Over de grens van 65
%flyF €r €r II d
Angelique
Mathon:
20 jaar
René
de Wit.
30jaar
de stem
HET JAAR VAN DE OUDEREN
zaterdag 2 januari 1993
Ouder worden doet een mens
zijn hele leven. De navelstreng
is nog niet doorgeknipt of de
tijd maakt zich meester van
iedere boreling. Elke seconde,
die daarna wegtikt, brengt de
kleine dichterbij zijn
ouderdom. En dat moment
nadert steeds sneller. De
Nederlander wordt eerder
'oud'. Vóór Drees lag die grens
ergens in de zeventig. Na hem,
dankzij zijn aow, op 65. Door
de vut daalde de grens naar
ergens tussen het 63e en 59e
levensjaar. Nu begint de herfst
van hun leven voor velen al
rond het 55e levensjaar.
'Een schat aan
levenservaring
gaat verloren'
toon kloet
de stem
Ik kan mé moeilijk
tp voorstellen hoe ik er
straks zelf als oudere uit
zie. Ik weet niet of ik li
chamelijk veel zal veran
deren. De ouderen zitten
eigenlijk in een andere
groep waar ik nog niet zo
mee bezig ben.
„Het is moeilijk om over
ouderen te praten. Ik ben
derdejaars studente aan de
pabo en hou me dan ook
meer met kinderen dan
met ouderen bezig.
Je kunt ervan uitgaan dat
je straks bepaalde dingen
niet meer kunt doen. Ver
der is het moeilijk me er
echt iets bij voor te stellen
dat ik straks bijvoorbeeld
zestig ben: dat is twee keer
twintig erbij!
Ik woon thuis bij mijn
ouders in Hijen. Natuurlijk
zie ik mijn opa en oma wel
doende. Mijn opa is tachtig
en kan alles nog. Mijn oma
sukkelt een beetje met
haar been. Het belangrijk
ste is, denk ik, dat je jong
blijft denken. Niet oud zit
ten worden en denken dat
je toch niks meer kunt en
alles al gehad hebt. Je
kunt beter iets denken
van: ik ben er al lang,
maar kan nog van alles
gaan doen. Het moet
straks toch wel spannend
blijven allemaal.
Het lijkt me erg als je iets
FOTO DE STEM JOHAN VAN GURP
lichamelijks krijgt. Maar,
dat hoeft niet te betekenen
dat je hele dagen binnen
moet blijven. Dan wordt je
wereldje zo klein. Ook al
moet je veel thuis blijven,
dan kun je nog wel iets
ondernemen. Zoveel moge
lijk actief blijven is ver
standig. Ik vind het bij
voorbeeld schitterend als
ik in de schouwburg of zo
oudere mensen zie.
Iedereen leert elke dag.
Een ouder iemand heeft
een heel leven achter zich
en heeft dus veel geleerd.
Ik vind het wel vervelend
als ze dat ook echt uitdra
gen. Zo van: ik ben ouder
en weet dus meer en vroe
ger was alles beter. Ik
hoop dat ik dat zelf nooit
ga doen. Maar ja, je hoort
dat zelfs mensen van der
tig wel eens zeggen.'
Een ander
levensgevoel
In 1991 deed Paul Wagtmans
(65) uit St. Willebrord een
stapje terug. Een flinke stap,
zeg maar. Zijn vertrek als
gedeputeerde van economi
sche zaken in Noord-Bra
bant betekende voor hem een 'hou-
doe' tegen de actieve politiek. Zijn
agenda staat echter nog altijd vol.
Wagtmans kiest ervoor actief te
blijven. Hij kan er ook voor kiezen,
beaamt hij volmondig. Want er zijn
genoeg organisaties en instanties
die dankbaar gebruik willen ma
ken van zijn know-how. Zo vroeg
de Brabantse Commissaris der Ko
ningin Houben 'zenne vriend'
Wagtmans eind 1991 om tijdelijk
het burgemeesterschap in Chaam
waar te nemen. Sinds kort is hij
ook voorzitter van de Streek-VW
West-Brabant en zit hij in het
bestuur van het Regionaal Bureau
Onderwijsvoorzieningen. Sectoren
waarin hij zijn bestuurservaring
Door Henk Boot
met hart en ziel kan uitleven 'zon
der zelf op de barricaden te hoeven
staan'.
Wagtmans was in zijn politiek ac
tieve leven een netwerker die leef
de, en nog leeft, van vitamine R.
Relaties en contacten, die maakten
dat Wagtmans wist wat er in het
politieke en sociaal-economische
wereldje in Brabant, maar ook ver
daarbuiten, reilde en zeilde. Dat
gaf hem inzicht in processen, ver
leende hem gezag en invloed, waar
door hij ook na zijn pensionering,
maatschappelijk interessant blijft.
Ook voor het bedrijfsleven als ad
viseur of als commissaris.
„Eigenlijk kun je zeggen dat de
samenleving ouderen veel te vroeg
uitsluit. Dat zou veel geleidelijker
kunnen verlopen. Een langzame af
bouw van het aantal werkuren is
beter dan een tamelijk abrupte
stop op je 58e bijvoorbeeld. Doe je
dat, dan kunnen ouderen veel lan
ger in hun baan blijven werken."
Voor Wagtmans is zo'n stapsgewij
ze uittreding niet alleen een maat
schappelijk belang. Het past in zijn
levensfilosofie. Van het 'wij-ge
voel', dat teruggaat naar zijn
katholieke opvoeding en zijn scho
ling bij de Kajotters, de beweging
van katholieke arbeidersjongeren
in West-Brabant.
Jong en oud zijn tot op zekere
hoogte voor elkaar verantwoorde
lijk, vindt hij. Zoals ouders hun
kinderen opvoeden, mogen kinde
ren van hem hun ouders verzorgen.
In zijn eigen dorp St. Willebrord
hoort die levenswijsheid nog tot de
couleur locale. „Als kinderen hun
ouders op hun oude dag willen
verzorgen, moet dat gestimuleerd
worden. Bejaardenhuizen zitten
propvol. Waarom dan niet gepro
beerd om ouders en kinderen bij of
naast elkaar te laten wonen als ze
dat zelf willen?"
Wagtmans gelooft in een harmoni
sche samenleving. „Waarin de
energie en de dynamiek van de
jongeren mogen komen en het be
zadigde oordeel, dat moeilijk ge
mist kan worden, van ouderen mag
worden verwacht. Nu zie ik door
leeftijdsdiscriminatie veel ervaring
te vroeg, veel te vroeg verloren
gaan, waardoor het bedrijfsleven
eenzijdig wordt overvoerd met jon
geren."
Is er voor Paul Wagtmans een
leven na zijn 65e, veel van zijn
vrouwelijke leeftijdsgenoten
kunnen van zo'n rijkdom
slechts dromen. Maria van Mourik
uit Etten-Leur weet daarover mee
te praten. Zelf is ze nog geen
vijftig. Maar ze werkt bij EOS, het
multi-cultureel bureau voor vrou
wenemancipatie in Noord-Brabant.
EOS begeleidt vrouwen die cursus
sen geven aan vrouwen uit de plus
categorie. Aan oudere vrouwen.
Die zichzelf proberen te ontworste
len aan een traditionele rolverde
ling. Die van mater amabilis\ de
liefhebbende, zorgzame moeder-fi
guur. Die voorbestemd was tot het
baren en opvoeden van kinderen,
tot poetsen van koperwerk en boe
nen van de meubels, tot het lappen
van de ramen, het stoppen van
sokken en het afgieten van de
aardappelen. Vooral omdat de heer
des huizes, die ook nooit anders
had geleerd, het zo wenste.
„Vrouwen uit die generatie hebben
Oud-gedeputeerde Paul Wagtmans: „De samenleving sluit ouderen veel te vroeg uit."
- FOTO DE STEM DICK DE BOER
bijna nooit geleerd voor zichzelf op
te komen. Hun opleiding schoot te
kort. En als ze als buitenshuis
werkten, was hun positie op de
arbeidsmarkt slecht," zo typeert
Maria van Mourik de doelgroep
van steeds meer oudere vrouwen
die druk doende zijn met hun
emancipatie.
De naam EOS is van de Griekse
godin van de dageraad. Veel vrou
wen ervaren hun deelneming aan
de emancipatie-cursussen ook als
zodanig. De provincie Noord-Bra
bant had speciaal voor hun bege
leiding onlangs 25.000 gulden extra
over. „Zij verkeren in een bijzon
dere positie. Vrouwen zijn in het
algemeen achtergesteld, maar heel
veel alleenstaande vrouwen hebben
het extra moeilijk."
Vooral vrouwen die na hun vijftig
ste weduwe worden, hebben het
zwaar te verduren, weet Maria van
Mourik. Met hun partner vallen
vaak de sociale contacten weg. Hun
actie-radius beperkte zich vaak in
of direct rond het huis. Met het
wegvallen van manlief, zeker als
die auto-reed, werd hun wereldje
kleiner. Op het platteland hele
maal. Wie daar voor haar contac
ten aangewezen is op het openbaar
vervoer, loopt het risico in een
isolement te geraken, leert Maria
van Mourik uit de ervaringsgegeven
ns. I na
„En onderschat de gevoelens van
onveiligheid niet waaronder veel
vrouwen gebukt gaan. Vrouwen die
zelf niet gewerkt hebben, ontbreekt
het vaak aan sociale netwerken.
Eenzaamheid komt veel voor onder
vrouwen van boven de zestig. De
RIAGG's signaleren dat ook."
Hopeloos is hun situatie echter
niet, vindt Maria van Mourik. „El
ke levensfase brengt nieuwe moge
lijkheden mee. Zestigplussers heb
ben het over een ander levensge
voel. Als meerwaarde kunnen ze
bogen op een zekere wijsheid, die
stoelt op hun levenservaring."
Ouderenbonden zouden daarvan
volgens Maria van Mourik meer
gebruik moeten maken. Maar daar
komen vrouwen te weinig aan de
bak, constateert ze. „In besturen
zwaaien meestal ouderwetse man
nen nog de, scepter. Die zijn niet
gewend dat vrouwen op invloedrij
ke posities zitten."
Mannen die het in de ouderenbon
den voor het zeggen hebben? „Dat
zou een interessante stelling voor
een forum kunnen zijn," vindt Pie-
ter van den Bosse (69) uit Axel. En
hij zou proberen die te bestrijden.
Deze oud-gedeputeerde in Zeeland,
vult momenteel menig uurtje met
overleg over ouderen in zijn woon
plaats. Van den Bosse zit onder
meer in de Ouderenbond en in de
Stichting Ouderenwerk en tot voor
kort in de Zeeuwse Raad voor
Ouderen. „Vroeger ging dat wel op:
over vrouwen die weinig in te
brengen hadden in het oude
renwerk. Maar vrouwen zijn echt
in opkomst. Gelukkig maar."
Voor het jaar 2000, zo schat hij, is
de invloed van vrouwen in bijvoor
beeld de politiek vergeleken met
mannen fifty-fifty. „Met burge
meesters loopt dat nog ver achter,
dat is voor 2000 vrees ik niet
ingelopen, maar voor het overige
zie ik steeds meer actieve vrouwen.
Aletta Jacobs staat niet meer al
leen," verwijst hij naar de eerste
voorstandster van vrouwenkies
recht in ons land.
Een doorsnee vrouw alleen kan
zich volgens hem juist beter redden
dan de meeste mannen. Maar hij
geeft toe dat vrouwen, zeker uit
zijn generatie, geleerd hebben of
geneigd zijn zich op de achtergrond
te bewegen. Zeker als het gaat om
haar rol in het verenigingsleven of
maatschappelijke organisaties. „Ik
zie een kentering optreden. Ma;
zo vanzelfsprekend zal dat vo
sommige kerkelijke groepering;
niet gaan, als je begrijpt wat
bedoel, Voor die mensen zal
vrouw nog lang een van de
afgeleide figuur blijven."
Van den Bosse betreurt het
ouderen in het algemeen zo weit
worden ingeschakeld in het maa
schappelijk leven. Een schat
ervaring gaat daarmee verlorei
Levenservaring vooral. Get
school waar je dat kunt leren.
„Op een gegeven moment lijkt
een punt te worden gezet achti
een stuk van het leven. Als je zest
wordt, ben je al gauw te oud vu
besturen. Geen dit meer, geen
meer, een soort leef tij dsdiscrimin;
tie, waardoor je ook politiek
brand raakt."
Bijna een halve eeuw zat Van d;
Bosse in of dichtbij de poli®
Twintig jaar was hij statenlid, vj
jaar gedeputeerde voor econom
sche zaken, enige jaren lid van
gemeenteraad in Axel, waar
ooit ook gemeentesecretaris wasq
nu adviseert hij het gemeentet
stuur over ouderenzaken.
Bewust.
Een kwestie van belangstelliii
van bezig willen blijven. „Het best
medicijn tegen echt oud wordet
zegt hij.
Toen hij veertig werd, dacht k.
„Zeventig, dat is pas oud." Nu
hij bijna zeventig. Maar oud, a
oud voelt hij zich niet. Een zekei
wijsheid is in hem gevaren,
ervaart hij die leeftijd. „Als je
langer mee gaat, leer je relativi
ren." Hij leerde lezen via de krat
Eens staat daarin ook zijn
naam. In de rubriek met overïi
densadvertenties. „Dat weet je v;
te voren. Daar moet je geen drait
van maken."
Maar voor het zover is, wil hij zit
verdienstelijk blijven maken. Ot
voor zijn leeftijdsgenoten,
doelgroep wordt steeds groter
Dat beseft ook de politiek, vim
Van den Bosse.
Ouderenbonden weten de krui*
gens naar de politiek wel te vinde
„Een aparte ouderenpartij is vot
mij niet nodig. Als er iets
schort, bijvoorbeeld aan de opvai
van demente ouderen, dan is heté
taak van plaatselijke of provincial
afdelingen om dat hogerop kenba
te maken."
Zegt de van origine CHU'er Va
den Bosse: „Solidariteit of naaste!
liefde kan altijd beter." Ook vo
de vergrijzende eerste genera!
Turken en Marokkanen. Die w«
den oud in huiselijke kring, temii
den van hun familie. Maar of a
de tweede en derde generatie m
delanders die zorg kunnen opbrc
gen, is de vraag. „Zij zijn veel me
als Nederlanders opgegroeid,
ook dat geeft een ander
voel.
Pieter van den Bosse ...bezig blijven,
het beste medicijn tegen echt oud wor
den. - FOTO ARCHIEF DE STEM
Er is ons beloofd dat 1993 het
jaar wordt van Europa zon
der grenzen. Wat ik me
daarbij voor moet stellen, of
ik er blij om moet zijn of juist niet,
dat staat me nog niet helemaal
duidelijk voor de geest. Veel ver
trouwen heb ik er niet in. Trou
wens, eerder dan een jaar van ver
dwijnende grenzen is 1993 voor mij
een jaar waarin er een grens bij
komt, want zo voel ik dat. Als het
nieuwe jaar nog geen twee weken
oud is, ben ik de 65 gepasseerd.
Een grens, vind ik. Laten we het
daar maar eens over hebben.
Is 65 jaar worden dan echt een
grens? Meer dan welke andere ver
jaardag ook? Er zijn mensen, ouder
dan 65, die wat lacherig doen als ik
zeg dat ik - niet erg misschien,
maar toch- tegen het 65 worden
opzie. Kom, jongen, waarom? Je
bent toch niet ouder dan je je voelt!
Dat is een drogreden, een smoesje
van mensen die niet oud willen
worden of er niet voor uit willen
komen dat ze het zijn. Je bent
gewoon zo oud als je paspoort
aangeeft. Ik wil best ouder worden.
Dat is tenslotte niet anders dan
rechtvaardig, want anderen over
komt het ooit. In sommige opzich
ten vind ik het zelfs wel prettig.
Maar dat getal van 65, hè, daar
struikel ik over.
Ja, ik vind 65 een grens en ik zal
uitleggen hoe dat komt. De rest van
de samenleving - dat zijn dus alle
mensen die jonger zijn - deelt je op
de dag af in bij een categorie die
senioren heet, of ouwetjes, of be
jaarden, in elk geval een benoem
bare groep uit de sector niet-actie-
ven. Vier jaar geleden ben ik ver
vroegd uitgetreden, populairder
gezegd: in de vut gegaan. Dat was
niet vrijwillig, maar in tegenstel
ling tot collega's die zich eerder
uitgestoten dan uitgetreden voelen,
had ik daar geen moeite mee. Alsof
het gisteren was, herinner ik me
nog, hoe ik op de laatste dag van
mijn werkzaam leven (in loon
dienst, wel te verstaan!) met even
veel plezier als alle dagen daarvoor
heb zitten werken.
Maar het ophouden ermee deed me
.geen verdriet. Ik had voor mezelf
het gevoel dat ik gewoon ophield
om aan iets nieuws te kunnen be
ginnen. En nu kan ik zeggen, dat
dat gevoel, die verwachting, ook is
uitgekomen. Dat ik als vutter geen
journalistiek werk mocht doen
heeft mij, hoe graag ik ook schrijf,
nooit het idee van banneling gege
ven. Tenslotte is de vut opgezet als
arbeidsverruimende maatregel en
daar moet je achteraf maar beter
niet over zeuren. Mij heeft de vut
bevestigd in mijn vermoeden, dat
er heel andere bezigheden zijn
waaraan je plezier kimt beleven èn
waarmee je jezelf nuttig kunt ma
ken dan alleen datgene waarmee je
jaren de kost hebt verdiend.
Weet U wat wèl gek is? Vroeger
was 65 jaar, de pensioengerechtig
de leeftijd, doorgaans het einde van
een werkzaam leven. Nu is dat,
althans in mijn geval, de vut ge
weest. En als ik 65 word, mag ik
weer straffeloos gaan werken. Als
ik het wil. En als er iemand be
hoefte heeft aan wat ik kan leve
ren. Maar zelfs dat vooruitzicht
neemt niet weg, dat ik met ingang
van mijn volgende verjaardag thuis
hoor in de kaartenbak '65+'. Met
alle gevolgen van dien. Om maar
eens wat te noemen: de Staat der
Nederlanden kent mij een wettelijk
vastgesteld inkomen(tje) toe, de
aow-uitkering. Gewoon omdat ik
65 jaar word. Een andere instantie,
een pensioenfonds, heeft eveneens
laten weten voornemens te zijn mij
vanaf mijn 65e een inkomen toe te
kennen. Ja, natuurlijk, ik weet best
dat ik daar veertig jaar lang een
kostbare premie voor heb betaald,
maar die veertig jaren zijn wèl
precies zo in mijn leven ingepast
dat de 'uitkering' begint als ik 65
word. En dus geacht word niet
meer te werken voor de kost.
En er is meer. Als ik straks door de
stad wandel, of op mooie dagen
langs 's-Heren wegen fiets, dan kan
niemand aan mij zien dat ik mijn
fiets en mijn kleren van aow en
pensioen heb gekocht. Maar als ik
met de stadsbus op pad wil, zal ik
me bedienen van een roze strippen
kaart en een bejaardenpas. Dan
ben ik zichtbaar geklasseerd. En
als ik met mijn Seniorenkaart van
de NS - ik noem nu maar een
voorbeeld - naar Amsterdam reis
om naar het Stedelijk Museum te
gaan, dan heb ik mijn goedkopere
Museumjaarkaart op zak èn mijn
bejaardenpas, want dan mag ik
voor minder geld en soms zelfs
gratis de kunsttempel binnen. Ik
schreef het al, in sommige opzich
ten is het prettig om 65+ te zijn,
maar je wordt er wel voortdurend
mee geconfronteerd. 'Je mag be
jaard zijn, maar dan zul je het
weten ook!
Er is een tijd geweest, een tijd
waarvan ik het einde heb meege
maakt denk ik, waarin de grote
hap van de mensheid enkel door
ervaring wijs moest zien te worden.
Studeren om wijsheid te vergaren
was in die tijd enkel weggelegd
voor een happy few die als van
nature voorbestemd waren de
maatschappelijke bovenlaag
gaan vormen. Oud en wijs wei
altijd in één adem gezegd en
die wijsheid - door - ervaring on
leenden de ouderen in de toenmal
ge samenleving hun status.
Vervolgens diende zich - en dat
inmiddels ook weer enkele dece.
nia geleden - het tijdvak aan waai
in je met moeizaam verworvt
kennis maar een beperkt aanti
jaren toe kon. Zelfs gedegen val
kennis was aan die beperking
derhavig, want de techniek kwï_
in een razende versnelling tereet
en het was maar de vraag of je;
leven lang (bedoeld is dus: tot;
65e) in dat ene vak de kost kt:
blijven verdienen.
De nieuwe leuze werd educatie
permanente en op het ogenbla
moet je als oudere al van gof'
huize komen om voluit en vol
grip met jongeren te kunnen cot
municeren. Wijsheid-uit-ervarii!
is niet of nauwelijks meer vï
gelding. Alleen wijsheid uit boekt
of, beter nog, van floppy disks te"
De oude wijze vrouw of man b
staat in het beeld van deze samen
leving niet meer. Al zijn er ouder®
die zich wel hardnekkig als zoda
nig blijven gedragen. Laten wek®
prijzen, want hun wijsheid-uit-®
varing is levenswijsheid en da®
zijn voor zover ik het weet nc:
geen computerprogramma's voor.
Kortom. Oud wórden is heerlijk
oud zijn wat minder. Het brengt o|
den duur zeker zijn ongemakk®
mee, maar het heeft ook zijn voor
delen. Ik noemde ze al: de i
buskaart en de bejaardenpas er
goedkopere Museumjaarkaart. -
nee, er is niets tegen oud word®
Maar die grens van 65, hè, dat"'
me echt dwars. Van de ene di
de andere ongewild ingedeeld
den bij een categorie, dat beg.
worden, dèt zit me dwars. Voord
rest hoop ik dat alle 'groepsgen®
ten' er nog evenveel zin in hebb®
als ik. Dan gaan we samen nog e®
mooie tijd tegemoet. Ad muil®
annos!
Toon Kloet is oud-verslaggever van
De Stem. Hij maakte in 1988 na een
veertigjarig dienstverband gebruik
van de vut-maatregel.
gH
iwor-
la
Op dit moment houdt
(P het ouder zijn me niet
zo bezig. Ik zie het wel
aankomen. Ik zie natuur
lijk ouderen in mijn omge
ving en ik lees erover,
maar ik heb me er nog niet
echt een voorstelling van
gemaakt, hoe dat voor me
zelf zal uitpakken.
Ik woon in Geertruiden-
berg en werk in Roosen
daal. Ik beschouw mijn
baan als een basis om het
straks gemakkelijker te
hebben. Via mijn werkge
ver doe ik nu al iets aan
mijn pensioen. En ook zelf
reserveer ik wat voor mijn
oude-dagsvoorziening. Ik
zet nu wat opzij zodat ik
straks geen stap terug hoef
te doen.
Ik denk dat er een bepaal
de opbouw in je gedachten
over ouderen zit. Als je
jong bent, denk je vooral
aan je opleiding. Je hebt
mooie gedachten over wat
je later wilt doen. Als je
een baan hebt, denk je aan
de uitbouw van je carrière.
FOTO DE STEM DICK DE BOER
In een volgende fase denk
ik dat je weer wat bewus
ter bezig bent met wat er
later gaat komen. Het is
een beetje paradoxaal.
Geestelijk word je rijper
en lichamelijk takel je af.
Ik zou het erg vinden als ik
later ben aangewezen op
hulp van anderen. Het
liefst wil ik alles zelf in de
hand houden. Natuurlijk is
het een proces als je licha
melijk slechter wordt,
maar de gedachte aan af
hankelijkheid benauwt
me. Dat iemand anders be
paalt wat jij doet. Nee. Dat
lijkt me niets. Daarom ben
ik denk ik nu ook finan
cieel gezien met mijn oude
dag bezig.
Als ik echt niks anders
meer zou kunnen en als
een kasplantje door het le
ven zou moeten, dan is
voor mij het punt bereikt
dat ik eruit zou moeten
stappen. Dat zeg ik nu
puur gevoelsmatig, dat is
niet beredeneerd.
Onafhankelijkheid is voor
mij het belangrijkste. Cen
traal staat dat ik straks
niet hulpbehoevend wil
zijn.'