langs de
dse
Brussel
POLE
Flarden van mist in een boomgaard
De onvergankelijkheid van Don Juan
BOEKENLEGGER
KINDER BOEKEN
Sprookjes van Andersen
Beatles-professor' komt
met alle feiten en details
Alexander Ver Huell
wilde miskend zijn
Zoon Eiso in Rotterdam
als wegbereider voor
'broze' Marten Toonder
BOEKEN
fchael Palin
tllgsen de polen
I ereld in 80 dagen' heeft Mi-
'Verdronken land': bevlogen romandebuut van J.A. Blokker
Nieuwe kijk van Torrente Ballester op de eeuwige vrouwenversierder
VRIJDAG 15 JANUARI 1993
DEEL D
ussel één van de twee hoofdstede
Iderlanden. Een behoorlijk aant'
tiert aan de tijd dat het huidia
lat waren.
pa Cluysenaar. Hij bouwde in 187'
|er het Koninklijk Conservator^
Van Cluysenaars hand zijn voor.
al de winkelgalerijen opmerkt'
tre lijk, zoals de De Bortiergali
jen tussen de Duquesnoystraat
Ia- St. Janstraat, en vooral de si
Hubertusgalerij, een complt
lie met drie overdekte winkelstr;
ten aan de Grasmat]
nd (1837-1847).
Het beroemde café Taverne d\
Passage in de Hubertusgalei
n(j was in de jaren '30 de geliefc
nd plek van de dichter Jan Gres
,en hoff, destijds Brussels correi
In_ pondent van een aantal Nedi'
en landse kranten. Van Schend*
en Du Perron en Vestdijk bezochl
d_ hem daar regelmatig, toen Bi
sel nog een bruisende stad was.
In de korte periode dat Nedt,
land en België één koninkrij]
,te vormden (1815-1839) zorgde 1
u_ ning Willem I ervoor dat er
nd Brussel muziek-, opera-, ballet
let en theateropleidingen van ni-
en veau kwamen. In de loop van d*
[®n 19e eeuw studeerden hier hoif-
fd, derden Nederlanders, onder wii
pn- Neel Doff (Keetje Tippel).
Tussen 15 september en 13 ol
gruel' van Francois Rabelais uit
)cht van een monnik, vol met vieze
heb het ontdekt op mijn elfde en
c gebleven.
meeste indruk gemaakt?
zien heb is 'Husbands and Wives'.
Woody Allen. En van het oude
van de Marx Brothers.
istelling die u heeft bezocht?
in-tentoonstelling in het Stedelijk.
net een oud reliëf van '68.
op de radio willen laten draaien
igen cd'tje noemen: 'Schippers in
afwisselende c.d. met hits en nooit
is op het mooiste plekje aan de
iland Topor, een beroemde Franse
n hem gekregen toen ik eens een
i opende.
ureel avondje uit?
uk waarin Carol van Herwijnen en
n. Een stuk van Neil Simon en het
imels'. Niet zo'n sterk stuk, rhaar
ramma blijft u thuis?
ij mij altijd aan. Ik beleef zelfs
nma's en rotzooi op RTL4. Wat ik
de serie 'The Powers That Be'.
stenaar of acteur zou u het liefst
slicht worden uitgenodigd?
int hij is dood: Marcel Duchamp. Ik
niet meer wat ik gezegd heb omdat
beslist nóóit minister van WVC
at hij niet behept is met enige
aspecten. Bij hem gaat het alleen
Igens u per se moeten zien, lezen
Amsterdam gaan om van moderne
l.,,7ijn enerverende 'Reis om de
V Palin (van Monty Python)
voor de BBC een reis ge-
,,akt van de Noordpool naar de
jl, zo goed en zo kwaad
„,g over de lijn die 30
i (iaden oosterlengte aangeeft,
life to Pole' is al in Engeland
■«zonden. De Nederlandse tv
j over een tijdje wel volgen.
Ifoor de liefhebbers is er alvast
l!;i (Engels-talige) boek met fo-
l'j's en de dagboekaantekenin-
|,tnvan Palin.
■Michael Palin en zijn vier vaste
I «leiders maakten de reis door
iireem koude en hete oorden
-vissen juli en kerst van 1991. In
L Poolstreken maakten ze ge-
lpk van vliegtuigen, verder
Lg de reis per trein, bus,
lichtwagen, fiets, vlot en bal
lot de persoonlijk aanpak van
Ipalin maakt de reis zo boeiend.
zijn getuige van zijn worste-
met darmstoornissen, een
Russisch feestavondje met over
matig wodka-gebruik en ontbe
ringen tijdens een uitputtende
treinreis van 17 uren door de
Sudan. Maar hij heeft altijd een
koffer Britse humor bij zich en
brengt joggend zijn conditie
weer op peil.
'Pole to Pole' is een plezierig en
sympathiek boek. Onder de 17
landen die Palin aandeed, be
vindt zich de nog niet onttakelde
Sovjet-Unie. Palin verzucht dat
hij, als hij iets later was vertrok
ken, 20 landen had kunnen
'doen'.
Michael Palin: 'Pole to Pole'.
Uitg. BBC Books, importeur Van
Ditmar, Amsterdam, prijs 58,30.
In-
In ber 1859 schiep Multatuli in hel
in~ logement Au Prince Beige aai
:t> de Arenbergstraat 52 de Mal
Havelaar. Gedurende nog eenl
BiJ half jaar daarna werkte hij oj
aet dezelfde plaats (jas aan, hoed opj
pus geen geld voor verwarming)
>yn Woutertje Pieterse. Een gedenk-
Se- plaat herinnert aan de aanwe
zigheid van Eduard Douwes
lad Dekker in Brussel,
al) H De brochure 'Een Nederlandse
|]w wandeling in Brussel' is te verkrij-
gen bij het Vlaams Cultureel Cen-
ue trum. De Brakke Grond, Nes 45,
iter Amsterdam. Tel. 020-6229014.
|iüeat!es-fcermer Mark Lewisohn: „Ik ben niet geobsedeerd, ik
mi ze gewoon goed.foto rob verhorst
Door Max Steenberghe
Nog voor hij vijf jaar was, had
hij zijn eerste Beatle-plaatje al:
■time please me. En de volgen
de dertig jaar hebben ook gro
tendeels in het teken van de Fab
Fout gestaan. Toch vindt hij
zichzelf niet geobsedeerd. „Ik
ben zelfs blij dat ze nooit meer
bij elkaar zijn gekomen. Andere
lans kunnen me vermoorden om
zo'n uitspraak. Maar ik meen
bet. Het zou nooit hetzelfde zijn
geweest, en het had de magie
waarschijnlijk voorgoed verbro
ken."
Hij weet waar hij het over heeft.
Hoewel Mark Lewisohn 'pas' 34
is, oogt hij door zijn wel erg
spaarzaam behaarde hoofd aan
zienlijk ouder. En dat professo-
rai-uiterlijk past. Want Lewiso-
is dé autoriteit op Beatle-ge-
d. Twijfelaars kunnen zich
sinds kort in de boekhandel
overtuigen, want daar ligt wat
al de Beatle-bijbel wordt ge
noemd: The Complete Beatles
Chronicle.
boek omvat alle 'officiële'
activiteiten van het viertal. En
ook letterlijk van dag tot
vanaf 9 juni 1957, het aller
eerste optreden van de Quar-
symen op een talentenjachtje in
Liverpool tot 10 april 1970, toen
Paul zijn eerste solo-elpee uit
tocht met een persbericht
•aarait bleek dat de Beatles niet
langer bestonden.
Aangevuld met lijsten van alle
singles, eepee's, elpee's en cd's
die de Beatles maakten, de hit
noteringen, de opnamegegevens,
de eigenlijke componist (want
hoewel bijna elke song op -de
naam - van- Lennon McCartney
stond, kwam viervijfde van het
werk óf van Paul Yesterdayóf
van John (Strawberry Fields
Forever). Plus chronologische
lijsten van waar ze speelden,
wanneer, en wat ze speelden, de
radio- en tv-optredens plus in
terviews, de films, video en clips
die ze maakten. Met nog eens
500 foto' en documenten, in to
taal 365 pagina's, oftwel bijna
twee kilo papier.
Een bekend verhaal. Maar nu
aangevuld met de mooiste de
tails. Het aUer-éllereerste Beat-
lenummer was een Harrison-Mc-
Cartney-compositie In spite of
all the anger. Iets wat Paul zelf
al was vergeten. En zo staat het
vol met smul-werk. Letterlijk:
het merk wybertjes dat John
opzoog op ll-2-'63, toen in één
dag alle nummers voor de elpee
Please Please me werden opge
nomen. Figuurlijk: Zijn briefje
aan premier Wilson 'Lieve
Harold, ik lever mijn koninklijke
onderscheiding in als protest te
gen de Engelse houding ten op
zichte van Biafra, onze steun
aan Amerika inzake Vietnam en
omdat mijn single Cold turkey
zakt op de hitlijst'.
Mark Lewinsohn: 'The complete
Beatles chronicle'. Uitg. EMI/Py-
ramid Books, winkelprijs rond
80,-.
't zijn tijd een nationale be-
Mmdheid, nu vergeten: dat is
tekenaar en schrijver Alexan
der Ver Huell. Literatuurliefheb-
s weten dat zijn naam berust
Klikspaans Studententypen,
arvoor Ver Huell de illustra
te maakte.
Jhar hij deed veel meer. Dui-
toteke.ningen, politieke
Si1' satires, romantische
«"beddingen van het kunste-
k.,a ,aP- Hij was zeker een
figuur in de Neder-
J« I9e eeuw, en typerend
0()r de tijd rond 1840-1850,
l»„!nn Ver HueU in zijn latere
„„^estelijk bleef hangen ter-
W de wereld verder raasde.
l,meegse neerlandicus Jan
fir s !*eeb; een lijvige biogra-
dr aan Ver Huell - die in
tort, r Prins Encyclopedie
eil °nder zijn eigen naam noch
toriS ^ermeld staat, en dat is
teb wel een nalatigheid.
vooral !naf rijst uit dit boek
Zo «A een gestoord mens.
leefthri Ver HueU °P 42"jari"
dawJ 3 Z1]n verloving drie
de sbiri°? buweiijk, enleef-
ndsdien tot zijn dood op
75-jarige leeftijd als kluizenaar
in zijn Arnhemse herenhuis aan
de Bergstraat. Hij veranderde
zijn kleren nooit meer. „Wie
kennis wilde nemen van de mode
der heerenkleding van vóór vijf
tig jaar, had slechts Ver Huell te
zien uitgaan", schrijft een tijd
genoot.
Alexander Ver Huell was een
verbitterde waanlijder. Hij koes
terde de romantische wens een
miskend profeet te zijn. Hij
schiep zich een geestelijk univer
sum waarin die wens in vervul
ling ging. „Wij noemen dit gees
telijk lijden en geven het de
naam paranoia. En wij huldigen
de mening dat zijn creativiteit
erdoor is geschaad", aldus bio
graaf Bervoets' conclusie.
Het boek over Ver Huell is be
halve als portret van een ver
knipte romanticus ook interes
sant vanwege de grote hoeveel
heid illustraties. Het is een rijke
bron van informatie over het
culturele leven in Nederland in
de 19e eeuw.
Jan Bervoets: 'Alexander Ver
Huell, een levensbeschijving'. Uitg.
Walburg Pers, prijs 74,90.
H.R.
Door Johan Diepstraten
'Herinneringen, daar kopen we niks voor.
Oude mensen en zieken kijken achterom;
jij bent nog te jong om al niet meer vooruit
te kijken.' Het is een citaat uit 'Verdronken
land' van de geschiedenisleraar en dichter
J.A. Blokker die zijn hoofdpersoon het
verleden laat reconstrueren. Het romande
buut bestaat alleen maar uit herinneringen
en daarom is het zo'n merkwaardige en
tegelijkertijd aardige uitspraak.
De auteur heeft niet de meest originele
literaire thematiek gekozen. De zoektocht
van een zoon naar zijn vader die eindigt in
een hallucinerende zwerftocht door de
stad, is méér dan bekend. Het is haast
onmogelijk om hierop een verrassende va
riant te bedenken die indruk maakt. Maar
J.A. Blokker is erin geslaagd een bevlogen
kleine roman over dit onderwerp te schrij
ven.
'Verdronken land' is zo intrigerend dat de
lezer na de laatste pagina onmiddellijk
opnieuw begint om de paar overgebleven
raadsels alsnog op te lossen. Tevergeefs
weliswaar, maar dat doet er niet toe.
Ook al is het procédé van de roman
enigszins voorspelbaar, -van 'De Met
siers' van Claus tot 'Eerst grijs dan wit dan
blauw' van Margriet de Moor- de opzet
stoort niet. Vijf personages geven in 't
Oude Land, het eerste deel van het roman
debuut, hun visie op een dramatische ge
beurtenis die in het verleden heeft plaats
gevonden. In het tweede deel ('De Brug')
gaat de hoofdpersoon aan ditzelfde verle
den ten onder. Zijn enige redmiddel is dat
hij al die herinneringen opschrijft. 'Mor
gen...dan schrijf ik alles zo op, achter
elkaar. Morgen, als ik wakker ben...,' lui
den de laatste regels.
Het vertelde verhaal laat zich gemakkelijk
in een paar regels samenvatten: lang gele
den heeft Wietske twee mannen verleid:
Hans en Johan. Een van de twee is de
vader van Albert. Op een dag betrapt Hans
zijn vrouw Wietske met de violist Johan.
Hans verlaathet huis en wordt twee dagen
later uit het water opgevist. Zoon Albert
gaat vele jaren later op zoek naar de
waarheid: wat is in die bewuste nacht
gebeurd?
Maar zo gemakkelijk als het hier staat,
maakt J.A. Blokker het de lezer niet. Het
duurt een groot aantal pagina's voordat de
familieverhoudingen duidelijk zijn en uit
eindelijk wordt er geen oplossing gegeven
voor het probleem waarmee hoofdpersoon
Albert Andriesz worstelt. Bovendien
dwingt Blokker tot langzaam en zorgvul
dig lezen, omdat hij in dialogen plotseling
naar een andere tijd verspringt.
Het is een techniek die tot irritatie kan
leiden, maar voor 'Verdronken land' geldt
dat niet. Integendeel: de roman is zo goed
geschreven dat je voortdurend de neiging
hebt om een alinea of dialoog even op
nieuw te bekijken. Vooral vanwege de
treffende formuleringen, niet zozeer van
wege de beschreven gebeurtenis.
De roman had als motto Koplands dichtre-
J.A. Blokker.
gel 'Alles verandert maar keert onveran
derd terug' mee kunnen krijgen. In 'Ver
dronken land' komen drie generaties aan
het woord, - grootvader Bert, moeder
Wietske en zoon Albert, - voor wie een
boomgaard een essentiële rol in hun leven
speelt. Het is op deze idyllische plaats
waar de grootvader een vrouw verleidt,
waar Wietske haar minnaar opwacht en
waar Albert uit flarden van mist het
verleden oprakelt.
In het poëtische openingshoofdstuk (ge
schreven vanuit de grootvader) wordt de
toon van de roman gezet: in de boomgaard
wandelt hij met zijn kleinzoon en zij
praten over de overleden vader. 'Ik begrijp
het niet Opa,' zegt Albert. Hij is naast me
komen lopen en heeft mijn hand gepakt.
'Dat ik hem nooit meer zal zien; is hij nou
helemaal weg?'
'Soms kun je nog wel eens praten,' zeg ik,
'tegen mensen die er niet meer zijn, maar
niet echt.' 'Opa, waarom is pappa
dood?' 'Dat weet Ut niet precies Albert,'
zeg ik, 'dal weet je nooit helemaal zeker
met dode mensen, waarom ze niet meer
leven.'
Deze laatste vraag - het waarom - wordt
een obsessie voor kleinzoon Albert. Een
anlwoord krijgt hij nigt, maar hij kan wel
reconstrueren wat voor soort karakters het
drama bepaalden. De violist Johan is een
foto bezige BIJ
idealistisch type, een dromer, in tegenstel
ling tot zijn waarschijnlijk biologische va
der Hans die in zijn wanhoop probeerde
een daad te stellen. De grootvader berust
in het onvermijdelijke en moeder Wietske
heeft alleen nog haar zoon, over wie ze als
een kloek waakt.
In het tweede deel van de roman dwaalt
Albert in een roes, veroorzaakt door dron
kenschap of omdat hij psychotisch is ge
worden la David Windvaantje van Bies
heuvel, langs de plaatsen van zijn jeugd,
op zoek naar zijn dode vader. Die tocht is
indrukwekkend beschreven.
Het zijn vooral de stijl, de metaforen en de
sfeer die de roman tot een zeer opmerkelijk
debuut maken. Hier is een dichter aan het
woord die heeft geschaafd en geploeterd
op iedere zin en iedere komma. Het is een
wijdverbreid misverstand te denken dat er
zoiets als geboren romanschrijvers en ge
boren dichters zouden bestaan die ieder
beter op hun eigen terrein kunnen blijven,
zoals Doeschka Meijsing onlangs met grote
stelligheid beweerde.
De romans van de poëten Zwagerman,
Campert, Bernlef, Schippers en Komrij
zijn al het bewijs van haar ongelijk. Of J.A.
Blokker ook een geboren romanschrijver
blijkt te zijn, zal de tijd uitwijzen. Zijn
prozadebuut wijst er wel op.
J.A. Blokker: 'Verdronken land'. Uitg. De
Bezige Bij, prijs 24,50.
Door Elly Poppe-Stolk
De vrouwenversierder Don
Juan is een figuur die vanaf de
zeventiende eeuw regelmatig in
de literatuur opduikt. De eerste
Don Juan speelt de hoofdrol in
een Spaans stuk uit 1630. Hij is
een laagharige telg uit een
voornaam adellijk geslacht, die
niet alleen vrouwen verleidt
voor zijn eigen genot of om ze
te onteren, maar er ook uit is
zijn familie en vrienden kwaad
te berokkenen.
Goedbedoelde waarschuwingen
om zijn leven te beteren wuift
hij weg. God is immers gena
dig, zo redeneert hij, en met een
paar biechtformaliteiten aan
het eind van zijn leven denkt
hij zijn plaatsje in de hemel wel
te kunnen regelen. Op een dag
nodigt hij voor de grap het
grafbeeld van één van zijn
overleden slachtoffers, Don
Gonzaolo, te eten uit. Het beeld
verschijnt en spreekt met Don
Juan een tegenbezoek af. Als
Don Juan op die afspraak ver
schijnt, sleept Don Gonzalo
hem de hel in. Zo gaat dat - is
de impliciete boodschap van de
auteur, de monnik Tirso de
Molina - met mensen die niet
tijdig tot inkeer komen en mis
bruik maken van Gods barm
hartigheid.
De romantiek geeft, ruim twee
eeuwen later, gestalte aan een
geheel andere Don Juan. In
1844 zet de Spaanse toneel
schrijver José Zorrilla in zijn
'Don Juan Tenorio' een rebel
neer die zich hardnekkig verzet
tegen morele voorschriften en
maatschappelijke vooroorde
len. Hij krijgt op tijd berouw
over het aangerichte leed en
kan daardoor aan veroordeling
ontkomen.
Inmiddels zijn er veel Don
Juans ontstaan die verwant zijn
met deze twee Spaanse, bij
voorbeeld bij Molière, Baude
laire en Mozart. Sinds Freud is
er het type Don Juan bijgeko
men dat niet meer zozeer als
schadelijke dwarsligger wordt
gekarakteriseerd, maar veel
meer als tragisch psychoanaly
tisch geval: als iemand die zich
aan geen enkele vrouw kan
binden, die niet in staat is lief
de te delen of als een man met
suksuele complexen.
Gonzalo Torrente Ballester.
De Spaanse auteur Gonzalo
Torrente Ballester komt in zijn
roman 'Don Juan' met een
nieuwe versie. Zijn Don Juan
opereert rond 1960 als be
schaafd uitziend heer van begin
veertig in Parijs, samen met
zijn gewiekste knecht Leporel
lo, die ditmaal een goed ge
schoolde dertiger is en nog ini
tiatiefrijker dan zijn' voorgan
gers.
Het duo heeft behoefte aan be
grip en daarom palmt Leporel
lo een Spaanse intellectueel in
die wel eens een wetenschappe
lijk artikel over Don Juan heeft
geschreven. Deze toevallig in
Parijs verblijvende Spanjaard
vertelt als ik-figuur hoe hij
zich, ofschoon hij goed weet
dat Don Juan en zijn knecht
nooit echt hebben bestaan, de
rol laat opdringen van getuige.
Het komt zelfs zo ver met hem
dat hij tijdelijk Don Juans per
soonlijkheid aanneemt en het
eerste deel van diens geschiede
nis schrijft.
Het verhaal is op dat moment
al zo spannend als een thriller,
maar nu komt daar nog voor de
foto wereldbibliotheek
lezers die de oude versies ken
nen, de verrassende ontdekking
bij dat bepaalde personages en
gebeurtinissen in een ander
daglicht zijn komen te staan.
Het verdere verloop van die
geschiedenis wordt verteld
door Leporello en de ontkno
ping volgt tijdens de première
van een toneelstuk waarvoor
Leporello de ik-figuur een
kaartje heeft gegeven.
De inmiddels tweeëntachtigja-
rige emeritus-hoogleraar
Spaanse literatuur Gonzalo
Torrente Ballester heeft naast
een grote hoeveelheid artikelen
een interessant literair oeuvre
geschreven. Zijn beste boeken
verschenen rond 1970. Hierin is
een evenwichtige combinatie
van rationeel mogelijke en on
mogelijke gebeurtenissen en
van historische en gefantaseer
de feiten bereikt, die in een
uitgebalanceerde mix van ver
telvormen worden gepresen
teerd.
'Don Juan' is enkele jaren
daarvoor geschreven, in 1963.
Toch is het een goede keuze
geweest juist dit boek te verta
len, omdat het de latere ideale
vorm al dicht benadert en een
onderwerp heeft dat wel
Spaans is, maar de Nederland
se lezer onvoldoende aankno
pingspunten biedt.
Het grondthema van 'Don
Juan' is het onoplosbare con
flict tussen het goede en het
kwade, die onafscheidelijk van
elkaar bestaan. Torrente Bal-
lesters Don Juan constateert
dat de schepping niet volmaakt
is. Als man van eer tekent hij
hiertegen protest aan bij God
door zich als een beroepszon
daar te gedragen. Steeds ziet
hij zich echter voor de vraag
geplaatst of hij zijn gedrag zelf
stuurt of dat uiteindelijk God
dit doet. De auteur speelt hier
geestig en lichtvoetig met
kwesties die theologen door dé
eeuwen heen hebben bezigge
houden.
Natuurlijk blijft Don Juans
specialiteit op het slechte pad
de vrouw. Eerlijk gezegd heeft
de auteur zich er uitgerekend
op dat gebied nogal gemakke
lijk van afgemaakt. Hij laat
Leporello uitleggen dat zijn
baas elke vrouw op wie hij zijn
oog laat vallen een blijvende
meerwaarde verleent, maar hoe
dat precies in zijn werk gaat,
wordt niet duidelijk.
Slechts twee vrouwen spelen
een rol in de Parijse periode, en
dan nog op de achtergrond:
Marianne, een dienstmeisje dat
met een eigen bar in het Parijse
Quartier Latin schadeloosge
steld wordt voor het liefdesver
driet, en Sonja, een Scandina
vische die hem leert kennen
vlak nadat ze aan de Sorbonne
is gepromoveerd op... Don
Juan. Als Sonja ontdekt dat het
tussen hem nooit tot lichamelij
ke liefde zal komen, gaat ze
hem met een pistool te lijf.
Omdat de hemel voor hem niet
is weggelegd en zijn voorouders
indertijd weigerden hun laatste
afstammeling bij zich in de hal
te ontvangen, koos Don Juan
voor zijn eigen hel: hij blijft op
aarde vrouwen versieren. Juist
deze individualistische keuze
maakt van hem een springle
vend modern personage.
Gonzalo Torrente Ballester:
'Don Juan'. Uitg. Wereldbiblio
theek, prijs 39.50.
De financiële problemen van het
derde Story International zijn op
het nippertje overwonnen, zodat
het prozafestival zich van
woensdag 20 tot en met 24 ja
nuari in Rotterdam kan ontrol
len met de 80-jarige woordkun
stenaar Marten Toonder in de
hoofdrol.
Het Rotterdamse Biblio
theektheater zal zijn werk van
uit diverse invalshoeken belich
ten. Donderdags is er een film
programma met films en video's
van en over Marten Toonder, die
zullen worden ingeleid door zijn
zoon Eiso.
Zaterdag 23 januari volgt de
presentatie van het vertaalpro
ject. Daaraan zullen onder ande
ren de Chinese dichter Duoduo
meedoen, de Surinaamse 'multi-
kunstenaar' Paul Middellijn, de
Russische Natasha Gerasimova,
de Hongaar Peter Kantor en de
Zwitserse Jacqueline Crevoisier.
Marten Toonder en zijn zoon
Eiso zijn heel nieuwsgierig naar
de uitwerking van het vertaal
project. „Al kunnen we natuur
lijk niet controleren hoe correct
de vertaling bijvoorbeeld in het
Russisch is", zegt Eiso Toonder,
die zijn rol tijdens Story Inter
national aanvankelijk beschei
den omkadert als 'pr-man voor
mijn vader'.
„Ik woon in Brussel en mijn
vader in Ierland", zegt hij. „Van
wege die geografische afstand
heeft hij me gevraagd me zoveel
mogelijk hier te vertegenwoordi
gen. Hij heeft een broze gezond
heid, zoals hij het zelf uitdrukt,
dus daarom neem ik, wanneer
nodig, voor hem waar. Net als ik
draagt hij Poetry en Story Inter
national een goed hart toe en
daarom is het goed hier te zijn."
Toonder jr. wil zichzelf geen
kenner van het werk van zijn
vader noemen, maar een inge
wijde is hij zeker. Nog voor zijn
vader naar Ierland verhuisde
vestigde zijn oudste zoon zich er
al om een 'filiaal' van de Toon
der-studio's op te zetten. Toon
der: „Ik heb als tekstschrijver
gewerkt voor strips van mijn
vader. De relatie met hem is
meer een van een team zijn dan
een vader/zoon verhouding. Wat
ik van het werk weet is uit
liefhebberij en dat zal ik zeker
inbrengen in het festival."
Marten Toonder, hoofdgast op Story International.
foto archief de stem
Door Muriël Boll
Toen Hans Christian Andersen
in 1805 in Odense geboren werd,
waren de sprookjes erg in de
mode. Maar het leven van An
dersen was bepaald geen sprook
je. Zijn moeder, wasvrouw, was
aan de drank, zijn vader was een
arme schoenmaker. Andersen
groeide op in de armste buurten
van Odense. "...In de dakgoot
tussen ons huis en dat van de
buren stond een bloembak met
bieslook en peterselie erin. Dat
was de enige tuin die mijn moe
der bezat. In het sprookje van de
Sneeuwkoningin staat die tuin
weer in bloei", schrijft Andersen
vijftig jaar later.
Armoe troef dus, maar het leven
van Andersen werd uiteindelijk
toch een sprookje. Als gevierd
schrijver kwam hij over de vloer
bij deftige ambtenaren en bur
gers en werd zelfs aan het hof
ontvangen. Op zijn veertiende
jaar trok hij naar Kopenhagen,
tot zijn teleurstelling was hij
niet geschikt voor balletdanser
en zanger. Hij vond wel een
mecenas die hem de Latijnse
school liet volgen, en die hem in
staat stelde naar Duitsland en
Italië te reizen. Sommigen bewe
ren dat die geldschieter handel
de in opdracht van de koning,
Andersen zou diens bastaard
zoon zijn.
Hoe het ook zij, wie Andersen
wil leren kennen, moet zijn
sprookjes lezen want daarin
heeft de schrijver veel van zich
zelf gestopt. Sprookjes hebben
altijd een lichte en een donkere
kant, verdriet wordt gevolgd
door troost. Hij is het lelijke
jonge eendje, Johannes uit 'De
Reiskameraad', de oude grappi
ge man uit 'Vliermoedertje', die
zonder vrouw of kinderen op de
bovenste verdieping van het huis
woont, hij is het weesmeisje Ka
ren van 'De rode schoentjes' en
de ongrijpbare Chinese nachte
gaal is de zangeres Jenny Lind
op wie hij verliefd was, maar die
niet met hem Wilde trouwen
Zeven van Andersens sprookjes
zijn direct te herleiden tot volks
verhalen die hij hoorde in de
spinkamer of op het land. Voor
de andere sprookjes putte hij uit
Scandinavische mythen en sa
gen. Hij paste ze aan aan zijn
eigen tijd en omstandigheden
maar liet de essentie intact. Dr.
Annelies van Hees van het Scan
dinavisch Seminarium van de
Universiteit van Amsterdam
heeft Andersens sprookjes op
nieuw vertaald. De vorige verta
ling van Van Eeden dateerde uit
1931, die in 1975 werd herzien
door Alet Schouten. Tijd voor
een nieuwe vertaling dus.
Van Hees kapte te lange zinnen
resoluut in stukken en dat komt
de leesbaarheid bepaald ten goe
de. Het woordgebruik werd he-
dendaagser, japon werd jurk, hu
werd jeetje, enzovoort. De eerste
zin uit het eerste sprookje De
Tondeldoos 'daar kwam een sol
daat aanmarcheren over 'de grote
weg' werd 'er kwam een soldaat
over de straatweg aanmarche
ren', ook goed maar het perspec
tief, het verre uitzicht, dat 'daar'
biedt, verdwijnt.
Verlies en winst, maar de nieuwe
vertaling is toch leesbaarder ge
worden dan de oude. Wat ik
bepaald een winst vind, is de
verantwoording achterin waar in
Van Hees de herkomst van een
aantal zaken duidelijk maakt.
Bepaald jammer is het dat de
illustraties gemaakt werden door
diverse auteurs. Goede illustra
ties, daar niet van, maar de
sprookjes van Andersen die zo
duidelijk zijn stempel dragen,
zouden eigenlijk ook geïllus
treerd moeten worden door één
hele goede illustrator. Voor mij
hadden de schitterende illustra
ties die Lidia Postma maakte
voor de uitgave van 1975 zo
overgenomen kunnen worden,
maar ja dat was een andere
uitgever.
Hans Christian Andersen:
'Sprookjes en verhalen'. Vertaald
door Dr. Annelies van Hees. Uitg.
Lemniscaat, prijs 49,90
Hans Christian Andersen.
foto archief de stem