weekend
STER
IE Z'N
IT /WA/.
E4
tigingen de
ïdrijven van
gingen in
iten, akku's,
brd en gemon-
als aan het
ïgsedijk 226 in
3or een jonge,
telling hebt
jaratuur
;rvuld
|ebt
achtig bent
|en
ima
irwaarden.
an, bellen naar:
:R Vulcano,
an Opstal/
J. Raaymakers
-876950, of na
'.00 uur de heer
l.A.M. Engels,
1135-1414.
ERVICE
IGERS M/V
krant.
Voor 1993 ligt het
dodental na slechts
enkele weken al op
zestien
In Algerije lijkt de paniek te hebben toegeslagen.
Sinds de moslim-fundamentalisten van het FIS een jaar geleden werden beroofd
van een zeker lijkende verkiezingsoverwinning, zijn de Algerijnse autoriteiten
verwikkeld in een hardnekkige strijd met ondergrondse guerrillagroepen.
Wild slaan de generaals om zich heen.
De argumenten die zij destijds voor de staatsgreep gebruikten - stabiliteit en
behoud van democratie - hebben daardoor een andere betekenis gekregen.
Met de repressie
van het FIS lijkt
het vuur
opgestookt in
plaats van geblust
de stem
ZATERDAG 23 JANUARI 1993
die met name hoogwaardige
dieren, homeopatische en ruw-
tmmenten voor natuurlijke bo-
'smer verkoopt. Voor de verkoop
|edrijf dat u steunt in de vorm
'opopleiding en intensieve prak- jp i
een leidinggevende functie 'g^
ponbaar succes
appen
gent
leva
orde
e
evei
en u voldoet aan de gestelde^
i een pasfoto richten aan a
bus 10053, 6000 GB te Weert.
i milieu
te taak van de dienst is de
verfraaiing van het land-
ecreatie. De uitvoering van
en uitvoering. Bij de Land-
to per maand.
cunnen worden
Th.M. Huysmans, chef
»ring, onder nummer
J.H. van Binsbergen,
ummer 013-645511.
>nder vermelding van
0.56.00.05 richten aan
n. Postbus 20021,
aat de voorkeur uit naar
De verkiezingsoverwin
ning van het Front Is-
lamique du Salut (FIS)
eind 1991 heeft des
tijds diverse reacties
opgeroepen. Maar het
gevoel dat hier in het Westen over
heerste was er toch vooral een van
afgrijzen. Men zag een tweede Iran
opstaan met alle gevolgen vandien:
nieuwe agitatie tegen het Westen,
bomaanslagen, kapingen, ontvoe
ringen, alsmede onderdrukking van
vrouwen en etnische minderheden
in Algerije zelf.
Het Westerse stilzwijgen dat volg
de op de coup duidde dan ook op
instemming met de hardhandige
kentering van deze dreiging. En
dat terwijl de nog maar twee jaar
oude democratie van Algerije met
voeten getreden was.
Mohammed Boudiaf - voorzitter
van het presidentiële collectief dat
in januari 1992 president Bendje-
did aan de kant schoof - stelde het
Westerse democratische geweten
gerust door te verklaren dat hij het
FIS 'met constitutionele middelen'
zou bestrijden om de partij 'een
politieke dood te laten sterven'.
Vervolgens liet hij de partij op
weinig constitutionele manier ver
bieden. Duizenden FIS-aanhangers
werden gearresteerd en opgesloten
in concentratiekampen in de Saha
ra; anderen werden bij relletjes ter
plekke doodgeschoten.
Boudiaf wees op het gevaar van
een burgeroorlog indien men het
FIS zijn democratische rechten liet
behouden. De totalitaire instelling
van het islamitische heilsfront zou
immers een botsing veroorzaken
tussen de fundamentalisten, de se
culiere partijen en de Berber-stam
men in Algerije. Het leger-ingrij-
pen - hoewel in strijd met de her
ziene Algerijnse grondwet van
1989 - zorgde juist voor stabiliteit
en het behoud van de democratie,
aldus Boudiaf.
Niets bleek echter minder waar.
Algerije is het toneel geworden van
moord en doodslag, een kruitvat
voor geheel Noord-Afrika. Afgelo
pen jaar zijn bij gevechten met
fundamentalisten ruim 210 politie
mensen en soldaten om het leven
gekomen. Voor 1993 ligt het doden
tal na slechts enkele weken al op
1Spoedig de islamitsche staat', luidde een slogan op een muur in Algiers, nadat er in de buurt zes politiemannen waren omgebracht.
FOTO EPA
Het kruitvat Algerije
zestien. Het lijkt waarschijnlijker
dat de Algerijnse overheid met de
repressie van moslim-fundamenta
listen het vuur heeft opgestookt in
plaats van geblust.
Het moslim-fundamentalisme is
niet van vandaag of gisteren. In
feite had de hang naar een traditio
nalistische geloofsbelijdenis al di
rect na de onafhankelijkheid in
1962 zijn intrede gedaan, als reac
tie op de sociale wonden die waren
geslagen door de oorlog in de jaren
daarvoor. Na de onafhankelijk
heidsstrijd was Algerije een kaal
geplukt land. Het Franse kader
was teruggekeerd naar het moeder
land, de landbouw lag plat en de
industrie was er niet veel beter aan
toe. Er waren nauwelijks scholen
en de sociale structuren waren ver
woest. Veel mensen zochten daar
om troost en zekerheid bij Allah;
een moslim-organisatie zoals het
FIS bestond toen nog niet.
Het Front de la Libération Natio
nal (FLN) dat na zeven jaar guer
rilla- oorlog tegen Frankrijk de
onafhankelijkheid van het land
had weten te bewerkstelligen, nam
in 1962 onder leiding van Ahmed
Ben Bella (en later van Houari
Boumedienne) het politieke een
partijstelsel en het economische
model van de Sovjetunie over. In
dustriële ontwikkeling werd gesub
sidieerd door de verkoop van olie
en gas.
Maar toen de olieprijs in de jaren
tachtig begon te dalen, stortte het
inefficiënte systeem in en slaagde
de overheid er niet in om nieuwe
banen te scheppen voor een
groeiende bevolking. Voor de land
bouw - waar de overheid nooit veel
interesse aan besteed en dus ook
nauwelijks geld in gestoken had -
was het toen al te laat.
In 1988 gaf het FLN onder leiding
van president Chandli Bendjedid
na voedselrellen toe aan de volks-
wens en werden markthervormin-
gen ingevoerd. Ook werd de grond
wet herzien en andere partijen,
waaronder het twee dagen voor de
grondwetsherziening opgerichte
FIS, gelegaliseerd. Bij de eerste
vrije regionale verkiezingen, die
twee jaar later volgden, won het
FIS meer dan 60 procent van de
regionale zetels en 55 procent van
de raadszetels. Het FLN eindigde p
een armzalige tweede plaats.
Ook de eerste verkiezingsronde
voor het parlement in december
1991 werd een klinkende overwin
ning voor het FIS: 188 van de 231
zetels. Het FLN was nu zelfs naar
de derde plaats teruggezakt met
slechts 15 zetels. Alles wees erop
dat het FIS bij de tweede en beslis
sende ronde in januari 1992 een
definitieve overwinning zou boe
ken. Het democratische experiment
van Bendjedid werd echter voortij
dig afgebroken.
Vijf dagen voor de tweede ronde
werd de president door zijn minis
ter van defensie Nisar gedwongen
op te stappen. Het FIS werd verbo
den, zijn leiders opgepakt en dui
zenden aanhangers gevangen gezet.
De tweede verkiezingsronde
werd nooit meer gehouden.
Een collectief van militaire
kopstukken, waaronder Ni-
sar, nam het presidentschap over.
Voorzitter van deze Hoge Staats
raad werd oud-onafhankelijk
heidsstrijder Mohammed Boudiaf,
voor het buitenland daarmee de
president van Algerije.
De belangrijkste reden voor de ne
derlaag van het FLN is de econo
mische malaise waarin Algerije
verkeert: 14 miljoen mensen van de
25 miljoen Algerijnen leven bene
den de armoedegrens, de buiten-
Door Gerard van den Broek
landse schuld bedraagt ruim 26
miljard dollar (jaarlijkse aflossing
zes miljard), en de werkloosheid is
gestegen tot circa 25 procent (1,2
miljoen mensen). Daarmee kan de
verkiezingsoverwinning van het
FIS dus ook beschouwd worden als
een protestgebaar naar het FLN.
Het FIS heeft daarnaast een grote
aanhang onder ex-grootgrondbe
zitters, omdat de partij op grond
van de Islamitische Wetten tegen
de aantasting van privé-bezit is en
dus ook tegen nationalisaties. De
vroegere grondbezitters die hun
landerijen onder Ben Bella staats
bezit zagen worden, juichen dit
aspect van het fundamentalisme
toe. Dat zij daarbij nauwelijks re
kening houden met de verder wei
nig kapitalistische denkbeelden
van het FIS, spreekt voor zich.
Een sterk punt in de fundamenta
listische campagne is bovendien de
snelle reactie van de moslim-acti
visten bij rampen en andere sociale
noodgevallen, waar de overheid het
laat afweten. Door in vervallen
buurten geld te steken in huisves
ting en bij een aardbeving klaar te
staan met voedsel en tenten (zoals
in 1980 bij El Asnam), hebben de
fundamentalisten veel sympathie
verworven. Precies zoals onlangs
gebeurde bij de aardbeving in
Egypte, waar de fundamentalisti
sche Moslimbroeders eerder ter
plekke waren dan de officiële hulp
diensten.
Maar natuurlijk speelt ook de reli
giositeit een grote rol. De Algerijn
se samenleving is al sinds jaar en
dag tot op het bot religieus, niet
meer en niet minder dan Marokko,
Egypte of Turkije. Geen enkele
Algerijn valt het geloof der vaderen
af, in het ergste geval verzaakt men
het gebed of drinkt men een borrel.
Is het dan gek dat een volk na
dertig jaar socialisme en econo
misch verval massaal voor een isla
mitische partij stemt die vanalles
belooft?
Indien we er van uit gaan dat
het FIS veel proteststemmen
getrokken heeft, mogen we ook
veronderstellen dat veel Alge
rijnen de ernst waarmee het FIS
tekeer ging, hebben onderschat. De
-inmiddels ondergedoken- partij
gaat in zijn denkbeelden immers
tamelijk ver en deinst er niet voor
terug om die ideeën op totalitaire
wijze aan de man te brengen.
Het FIS wil de invoering van de
islamitische wetgeving shari'aen
de stichting van een islamitische
staat, naar het model zoals dat ook
de Moslimbroeders in Egypte voor
ogen staat: de staat van Moham
med en de vier eerste 'rechtgeleide'
kaliefen. Als grondwet gelden de
koran en de geschriften over het
leven van Mohammed (sunna).
Vijftig afgevaardigden uit alle de
len van het land vormen het hoog
ste orgaan van de partij, die op zijn
beurt een bestuur kiest.
De leiders van het FIS zijn de
psycholoog en universitair docent
Abassi Madani en de 36-jarige Ali
Belhadj, imam van de sunna-mos-
kee in de Algierse volkswijk Bab el
Oued. Zij vertegenwoordigen de
gematigde en militante stroming
binnen het - overigens weinig co
herente - FIS.
r
Madani, die van 1954 tot 1962 in
een Franse gevangenis zat, is de
gematigdste van de twee. Hij is
geen tegenstander van deelname
door vrouwen aan het arbeidspro
ces, maar pleit wel voor gescheiden
openbaar vervoer en het afschaffen
van gemengd onderwijs, dat vol
gens hem alleen maar tot zedenver
wildering leidt.
Belhadj is een populist. Vrouwen
hebben volgens hem maar één taak:
het baren van islamitische mannen.
Hij is tegen een meerpartijensys-
teem omdat dat Westers is en kan
sen biedt aan Berber-nationalisten
en communisten. Alleen islamiti
sche partijen vindt hij geoorloofd.
Al vanaf 1980 kwamen hier en daar
in Algerije fundamentalisten in
verzet tegen alcohol-schenkers en
Westers geklede vrouwen. Sinds
het verbod van het FIS in maart
1992 en de massale arrestaties die
daarop volgden, durven de FIS-
aanhangers zich echter nog maar
amper in het openbaar te vertonen.
Les Barbes (de gebaarden), zoals de
fundamentalisten worden ge
noemd, hebben hun baard afge
schoren en hun gandoera, een lang
wit traditioneel gewaad, ingeruild
voor Westerse kleding om zo min
mogelijk aandacht te trekken. Pas
als de avond valt komen zij tevoor
schijn en overvallen leger- en poli
tieposten.
De autoriteiten van zowel Algerije
als Egypte zien Iran en Sudan als
de drijvende krachten achter het
fundamentalisme en de problemen
die dat oplevert. Eerder deze
maand kwamen de Egyptische en
Algerijnse ministers van binnen
landse zaken bijeen om een geza
menlijke aanpak van het moslim
extremisme te bespreken. „Zij die
menen dat wat in Algerije, Egypte
en in mindere mate in Tunesië
gebeurt een intern probleem is,
vergissen zich ernstig," sprak de
Algerijnse minister van binnen
landse zaken Mohamed Hardi bij
die gelegenheid.
De grote politieke partijen van Al
gerije hebben al herhaaldelijk ge
vraagd om het verbod van het FIS
op te heffen, omdat de spanning
tussen moslim-fundamentalisten
en politie zou kunnen uitlopen op
een burgeroorlog. Maar de autori
teiten houden vast aan hun strate
gie van harde represailles, uit
gaansverboden, steeds meer con
troles en steeds scherpere censuur;
daarmee in feite aangevend dat de
tactiek van het FIS - het uithollen
van het Algerijnse regime - slaagt.
Een van de hardste treffers die de
fundamentalisten de autoriteiten
het afgelopen jaar toebrachten was
waarschijnlijk wel de moord op
president Boudiaf. Tijdens de ope
ning van een cultureel centrum in
Algiers werd Boudiaf door het
hoofd geschoten door een hoofdlui
tenant van de spionagedienst, die
als lijfwacht dienst deed. De leger
leiding riep direct dat de moorde
naar een FIS-aanhanger was. Maar
even later werd die stelling terug
genomen, omdat de generaals be
seften dat ze daarmee in feite zei
den dat hun eigen leger onbe
trouwbaar was.
Het FIS was bovendien niet de
enige vijand van Boudiaf. De
Staatsraad-voorzitter had in zich
de maanden voor zijn dood ook
uitermate impopulair gemaakt bij
diezelfde legerleiding door corrup
te officieren aan te pakken en aan
te kondigen het uit 125.000 man
schappen bestaande leger de nodi
ge privileges af te zullen nemen.
Zijn jacht op de corruptie
breidde hij bovendien nog
uit naar kopstukken van het
al 30 jaar regerende FLN.
Volgens Boudiaf was een belang
rijk deel van de economische jan
boel van het land te wijten aan
corruptie binnen de regeringspar
tij.
Hoewel de politie de dader dus
vrijwel meteen kon vastnemen, zul
len diens opdrachtgevers misschien
wel nooit boven water komen.
„Een mensenleven is kort. We moe
ten allemaal sterven, dus waarom
zouden we zo vasthouden aan de
macht? Ik wil Algerije van de on
dergang redden en wederopbou-
wen. Maar er staan de laatste tijd
veel geweerlopen op mijn hoofd
gericht; de schare vijanden groeit
snel." Boudiaf wist waarover hij
sprak.
Om de macht in handen te houden,
zag de legerleiding geen andere
keus dan de repressie verder op te
voeren. Boudiafs opvolger Ali Kafi
nam die taak serieus op. Hij is de
voor het leger betrouwbare mario
net die de junta een democratisch
masker moet geven. De feitelijke
macht ligt in handen van defensie
minister Nisar.
Het FIS houdt zich ondertussen
opvallend rustig. De organisatie
heeft nooit enige verantwoordelijk
heid opgeëist voor alle aanslagen.
Die werden meestal uitgevoerd
door extremistische groeperingen
die niet tot het FIS behoren, zoals
de pro-Iraanse Hezbollah-bewe-
ging (Partij van God) of de Hijra
wa Takfir of 'Afghanen', zo ge
noemd vanwege hun deelname aan
de burgeroorlog in Afghanistan.
Het ligt ook niet in de aard van het
FIS om een jihad (heilige oorlog)
uit te roepen; iets wat de Hezbollah
vrij gemakkelijk doet. De FIS-lei-
ding hanteert immers strict de Isla
mitische Wetten, en die zeggen dat
de machthebbers geëerbiedigd
moeten worden zolang zij hun ge
loofsplichten nakomen. Om een ji
had uit te kunnen roepen moeten
zowel leiding als aanhang collectief
tot de conclusie komen dat de zit
tende Algerijnse overheid niet-isla-
mitisch is of uit afvalligen bestaat.
Dit besluitvormingsproces dat ge
baseerd is op consensus, noemt
men mushawara.
Nu zullen er ongetwijfeld veel FIS-
leden zijn die deze stap gerust
durven zetten, maar de meerder
heid binnen de partij durft een
jihad niet aan omdat zij dat niet
met haar geweten kan overeen
stemmen. Zij is voorstander van
een doorgevoerde dawa, prediking
van Gods woord.
„De strijders van de islam hebben
geen toestemming om te treffen
zonder hun doelen eerst nauwkeu
rig te definiëren op grond van de
Islamitische Wetten," sprak de
FIS-leiding in haar clandestiene
nieuwsbrief Vrijdag Tribune, toen
de partij ervan werd beschuldigd
achter de bomaanslag op het vlieg
veld van Algiers, in augustus 1992,
te zitten. Het klonk ook een beetje
als een terechtwijzing aan het
adres van de moslim-activisten die
's nachts door de straten sluipen
om ordediensten te overvallen. Zij
houden zich immers niet strict aan
de Islamitische Wetten.
Toch lijkt het FIS wel garen te
spinnen bij de ontstane situatie.
Zoals de Algerijnse vrijheidsstrij
ders ten tijde van de onafhanke
lijkheidsstrijd vanuit hun cel in
Frankrijk vrolijk toe konden zien
hoe de Fransen zich verloren in een
machtsspel met het FLN, zo zien de
fundamentalisten gniffelend toe
hoe de Hoge Staatsraad met zijn
harde optreden en de massale ar-
'restaties steeds meer onrust kweekt
in het land, en de greep verliest.
Wat daar de gevolgen van zullen
zijn, valt alleen maar te vrezen.