OVERIGENS De watersnood als een 'collectieve daad van heldenmoed' 'Stel hoge eisen aan pleegouders van Bosnische kinderen' Lubbers is nu risicofactor voor de coalitie Westen I 'Israël la: Palestijne Leven met Hitier DE STEM- ACHTERGROND de stem X dl ■Hl 'Verwoeste] Slecht ter beei De Arola breng' overal heen. WMIJENBERG - DE STEM ZATERDAG 30 JANUARI 1993 Al heel dikwijls heb ik me afgevraagd of an dere jaargenoten dat ook hebben. Ik ben geboren in 1933. En bijna telkens als ik mijn geboortedatum moest opgeven en dat moet je heel vaak in je leven - dan dacht ik aan Hitier. 'Drieën dertig' of 'negentiendrieën dertig'. 'Negentienhonderd drieëndertig' heb ik nooit ge zegd. Die 'honderd' erbij, dat moet een modeverschijnsel zijn geweest. Ik heb me er altijd - nodeloos, dat geef ik toe een beetje geërgerd, aan dat overbodige 'honderd' in het jaartal. Dat het een modeverschijnsel moet zijn geweest realiseerde ik me toen ik dezer dagen op de televisie een oude, gepen sioneerde of gevutte of voor zichzelf begonnen tv - coryfee aanhoorde die het weer eens zei: 'negentienhonderdzeve nenzeventig'. 'Toen dacht ik: hé het is weer overgegaan, anders zou het me nu niet zo opvallen.' Vandaag, 30 januari is het zestig jaar geleden dat Hitier in Duitsland aan de macht kwam. Een half jaar later werd ik geboren. Ik kan dus aan Hitiers opkomst, die zes tien jaar geduldig en listig manoeuvreren en complotte ren had geduurd, nog afgezien van het feit dat ik geen Duit ser ben, geen schuld hebben. En toch had ik bijna altijd, als ik mijn geboortejaar moest noemen, een gevoel dat ik moeilijk kan benoemen. Schaamte, besmuiktheid zijn er te sterke uitdrukkingen voor. Een besmet jaartal. Zou degene die mijn geboortejaar invulde in hotelregister, aan vraagformulier of welk papier dan ook, zich dat ook realise ren vroeg ik me dan af, waar schijnlijk het historisch besef van de meeste mensen over schattend. Er is een paar jaar geleden een boek verschenen dat '1933' heet. De naam van de schrijver wil me niet te binnen schieten. Ik heb het boek uit geleend en nog niet terugge kregen. Het beschrijft Hitiers eerste jaar. Hitier zelf bevindt zich op de achtergrond. Het gaat meer om de lotgevallen van persoden die de gevolgen van zijn beleid en de sfeer die dat beleid oproept ondergaan. Als nazi(sympathisant), mee loper of anti-nazi. Dat boek is ook na zestig jaar nog steeds angstaanjagend omdat het be ter laat zien dan de officiële geschiedschrijving hoe ge makkelijk en vanzelfsprekend het lijkt dat Duitsland naar de filistijnen gaat. Dat laatste treft mij ook altijd weer in tv - documentaires, als je de massa's ziet die Hit- Ier toejuichen. De holocaust 'ongelooflijk' noemen is slor dig en te gemakkelijk. Ik gelóóf die afschuwwekkende kroniek van de genocide op de joden bovendien want de getuigenissen en tastbare spo ren laten geen ruimte voor andere dan kwaadaardige twijfel. Het blijft niettemin onvoorstelbaar dat er ook nu waarschijnlijk mensen rondlo pen die - als tijd en omstan digheden hen in de positie zouden plaatsen - tot min of meer hetzelfde in staat zijn als Adolf Hitler en zijn misdadi ge trawanten. Daarom zou ik ook niet licht willen tillen aan de heden daagse uitingen van 'racisme'.' Ik ben er weliswaar van over tuigd dat dit, vooral waar het 'voetbalsupporters' betreft, vooral gaat om het zich afzet ten tegen en provoceren van - ja wat? - de gevestigde orde?, de zwijgende meerder heid?, de conventie en het burgerfatsoen? De aandrang waaraan dit schorem gevolg geeft is in wezen misschien niet zoveel anders dan die welke ons er lang geleden toe verleidde om in de kroeg gore teksten te zingen op de melo dieën van vrome liederen. Het gevaar schuilt ook niet in het vandalistische en racis tisch gedrag op zichzelf, maar in het gemak waarmee de massa's de man volgen die daar op een Hitleriaans slim me wijze gebruik van weet te maken. De beelden van de voor Hitier juichende massa's in de straten van Berlijn 1933 en niet die van de holocaust,' hoe afgrijselijk ook, zijn de belangrijkste les die niet dik wijls genoeg herhaald kan worden. Een stenciltje van de sportvereniging ligt op de mat. Een uitnodi ging voor een feestelijke avond ter gelegenheid van het jubileum. Of we allemaal maar willen komen. Met onze parmer. Partner? Het is toch een nette vereniging met keurig getrouwde stellen op de ledenlijst? Het is toch ook geen tennis- of bridgeclub? Van Dale 1976 omschrijft parmer als een medespeler, een maat bij allerlei spelen, eventueel een dans- of gespreksgenoot en gewoonlijk een zakelijke vennoot. In het onnette is het 'degene met wie men paart'. Huwelijksparmer kent de samensteller ook. Zestien jaar later, twee van Dales verder, blijkt de taal veranderd. Het paren is verdwenen. Een van de betekenissen is nu 'degene met wie men samenwoont'. Desondanks klinkt dit parmer als een rotwoord. Komt dat omdat er part in zit? Dus iemand met wie men part noch deel gemeenschap pelijk heeft? CH) Uitgave van uitgeversmaatschappij De Stem B.V. Directie: drs. J.H.M. Brader. Hoofdredactie: H. Coumans - hoofdredacteur. C. Hamans en H. Vermeulen - adjunct-hoofdredacteuren. Hoofdkantoon Spinveld 55, Breda. Postadres: Postbus 3229,4800 MB Breda. 076-236911/Telefax 076-236405. Telefax redactie 076-236309. Rayonkantoren: Bergen op Zoom, Steenbergsestraat 23-23a, 01640-36850, fax 01640-40731 Postadres: Postbus 65, 4600 AB Bergen op Zoom. Breda, Nw. Ginnekenstr. 41, 236326, fax 076-200462. Voor bezorgklachten: 076-236888. Postadres: Postbus 3229, 4800 MB Breda. Etten-Leur, Markt 28, S 01608-21550, fax 01608-17829. Postadres: Postbus 363,4870 AJ Etten-Leur. Goes, Klokstraat 1, 01100-28030, fax 01100-21928. Postadres: Postbus 13,4460 AA Goes. Hulst, Steenstraat 14, 01140-13751, fax 01140-19698. Postadres: Postbus 62, 4560 AB Hulst. Oosterhout, Arendstraat 14,® 01620-54957, fax 01620-34782. Postadres: Postbus 4023, 4900 CA Oosterhout. Roosendaal, Molenstraat 45,® 01650-37150, fax 01650-44929. Postadres: Postbus 35, 4700 AA Roosendaal. Terneuzen, Zuidlandstraat 32,® 01150-17920, fax 01150-96554. Postadres: Postbus 145, 4530 AC Terneuzen. Vlissmgen, Scheldestraat 7-9, 4381 RP, 01184-19910, fax 01184-11446. Postadres: Postbus 5051, 4380 KB Vlissingen. Openingstijden: Breda en Oosterhout 8.30-17.00 uur; overige kantoren 8.30-12.30 en 13.30-17.00 uur. Abonnementsprijzen v.a. 1 januari 1993 (bij vooruitbetaling te voldoen): per kwartaal 85.50, per half jaar 170.05 óf per jaar 330.70. Voor abonnees die automatisch betalen: per maand 28.45, per kwartaal 83.00, per halfjaar 165.05 óf per jaar 320.70. Voor posttoezending geldt een toeslag. Losse nummers: maandag t/m vrijdag 1.60; zaterdag 1.90. Service-afdeling abonnementen: 076-236472, maandag t/m vrijdag 8.30-12.00 en van 12.30-16.00 uur. Lezersservice: Centrale reclame-afdeling 076-236911 Fotoservice 076-236573. Advertenties (tijdens kantooruren 8.30-17.00 uur): Rubrieksadvertenties 't Kleintje 076-236882. Grote advertenties uitsluitend 076-236881 Geboorte- en overlijdensadvertenties 076-236442. (Buiten kantooruren maandag t/m vrijdag van 19.00 tot 20.30 uur en zondag van 18.30 tot 21.30 uur 076-236394/236911). Bankrelaties: Postgiro 1114111 - ABN/AMRO rek. 520538447. Heeft u de krant niet ontvangen Onze excuses. Bel voor nabezorging tijdens kantooruren uw rayonkantoor. i Eert randstedelijk professor zou de geschiedenis van De Ramp gaan schrijven. Het provinciaal bestuur van Zeeland trok er 40.000 gulden voor uit. In totaal kostte het project 280.000 gulden, waarbij ook 130.000 gulden van Rijkswaterstaat. Maar het resultaat is zoveel geld niet j waard. Door Paul de Schipper „EEN GRONDIGE geschied schrijving," beloofde de profes sor. „Een wetenschappelijke overzichtstudie over De Ramp," benadrukte gedeputeerde De Vries-Hommes. Inmiddels zijn er een paar statenleden die nat tigheid voelen. Maandag wordt het boek 'Het water en de her innering' in Ouwerwerk gepre senteerd 'tijdens de Nationale Herdenking. Een overbodig boek van prof. dr. Selma Leydesdorff, dat de mooie beloftes niet inlost. Het boek biedt noch overzicht, noch analyse noch een weten schappelijke meerwaarde die de gigantische bijdrage aan ge meenschapsgeld rechtvaardigt. Het is alleen bij vlagen leesbaar en dramatisch: daar waar de slachtoffers, zonder tussen komst van de schrijfster, aan het woord komen. Zelfs voor de geoefend lezer is 'Het water en de herinnering' een bundel onordelijke verha len, slordigheden, historische fouten en kromspraak. Destijds, in juli '91 knikten de Zeeuwse statenleden en gingen, op een enkeling na^akkoord, ook al lag er een afspraak dat ze geen boeken meer zouden subsi diëren, maar ja een professor die 'oral history' ging loslaten op de overlevenden van De Ramp, dat was nieuw. Een historicus die schrijft dat De Ramp 'een Zeeuwse waters nood is,' moet terug naar de lagere school, want daar leren ze dat de ramp heel zuid-west- Nederland trof. Leydesdorff motiveert die willekeurige geo grafische aanduiding met de lo gica van de getallen, namelijk dat toch de meeste slachtoffers, 873 doden, in Zeeland zijn ge vallen. Slordigheid maakt de historicus onbetrouwbaar. Ergens laat Leydesdorff iemand zeggen dat de Sint Elisabethsvloed drie honderd jaar geleden is, maar die natuurramp vond in 1421 plaats. Dat scheelt toch een paar honderd jaar. Een ander laat ze vertellen dat 's middags de kaai halfvol wa ter stond, terwijl die in principe leeg moest staan'. Die situatie, die velen zich herinneren als hèt signaal dat er iets mis was, deed zich pas in de avond van zater dag 31 januari voor. En dan de opmerking dat tij dens De Ramp eenzesde deel van Nederland ondergelopen is. Als dat waar is, hadden ze in Breda ook tot aan him oren in het water moeten staan. c-> In Ouwerkerk krijgt koningin Beatrix maandag een boek met schuurpapier-taalgebruik waarin zinnen staan als: „De ramp wordt buiten Zeeland ge zien als een collectieve daad van heldenmoed en Nederlan derschap, iets waar we geza- De Vries-Hommes: 'weten schappelijk'foto ARCHIEF DE STEM menlijk trots op kunnen zijn." Trots op de ramp dus! Iemand die zo goed thuis is in de oral history dient te weten wat Paul Thompson, de godfa ther van deze vorm van ge schiedschrijving zei, namelijk dat oral history een evenwichti ger oordeel mogelijk maakt om dat getuigen uit alle lagen van de maatschappij aan bod ko men. Leydesdorff maakt dat oordeel onmogelijk vooral om dat ze de getuigen anoniem houdt en zelfs dat niet conse quent. De journalist Kees Slager schreef de documentaire 'De Ramp, een reconstructie'. Een vergelijking dringt zich op. Waar Slager als schrijver moei teloos het hoofd boven water houdt, heeft Leydesdorff min stens twee zwemvesten nodig. Waar Slager een monument op richt daar is de ramp voor Ley desdorff een intere'ssant project waarbij de geïnterviewden uit het rampgebied verdrinken tus sen geciteerde sociologen. Zowel Slager als Leydesdorff werkten volgens de methode van de oral history. Slager, journalist en getraind intervie wer spreekt het dialect van de eiland, want hij is afkomstig van Tholen. Hij trok zelf vra gend en luisterend de delta in. Hoogleraar Leydesdorff stuurde ABN-sprekende studenten met gesubsidieerde bandrecorders op pad. Een van de ondervraagden, de vroegere Zeeuwsvlaamse dijk graaf Cambier: „Ik kreeg be zoek van een student uit Am sterdam. Die zette de band aan en zei: vertelt u maar! Nou toen heb ik dat bandje maar volge praat." De boeken van Slager en Ley desdorff zijn op zichzelf een aardige studie waard: maak je van oral history sociaal-uitda gende geschiedenis of bewerk je oral history op gevoelloos-aca demisch niveau voor de univer siteitsbibliotheek ter koestering van het wetenschappelijk ego. In een interview gaf Leydes dorff te kennen dat de opzet van Slager 'journalistiek' is en de hare 'historisch.' Overigens weigert de academica Leydes dorff met de journalist Slager in discussie te treden. Leydesdorff stelt dat in haar boek de nadruk ligt op 'emotie, Woudstra: 'nattigheid' FOTO ARCHIEF DE STEM angst, ontreddering en onzeker heid.' Wie het boek van Slager leest met zijn franjeloze getuigenis sen en dat doet terwijl gure januaristormen om het huis loeien, heeft weinig verbeel dingskracht nodig om zich voor te kunnen stellen wat er tijdens de rampnacht in het zuidwesten is gebeurd. Bij het boek van Leydesdorff lukt dat nog niet in een badkuip koud water met windkracht veertien. Het provincaal bestuur van Zeeland heeft geen gelukkige hand bij de keuze en de subsi diëring van professionele histo rici. Eerder kostte de geschied schrijving van Zeeland tijdens de Tweede Wereldoorlog deel U de provincie tonnen met als re. sultaat een gortdroog boek. Ondertussen groeit Leydesdorff uit tot de 'rampautoriteit.' Zij als deskundige, mag maandaè Beatrix toespreken tijdens de nationale herdenking in Ouwer- kerk. „Heel vervelend," vindt het Zeeuwse statenlid Woudstra „Ik kan me voorstellen dat be stuurders niet gecharmeerd zijn van Slager door diens kritische houding, maar Leydesdorff is ook een omstreden persoon." 'Het water en de herinnering' kwam tot stand dankzij en in samenwerking met Rijkswater staat, het Ministerie van Ver keer en waterstaat, de Water- schapsbank en de Universiteit van Amsterdam. Rijkswaterstaat en de water schappen waren de instanties die tijdens de rampnacht veelal sliepen achter te lage dijken. Zij hebben zich als sponsors een aflaat gekocht, want waar Sla ger nadrukkelijk de schuld vraag stelt, ontbreekt die bij Leydesdorff. Zij ontwijkt de historisch voor de handliggende vraag naar oorzaken met een citaat van Machiavelli over rivieren die buiten hun oevers treden en gebouwen omverwerpen: „Het feit dat rivieren zo zijn betekent niet dat men in perioden van rust geen voorzorgsmaatregelen kan nemen." Ergens citeert professor Ley desdorff Kafka en diens opmer king over een boek dat de be vroren wateren klieft, maar hel boek van Leydesdorff is zeker geen bijl die de zee zal doen splijten. De adoptie van Bosnische verkrachtingskinderen door Nederlandse pleegouders kan niet zorgvuldig genoeg plaatsvinden. Kinderen, die onder de ongelukkige oorlogsomstandigheden in Bosnië zijn verwekt, zullen hun leven lang een enorme last met zich meedragen. Die waarschuwing laat prof. René Hoksbergen van de Universiteit van Utrecht horen. Door Piet Snijders HET VERLICHTEN van die last vraagt volgens Hoksbergen van pleegouders extra vaardigheden en vooral invoelingsvermogen. Het is geen overbodige luxe om hoge eisen te stellen aan deze adoptieouders. René Hoksbergen is tevens di-j recteur van het Adoptiecentrum van de Sociale Faculteit en plaatst ook in die hoedanigheid vraagtekens bij de voortvarend heid waarmee aspirant-pleeg ouders zich momenteel op de Bosnische oorlogsslachtoffertjes werpen. Hij vindt ook dat Justi tie in dit verband méér zorgvul digheid aan de dag zou moeten leggen. „Ik heb de indruk," zegt prof. Hoksbergen, „dat staatssecreta ris Kosto zich niet realiseert welke problemen hij in huis haalt met een verkorte adoptie procedure voor Bosnische ver krachtingskinderen. Zo'n ver korte procedure kan de zorgvul digheid niet ten goede komen. Kosto zou tenminste deskundi gen van buiten het ministerie moeten aantrekken, die zich in tensief bezighouden met het lot van deze kinderen." Hoksbergen is bang dat er in de huidige situatie teveel verwach tingen worden gewekt. „Pleeg ouders kuhnen het idee krijgen dat het heel gemakkelijk is om een Bosnisch kind te adopteren, In werkelijkheid moet er na tuurlijk nog altijd een procedu re worden afgehandeld, com pleet met wachtlijsten." De Utrechtse hoogleraar vindt ook dat pleegouders die een ander kind willen adopteren niet de dupe mogen worden van de plotselinge aandacht voor Bosnische kinderen „Er moet in het belang van alle betrokkenen verstandig en vooral rustig wor den gehandeld," aldus Hoksber gen. Eigenlijk is de hoogleraar voor stander van een tijdelijke op vang van de Bosnische ver krachtingsbaby's dicht bij huis, bijvoorbeeld in Kroatië. Hoks bergen: „De oorlog in Bosnië zal toch eens eindigen en dan moe ten die kinderen zo mogelijk terugkunnen naar hun eigen fa milie. Alleen daarom al is het ook hoogstnoodzakelijk dat in het voormalige Joegoslavië een goede administratie wordt op gezet rondom de betreffende kinderen. Waar komen ze van- Helpende handen voor Bosnische kinderen daan en waar zijn ze opgevan gen?" Pas als tijdelijke opvang dicht bij huis niet tot de mogelijkhe den behoort, komt volgens pro fessor Hoksbergen adoptie in beeld. De directeur van het Adoptie centrum noemt de noodzaak om een hele groep verkrachtings- kinderen tegelijk op te vangen 'een nieuw fenomeen'. Bij eer dere oorlogen zijn ook wel kin deren verwekt door verkrach ting, maar nooit zo systematisch als nu in Bosnië. Hoksbergen: „Op zich is het prima dat pleegouders de mens lievendheid willen opbrengen om deze oorlogsslachtoffertjes te helpen. Ik wü hun enthou siasme dan ook allerminst tem peren, eerder realistisch stimu leren. Bij dat realisme hoort echter wel de waarschuwing: weet waar je aan begint. Nu zijn de Bosnische kinderen nog hulpeloos en is het niet zo moei lijk om 'ja' tegen hen te zeggen. Maar je moet als pleegouder ook 'ja' kunnen zeggen tegen de tijd dat de problemen zich openbaren." Problemen kunnen ontstaan omdat geadopteerde Bosnische kinderen straks opgroeien in een vreemd gastland. Maar daarbij dragen ze de last met zich mee, dat ze op een geweld dadige manier zijn verwekt in het kader van een oorlog, en dat ze eigenlijk allerminst welkom zijn op deze wereld. Volgens Hoksbergen gaat dat idee grote spanningen opleveren. „Juist dan is een liefdevolle in zet van pleegouders nodig. Om daarop voorbereid te zijn zullen zij zich nu al intensief in de FOTO AP Joegoslavische kwestie moeten verdiepen. Ze moeten informa tie verzamelen, boeken lezen en kranteknipsels bijhouden. „Kortom: ze moeten de culture le achtergronden van de te adopteren kinderen kennen. Want er komt een tijd, of dat nu tien, twintig of dertig jaar duurt, dat de Bosnische kinde ren vragen gaan stellen. Daar moeten de pleegouders dan te gen kunnnen. Wellicht moeten ze daarin zelfs deskundige be geleiding krijgen." Nu de smog rond het wao-de- bat is opgetrokken, staat de coalitie in al haar naaktheid te kijk. Slechts wie doof en blind was voor wat zich de afgelopen twee weken in het regeerver- bond van CDA en PvdA heeft afgespeeld, kan met optimisme de laatste fase in de levenscy clus van deze coalitie tegemoet zien. De onderlinge verhouding is ernstig verstoord. Het wan trouwen is groot en diep. Daar helpt de vriendelijke toon die enkele hoofdrolspelers op don derdag, Grote Verzoendag, be zigden geen moedertje lief aan. Men kan natuurlijk hoog opge ven van de openheid in het debat. Zelden of nooit werd zo gedetailleerd verslag gedaan van fase op fase in het proces van onderhandelen, gesprekken die geen onderhandelingen mochten heten, communicatie en miscommunicatie. Een boeiende maar pijnlijke recon structie uit de monden van de hoofdrolspelers zelf. Het de masqué van regeerkracht en sturend vermogen. Het valt in de politici te prijzen dat ze de openheid niet schuwden van wege de terechte vrees dat hun aanzien er door zou worden geschaad. De complimenten die Lubbers op de laatste dag van het debat kwistig rondstrooide, moesten dienen om de, vooral door hem zelf aangewakkerde, sfeer van irritatie en beschuldigingen over en weer, te dempen. De premier heeft zich bij vele eer dere gebeurtenissen met succes bediend van zijn vermogen om te depolitiseren. Maar deze keer kwam hij door eigen toe doen niet geloofwaardig over. Daarvoor had hij al teveel kat ten in de gordijnen gejaagd. Tijdens het debat en in de voor afgaande 'zeven zwarte dagen'. Het zijn ook voor Lubbers als erkend leider zwarte dagen ge worden. Het hoge niveau van irritatie waarop hij zich be woog, heeft alles van doen met het feit dat hij zich langzaam maar zeker heeft gerealiseerd dat hij niet langer de regie voerde. Het strijdt met zijn ka rakter wanneer hij moet toege ven dat hij een weekje Neder land niet zelf in handen heeft. Daar kan hij niet tegen en tegelijkertijd voelt hij er zich schuldig over. Zelfs de schijn van dualisme - een veel geprezen maar schaars artikel - kon hij niet ophouden. De hele gang van zaken had niets te maken had met dualis me, met de openlijke afweging van belangen vanuit de eigen verantwoordelijkheid van rege ring en Kamer. Wel alles met de onmacht van de coalitie in kabinet en Kamer om zelfs maar tot een begin van eenheid te komen. Het leiderschap van Lubbers heeft een forse knauw_gekre- gen. Niet alleen zijn leider schap van de coalitie, ook dat van het CDA. Die twee zijn niet los van elkaar te zien. Daarin ligt precies het gevaar voor het voortbestaan van de coalitie. Misschien nog meer dan in de eroderende verhouding tussen CDA en PvdA. Toen vorige week zaterdag avond bekend werd dat CDA en PvdA, wijkend voor het machtswoord, zich alsnog neer legden bij een compromisvoor stel van minister De Vries en staatssecretaris Ter Veld, was de fractieleider van het CDA, Elco Brinkman, de gebeten hond. Zijn betrouwaarbaarheid werd in twijfel getrokken, hem werd een starre houding aange wreven, hem werd dubbelspel verweten. Dat beeld verdiende - en kreeg - in de daarop vol gende dagen enige nuancering. Ten koste van Lubbers. Ongenuanceerd stelde WD- woordvoerder Linschoten (de beste speler in het debat) woensdag vast dat de premier Brinkman 'een kunstje geflikt' had. Lubbers ontstak daarop in een van zijn befaamde woede aanvallen. Op hoge toon en met trillende handen wierp hij het verwijt ver van zich. De aantij ging aan het adres van hun leider vermocht geen spoor van emotie in het CDA-kamp te weeg te brengen. Brinkman straalde in zijn zetel innerlijke rust uit. Het woedende verweer van Lubbers kon ditmaal geen teken van instemming uit zijn eigen kring opwekken. Dat is tekenend voor de groeiende spanning tussen de fractie die zich geschaard heeft rond Brinkman en de man die al tien jaar de eerste en gevier de man van het CDA is: Lub bers. Tekenend daarvoor is ook de koele, cynische manier waarop Brinkman zich twee maal in het debat roerde. De dank die de premier hem bracht voor zijn bijdrage aan de uiteindelijke uitweg uit de crisis legde hij als 'wat gefor ceerd' naast zich neer. En terecht, want Brinkmans medewerking kon slechts door het machtswoord worden afge dwongen. Aan het slot van het debat deelde hij nog een spel- deprik uit. Met een duidelijk hoorbare ondertoon van leed vermaak wenste hij het kabinet 'oprecht sterkte bij het verdedi gen van het wetsvoortel in de Eerste Kamer.' Senator Ka- land, die in de afgelopen dagen geen goed woord over had voor het optreden van premier Lub bers, zal er met instemming naar hebben geluisterd. Het wao-gedoe heeft het defini tieve einde van de viering van Lubbers ingeluid. Deze coalitie is uitgeregeerd, stelde de oppo sitie in de bekende triomfante lijke clichétaal vast. Het is niet uitgesloten dat ze op termijn gelijk krijgt. Maar dat zal dan vooral het gevolg zijn van het feit dat de CDA-fractie op Lubbers is uitgekeken. Dat heeft Lubbers, los van zijn op treden in de wao-kwestie, voor al aan zichzelf te wijten. Een oude wet in de politiek luidt, dat wie aankondigt te zullen stoppen, weg is. Lub bers' vroegtijdige mededeling dat dit zijn laatste periode is, heeft zijn gezag ondermijnd. Natuurlijk is dat geen proces dat zich van de ene dag op de andere voltrekt. Zoiets gaat sluipenderwijs. Naarmate de dag van het afscheid nadert, versterkt zo'n proces zichzelf. Dat Lubbers vrijwel tegeljk met de aankondiging van zijn vertrek op termijn, Brinkman als zijn opvolger heeft aange wezen, heeft op zichzelf niet eens zoveel met dat proces te maken. Ook wanneer hij dat had nagelaten, zou hij gecon fronteerd zijn geworden met afbrokkeling van zijn macht. Maar nu het wao-eonflict hem in botsing heeft gebracht met Brinkman dreigt zijn positie in versneld tempo zwakker te worden. En dat kan ertoe lei den dat de onvoorspelbaar heids-factor in zijn karakter vaker de overhand krijgt. Want het succesvolle zondagskind in de politiek kan er maar moei lijk tegen dat de leiding hem uit handen wordt genomen. Lubbers is de risicofactor voor de coalitie geworden. Dat kan gevolgen hebben voor de coalitie. Het kabinet moet opnieuw tot een akkoord ko men over forse bezuinigingen. Dat levert in een pre-verkie- zingsjaar extra spanning op. In de sfeer van wantrouwen tus sen de coalitiepartners in de Kamer, kan die spanning mak kelijk nog verder oplopen. Juist dan is een premier nodig die vanuit zijn gezag als brugge- bouwer en conflictbeerser kan optreden. Meer dan voorheen zal echter de CDA-fractie onder leiding van Brinkman mee de regie proberen te voeren. En als reactie daarop zal de PvdA, die zich in de afgelopen weken op beslissende momenten niet heeft laten opjutten door Lub bers en het CDA, niet nalaten gebruik te maken van de machtsverschuiving in het christen-democratische kamp- Dat alles vergroot de kans op levensbeëindigende ongeluk ken. Bonn (ap) - De zeven groo dustriele landen (G-7) en andere Europese landen heb sloten acuut gevaarlijke ken ren in het voormalige Oost eigen kosten om te bouwen. Dat heeft de Duitse minister v; Klaus Toepfer gisteren gezegt trok de G-7 al 1,3 miljard c voor het opknappen van Oost centrales. De minister verklaarde dat Del Kaapstad (rtr/afp) - De derik de Klerk, voorziet blank en zwart het niet i sering van het land. Hij van het parlement in Ka: Volgens De Klerk is er nu r wel 'voldoende vooruitgang' het overleg met de politieke ganisaties 'om de meerpartij onderhandelingen in maart hervatten'. Als de onderhandelingen maart, over de toekomst van non-raciaal Zuid-Afrika, succ vol verlopen dan zou er in s tember overeenstemming k nen zijn over een interim-re ring. En dan zijn begin 1 verkiezingen mogelijk die op staan voor Zuidafrikanen alle rassen, aldus De Klerk. De onderhandelingen verkc vanaf mei 1992 echter al in impasse omdat het ANC (A kaans Nationaal Congres) veiligheidstroepen verwijt p: te kiezen in het geweld in zwarte woonoorden. Donkere wolk De Klerk kondigde ook een s< maatregelen aan om het gew in Zuid-Afrika in te damn Hij deed daarbij een beroep de leiders van het ANC en Inkatha-Vrijheidspartij op houden anderen de schuld geven van de bloedige sti „Misdaad en geweld han; meer dan iets anders, als donkere wolk boven het lai zei de president. Volgens De Klerk zal de rege verder gaan met de afbraak het apartheidssysteem, dat Nationale Partij in 1948 inv de. Zo moet het op ras gebas de onderwijssysteem, met s1 gescheiden scholen voor blai en zwarten, rond 31 maart gend jaar geïntegreerd worde 'Weinig ruimte' Steve Friedman, directeur het instituut voor politieke Jeruzalem (ap) - Israël ongeveer vierhonderd uit| dergelijke stap zou deel matieke offensief om sa voorkomen. Ook wil de r diging en Arabische buu sprekingen voor het Midd Rabin heeft gezegd dat de wijzingen van alle Palesti ook degenen die niet in b willen gaan - en dat is merendeel - opnieuw z worden bekeken. Een woordvoerder van de i wezen Palestij nen zei gis dat de bannelingen beslisl in beroep zullen gaan omd hiermee de deportatie zc wettigen. De Palestijnse onderhand: (ADVERTENTIE) J Door weer en wind, binnei buiten de bebouwde kom. t volle tank 120 km! Max t snelheid 40 km/uur. Ook I: baar als rolstoel-inrij wag Vraag documentatie ov: deze fantastische twee-zit (Uitsluitend voor gehandicap i Postbus 142.3900 AC Veenenü: (Wiltonstr 26). lel 08385-112: I^Servicepunten m heel Nederlan

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1993 | | pagina 2