ik kreeg be
zoek van een student uit Am
sterdam. Die zette de band aan
en zei: vertelt u maar! Nou toen
heb ik dat bandje maar volge
praat."
De boeken van Slager en Ley
desdorff zijn op zichzelf een
aardige studie waard: maak je
van oral history sociaal-uitda
gende geschiedenis of bewerk je
oral history op gevoelloos-aca
demisch niveau voor de univer
siteitsbibliotheek ter koestering
van het wetenschappelijk ego.
In een interview gaf Leydes
dorff te kennen dat de opzet
van Slager 'journalistiek' is en
de hare 'historisch.' Overigens
weigert de academica Leydes
dorff met de journalist Slager in
discussie te treden.
Leydesdorff stelt dat in haar
boek de nadruk ligt op 'emotie,
Woudstra: 'nattigheid'
FOTO ARCHIEF DE STEM
angst, ontreddering en onzeker
heid.'
Wie het boek van Slager leest
met zijn franjeloze getuigenis
sen en dat doet terwijl gure
januaristormen om het huis
loeien, heeft weinig verbeel
dingskracht nodig om zich voor
te kunnen stellen wat er tijdens
de rampnacht in het zuidwesten
is gebeurd. Bij het boek van
Leydesdorff lukt dat nog niet in
een badkuip koud water met
windkracht veertien.
Het provincaal bestuur van
Zeeland heeft geen gelukkige
hand bij de keuze en de subsi
diëring van professionele histo
rici. Eerder kostte de geschied
schrijving van Zeeland tijdens
de Tweede Wereldoorlog deel U
de provincie tonnen met als re.
sultaat een gortdroog boek.
Ondertussen groeit Leydesdorff
uit tot de 'rampautoriteit.' Zij
als deskundige, mag maandaè
Beatrix toespreken tijdens de
nationale herdenking in Ouwer-
kerk.
„Heel vervelend," vindt het
Zeeuwse statenlid Woudstra
„Ik kan me voorstellen dat be
stuurders niet gecharmeerd zijn
van Slager door diens kritische
houding, maar Leydesdorff is
ook een omstreden persoon."
'Het water en de herinnering'
kwam tot stand dankzij en in
samenwerking met Rijkswater
staat, het Ministerie van Ver
keer en waterstaat, de Water-
schapsbank en de Universiteit
van Amsterdam.
Rijkswaterstaat en de water
schappen waren de instanties
die tijdens de rampnacht veelal
sliepen achter te lage dijken. Zij
hebben zich als sponsors een
aflaat gekocht, want waar Sla
ger nadrukkelijk de schuld
vraag stelt, ontbreekt die bij
Leydesdorff.
Zij ontwijkt de historisch voor
de handliggende vraag naar
oorzaken met een citaat van
Machiavelli over rivieren die
buiten hun oevers treden en
gebouwen omverwerpen: „Het
feit dat rivieren zo zijn betekent
niet dat men in perioden van
rust geen voorzorgsmaatregelen
kan nemen."
Ergens citeert professor Ley
desdorff Kafka en diens opmer
king over een boek dat de be
vroren wateren klieft, maar hel
boek van Leydesdorff is zeker
geen bijl die de zee zal doen
splijten.
De adoptie van Bosnische
verkrachtingskinderen door
Nederlandse pleegouders
kan niet zorgvuldig genoeg
plaatsvinden. Kinderen, die
onder de ongelukkige
oorlogsomstandigheden in
Bosnië zijn verwekt, zullen
hun leven lang een enorme
last met zich meedragen.
Die waarschuwing laat
prof. René Hoksbergen van
de Universiteit van Utrecht
horen.
Door Piet Snijders
HET VERLICHTEN van die last
vraagt volgens Hoksbergen van
pleegouders extra vaardigheden
en vooral invoelingsvermogen.
Het is geen overbodige luxe om
hoge eisen te stellen aan deze
adoptieouders.
René Hoksbergen is tevens di-j
recteur van het Adoptiecentrum
van de Sociale Faculteit en
plaatst ook in die hoedanigheid
vraagtekens bij de voortvarend
heid waarmee aspirant-pleeg
ouders zich momenteel op de
Bosnische oorlogsslachtoffertjes
werpen. Hij vindt ook dat Justi
tie in dit verband méér zorgvul
digheid aan de dag zou moeten
leggen.
„Ik heb de indruk," zegt prof.
Hoksbergen, „dat staatssecreta
ris Kosto zich niet realiseert
welke problemen hij in huis
haalt met een verkorte adoptie
procedure voor Bosnische ver
krachtingskinderen. Zo'n ver
korte procedure kan de zorgvul
digheid niet ten goede komen.
Kosto zou tenminste deskundi
gen van buiten het ministerie
moeten aantrekken, die zich in
tensief bezighouden met het lot
van deze kinderen."
Hoksbergen is bang dat er in de
huidige situatie teveel verwach
tingen worden gewekt. „Pleeg
ouders kuhnen het idee krijgen
dat het heel gemakkelijk is om
een Bosnisch kind te adopteren,
In werkelijkheid moet er na
tuurlijk nog altijd een procedu
re worden afgehandeld, com
pleet met wachtlijsten."
De Utrechtse hoogleraar vindt
ook dat pleegouders die een
ander kind willen adopteren
niet de dupe mogen worden van
de plotselinge aandacht voor
Bosnische kinderen „Er moet in
het belang van alle betrokkenen
verstandig en vooral rustig wor
den gehandeld," aldus Hoksber
gen.
Eigenlijk is de hoogleraar voor
stander van een tijdelijke op
vang van de Bosnische ver
krachtingsbaby's dicht bij huis,
bijvoorbeeld in Kroatië. Hoks
bergen: „De oorlog in Bosnië zal
toch eens eindigen en dan moe
ten die kinderen zo mogelijk
terugkunnen naar hun eigen fa
milie. Alleen daarom al is het
ook hoogstnoodzakelijk dat in
het voormalige Joegoslavië een
goede administratie wordt op
gezet rondom de betreffende
kinderen. Waar komen ze van-
Helpende handen voor Bosnische kinderen
daan en waar zijn ze opgevan
gen?"
Pas als tijdelijke opvang dicht
bij huis niet tot de mogelijkhe
den behoort, komt volgens pro
fessor Hoksbergen adoptie in
beeld.
De directeur van het Adoptie
centrum noemt de noodzaak om
een hele groep verkrachtings-
kinderen tegelijk op te vangen
'een nieuw fenomeen'. Bij eer
dere oorlogen zijn ook wel kin
deren verwekt door verkrach
ting, maar nooit zo systematisch
als nu in Bosnië.
Hoksbergen: „Op zich is het
prima dat pleegouders de mens
lievendheid willen opbrengen
om deze oorlogsslachtoffertjes
te helpen. Ik wü hun enthou
siasme dan ook allerminst tem
peren, eerder realistisch stimu
leren. Bij dat realisme hoort
echter wel de waarschuwing:
weet waar je aan begint. Nu
zijn de Bosnische kinderen nog
hulpeloos en is het niet zo moei
lijk om 'ja' tegen hen te zeggen.
Maar je moet als pleegouder
ook 'ja' kunnen zeggen tegen de
tijd dat de problemen zich
openbaren."
Problemen kunnen ontstaan
omdat geadopteerde Bosnische
kinderen straks opgroeien in
een vreemd gastland. Maar
daarbij dragen ze de last met
zich mee, dat ze op een geweld
dadige manier zijn verwekt in
het kader van een oorlog, en dat
ze eigenlijk allerminst welkom
zijn op deze wereld. Volgens
Hoksbergen gaat dat idee grote
spanningen opleveren.
„Juist dan is een liefdevolle in
zet van pleegouders nodig. Om
daarop voorbereid te zijn zullen
zij zich nu al intensief in de
FOTO AP
Joegoslavische kwestie moeten
verdiepen. Ze moeten informa
tie verzamelen, boeken lezen en
kranteknipsels bijhouden.
„Kortom: ze moeten de culture
le achtergronden van de te
adopteren kinderen kennen.
Want er komt een tijd, of dat nu
tien, twintig of dertig jaar
duurt, dat de Bosnische kinde
ren vragen gaan stellen. Daar
moeten de pleegouders dan te
gen kunnnen. Wellicht moeten
ze daarin zelfs deskundige be
geleiding krijgen."
Nu de smog rond het wao-de-
bat is opgetrokken, staat de
coalitie in al haar naaktheid te
kijk. Slechts wie doof en blind
was voor wat zich de afgelopen
twee weken in het regeerver-
bond van CDA en PvdA heeft
afgespeeld, kan met optimisme
de laatste fase in de levenscy
clus van deze coalitie tegemoet
zien. De onderlinge verhouding
is ernstig verstoord. Het wan
trouwen is groot en diep. Daar
helpt de vriendelijke toon die
enkele hoofdrolspelers op don
derdag, Grote Verzoendag, be
zigden geen moedertje lief aan.
Men kan natuurlijk hoog opge
ven van de openheid in het
debat. Zelden of nooit werd zo
gedetailleerd verslag gedaan
van fase op fase in het proces
van onderhandelen, gesprekken
die geen onderhandelingen
mochten heten, communicatie
en miscommunicatie. Een
boeiende maar pijnlijke recon
structie uit de monden van de
hoofdrolspelers zelf. Het de
masqué van regeerkracht en
sturend vermogen. Het valt in
de politici te prijzen dat ze de
openheid niet schuwden van
wege de terechte vrees dat hun
aanzien er door zou worden
geschaad.
De complimenten die Lubbers
op de laatste dag van het debat
kwistig rondstrooide, moesten
dienen om de, vooral door hem
zelf aangewakkerde, sfeer van
irritatie en beschuldigingen
over en weer, te dempen. De
premier heeft zich bij vele eer
dere gebeurtenissen met succes
bediend van zijn vermogen om
te depolitiseren. Maar deze
keer kwam hij door eigen toe
doen niet geloofwaardig over.
Daarvoor had hij al teveel kat
ten in de gordijnen gejaagd.
Tijdens het debat en in de voor
afgaande 'zeven zwarte dagen'.
Het zijn ook voor Lubbers als
erkend leider zwarte dagen ge
worden. Het hoge niveau van
irritatie waarop hij zich be
woog, heeft alles van doen met
het feit dat hij zich langzaam
maar zeker heeft gerealiseerd
dat hij niet langer de regie
voerde. Het strijdt met zijn ka
rakter wanneer hij moet toege
ven dat hij een weekje Neder
land niet zelf in handen heeft.
Daar kan hij niet tegen en
tegelijkertijd voelt hij er zich
schuldig over.
Zelfs de schijn van dualisme -
een veel geprezen maar schaars
artikel - kon hij niet ophouden.
De hele gang van zaken had
niets te maken had met dualis
me, met de openlijke afweging
van belangen vanuit de eigen
verantwoordelijkheid van rege
ring en Kamer. Wel alles met
de onmacht van de coalitie in
kabinet en Kamer om zelfs
maar tot een begin van eenheid
te komen.
Het leiderschap van Lubbers
heeft een forse knauw_gekre-
gen. Niet alleen zijn leider
schap van de coalitie, ook dat
van het CDA. Die twee zijn niet
los van elkaar te zien. Daarin
ligt precies het gevaar voor het
voortbestaan van de coalitie.
Misschien nog meer dan in de
eroderende verhouding tussen
CDA en PvdA.
Toen vorige week zaterdag
avond bekend werd dat CDA
en PvdA, wijkend voor het
machtswoord, zich alsnog neer
legden bij een compromisvoor
stel van minister De Vries en
staatssecretaris Ter Veld, was
de fractieleider van het CDA,
Elco Brinkman, de gebeten
hond. Zijn betrouwaarbaarheid
werd in twijfel getrokken, hem
werd een starre houding aange
wreven, hem werd dubbelspel
verweten. Dat beeld verdiende
- en kreeg - in de daarop vol
gende dagen enige nuancering.
Ten koste van Lubbers.
Ongenuanceerd stelde WD-
woordvoerder Linschoten (de
beste speler in het debat)
woensdag vast dat de premier
Brinkman 'een kunstje geflikt'
had. Lubbers ontstak daarop in
een van zijn befaamde woede
aanvallen. Op hoge toon en met
trillende handen wierp hij het
verwijt ver van zich. De aantij
ging aan het adres van hun
leider vermocht geen spoor van
emotie in het CDA-kamp te
weeg te brengen. Brinkman
straalde in zijn zetel innerlijke
rust uit. Het woedende verweer
van Lubbers kon ditmaal geen
teken van instemming uit zijn
eigen kring opwekken.
Dat is tekenend voor de
groeiende spanning tussen de
fractie die zich geschaard heeft
rond Brinkman en de man die
al tien jaar de eerste en gevier
de man van het CDA is: Lub
bers. Tekenend daarvoor is ook
de koele, cynische manier
waarop Brinkman zich twee
maal in het debat roerde. De
dank die de premier hem
bracht voor zijn bijdrage aan
de uiteindelijke uitweg uit de
crisis legde hij als 'wat gefor
ceerd' naast zich neer.
En terecht, want Brinkmans
medewerking kon slechts door
het machtswoord worden afge
dwongen. Aan het slot van het
debat deelde hij nog een spel-
deprik uit. Met een duidelijk
hoorbare ondertoon van leed
vermaak wenste hij het kabinet
'oprecht sterkte bij het verdedi
gen van het wetsvoortel in de
Eerste Kamer.' Senator Ka-
land, die in de afgelopen dagen
geen goed woord over had voor
het optreden van premier Lub
bers, zal er met instemming
naar hebben geluisterd.
Het wao-gedoe heeft het defini
tieve einde van de viering van
Lubbers ingeluid. Deze coalitie
is uitgeregeerd, stelde de oppo
sitie in de bekende triomfante
lijke clichétaal vast. Het is niet
uitgesloten dat ze op termijn
gelijk krijgt. Maar dat zal dan
vooral het gevolg zijn van het
feit dat de CDA-fractie op
Lubbers is uitgekeken. Dat
heeft Lubbers, los van zijn op
treden in de wao-kwestie, voor
al aan zichzelf te wijten.
Een oude wet in de politiek
luidt, dat wie aankondigt te
zullen stoppen, weg is. Lub
bers' vroegtijdige mededeling
dat dit zijn laatste periode is,
heeft zijn gezag ondermijnd.
Natuurlijk is dat geen proces
dat zich van de ene dag op de
andere voltrekt. Zoiets gaat
sluipenderwijs. Naarmate de
dag van het afscheid nadert,
versterkt zo'n proces zichzelf.
Dat Lubbers vrijwel tegeljk
met de aankondiging van zijn
vertrek op termijn, Brinkman
als zijn opvolger heeft aange
wezen, heeft op zichzelf niet
eens zoveel met dat proces te
maken. Ook wanneer hij dat
had nagelaten, zou hij gecon
fronteerd zijn geworden met
afbrokkeling van zijn macht.
Maar nu het wao-eonflict hem
in botsing heeft gebracht met
Brinkman dreigt zijn positie in
versneld tempo zwakker te
worden. En dat kan ertoe lei
den dat de onvoorspelbaar
heids-factor in zijn karakter
vaker de overhand krijgt. Want
het succesvolle zondagskind in
de politiek kan er maar moei
lijk tegen dat de leiding hem
uit handen wordt genomen.
Lubbers is de risicofactor voor
de coalitie geworden.
Dat kan gevolgen hebben voor
de coalitie. Het kabinet moet
opnieuw tot een akkoord ko
men over forse bezuinigingen.
Dat levert in een pre-verkie-
zingsjaar extra spanning op. In
de sfeer van wantrouwen tus
sen de coalitiepartners in de
Kamer, kan die spanning mak
kelijk nog verder oplopen. Juist
dan is een premier nodig die
vanuit zijn gezag als brugge-
bouwer en conflictbeerser kan
optreden.
Meer dan voorheen zal echter
de CDA-fractie onder leiding
van Brinkman mee de regie
proberen te voeren. En als
reactie daarop zal de PvdA, die
zich in de afgelopen weken op
beslissende momenten niet
heeft laten opjutten door Lub
bers en het CDA, niet nalaten
gebruik te maken van de
machtsverschuiving in het
christen-democratische kamp-
Dat alles vergroot de kans op
levensbeëindigende ongeluk
ken.
Bonn (ap) - De zeven groo
dustriele landen (G-7) en
andere Europese landen heb
sloten acuut gevaarlijke ken
ren in het voormalige Oost
eigen kosten om te bouwen.
Dat heeft de Duitse minister v;
Klaus Toepfer gisteren gezegt
trok de G-7 al 1,3 miljard c
voor het opknappen van Oost
centrales.
De minister verklaarde dat
Del
Kaapstad (rtr/afp) - De
derik de Klerk, voorziet
blank en zwart het niet i
sering van het land. Hij
van het parlement in Ka:
Volgens De Klerk is er nu r
wel 'voldoende vooruitgang'
het overleg met de politieke
ganisaties 'om de meerpartij
onderhandelingen in maart
hervatten'.
Als de onderhandelingen
maart, over de toekomst van
non-raciaal Zuid-Afrika, succ
vol verlopen dan zou er in s
tember overeenstemming k
nen zijn over een interim-re
ring. En dan zijn begin 1
verkiezingen mogelijk die op
staan voor Zuidafrikanen
alle rassen, aldus De Klerk.
De onderhandelingen verkc
vanaf mei 1992 echter al in
impasse omdat het ANC (A
kaans Nationaal Congres)
veiligheidstroepen verwijt p:
te kiezen in het geweld in
zwarte woonoorden.
Donkere wolk
De Klerk kondigde ook een s<
maatregelen aan om het gew
in Zuid-Afrika in te damn
Hij deed daarbij een beroep
de leiders van het ANC en
Inkatha-Vrijheidspartij op
houden anderen de schuld
geven van de bloedige sti
„Misdaad en geweld han;
meer dan iets anders, als
donkere wolk boven het lai
zei de president.
Volgens De Klerk zal de rege
verder gaan met de afbraak
het apartheidssysteem, dat
Nationale Partij in 1948 inv
de. Zo moet het op ras gebas
de onderwijssysteem, met s1
gescheiden scholen voor blai
en zwarten, rond 31 maart
gend jaar geïntegreerd worde
'Weinig ruimte'
Steve Friedman, directeur
het instituut voor politieke
Jeruzalem (ap) - Israël
ongeveer vierhonderd uit|
dergelijke stap zou deel
matieke offensief om sa
voorkomen. Ook wil de r
diging en Arabische buu
sprekingen voor het Midd
Rabin heeft gezegd dat de
wijzingen van alle Palesti
ook degenen die niet in b
willen gaan - en dat is
merendeel - opnieuw z
worden bekeken.
Een woordvoerder van de i
wezen Palestij nen zei gis
dat de bannelingen beslisl
in beroep zullen gaan omd
hiermee de deportatie zc
wettigen.
De Palestijnse onderhand:
(ADVERTENTIE)
J Door weer en wind, binnei
buiten de bebouwde kom.
t volle tank 120 km! Max
t snelheid 40 km/uur. Ook I:
baar als rolstoel-inrij wag
Vraag documentatie ov:
deze fantastische twee-zit
(Uitsluitend voor gehandicap
i Postbus 142.3900 AC Veenenü:
(Wiltonstr 26). lel 08385-112:
I^Servicepunten m heel Nederlan