langs de dse Brussel POLE Flarden van mist in een boomgaard De onvergankelijkheid van Don Juan BOEKENLEGGER KINDER BOEKEN Sprookjes van Andersen Beatles-professor' komt met alle feiten en details Alexander Ver Huell wilde miskend zijn Zoon Eiso in Rotterdam als wegbereider voor 'broze' Marten Toonder BOEKEN fchael Palin tllgsen de polen I ereld in 80 dagen' heeft Mi- 'Verdronken land': bevlogen romandebuut van J.A. Blokker Nieuwe kijk van Torrente Ballester op de eeuwige vrouwenversierder VRIJDAG 15 JANUARI 1993 DEEL D ussel één van de twee hoofdstede Iderlanden. Een behoorlijk aant' tiert aan de tijd dat het huidia lat waren. pa Cluysenaar. Hij bouwde in 187' |er het Koninklijk Conservator^ Van Cluysenaars hand zijn voor. al de winkelgalerijen opmerkt' tre lijk, zoals de De Bortiergali jen tussen de Duquesnoystraat Ia- St. Janstraat, en vooral de si Hubertusgalerij, een complt lie met drie overdekte winkelstr; ten aan de Grasmat] nd (1837-1847). Het beroemde café Taverne d\ Passage in de Hubertusgalei n(j was in de jaren '30 de geliefc nd plek van de dichter Jan Gres ,en hoff, destijds Brussels correi In_ pondent van een aantal Nedi' en landse kranten. Van Schend* en Du Perron en Vestdijk bezochl d_ hem daar regelmatig, toen Bi sel nog een bruisende stad was. In de korte periode dat Nedt, land en België één koninkrij] ,te vormden (1815-1839) zorgde 1 u_ ning Willem I ervoor dat er nd Brussel muziek-, opera-, ballet let en theateropleidingen van ni- en veau kwamen. In de loop van d* [®n 19e eeuw studeerden hier hoif- fd, derden Nederlanders, onder wii pn- Neel Doff (Keetje Tippel). Tussen 15 september en 13 ol gruel' van Francois Rabelais uit )cht van een monnik, vol met vieze heb het ontdekt op mijn elfde en c gebleven. meeste indruk gemaakt? zien heb is 'Husbands and Wives'. Woody Allen. En van het oude van de Marx Brothers. istelling die u heeft bezocht? in-tentoonstelling in het Stedelijk. net een oud reliëf van '68. op de radio willen laten draaien igen cd'tje noemen: 'Schippers in afwisselende c.d. met hits en nooit is op het mooiste plekje aan de iland Topor, een beroemde Franse n hem gekregen toen ik eens een i opende. ureel avondje uit? uk waarin Carol van Herwijnen en n. Een stuk van Neil Simon en het imels'. Niet zo'n sterk stuk, rhaar ramma blijft u thuis? ij mij altijd aan. Ik beleef zelfs nma's en rotzooi op RTL4. Wat ik de serie 'The Powers That Be'. stenaar of acteur zou u het liefst slicht worden uitgenodigd? int hij is dood: Marcel Duchamp. Ik niet meer wat ik gezegd heb omdat beslist nóóit minister van WVC at hij niet behept is met enige aspecten. Bij hem gaat het alleen Igens u per se moeten zien, lezen Amsterdam gaan om van moderne l.,,7ijn enerverende 'Reis om de V Palin (van Monty Python) voor de BBC een reis ge- ,,akt van de Noordpool naar de jl, zo goed en zo kwaad „,g over de lijn die 30 i (iaden oosterlengte aangeeft, life to Pole' is al in Engeland ■«zonden. De Nederlandse tv j over een tijdje wel volgen. Ifoor de liefhebbers is er alvast l!;i (Engels-talige) boek met fo- l'j's en de dagboekaantekenin- |,tnvan Palin. ■Michael Palin en zijn vier vaste I «leiders maakten de reis door iireem koude en hete oorden -vissen juli en kerst van 1991. In L Poolstreken maakten ze ge- lpk van vliegtuigen, verder Lg de reis per trein, bus, lichtwagen, fiets, vlot en bal lot de persoonlijk aanpak van Ipalin maakt de reis zo boeiend. zijn getuige van zijn worste- met darmstoornissen, een Russisch feestavondje met over matig wodka-gebruik en ontbe ringen tijdens een uitputtende treinreis van 17 uren door de Sudan. Maar hij heeft altijd een koffer Britse humor bij zich en brengt joggend zijn conditie weer op peil. 'Pole to Pole' is een plezierig en sympathiek boek. Onder de 17 landen die Palin aandeed, be vindt zich de nog niet onttakelde Sovjet-Unie. Palin verzucht dat hij, als hij iets later was vertrok ken, 20 landen had kunnen 'doen'. Michael Palin: 'Pole to Pole'. Uitg. BBC Books, importeur Van Ditmar, Amsterdam, prijs 58,30. In- In ber 1859 schiep Multatuli in hel in~ logement Au Prince Beige aai :t> de Arenbergstraat 52 de Mal Havelaar. Gedurende nog eenl BiJ half jaar daarna werkte hij oj aet dezelfde plaats (jas aan, hoed opj pus geen geld voor verwarming) >yn Woutertje Pieterse. Een gedenk- Se- plaat herinnert aan de aanwe zigheid van Eduard Douwes lad Dekker in Brussel, al) H De brochure 'Een Nederlandse |]w wandeling in Brussel' is te verkrij- gen bij het Vlaams Cultureel Cen- ue trum. De Brakke Grond, Nes 45, iter Amsterdam. Tel. 020-6229014. |iüeat!es-fcermer Mark Lewisohn: „Ik ben niet geobsedeerd, ik mi ze gewoon goed.foto rob verhorst Door Max Steenberghe Nog voor hij vijf jaar was, had hij zijn eerste Beatle-plaatje al: ■time please me. En de volgen de dertig jaar hebben ook gro tendeels in het teken van de Fab Fout gestaan. Toch vindt hij zichzelf niet geobsedeerd. „Ik ben zelfs blij dat ze nooit meer bij elkaar zijn gekomen. Andere lans kunnen me vermoorden om zo'n uitspraak. Maar ik meen bet. Het zou nooit hetzelfde zijn geweest, en het had de magie waarschijnlijk voorgoed verbro ken." Hij weet waar hij het over heeft. Hoewel Mark Lewisohn 'pas' 34 is, oogt hij door zijn wel erg spaarzaam behaarde hoofd aan zienlijk ouder. En dat professo- rai-uiterlijk past. Want Lewiso- is dé autoriteit op Beatle-ge- d. Twijfelaars kunnen zich sinds kort in de boekhandel overtuigen, want daar ligt wat al de Beatle-bijbel wordt ge noemd: The Complete Beatles Chronicle. boek omvat alle 'officiële' activiteiten van het viertal. En ook letterlijk van dag tot vanaf 9 juni 1957, het aller eerste optreden van de Quar- symen op een talentenjachtje in Liverpool tot 10 april 1970, toen Paul zijn eerste solo-elpee uit tocht met een persbericht •aarait bleek dat de Beatles niet langer bestonden. Aangevuld met lijsten van alle singles, eepee's, elpee's en cd's die de Beatles maakten, de hit noteringen, de opnamegegevens, de eigenlijke componist (want hoewel bijna elke song op -de naam - van- Lennon McCartney stond, kwam viervijfde van het werk óf van Paul Yesterdayóf van John (Strawberry Fields Forever). Plus chronologische lijsten van waar ze speelden, wanneer, en wat ze speelden, de radio- en tv-optredens plus in terviews, de films, video en clips die ze maakten. Met nog eens 500 foto' en documenten, in to taal 365 pagina's, oftwel bijna twee kilo papier. Een bekend verhaal. Maar nu aangevuld met de mooiste de tails. Het aUer-éllereerste Beat- lenummer was een Harrison-Mc- Cartney-compositie In spite of all the anger. Iets wat Paul zelf al was vergeten. En zo staat het vol met smul-werk. Letterlijk: het merk wybertjes dat John opzoog op ll-2-'63, toen in één dag alle nummers voor de elpee Please Please me werden opge nomen. Figuurlijk: Zijn briefje aan premier Wilson 'Lieve Harold, ik lever mijn koninklijke onderscheiding in als protest te gen de Engelse houding ten op zichte van Biafra, onze steun aan Amerika inzake Vietnam en omdat mijn single Cold turkey zakt op de hitlijst'. Mark Lewinsohn: 'The complete Beatles chronicle'. Uitg. EMI/Py- ramid Books, winkelprijs rond 80,-. 't zijn tijd een nationale be- Mmdheid, nu vergeten: dat is tekenaar en schrijver Alexan der Ver Huell. Literatuurliefheb- s weten dat zijn naam berust Klikspaans Studententypen, arvoor Ver Huell de illustra te maakte. Jhar hij deed veel meer. Dui- toteke.ningen, politieke Si1' satires, romantische «"beddingen van het kunste- k.,a ,aP- Hij was zeker een figuur in de Neder- J« I9e eeuw, en typerend 0()r de tijd rond 1840-1850, l»„!nn Ver HueU in zijn latere „„^estelijk bleef hangen ter- W de wereld verder raasde. l,meegse neerlandicus Jan fir s !*eeb; een lijvige biogra- dr aan Ver Huell - die in tort, r Prins Encyclopedie eil °nder zijn eigen naam noch toriS ^ermeld staat, en dat is teb wel een nalatigheid. vooral !naf rijst uit dit boek Zo «A een gestoord mens. leefthri Ver HueU °P 42"jari" dawJ 3 Z1]n verloving drie de sbiri°? buweiijk, enleef- ndsdien tot zijn dood op 75-jarige leeftijd als kluizenaar in zijn Arnhemse herenhuis aan de Bergstraat. Hij veranderde zijn kleren nooit meer. „Wie kennis wilde nemen van de mode der heerenkleding van vóór vijf tig jaar, had slechts Ver Huell te zien uitgaan", schrijft een tijd genoot. Alexander Ver Huell was een verbitterde waanlijder. Hij koes terde de romantische wens een miskend profeet te zijn. Hij schiep zich een geestelijk univer sum waarin die wens in vervul ling ging. „Wij noemen dit gees telijk lijden en geven het de naam paranoia. En wij huldigen de mening dat zijn creativiteit erdoor is geschaad", aldus bio graaf Bervoets' conclusie. Het boek over Ver Huell is be halve als portret van een ver knipte romanticus ook interes sant vanwege de grote hoeveel heid illustraties. Het is een rijke bron van informatie over het culturele leven in Nederland in de 19e eeuw. Jan Bervoets: 'Alexander Ver Huell, een levensbeschijving'. Uitg. Walburg Pers, prijs 74,90. H.R. Door Johan Diepstraten 'Herinneringen, daar kopen we niks voor. Oude mensen en zieken kijken achterom; jij bent nog te jong om al niet meer vooruit te kijken.' Het is een citaat uit 'Verdronken land' van de geschiedenisleraar en dichter J.A. Blokker die zijn hoofdpersoon het verleden laat reconstrueren. Het romande buut bestaat alleen maar uit herinneringen en daarom is het zo'n merkwaardige en tegelijkertijd aardige uitspraak. De auteur heeft niet de meest originele literaire thematiek gekozen. De zoektocht van een zoon naar zijn vader die eindigt in een hallucinerende zwerftocht door de stad, is méér dan bekend. Het is haast onmogelijk om hierop een verrassende va riant te bedenken die indruk maakt. Maar J.A. Blokker is erin geslaagd een bevlogen kleine roman over dit onderwerp te schrij ven. 'Verdronken land' is zo intrigerend dat de lezer na de laatste pagina onmiddellijk opnieuw begint om de paar overgebleven raadsels alsnog op te lossen. Tevergeefs weliswaar, maar dat doet er niet toe. Ook al is het procédé van de roman enigszins voorspelbaar, -van 'De Met siers' van Claus tot 'Eerst grijs dan wit dan blauw' van Margriet de Moor- de opzet stoort niet. Vijf personages geven in 't Oude Land, het eerste deel van het roman debuut, hun visie op een dramatische ge beurtenis die in het verleden heeft plaats gevonden. In het tweede deel ('De Brug') gaat de hoofdpersoon aan ditzelfde verle den ten onder. Zijn enige redmiddel is dat hij al die herinneringen opschrijft. 'Mor gen...dan schrijf ik alles zo op, achter elkaar. Morgen, als ik wakker ben...,' lui den de laatste regels. Het vertelde verhaal laat zich gemakkelijk in een paar regels samenvatten: lang gele den heeft Wietske twee mannen verleid: Hans en Johan. Een van de twee is de vader van Albert. Op een dag betrapt Hans zijn vrouw Wietske met de violist Johan. Hans verlaathet huis en wordt twee dagen later uit het water opgevist. Zoon Albert gaat vele jaren later op zoek naar de waarheid: wat is in die bewuste nacht gebeurd? Maar zo gemakkelijk als het hier staat, maakt J.A. Blokker het de lezer niet. Het duurt een groot aantal pagina's voordat de familieverhoudingen duidelijk zijn en uit eindelijk wordt er geen oplossing gegeven voor het probleem waarmee hoofdpersoon Albert Andriesz worstelt. Bovendien dwingt Blokker tot langzaam en zorgvul dig lezen, omdat hij in dialogen plotseling naar een andere tijd verspringt. Het is een techniek die tot irritatie kan leiden, maar voor 'Verdronken land' geldt dat niet. Integendeel: de roman is zo goed geschreven dat je voortdurend de neiging hebt om een alinea of dialoog even op nieuw te bekijken. Vooral vanwege de treffende formuleringen, niet zozeer van wege de beschreven gebeurtenis. De roman had als motto Koplands dichtre- J.A. Blokker. gel 'Alles verandert maar keert onveran derd terug' mee kunnen krijgen. In 'Ver dronken land' komen drie generaties aan het woord, - grootvader Bert, moeder Wietske en zoon Albert, - voor wie een boomgaard een essentiële rol in hun leven speelt. Het is op deze idyllische plaats waar de grootvader een vrouw verleidt, waar Wietske haar minnaar opwacht en waar Albert uit flarden van mist het verleden oprakelt. In het poëtische openingshoofdstuk (ge schreven vanuit de grootvader) wordt de toon van de roman gezet: in de boomgaard wandelt hij met zijn kleinzoon en zij praten over de overleden vader. 'Ik begrijp het niet Opa,' zegt Albert. Hij is naast me komen lopen en heeft mijn hand gepakt. 'Dat ik hem nooit meer zal zien; is hij nou helemaal weg?' 'Soms kun je nog wel eens praten,' zeg ik, 'tegen mensen die er niet meer zijn, maar niet echt.' 'Opa, waarom is pappa dood?' 'Dat weet Ut niet precies Albert,' zeg ik, 'dal weet je nooit helemaal zeker met dode mensen, waarom ze niet meer leven.' Deze laatste vraag - het waarom - wordt een obsessie voor kleinzoon Albert. Een anlwoord krijgt hij nigt, maar hij kan wel reconstrueren wat voor soort karakters het drama bepaalden. De violist Johan is een foto bezige BIJ idealistisch type, een dromer, in tegenstel ling tot zijn waarschijnlijk biologische va der Hans die in zijn wanhoop probeerde een daad te stellen. De grootvader berust in het onvermijdelijke en moeder Wietske heeft alleen nog haar zoon, over wie ze als een kloek waakt. In het tweede deel van de roman dwaalt Albert in een roes, veroorzaakt door dron kenschap of omdat hij psychotisch is ge worden la David Windvaantje van Bies heuvel, langs de plaatsen van zijn jeugd, op zoek naar zijn dode vader. Die tocht is indrukwekkend beschreven. Het zijn vooral de stijl, de metaforen en de sfeer die de roman tot een zeer opmerkelijk debuut maken. Hier is een dichter aan het woord die heeft geschaafd en geploeterd op iedere zin en iedere komma. Het is een wijdverbreid misverstand te denken dat er zoiets als geboren romanschrijvers en ge boren dichters zouden bestaan die ieder beter op hun eigen terrein kunnen blijven, zoals Doeschka Meijsing onlangs met grote stelligheid beweerde. De romans van de poëten Zwagerman, Campert, Bernlef, Schippers en Komrij zijn al het bewijs van haar ongelijk. Of J.A. Blokker ook een geboren romanschrijver blijkt te zijn, zal de tijd uitwijzen. Zijn prozadebuut wijst er wel op. J.A. Blokker: 'Verdronken land'. Uitg. De Bezige Bij, prijs 24,50. Door Elly Poppe-Stolk De vrouwenversierder Don Juan is een figuur die vanaf de zeventiende eeuw regelmatig in de literatuur opduikt. De eerste Don Juan speelt de hoofdrol in een Spaans stuk uit 1630. Hij is een laagharige telg uit een voornaam adellijk geslacht, die niet alleen vrouwen verleidt voor zijn eigen genot of om ze te onteren, maar er ook uit is zijn familie en vrienden kwaad te berokkenen. Goedbedoelde waarschuwingen om zijn leven te beteren wuift hij weg. God is immers gena dig, zo redeneert hij, en met een paar biechtformaliteiten aan het eind van zijn leven denkt hij zijn plaatsje in de hemel wel te kunnen regelen. Op een dag nodigt hij voor de grap het grafbeeld van één van zijn overleden slachtoffers, Don Gonzaolo, te eten uit. Het beeld verschijnt en spreekt met Don Juan een tegenbezoek af. Als Don Juan op die afspraak ver schijnt, sleept Don Gonzalo hem de hel in. Zo gaat dat - is de impliciete boodschap van de auteur, de monnik Tirso de Molina - met mensen die niet tijdig tot inkeer komen en mis bruik maken van Gods barm hartigheid. De romantiek geeft, ruim twee eeuwen later, gestalte aan een geheel andere Don Juan. In 1844 zet de Spaanse toneel schrijver José Zorrilla in zijn 'Don Juan Tenorio' een rebel neer die zich hardnekkig verzet tegen morele voorschriften en maatschappelijke vooroorde len. Hij krijgt op tijd berouw over het aangerichte leed en kan daardoor aan veroordeling ontkomen. Inmiddels zijn er veel Don Juans ontstaan die verwant zijn met deze twee Spaanse, bij voorbeeld bij Molière, Baude laire en Mozart. Sinds Freud is er het type Don Juan bijgeko men dat niet meer zozeer als schadelijke dwarsligger wordt gekarakteriseerd, maar veel meer als tragisch psychoanaly tisch geval: als iemand die zich aan geen enkele vrouw kan binden, die niet in staat is lief de te delen of als een man met suksuele complexen. Gonzalo Torrente Ballester. De Spaanse auteur Gonzalo Torrente Ballester komt in zijn roman 'Don Juan' met een nieuwe versie. Zijn Don Juan opereert rond 1960 als be schaafd uitziend heer van begin veertig in Parijs, samen met zijn gewiekste knecht Leporel lo, die ditmaal een goed ge schoolde dertiger is en nog ini tiatiefrijker dan zijn' voorgan gers. Het duo heeft behoefte aan be grip en daarom palmt Leporel lo een Spaanse intellectueel in die wel eens een wetenschappe lijk artikel over Don Juan heeft geschreven. Deze toevallig in Parijs verblijvende Spanjaard vertelt als ik-figuur hoe hij zich, ofschoon hij goed weet dat Don Juan en zijn knecht nooit echt hebben bestaan, de rol laat opdringen van getuige. Het komt zelfs zo ver met hem dat hij tijdelijk Don Juans per soonlijkheid aanneemt en het eerste deel van diens geschiede nis schrijft. Het verhaal is op dat moment al zo spannend als een thriller, maar nu komt daar nog voor de foto wereldbibliotheek lezers die de oude versies ken nen, de verrassende ontdekking bij dat bepaalde personages en gebeurtinissen in een ander daglicht zijn komen te staan. Het verdere verloop van die geschiedenis wordt verteld door Leporello en de ontkno ping volgt tijdens de première van een toneelstuk waarvoor Leporello de ik-figuur een kaartje heeft gegeven. De inmiddels tweeëntachtigja- rige emeritus-hoogleraar Spaanse literatuur Gonzalo Torrente Ballester heeft naast een grote hoeveelheid artikelen een interessant literair oeuvre geschreven. Zijn beste boeken verschenen rond 1970. Hierin is een evenwichtige combinatie van rationeel mogelijke en on mogelijke gebeurtenissen en van historische en gefantaseer de feiten bereikt, die in een uitgebalanceerde mix van ver telvormen worden gepresen teerd. 'Don Juan' is enkele jaren daarvoor geschreven, in 1963. Toch is het een goede keuze geweest juist dit boek te verta len, omdat het de latere ideale vorm al dicht benadert en een onderwerp heeft dat wel Spaans is, maar de Nederland se lezer onvoldoende aankno pingspunten biedt. Het grondthema van 'Don Juan' is het onoplosbare con flict tussen het goede en het kwade, die onafscheidelijk van elkaar bestaan. Torrente Bal- lesters Don Juan constateert dat de schepping niet volmaakt is. Als man van eer tekent hij hiertegen protest aan bij God door zich als een beroepszon daar te gedragen. Steeds ziet hij zich echter voor de vraag geplaatst of hij zijn gedrag zelf stuurt of dat uiteindelijk God dit doet. De auteur speelt hier geestig en lichtvoetig met kwesties die theologen door dé eeuwen heen hebben bezigge houden. Natuurlijk blijft Don Juans specialiteit op het slechte pad de vrouw. Eerlijk gezegd heeft de auteur zich er uitgerekend op dat gebied nogal gemakke lijk van afgemaakt. Hij laat Leporello uitleggen dat zijn baas elke vrouw op wie hij zijn oog laat vallen een blijvende meerwaarde verleent, maar hoe dat precies in zijn werk gaat, wordt niet duidelijk. Slechts twee vrouwen spelen een rol in de Parijse periode, en dan nog op de achtergrond: Marianne, een dienstmeisje dat met een eigen bar in het Parijse Quartier Latin schadeloosge steld wordt voor het liefdesver driet, en Sonja, een Scandina vische die hem leert kennen vlak nadat ze aan de Sorbonne is gepromoveerd op... Don Juan. Als Sonja ontdekt dat het tussen hem nooit tot lichamelij ke liefde zal komen, gaat ze hem met een pistool te lijf. Omdat de hemel voor hem niet is weggelegd en zijn voorouders indertijd weigerden hun laatste afstammeling bij zich in de hal te ontvangen, koos Don Juan voor zijn eigen hel: hij blijft op aarde vrouwen versieren. Juist deze individualistische keuze maakt van hem een springle vend modern personage. Gonzalo Torrente Ballester: 'Don Juan'. Uitg. Wereldbiblio theek, prijs 39.50. De financiële problemen van het derde Story International zijn op het nippertje overwonnen, zodat het prozafestival zich van woensdag 20 tot en met 24 ja nuari in Rotterdam kan ontrol len met de 80-jarige woordkun stenaar Marten Toonder in de hoofdrol. Het Rotterdamse Biblio theektheater zal zijn werk van uit diverse invalshoeken belich ten. Donderdags is er een film programma met films en video's van en over Marten Toonder, die zullen worden ingeleid door zijn zoon Eiso. Zaterdag 23 januari volgt de presentatie van het vertaalpro ject. Daaraan zullen onder ande ren de Chinese dichter Duoduo meedoen, de Surinaamse 'multi- kunstenaar' Paul Middellijn, de Russische Natasha Gerasimova, de Hongaar Peter Kantor en de Zwitserse Jacqueline Crevoisier. Marten Toonder en zijn zoon Eiso zijn heel nieuwsgierig naar de uitwerking van het vertaal project. „Al kunnen we natuur lijk niet controleren hoe correct de vertaling bijvoorbeeld in het Russisch is", zegt Eiso Toonder, die zijn rol tijdens Story Inter national aanvankelijk beschei den omkadert als 'pr-man voor mijn vader'. „Ik woon in Brussel en mijn vader in Ierland", zegt hij. „Van wege die geografische afstand heeft hij me gevraagd me zoveel mogelijk hier te vertegenwoordi gen. Hij heeft een broze gezond heid, zoals hij het zelf uitdrukt, dus daarom neem ik, wanneer nodig, voor hem waar. Net als ik draagt hij Poetry en Story Inter national een goed hart toe en daarom is het goed hier te zijn." Toonder jr. wil zichzelf geen kenner van het werk van zijn vader noemen, maar een inge wijde is hij zeker. Nog voor zijn vader naar Ierland verhuisde vestigde zijn oudste zoon zich er al om een 'filiaal' van de Toon der-studio's op te zetten. Toon der: „Ik heb als tekstschrijver gewerkt voor strips van mijn vader. De relatie met hem is meer een van een team zijn dan een vader/zoon verhouding. Wat ik van het werk weet is uit liefhebberij en dat zal ik zeker inbrengen in het festival." Marten Toonder, hoofdgast op Story International. foto archief de stem Door Muriël Boll Toen Hans Christian Andersen in 1805 in Odense geboren werd, waren de sprookjes erg in de mode. Maar het leven van An dersen was bepaald geen sprook je. Zijn moeder, wasvrouw, was aan de drank, zijn vader was een arme schoenmaker. Andersen groeide op in de armste buurten van Odense. "...In de dakgoot tussen ons huis en dat van de buren stond een bloembak met bieslook en peterselie erin. Dat was de enige tuin die mijn moe der bezat. In het sprookje van de Sneeuwkoningin staat die tuin weer in bloei", schrijft Andersen vijftig jaar later. Armoe troef dus, maar het leven van Andersen werd uiteindelijk toch een sprookje. Als gevierd schrijver kwam hij over de vloer bij deftige ambtenaren en bur gers en werd zelfs aan het hof ontvangen. Op zijn veertiende jaar trok hij naar Kopenhagen, tot zijn teleurstelling was hij niet geschikt voor balletdanser en zanger. Hij vond wel een mecenas die hem de Latijnse school liet volgen, en die hem in staat stelde naar Duitsland en Italië te reizen. Sommigen bewe ren dat die geldschieter handel de in opdracht van de koning, Andersen zou diens bastaard zoon zijn. Hoe het ook zij, wie Andersen wil leren kennen, moet zijn sprookjes lezen want daarin heeft de schrijver veel van zich zelf gestopt. Sprookjes hebben altijd een lichte en een donkere kant, verdriet wordt gevolgd door troost. Hij is het lelijke jonge eendje, Johannes uit 'De Reiskameraad', de oude grappi ge man uit 'Vliermoedertje', die zonder vrouw of kinderen op de bovenste verdieping van het huis woont, hij is het weesmeisje Ka ren van 'De rode schoentjes' en de ongrijpbare Chinese nachte gaal is de zangeres Jenny Lind op wie hij verliefd was, maar die niet met hem Wilde trouwen Zeven van Andersens sprookjes zijn direct te herleiden tot volks verhalen die hij hoorde in de spinkamer of op het land. Voor de andere sprookjes putte hij uit Scandinavische mythen en sa gen. Hij paste ze aan aan zijn eigen tijd en omstandigheden maar liet de essentie intact. Dr. Annelies van Hees van het Scan dinavisch Seminarium van de Universiteit van Amsterdam heeft Andersens sprookjes op nieuw vertaald. De vorige verta ling van Van Eeden dateerde uit 1931, die in 1975 werd herzien door Alet Schouten. Tijd voor een nieuwe vertaling dus. Van Hees kapte te lange zinnen resoluut in stukken en dat komt de leesbaarheid bepaald ten goe de. Het woordgebruik werd he- dendaagser, japon werd jurk, hu werd jeetje, enzovoort. De eerste zin uit het eerste sprookje De Tondeldoos 'daar kwam een sol daat aanmarcheren over 'de grote weg' werd 'er kwam een soldaat over de straatweg aanmarche ren', ook goed maar het perspec tief, het verre uitzicht, dat 'daar' biedt, verdwijnt. Verlies en winst, maar de nieuwe vertaling is toch leesbaarder ge worden dan de oude. Wat ik bepaald een winst vind, is de verantwoording achterin waar in Van Hees de herkomst van een aantal zaken duidelijk maakt. Bepaald jammer is het dat de illustraties gemaakt werden door diverse auteurs. Goede illustra ties, daar niet van, maar de sprookjes van Andersen die zo duidelijk zijn stempel dragen, zouden eigenlijk ook geïllus treerd moeten worden door één hele goede illustrator. Voor mij hadden de schitterende illustra ties die Lidia Postma maakte voor de uitgave van 1975 zo overgenomen kunnen worden, maar ja dat was een andere uitgever. Hans Christian Andersen: 'Sprookjes en verhalen'. Vertaald door Dr. Annelies van Hees. Uitg. Lemniscaat, prijs 49,90 Hans Christian Andersen. foto archief de stem

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1993 | | pagina 17