T
Ni
Slachtoffers
vliegramp Faro
vermoeden dat er|
meer dan alleen
maar noodweer
was
Op 2 februari 1943 won het Rode
Leger de Slag bij Stalingrad.
Tweehonderd dagen duurde het
gevecht tegen het Duitse leger
om de stad die Stalins naam
droeg. De Russische overwinning
betekende een keerpunt in de
Tweede Wereldoorlog. De Duitse
nederlaag was nog slechts een
kwestie van tijd. Nog steeds zit
het veteranen dwars dat het oude
Tsaritsyn als gevolg van de
destalinisatie in 1961 de naam
Stalingrad moest inwisselen voor
die van Volgograd. Achter dat
heimwee naar Stalingrad gaat
vaak heimwee naar Stalin schuil.
Heimwee naar een harde hand.
Toch raakt ook de jeugd niet echt
geïnspireerd door de naam
Volgograd. 'Volgastad' vinden ze
wat al te prozaïsch voor hun
stad, die door het Kremlin
officieel tot held is verklaard.
Vijftig jaar na de
slag hebben de
veteranen het
moeilijk in
Volgograd
'Alsof wij geen last
hadden van de kou.
Wij sliepen ook in
de open lucht'
IpE STEM
beerde Petra vast te grijPen
bpeens de bodem onder ons v
daan schoof. Daarop schoten l
stoelen los en werden we met
km per uur 'gelanceerd'. Het is
lonze 'guardian angels' te dar
dat we in het drassige gras ter
kwamen; wat snijwonden een'«
kneusde voet en een Schramm]
Iwas ons deel."
„Toen ik me op het gras uit m
stoel bevrijdde, stond de bra
weer al te blussen," vervolgt Si
mann. „Ik heb dan ook een st
vermoeden dat de eerste bral
weerwagen al op de baan reed t
het gecrashte vliegtuig nog niet
stilstand was gekomen. De bewii
verkeersleider, die het vuur in
j motor had gezien, zou de bra:
weer gewaarschuwd kunnen h
ben. Ook zou de brandweer zelf
vuur in de lucht gezien kum
hebben en is daarop in actie ge'
men."
Voordat het toestel explodeerd
minuten na de fatale crash, spri
gen de overlevenden- uit hét wi
I en kwamen reeds in een schuimt
j pijt terecht dat door de brandwi
was gelegd.
Voor Martinair-woordvoerder B
is het 'mysterie' rond de sm
brandweer heel simpel. „De brau
weerhangars bevinden zich vlaki
de plaats waar de DC-10 tot
stand kwam."
Rob Sötemann heeft het
verschillende andere
hebben het gezien, een
der, de Amsterdammer in de
komsthal, allen zagen een
de rechtermotor, nog voordat
'Anthony Ruys' de grond
Zou de rechtermotor
zijn geraakt doordat de
tor haperde en niet genoeg
kon geven?
Benno Baksteen, voorzitter
Vereniging van Nederlandse
keersvliegers: „Als er iets aan
linkermotor mankeerde, dan
het onderzoek daar uitsluitsel
geven. Een normale procedure
motorstoring is dat de
keert en terugvliegt,
de DC-10 prima in staat om
twee motoren door te vliegen."
„Ik wil de ernst van de getuigei
sen niet bagatelliseren," vervol
Baksteen. „Maar bij een brand
de motor zou er sprake zijn van
noodsituatie, die de bemanning
zodanig had moeten melden. Vi
zover ik weet is dat niet het
geweest."
Bij het plotselinge optrekken va
de neus tijdens de landingsml
noeuvre stelt Baksteen de nodij
vraagtekens, „Ik geloof niet dat f
gezagvoerder een obstakel oa
week, maar ,de handeling is! t
paald niet gewoon. Hier moet l
flight data recorder (die zeventia
functies registreert die verba
houden met de gedragingen van L
vliegtuig - red.) opheldering ve
schaffen."
Baksteen verzekert dat de 'recoL
ders' geen gegevens zullen achtel
houden. „Wat er zich ook hee"
voorgedaan, alles is geregistreen
En alle gegevens worden naar bui
ten gebracht."
Zowel de flight data recorder L
'zwarte doos') als de voice recordl
van de verongelukte 'Anthoif
Ruys' zijn terecht en worden op c
moment onderzocht. Alleen i
'witte doos' ontbreekt nog. SötL
mann bedoelt met zijn 'witte dool
de registratie van alle getuigenif
sen van meer dan 200 overleven
den. Die moeten in staat word|
gesteld een verklaring van de g'
beurtenis te geven. Die gegeveL
behoren ook een rol te spelen in hl
officiële Portugese onderzoek naf
de toedracht van de vliegramp.
Enkele tientallen overlevenden,
der wie Rob Sötemann, zijn inmidj
dels verhoord door rechercheur
van het Korps Rijkspolitie DieM
Luchtvaart. Mr. H.J. Bunjes, adw
caat in dienst van de AN"1
dringt er nu bij de autoriteiten
aan dat de getuigenverslagen ff0,l
den toegevoegd aan de bevinüOT
van de Commissie Vooronderz"p
die in Nederland de Faro-ra1
onderzoekt. „We willen serieus gtj
nomen worden," vult SöteHif
aan.
Met dat laatste doelt Sötemann
een reactie van Martinair-wo»11
voerder Udo Buys, op enkele v®
halen van overlevenden direct
de ramp. „Wij worden meer ge'01
fronteerd met dit soort verhal®
De passagiers die het ongeluk he
ben meegemaakt zijn vaak >n
war. Zij hebben in tien minUp
zoveel dingen meegemaakt dat'
vaak de zaken niet meer kui®
scheiden," aldus Buys toen.
Door Rob Vunderink
Een Russsische soldaat.zwaait met een rode vlag op een balkon in Stalingrad, nadat de Duitsers zich na een strijd van 125 dagen hadden overgegeven.
FOTO ANP
Bij Rob Sötemann schieten
de tri
nen in de ogen. „Ik ben niet in
war."
ijk, hier zat Paulus."
Oorlogsveteraan Ovts-
jarov wijst naar de
dichtgemetselde oude
ingang van de Oeniver-
mag, een groot waren
huis in.het centrum van Volgograd.
De Duitse generaal had zijn hoofd
kwartier in hartje Stalingrad, aan
wat nu het Plein van de Gevallen
Strijders heet.
Generaal-buiten-dienst Ovtsjarov
gidst mij langs de brede avenues
die het na-oorlogse Volgograd dia
gonaal opdelen. Een enorm paleis
met reusachtige zuilen blijkt het
hoofdpostkantoor te zijn. Verderop
staat het spoorwegstation, nog zo'n
grijs-bruin monument van Sovjet
architectuur. Orthodoxe kerken
met uienkoepels, die het aangezicht
van andere Russische steden plegen
te verzachten, ontbreken aan de
horizon van deze heropgebouwde
stad. Volgograd is een toonbeeld
van atheïstische Sovjet-grandeur.
Ovtsjarov houdt stil bij een bakste
nen bouwval aan de Leninstraat.
„Hier heb ik gevochten," zegt hij.
In een ijzeren hek voor een poort
zitten kogelgaten. We lopen een
binnenplaats op. „Toen wist ik nog
niet dat ik de wijk verdedigde waar
ik later zou komen te wonen." Zelf
komt hij uit de Oekraïne. Hij wijst
naar een betonnen flatgebouw
waar hij jaren heeft gewoond. Her
inneringen aan de oorlog komen
weer op. „Daar, op die hoek, stond
een tank waarvan de loop vast zat.
Hij kon niet meer naar links of
rechts, alleen nog omhoog of om
laag. Zo vochten we tegen de Duit
sers."
Aleksandr Ovtsjarov, 76, heeft ge
vochten van de eerste tot de laatste
oorlogsdag. Roemenië, Finland,
Mantsjoerije, noem het maar op en
hij is er geweest. Stalingrad neemt
in zijn herinneringen een bijzonde
re plaats in, want daar en toen
werd het lot van Hitiers Duitsland
bezegeld. Hier begon de ondergang
van het Derde Rijk.
„De Slag van Stalingrad begon op
17 juli 1942. Het was snikheet, 36
graden. Als je een tank aanraakte,
brandde je je fikken. Binnenin was
het helemaal niet om te harden.
Het leek wel een oven. Je helm kon
je niet afzetten omdat de radio was
ingebouwd. Via je helm hield je
contact met de bestuurder en de
commandant. Het zweet gutste van
je gezicht. Voedselgebrek, nee daar
hadden we geen last van, maar de
dorst was vreselijk. We zaten aan
de overkant van de Don en daar
hadden ze alle putten leeggeschept.
We haalden alleen nog modder op.
Ja, dat was behoorlijk zwaar zeg,
zonder water.
„Aan onze strijdlust mankeerde
niets. Er heerste geen paniek. Ik
had al de nodige gevechten achter
de rug, in Bessarabië en tijdens de
Finse operatie. Twee keer waren
we omsingeld geraakt en twee keer
wisten we on's eruit te vechten. Hoe
moeilijk we het ook hadden, we
geloofden heilig in de uiteindelijke
overwinning.
„Het keerpunt kwam in september,
toen de Duitse aanval op de Mama-
jheuvel mislukte. We winnen,
dacht ik, maar de slag zou nog tot 2
februari 1943 duren.
Generaal b.d. Aleksandr Ovtsjarov heeft gevochten van de eerste tot de laatste oorlogsdag. Stalingrad neemt in
zyn herinneringen een bijzondere plaats in, want daar en toen werd het lot van Hitiers Duitsland bezegeld.
FOTO ROB VUNDERINK
oen, in september, was ik 26
jaar. Majoor. De comman
dant van mijn brigade
raakte zwaar gewond en ik
moest hem hier in Stalingrad ver
vangen.
„Gevochten werd'er overal. Tot 6
augustus leverden we strijd tegen
de 14e Duitse tankdivisie. Die was
door de anti-tankstellingen gebro
ken, richting Don. Toen we nog
maar 24 tanks over hadden, moes
ten we die afstaan aan de brigade
van kolonel Krasnogolov. Onze di
visie moest naar de tractorfabriek
van Stalingrad om een nieuwe par
tij tanks in ontvangst te nemen.
Dat was een hele klus, want die
tanks moest je eerst inschieten.
Anders raakte je niks.
„Prompt moesten we die fabriek
tegen de Duitsers verdedigen. Daar
werden tanks gemaakt, dus dat
was een strategisch object. Ook de
Luftwaffe viel aan, maar onze
luehtafweer gaf lik op stuk. Die
schakelde daar ook op één dag 88
tanks en 14 pantserwagens uit. Ja,
op één dag. En weet je wie er op
onze luchtafweer vochten? Voorna
melijk meisjes, jonge vrouwen. De
Duitsers kregen de fabriek niet in
handen en moesten uitwijken naar
het noorden.
„Misschien dat Hitier het belang
rijk vond om de stad in handen te
krijgen omdat die de naam van
onze leider droeg. Een prestigezaak
wellicht? Voor ons speelde dat niet
zo, die naam. Trouwens, voor Hit-
Ier speelden hier wel belangrijkere
zaken. Hij wilde via de Kaukasus
doorstoten naar Bakoe. Daar zat
olie. Bovendien wilde hij de Wolga
afsnijden als verkeersader waar
over brandstof en graan uit Mid-
den-Azië werd aangevoerd. Hij
wilde Rusland afsluiten van de Ka
spische Zee. Daarvoor moest hij in
Stalingrad zijn.
„Het was een koude winter dat
jaar. Niet zo'n kwakkelwinter als
nu. Toen we het 6e Leger van
generaal Paulus insloten, was het
zo'n 25 graden onder nul en er
woedde een sneeuwstorm.
„Maar het is heus niet zo dat de
Duitsers hun nederlaag aan de
winter te wijten hebben. Van die
bewering klopt niets. Alsof wij
geen last hadden van het koude
weer. Wij sliepen ook in de open
lucht. Wij lagen ook in de sneeuw.
Bovendien lagen zij in de verdedi
ging en vielen wij aan, dus hadden
wij het veel moeilijker. Wij hadden
geen dekking. Zij zaten in hun
verschansingen met hun kachel
aan. Hadden wij allemaal niet, toen
we aanvielen.
„Te eten hadden ze genoeg, de
Duitsers. Bij Kotelnikovo, later bij
Zimovniki, lagen grote vliegvelden.
Daar landden him transportvlieg
tuigen. Ook kregen ze voorraden,
munitie en brandstof per parachu
te. Dat was afgelopen toen wij, van
de 24e divisie, het vliegveld vero
verden. Toen begonnen ze de vele
paarden op te eten die ze bij zich
hadden. Nee, de winter was voor
niemand een lolletje. Niet voor de
Duitsers, maar ook niet voor ons.
„Toen we het 6e Leger omsingel
den, diende ik bij de 13e tankdivi
sie. Ons kwam de divisie van Kra-
vtsjenko tegemoet. Zijn tanks re
den langs de Don op de Duitsers af.
Zij hadden hun lichten aan, zodat
de vijand dacht dat het om eigen
tröepen ging. Wij troffen Kravtsj-
enko's divisie bij het dorpje Sov
jetski. Wat zeggen ze? Dat wij
elkaar voor de vijand aanzagen en
slaags raakten? Niet waar. We had
den uitstekend radiocontact.
„Op 2 februari hadden we Paulus'
troepen verslagen. Nee, we vierden
geen feest. Feestdagen of verlof,
dat hadden we allemaal niet. Vanaf
juni 1941, bij de Duitse inval, tot
januari 1946 in Mantsjoerije heb ik
geen dag rust gehad. We hebben
alleen het glas geheven."
Even enorm is zij als de overwin
ning, de bronzen reuzin in het
centrum van Volgograd. Sinds de
jaren '60 staat zij op de Mamajheu-
.vel het Moederland te verpersoon
lijken. Het geheven zwaard der
gerechtigheid in de rechterhand
maakt haar 86 meter hoog.
og in 1984 verscheen er een
nieuw oorlogsmonument.
Het panorama aan de Volga
is een gebouw dat op af
stand nog het meest doet denken
aan de koepel van een kerncentra
le. Tegen de bovenwand hebben
schilders de slag van 200 dagen
vereeuwigd op een doek van 120
meter lang en 16 meter hoog. Een
heldhaftige Russische piloot stort
zich met zijn neergeschoten vlieg
tuig op de Duitse linies. Actie,
vuur, rook en heroïek alom. En
rondom. Wie het kunstwerk wil
zien, moet zich aansluiten bij een
groep en mag zich niet van de gids
verwijderen. Orde moet er zijn.
„Ik heb nog meegeholpen met de
bouw van het Panorama," zegt
Vladimir Vladimirov, een 29-jarige
sportleraar. „Toen ik nog op het
instituut zat, werden de studenten
opgetrommeld om de bouwplaats
schoon te maken."
Vladimirov houdt van zijn geboor
testad. Het respect voor de helden
rol die Stalingrad tijdens de oorlog
vervulde is zijn generatie met de
paplepel ingegoten, zowel thuis als
op school.
„Altijd speelden mijn vriendjes en
ik oorlogje. Tien, twaalf jaar waren
we toen we naar de Jergeninheuvel
gingen om granaten op te graven.
Schedels vonden we ook, die maak
ten we schoon. Dit is een Frits, een
mof, zeiden we dan. Vaak zaten er
kogelgaten in. Vier of vijf van mijn
vriendjes zijn bij die spelletjes om
gekomen door ontploffende muni
tie."
Toch sluit Vladimorov zijn ogen
niet voor de tekortkomingen van de
stad. „Bij de wederopbouw van
Stalingrad werden er typische Sov
jet-prioriteiten gesteld', eerst de in
dustrie, daarna de mensen. Onze
stad strekt zich uit langs de oever
van de Volga en is meer dan 80
kilometer lang. Mijn moeder woont
aan de andere kant van de stad. Als
ik haar wil bezoeken, moet ik met
de trein. Het eerste wat ze na de
oorlog deden, was de hele rechter
oever, 80 kilometer Tang, volbou
wen met fabrieken. Zo heb je daar
een enorme chemische industrie,
houtverwerkende bedrijven, wa
penfabrieken en ga zo maar door."
Rondom die bedrijven verrezen
langzaam betonnen woonblokken,
scholen, kleuterscholen. In de bui
tenwijken stonden leemhutten, die
de mensen uit armoe met eigen
handen hadden gebouwd.
„Met het milieu is het in onze stad
bar en boos gesteld," zegt Vladimi
rov. „Ik herinner me nog goed hoe
ik op de kleuterschool in zwarte
sneeuw speelde. Tegenover ons
stond het energiebedrijf. En de
rechteroever van de Volga, die
heeft mijn hele jeugd door bedor
ven gelegen onder rot hout, dat niet
tijdig was verwerkt. Het is nu wat
beter, maar in mijn kinderjaren lag
er op de rivier altijd een grijsbrui
ne laag onoplosbaar schuim. Heb je
gehoord van die ramp, een paar
jaar geleden? Bij de waterkracht
centrale in de Wolga schiet de steur
kuit. Enorme vissen, rijk aan ka
viaar. Op een gegeven moment lag
de hele oever vol dode vis. Een
fabriek had giftig afval geloosd.
Met bulldozers hebben ze de zaak
moeten opruimen."
Onder de jeugd bestond toen een
populair spelletje. In de trein langs
de Wolga kreeg iemand een blind
doek voor. Aan de hand van de
geur moest hij proberen te bepalen
waar hij zat. Langs dat traject van
80 kilometer. Niet moeilijk, aldus
Vladimorov.
Amusement is altijd al een stief
kindje van Sovjet-planners ge
weest. Zo ook in de miljoenenstad
Volgograd. De jeugd verveelt zich
er dan ook stierlijk een vooral de
laatste jaren neemt het vandalisme
schrikbarende vormen aan. Onder
de tieners van de heldenstad is het
vernielen van spoorwegwagons uit
gegroeid tot een populair tijdver
drijf. 's Nachts overvallen ze de
'elektritsjka', blazen alle ruiten op
en slopen de zitbanken met messen,
's Zomers organiseren fabrieken,
scheepswerven en jeugdclubs dans
avondjes in de open lucht. Als
jongen dans je tot je 15, 16 bent.
Ben je ouder, dan kom je om te
drinken en te vechten. De proleta
rische Rode Legerwijk, Kirovwijk
en Rode Oktoberwijk zijn opge
deeld in zones waar straatbendes
elkaar naar het leven staan. De
politie treedt op, maar kan niet
verhinderen dat 2,3 keer in de
week groepen van 40, 50 man
slaags raken.
Sinds Gorbatsjovs Perestrojka zijn
de contacten met het buitenland
toegenomen en komen er veel Duit
sers naar de regio Volgograd. Ooit
was het Volgagebied het thuisland
voor de Russische Duitsers. Duitse
zakenlieden bieden nu hulp. Jonge
ren begrijpen dat de Russen zelf
verantwoordelijk zijn voor hun la
ge levensstandaard, maar de vete
ranen hebben het er moeilijk mee.
Zij kunnen nauwelijks verkroppen
dat de verslagen vijand nu hulp
komt bieden aan de overwinnaar.
m
[oet je dat nu zien,"
schampert generaal b.d.
Ovtsjarov. Hij stampt op
de half gesmolten
sneeuwlaag over de volle breedte
van de stoep. „Hebben ze de macht,
die democraten, kunnen ze er niet
eens voor zorgen dat de sneeuw
wordt geruimd. Jeltsin? Een praat
jesmaker. Heb ik niet op gestemd.
Niemand in mijn familie." Zijn
ogen fonkelen. „Gorbatsjov? Een
Judas. Hij heeft de Partij verra
den."
Zijn veel jongere stadgenoot Vladi
mirov denkt er anders over, maar
gunt de oude man zijn visie. „Voor
veteranen heb ik respect," zegt de
jonge sportleraar. Op 9 mei, de dag
van de overwinning is Volgograd
een bedevaartsoord voor veteranen
uit het hele land. Dan is er vuur
werk. We zetten ze in de bloemen.
Elk jaar stel ik bedroefd vast dat
het er alweer minder zijn dan het
jaar ervoor."