weekend Jos de Blok: 50 jaar in orde de stem HET JAAR VAN DE OUDEREN Eerst verdwenen het zwembad, het postkantoor en de huishoudschool uit het kleine dorp. Wegbezuinigd, pats! En nu is dan het lokale bejaardentehuisje aan de beurt. Het gereformeerde tehuis Ruschevliet in Schoondijke valt de treurige eer te beurt één van de zes bejaardentehuisjes in Zeeland te zijn dat moet sluiten wegens te klein. Een storm van protesten van allerlei kanten is al over de Middelburgse Abdij gewaaid, waar de gedeputeerde Dijkwel aldus heeft beslist. Maar in Ruschevliet ligt luid protest niet direct in de aard van de hoogbejaarde bewoners. Men bidt, hoopt en slaapt er niet van. 'Mijn stille vraag is: laat me hier alsjeblieft zitten' De sluiting van Ruschevliet kan het lot van het dorp Schoondijke v wel eens bezegelen. ZATERDAG 2 JANUARI 1993 j, ik maak het goed. Ik iu dik 90, ofschoon ik al lin de siècle ben gaan en kort geleden met een |s-Saint-Georges mijn zil- |akkemikkenjubileum heb De wetenschap staat fets. Ik heb de staat zo Ir de bouwkosten van een gemeenschap gekost, parvoor heb ik een hart ktic, de longen van een Inloper die door de blik- ird getroffen, de lever van jlse geheelonthouder die jn liet in de Slag bij Wlow leren van een renpaard. Ijk ben ik nog goed in pt wil zeggen, ik ben nog voor een deeltijdbaan. |en in de zorgsector zijn vergrijzing zo hoog ge- dat gezonde senioren en ouder aan de slag als bollenpellers. Zelf nu een cursus om te werken in een naai-ate- oer, die iets ouder is, heeft |d getroffen. Hij hoeft niet werken omdat hij wat tachtig geworden is en de iaar huis niet meer kan Bovendien maakt hij zich verkplek schuldig aan niet- bare ongewenste intimitei- het tehuis worden hem Irmkokers aangelegd. Het fel daarvan is dat hij zijn thuis houdt en vrouwen hger onderwerpt aan snelle ^onderzoeken. Nadeel is [dan zijn sigaar brandende louden. Hij rookt een uitne- jmerk, maar hij rookt zeer aar voor je familie heb je Ier. Ik lurk liever aan zijn dan aan die van de oude rs. Die oude Lubbers had |ns ook niet kunnen denken door de last van de natio- ergrijzing, tijdens de spits- liet meer van het openbaar |r gebruik mag maken. We door de geleidelijkaan ven traagheid, de boel te igon bij de opening van het landse TGV-net. Zeer veel den raakten bekneld tussen1 laande deuren en zorgden iderszins voor ontoelaatba- tragingen. Sommigen trok- an de noodrem omdat ze araplu vergeten waren, an- probeerden persoonlijke ngen op te vissen die tus- ein en perron waren geval- jaren zitten er nu stickers einen, trams en bussen p, in krachtige letters, te staat: 'Geen senioren in de Er worden zware boetes eikt. Je kunt als bejaarde woordig maar het beste een g gebrek hebben, want an- it je, zoals ik straks, als een naaien in een atelier om je te drukken. je een beetje maalt of niet meer ter been bent, kom je n beschermde omgeving te- zoals mijn broer. Hij krijgt reffelijk te eten; daar zorgt 98-jarige mevrouw Zoet- d voor die daar ook woont ie om de zoveel tijd een indient bij de Keurings- >t van Waren. Dat houdt het mpersoneel op de tenen, beste vriend is kapitein ge- t op een tanker en bij zwaar staat deze zeebonk oliela- !n gevaarlijke havens binnen odsen. Soms gaat hij aan de zeggen dat hij nog een paar n blijft en dat het hotel hem ngewoon goed bevalt. Hij is op reis. Ze zitten er veilig, oop dat er bij mij ook een e de klad in komt, want het dt me op straat te gevaarlijk, de haverklap word ik aange- den door jeugdige bandieten, mij om een bijdrage vragen, kzij mijn nieuwe longen sprint ie gemakkelijk in veiligheid, r of ik dat nog kan als ik de ben gepasseerd, valt te be- Mijn buurman begroet me 's gens giftig met de opmer- 'Zo, oude lui, ik ga weer s een dagje voor je werken', ik eenmaal op dat atelier iken en vesten zit te naaien ik hem op z'n vestje spugen, ir het allerliefste zit ik bij m'n sr, die wat maalt en erg nat d. Ze schenken daar een goe- )orrel. Wat versta je onder li oud? Ik ben vijftig en voel me jong. Ik kijk nog steeds naar een mooie meid zoals ik dat 25 jaar geleden ook deed. Ik denk dat het straks ver domd leuk kan worden. Ik heb dan tijd voor mijn hobby's en voor andere maatschappelijke activi teiten hier in mijn woon plaats Oostburg. Natuur lijk is dat wel afhankelijk van mijn lichamelijke ge steldheid. Ook is belang rijk hoe je denkt over ouder worden. Toen ik 25 was, studeerde .FOTO PETER NICOLAI ik nog. Dan sta je eigenlijk nog niet in de maatschap pij. Later krijg je in het arbeidsproces meer ver antwoordelijkheid. Ik heb er eigenlijk nooit tegenop gezien om ouder te wor den. Geestelijk til ik er niet zo zwaar aan. Het is wel zo dat ik nu vaker bezig ben met het moment dat ik straks ophoud met werken. Je denkt aan het opbouwen van een pen sioen. Ik probeer mezelf een visie te maken van hoe het straks zal zijn. Daarbij ga ik ervan uit dat de situatie blijft zoals die nu is en dat ik geen licha melijke beperkingen heb. Als je invalide wordt dan is de situatie natuurlijk anders. Dat is moeilijk in te schatten. Op dit ogenblik werk ik nog steeds hard en ik sport nog steeds. Alles gaat ge woon door: tennis, zaal voetbal en als ik geen dienst heb, sta ik op het veld met de veteranen. Ik wil daarmee blijven door gaan tot het niet meer kan. Ach, als je er lol in hebt, waarom niet? Leeftijd hoeft geen beperkende fac tor te zijn. Het is maar wat je jezelf geestelijk wijs maakt. Ik ben nu in de kracht van mijn leven en kan talloze kanten uit. Als je maar positief denkt. De manier van denken. Ik ge loof dat die vooral bepa lend is.' Bidden voor het eten en voor betere tijden... Leven met een jobstijding Vandaag is het soep, aard appelpuree met groenten en een stukje kip. Pud ding na. De kleine eet zaal in het bejaardente huis Ruschevliet is half gevuld met hoogbejaarden. Twee heertjes, dik in de tachtig, zij aan Jj, zij aan één tafel, beginnen direct enthousiast te prikken in het eten. „Even wachten, hoor. Eerst bid den," maant de verzorgster. Maar de mannen luisteren niet. ,,'t Snijdt nogal makkelijk," zegt de Door Cees Maas ,,'t Is weer droog," weet de ander over het weer. „Die erwtjes zijn nogal lekker," de ene met volle mond. Ze luisteren niet naar elkaar of naar een ander, ze leven allang in eigen wereldjes. De verzorgster heeft alle tafels bediend en neemt plaats achter een lessenaar in de hoek. Ze leest voor de microfoon langzaam en duidelijk het Onze Vader. „Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven onze schul denaren..." 'Dan rinkelt overal het bestek en genieten de zeer ouden van Schoondijke in stilte van het noen maal. Na de maaltijd tref ik een robuuste man met een wandelstok in de gang. Wat vindt hij van de sluiting die boven zijn bejaardente huis hangt? „We leven met die jobstijding, me neer. En we zullen wel zien. U was bij het eten, dat is altijd prima. Ik kom uit een tijd dat we aten van een paar kwartjes per dag, dan is dit luxe. Maar ik heb mijn halve leven betaald en nu zetten ze me buiten, zo is het wel. Wij vergeven onze schuldenaren, we zijn niet opstandig, dat zijn we nooit ge leerd, dat hoort niet. Maar me vrouw De Jong hier, die is negen tig, krijgt het er wel van aan haar hart. Verherbrugge slaapt slecht en in mijn kop staat het niet meer stil." „Voor ons is het ook moeilijk," zegt leidster Karian Schwartz. Op de gang hangt een poster: 'Ver zorgenden houden van mensen'. Ruschevliet is zo'n tehuis dat der tig jaar geleden in elk zichzelf respecterende gemeente werd ge bouwd. Het is diep geworteld in de vijftienhonderd zielen tellende ge meenschap van Schoondijke. Het is die simpele, strakke bouw van de jaren zestig. Veel glas, het houtwerk in crème en wit, dat wel eens een nieuw kwastje mag heb ben. Naast de deuren van alle ka mers zitten doorgeefluiken met glas ervoor. In de meeste staat een lege theepot met één kopje. Er wonen 42 bejaarden van gemiddeld 88 jaar oud. Juf frouw De Bruijne is de trots van het tehuis, want ze is' 100. Het tehuis moet weg, want het is te klein. Het provinciebestuur houdt al een paar jaar stilzwijgend een norm van 60 bewoners aan, en Gedeputeerde Staten willen nu de door het Rijk opgelegde kortingen op de ouderenzorg verhalen op de kleine tehuisjes, waarvan Rusche vliet er dus één is. „We zullen het niet kunnen tegen-' houden," zegt leidster Schwartz, „maar we hebben de hoop dat ze hier een woonzorg-voorziening van maken. Dat probeert onze stich ting, de Stichting Protestantse Ouderenzorg in Sluis, voor elkaar te krijgen. Want het zijn niet alleen de bewoners van dit tehuis die de dupe worden. Hiernaast staat een complex van 24 aanleunwoningen, Ruschezorg heet dat. Die mensen kunnen nog beter voor zichzelf zor gen, maar rekenen erop dat ze tezijnertijd over kunnen stappen. Voor die mensen is het ook een slag." Een slag? Niemand begrijpt de be slissing van de provinciale over heid, zo blijkt. „Weet u waarom ze dit nu doen? Ik „Vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven onze schuldenaren..." FOTO'S WIM KOOYMAN niet. Mijn stille vraag is: laat me hier toch alsjeblieft zitten," zegt een mevrouw die in een loopstoel haar dagelijkse ommetje door de gangen maakt. „Oude mensen op straat zetten, dat is het," zegt de man in het kantoor tje van de maaltijdenverdeling ta- feltje-dek-je. Hij is duidelijk boos,' het is het enige teken van luide rebellie dat ik deze dag zal tegen komen. Overal elders in deze gan gen ontmoet ik met mijn gevraag een sfeer van verdrietige gelaten heid. Op straat zetten, dat zal wel loslo pen. Gedeputeerde Dijkwel (on langs door de Zeeuwse cartoonist Cor de Jonge geportretteerd als een trekpaard voor een kar oude men sen, luid zingend: Ik heb mijn wa- 'gen volgeladen, vol met oude wij ven...), Dijkwel dus, heeft gezegd dat het zal neerkomen op verhui zingen. „Dus haal je mensen weg die heel hun leven in het dorp hebben ge woond," zegt leidster Schwartz. „De mensen hier maken al plannen om naar Sluis te gaan, ik zeg dan dat ze voorzichtig moeten zijn. Je hebt zo weer een dooie mus." Het dorp Schoondijke, dat op heel oude landkaarten voorkomt als 'Vulendicke' en zich dus in de loop der eeuwen een gans ander imago heeft verworven, is eigenlijk al één grote sterfhuisconstructie. Het zwembad verdween onder de be zuinigingen, het postkantoor, de huishoudschool en nu straks het bejaardentehuis. Schoondijke wordt zwaar getroffen, en de nieu we sluiting zou het lot van het dorp wel eens definitief kunnen bezege len. Schoondijke vergrijst, de jeugd trekt weg, er is leegloop, en Rus chevliet zorgde wel niet voor veel werkgelegenheid (er werken 20 mensen voornamelijk parttimers), maar dc activiteiten trekken ook de dorpsbevolking, en middenstanders in Schoondijke leveren toch veel voedingsmiddelen en andere zaken. De dorpsraad protesteert hard, maar is moe na de vergeefse strijd om het behoud van de andere voor zieningen. De Stichting Protestant se Ouderenzorg weert zich als een leeuw in protestgeschriften (voor zien van alternatieven) naar de Abdij, en de gemeente Oostburg heeft eveneens ferme taal geuit. Daar blijft het bij. Het lot van de bejaarden ligt in de handen vfj gedeputeerde Dijkwel. Het gebouw is te oud, tochtig eb koud, dicht iemand in de kerstedi-J tie van do nieuwsbrief van het tehuis. Het moet sowieso gereno veerd worden in de nabije toe komst. De kamerindeling moet be ter, de lift opgeknapt, de schilder moet geroepen, het gaat allemaal behoorlijk wat geld kosten, maar daar valt nu helemaal niet over te praten. 1 januari 1985 moet het tehuis dicht zijn, zegt de gedepu teerde van ouderenzorg, een woord dat wel past, want Dijkwel is de grote zorg van de ouderen in de kleine tehuizen in Zeeland. Wanneer je in een tehuis als Ruschevliet zit, slijt je je dagen achter je raam. Met turen over het weid se groenplantsoen. Je televisie mis schien, de modeshows, de gezellige dagen, eens in de zes weken naar kapsalon Brigit, die aan het tehuis, en natuurlijk de maaltijden, elke dag. „Hef is een rustig en geregeld leven na veel werken. Je bent beschermd, er wordt over je gewaakt. Het is een mooi leven voor een ouder iemand," zegt de man met de stok. „Vooral als je veel bezoek krijgt van de familie. Soms denk ik, over die sluiting: mijn tijd zal het wel duren, maar zo mag je niet denken natuurlijk. Het gaat niet alleen om mij, ook om mijn leeftijdgenoten. En wat denkt u van al dat jongvolk in Schoondijke? Waar moet dat straks terecht, dan staat er nergens in Nederland meer een tehuis, ben ik bang." Langzaam op weg naar een onzekere toekomst.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1993 | | pagina 29