'Het diepe in de mens komt in Afrika snel naar buiten9 s op tv [odigliani >rf negeert le bohémiei I m De Stone en de King boeken HET BEGIN (20) Het is alles Loesberg wat de klokken slaan kinderboeken literatuur vervangt leven in Vali's romandebuut JAN BROKKEN EN DE EENZAAMHEID VAN HET OERWOUD Varken en beer als paar 1991 DE STEM GIDS 3 Middeleeuwen Beeldhouwer Tempels i - iHi VRIJDAG 25 JANUAR11991 I GG2 3, 20.00 uur). Bewerking van TeJ ni en Burt Lancaster. 3JSA 1981 Did. 1, 23.50 uur) Virj f Bridges. 23.20 uur). Met drie Oscars hp. en Burt Reynolds. )0.40 uur). Debuutfilm van Andrzej id 1983, BRT 2, 22.30 uur). Drarr ;land 1976, BBC 2, 23.30 uur). Het TL-4, 21.35 uur). Vietnamfilm i Igië 2, 20.00 uur). Julie Christie in 1, 15.15 uur). Thriller van Edward Did. 2, 23.25 uur). Klassieke film kleinburgerlijkheid. /.15 uur). Musical met Mickey Roo-j BBC 1, 00.00 uur). Occulte thrilled erland. 23.20 uur). James Mason als lersej L 4, 20.25 uur). Zwarte sergeant in orman Jewison. uur). Martin Sheen en Sissy Spacek 23.15 uur). Met Rob Lowe. bistische schilderij. Mo- digliani zocht echter geen nieuwe wegen in de schilder kunst. Hij hield eigenlijk alleen van de Italiaanse meesters uit de middeleeuwen en de renais sance, keek liever naar Afri kaanse, Egyptische en Etrus- kische kunst en de 'idool beeldjes' van de Griekse Cy- claden-eilanden. De enige 'tijdgenoot' waar hij iets van overnam was Cézanne. Maar het viel niemand in zijn tijd in om te beweren dat Mo- digliani een moderne kunste naar was. Modigliani is vooral een schilder van portretten ge worden. Opvallend daaraan zijn de dichtgeschilderde ogen. De geportretteerden kijken niet het schilderij uit, iets wat Modigliani waar schijnlijk van Cézanne heeft geleerd, deze 'gezichten zon der blik'. Alleen gebruikt hij dit veel consequenter. Modigliani heeft lange tijd de ambitie gehad beeldhouwer te worden. Men vermoedt dat zijn zwakke gezondheid én de hoge materiaalkosten hem daar uiteindelijk van hebben afgehouden. Er wordt verteld dat hij wel eens gestolen drempels en mijlstenen naar zijn atelier sleepte. De be roemde beeldhouwer Con- stantin Brancusi, die hij in Parijs leerde kennen, leidde uit sommige van Modigliani's tekeningen een belangstelling af voor plastische vormge ving. Hij leerde hem beeld houwen. Maar er zijn niet veel beelden van Modigliani bewaard gebleven. Hi] maakte ze niet af, vernielde ze of gooide ze weg. Uit zijn belangstelling voor de Griekse en Afrikaanse kunst kwam een hele serie 'kariatiden' voort, tekeningen en schilderijen van een knie lende of staande vrouw-zuil die een (Griekse) tempel draagt of een (Afrikaanse) ze tel. 'Zuilen van tederheid noemde hij die 'kariatiden, waarmee hij een 'tempel van schoonheid' wilde bouwen. Het meest bekend bij een breed publiek werd Mo digliani door zijn naakten, hoewel hij daar maar een vrij gering aantal van schilderde- Het waren nooit zijn vrien dinnen, maar altijd anonieme modellen die hij voor di schilderijen koos. De moois' hangen nu in Düsseldorf- He zijn naakten die niet, zoats dat tot dan toe vaak in schilderkunst gebeurde, ver huld of met een smoes (my thologie, bijbel) geschildem zijn. Modigliani's na?f jj zijn geëmancipeerd. N°® eerder werd een vrouw vrijpostig naakt geschildem' Uitdagend en zelfbewust zm nelijk. Maar de schilden] hebben ook een heel abstrac aanpak: brede vlakken bijna één kleurtoon, in vla mend oranje-bruin, gesC derd. Boor Camiel Hamans literatuur heeft twee functies.' een informatieve en een ont roerende of ontspannende. Het mooist is het als beide samen gaan. Bij Anna Vali's roman 'Vanavond komt Caro', ligt de nadruk op het eerste. Daardoor is het boek niet mislukt, maar ivordt het lezen toch meer op dracht dan genoegen. In 'Vanavond komt Caro'!, wordt de ontwikkeling gevolgd van twee personen, Een ik, Daan, jurist en accountant, die zichzelf de motor acht van de Stichting Landelijk Accultura tie Fonds, voelt zich onderge waardeerd in zijn werk voor deze instelling. De directeurspositie van de stichting komt vrij, maar Daan wordt tegen zijn verwachting door het bestuur over het hoofd gezien bij de vervulling van de vacature. En dat on danks het feit dat de stichting in feite op hem draait. Pas als hij zich emotioneel losgemaakt heeft van zijn baan en daar door zijn houding van beschei den wachten opgegeven heeft, komt de waardering. Hij durft dan voor zichzelf op te komen en kan zodoende de benoeming afdwingen. De andere hoofdpersoon is Wijnand. Een oudere weduw naar met een kunstzinnige in slag, die zich met het geld dat hij verdiend heeft in de verant woorde meubelhandel en door zijn achtergrond als regisseur van amateurtoneel tot Lebe- mann ontwikkeld heeft. Wij nand, buurman van Daan en diens vrouw Ina, tracht aan de eenzaamheid te ontsnappen door een relatie aan te gaan met Truus, een vroegere ver koopster in zijn meubelzaak, die in een vage incestueuze verhouding met haar volwas sen zoon Kees leeft. Truus weeft een web, waaruit Wijnand niet lijkt te kunnen ontsnappen. Als in Pinters to neelstuk 'De huisbewaarder', dat hij samen met Daan en Ina bezoekt, lijkt hij lijdzaam te ondergaan dat hij vernield wordt door iemand die hij zelf gastvrij in zijn leven heeft bin nengelaten. Hij weet aan het eind echter aan zijn noodlot te ontkomen. Hij geeft de hoop op een beter leven op en sluit de ogen voor eeuwig. Anna Vali's roman, waarin de levens van Daan en Wijnand elkaar kruisen, is geen leerboek voor hulpbehoevenden. Het is een roman, hoewel de nadruk duidelijk ligt op het plaatsver vangende van de ervaring. De levensgeschiedenis van Wij nand en de ontwikkeling van Daan komen over als lessen. Lessen die slechts bruikbaar lijken voor diegenen die de problemen herkennen. De reden is dat Daan, Wijnand en de bijfiguren romanperso nages blijven. De wereld waarin zij leven en hun be staan is van een chique distan tie. De wijze van beschrijven is even gedistancieerd. Zelfs het taalgebruik, hoe wendbaar ook, heeft iets afstandelijks. Dialogen en gesprekken in dit boek hebben een taalkundige keurigheid, die een gevoel van onnatuurlijkheid oplevert. Deze onnatuurlijkheid zou men, de achterflap volgend, kunnen verklaren als een ge volg van Anna Vali's afkomst. Mevrouw Vali's moedertaal is Hongaars. In haar geboorte land debuteerde zé tientallen jaren geleden met gedichten. Deze verklaring lijkt me on juist. De onnatuurlijkheid van de taal komt niet voort uit een onn'atuurlijk of foutief Neder lands. Integendeel. Het lijkt een bewuste keuze voor een kunstmatige, afstandelijke stijl, die veraf staat van de huidige Nederlandse spreektaal. Anna Vali heeft met haar wijze van observeren, vertellen en formuleren niet gekozen voor het meeslepende, maar eerder voor het neutrale registrerende. Daarmee heeft ze een waarde volle uitbreiding gegeven aan haar oeuvre dat tot nu toe be stond uit veelgelezen en her haaldelijk herdrukte poëzie bundels en psychiatrische stu dies. Anna Vali: 'Vanavond komt Carol'. Uitg. De Kern, prijs 24,90. BUI Wyman. - FOTO ANP Door Dirk Vellenga Ze schelen maar een jaar, maar hun levens in de muziek wereld ontwikkelden zich dra matisch verschillend. Elvis Presley sneuvelde in 1977 en hoe dat volgens Albert Gold man ging, valt te lezen in 'De laatste dagen van The King'. Bill Wyman leeft als god in Frankrijk en haalt zorgeloos herinneringen op aan de Rol- ling Stones in 'Stone Alone'. Het verschil zit 'm in vooral in het drugsgebruik van de twee. Bill Wyman, de stille basgita- rist van de Stones, is er nooit! aan begonnen. „De enigen die over het algemeen helder ble ven waren Charlie Watts, Ian Stewart de roadmanager, Nicky Hopkins de keyboard speler - en ik. Behalve dat ik halverwege de jaren zestig wel eens pillen heb geslikt en joints gerookt, heb ik me altijd afzijdig gehouden van drugs. En even verder: „Mijn desinte resse in drugs heeft vaak voor problemen binnen de Stones gezorgd. Mick, Keith en An drew Oldham maakten me vaak belachelijk en door de ja ren heen hebben ze steeds ge probeerd om me stoned te krij- gen-" Bill Wyman, nu 54 jaar, verza melde niet alleen vrouwen, maar ook alle documentatie ®e er bestaat over de Stones. Popjournalist Ray Coleman veranderde de stapel in een ooek, dat bol staat van feiten, maar nooit echt boeiend is. Stone Alone' gaat maar tot 1969 en wat het meeste opvalt 15 dat Bill Wyman een voor- zichtige poging doet Brian Jo- ■ms, de gestorven stichter van de band, te rehabiliteren. Wy- man suggereert dat bij de dood v® Jones behalve drank en drugs ook zijn astma en een rare vorm van epilepsie een rol gespeeld hebben. Elvis Presley - FOTO ARCHIEF DE STEM 'De laatste dagen van The King' is een dun vervolg op de geruchtmakende biografie 'El- vis', die Albert Goldman in 1981 produceerde. Goldman vond dit nieuwe boek nodig, omdat hij nieuwe informatie had gekregen over de dood van Elvis. Die heeft zelfmoord gepleegd, zegt de Newyorkse auteur nu en hij baseert zijn oordeel op interviews met Da vid Stanley, 'bewaker' van Presley in diens nadagen en zoon van Dee, de tweede vrouw van Vernon Prsley. Het merkwaardige is dat Da vid Stanley zelf al twee boe ken over Elvis op zijn naam heeft staan en daarin niet rept over zelfmoord. Dat komt om dat hij onder druk stond van de Elvis-clan, legt Goldman uit, die de nieuwe kijk op het tragische einde van Elvis in 1977 vorig jaar al vastlegde in een artikel in 'Life'. De bewijzen voor zelfmoord zijn mager. David Stanley zou in de badkamer waar Elvis de laatste adem uitblies, drie en veloppen hebben gevonden, waarin de drugs zaten die de King tot zich had genomen. Dat zou er op duiden dat hij handenvol pillen in één keer ingeslikt heeft, terwijl hij de voorrraad gewoonlijk ver deelde over de hele nacht. Een groot deel van het boek gebruikt Goldman om de ont hullingen uit zijn eerste Elvis- boek nog eens te herhalen en hier en daar lichtjes te corrige ren. Hij schrijft nu ook dat 'El- vis' 'een klein aantal foutjes bevatte, dat op geen enkele wijze afbreuk deed aan de in houd van het verhaal, maar door de verdedigers van Elvis als bewijs werd aangegrepen voor de onbetrouwbaarheid van mijn relaas over zijn le ven'. Bill Wyman en Ray Coleman: 'Stone Alone'. Uitg. Balans, prijs 29,90. Albert Goldman: 'De laatste da gen van The King'. Uitg. Streng- holt, prijs 22,50. GG3 Een van de illustraties in 'Een regenvogel' van Jan Brokken: Paul du Chaillu en zijn dragers worden in het mangrovenwoud aangevallen door een python. Door Johan Diepstraten „We hebben jarenlang gedacht dat die ene zin 'Doctor Livings tone, I presume' een grapje was. ■Iedere keer als de ontdekkings reiziger Stanley in Londen hier aan herinnerd werd, werd hij vreselijk kwaad. Voortdurend werd hij begroet met de variant 'Mr. Stanley, I presume'. Razend werd hij", vertelt Jan Brokken, die zich in totaal vijf jaar alleen maar heeft beziggehouden met Afrika. „Zoals je weet werd Stanley door de grote uitgever van The New York Herald erop uit gestuurd om de verdwenen zendeling Li vingstone te vinden. In een ge bied zo groot als Frankrijk en Spanje samen vond Stanley in derdaad de man die op zoek was naar de bronnen van de Nijl. En toen hij hem in de middle-of- nowhere tegenkwam, sprak hij de woorden waar hij zijn hele le ven tandeknarsend aan zou te rugdenken. 'Doctor Livingstone, I presume'. Hij vond het een af gang zoals hij hem had bena derd. Ik heb Stanley en de andere ont dekkingsreiziger Brazza in één verhaal behandeld. Voor hen was het op een bepaald moment een run op de Kongo. Stanley kwam uit Tanzania, Brazza uit Gabon. Hun karakters zijn ex treem verschillend. Brazza, de graaf uit een welgestelde familie, een diplomaat, welbelezen. Stanley een cowboy, een vecht jas, opgevoed in een gesticht. In de talrijke biografieën wordt Stanley neergesabeld. Natuur lijk, hij was een verschrikkelijk mens. Hij ging als een generaal door het oerwoud, voor hem was ontdekken hetzelfde als bezet ten, en daarbij keek hij niet op een mensenleven. Dat is allemaal waar. Maar hij was ongelooflijk geïnteresseerd in dat continent. En bang, heel erg bang." Je hebt in 'De regenvogel' de ver halen beschreven van de grote ontdekkingsreizigers, gecombi neerd met een verslag van je eigen tocht door Gabon. Hoe moeilijk had je het? Jan Brokken: „Ik beschikte over een plattegrond met wegen en ri vieren, maar zij hadden honderd, tweehonderd jaar geleden hele maal niks. Het heeft tot 1910 ge duurd voordat Gabon enigszins in kaart was gebracht. Al die ontdekkingsreizigers gingen echt het onbekende tegemoet. Tegenwoordig is alles ontdekt, in die zin dat alles op een kaart staat. Maar 60 procent van Ga bon is tegenwoordig onbewoond. Er zijn hele stukken waar je niet door kunt, er zijn ook geen gid sen voor te vinden. Daarom is het nu moeilijker om door Gabon te reizen dan in de tijd van Stan ley. Honderd jaar geleden woon den grote groepen mensen in het oerwoud. Die kenden het. Nu is het oerwoud over hele stukken van de rivier heengegroeid. Dat zou helemaal weggekapt moeten worden. Niemand van de lokale bevolking durft dat aan. Het oerwoud is ongelooflijk angstwekkend. Overdag is het heel stil. Zodra de avond valt hoor je duizend geluiden. Tien tallen handelaren aan het einde 19e en begin 20e eeuw zijn hele maal gek geworden van de een zaamheid. Een stuk dampend bos met een rivier erdoor, geen enkele blanke in de buurt, je bu ren die kannibaal zijn: dan moet Jan Brokken (1949) was re dacteur literatuur van het weekblad Haagse Post. Zijn interviews met schrijvers en 'musici werden door uitgeve rij de Arbeiderspers gebun deld. Sinds 1986 is Brokken full-time schrijver. Hij de buteerde sterk met de ver halenbundel 'De zee van vroeger' (Lucy B. en C. W. van der Hoogtprijs) en de roman 'De provincie'. De verfilming hiervan gaat na jaar 1991 in première. Minder bekend is het reis boek 'De moordenaar van Ouagadougou' over de strubbelingen in Burkina Faso (Boven-Volta). De ro man 'Zaza en de president' speelt zich eveneens in dit land af. Zojuist verscheen 'De regen vogel', een zeldzaam mooi boek over een reis door Equatoriaal Afrika. Jan Brokken in het voetspoor van de grote Afrikaanse ont dekkingsreizigers Stanley en Brazza, Paul du Chaillu, Crampel, Pieter van den Broecke en Albert Schweit- je over sterke zenuwen beschik ken. Veel jonge handelaren had den die niet, gingen zuipen en sloegen vervolgens de hand aan zichzelf. 'De regenvogel' gaat over de een zaamheid. Het is één lange va riatie op dit thema. Het is ook een poging om te begrijpen wat Afrika is. Wie zijn die Afrika nen? Dat dreef de ontdekkings reizigers ook. Natuurlijk, ze wil den als eerste een vlag neerzet ten, maar als dat eenmaal was gedaan, konden ze twee dingen doen: heel snel teruggaan of blij ven. De meesten zijn gebleven. Ze hebben geprobeerd Afrika te begrijpen'. In hoeverre is 'De regenvogel' nog een reisboek te noemen? Naar mijn idee is het een aaneen schakeling van wetenswaardig heden over de ontdekkingsreizi gers. Jan Brokken: „Het is een sterk episch reisboek. Ik ben op zoek naar verhalen. Zes lange verha len zijn het geworden, niet ver zonnen, al is er heel wat fantasie nodig om ze te construeren. Iedere keer koos ik voor een an dere invalshoek. In het eerste verhaal ga ik Simenon achterna. Hij schreef het boek 'De manes- teek' over de tropenkolder in Gabon. Een roman over Jo Ti- mar en Adèle. Ik heb hun spoor gevolgd. Het tweede verhaal is een zoek tocht naar de gorilla's in het hart van Gabon. Het derde is een his torisch verhaal over het openleg gen van een land, in het voet spoor van Pieter van den Broec ke. Daarna een verhaal over Crampel, de hippie-avant-la-let- tre. Dan werk ik de tegengestelde karakters van de ontdekkings reizigers Stanley en Brazza uit en daarna ga ik met Massandé en Ibinga de rivier op. Dit laatste verhaal brengt de verdieping: ik zie wel dingen, maar ik laat me door deze twee Gabonezen ver tellen wat zij ervaren en dat is heel wat anders. Een Afrikaans spreekwoord zegt: 'Het oog van de reiziger is groot, maar ziet niets'. Dat is wel zo." Twee lange jaren alleen maar Afrika in je hoofd. En nu is het boek er. Je hebt afscheid moeten nemen van al die mensen uit je boek. Jan Brokken: „Het zijn mijn beste vrienden geworden. Zo voel ik dat. Ik heb grote sympa thie gekregen voor Paul Belloni du Cahillu. Hij was niet alleen de eerste blanke die oog in oog kwam te staan met gorilla's. Wat mij in hem interesseert, is zijn beschrijving van de inheemse be volking. In alle geschriften vóór hem waren dat alleen maar wil den. Maar hij had een diep res pect voor die mensen. Du Cahillu had er echt contact mee. Toen tertijd is hij aangevallen om wat hij schreef. Later bleek alles te kloppen. Eén keer heeft hij in het oerwoud iemand doodge schoten. Daarover heeft hij zich zijn hele leven schuldig gevoeld. Ook een prachtige reiziger was Pieter van den Broecke. Wat er over hem bekend is, weten we van hemzelf. En het Franse spreekwoord zegt: 'Wie van verre komt, heeft mooi liegen'. Er zit iets van spot in zijn reisverhalen. Hij lacht om zichzelf. Hij was een heel nieuwsgierige man, en ook heel moedig. Frans Hals Jan Brokken: „Een stuk dampend bos en je buren zijn kan nibalen." - FOTO PAUL HUF heeft hem geportretteerd. In dat schilderij zie je de geweldige energie van al die Hollandse zee vaarders, al hun geestdrift. Van den Broecke is me zeer dierbaar, ja." Je hebt niet onder de vrolijkste omstandigheden gereisd. Daar kies je opzettelijk voor? Jan Brokken: 'Ik moet de sfeer proeven, anders kan ik er niet over schrijven. Alleen op die ma nier kon ik Afrika doorgronden. Als je 's nachts het geritsel hoort en de schreeuw van de nachtvo gels, dan pas kun je begrijpen waarom Brazza niet in slaap kon komen. Hij legde dan een kamp vuur aan en ging Italiaanse wie geliedjes zingen die hij van zijn moeder had geleerd. Hij trok in 1875 het oerwoud in en kwam drie jaar later weer tevoorschijn. Niemand had in die tijd iets van hem vernomen. Dat is het abso lute reizen. Brazza moet een geweldig zelf vertrouwen hebben gehad. Er was toen nog geen antibiotica. Om de andere week lag hij te klappertanden van de koorts. Een moedig man. Maar toch was hij zo bang van de sfeer van het oerwoud dat hij moest zingen. Hij greep terug op de vertrouwdheid van zijn mi lieu, van dat grote, rijke huis in Rome waar zijn moeder hem in slaap zong'. Veel mensen denken bij Afrika alleen aan giro 555. Jan Brokken: „Mijn eerste be zoek aan de Sahel, in 1986, kwam daarmee overeen. Ik was er toevallig en schreef naar aan leiding van enkele gebeurtenis sen de roman 'Zaza en de presi dent'. Dat deed ik als een West europeaan die veel dingen ziet, maar niets echt begrijpt. Nu is Afrika heel anders voor mij. Het is moeilijk uit te leggen wat mij fascineert. Afrika is het absolute tegendeel van Europa. Het heeft natuur, woestijn, oerwoud en de mentaliteit van het mythologi sche denken. De magie zit er in de lucht. Het is het continent van de verhalen. Die zijn we in Europa kwijtge raakt. Ik kom er niet meer van los. Tijdens lezingen hier merk ik het ook: wie er gewoond heeft, zit er op de een of andere manier nog steeds aan vast. In Afrika zie je het leven in het echt. De mooie kanten: het is in Afrika van een enorme vrolijkheid. Maar je treft er ook de wreedste dingen. Wat er onlangs in Zaïre gebeurde. Een studentenopstand. Het leger erop af zonder munitie. Met ka pot geslagen bierflessen hebben ze vervolgens zeventig studenten afgeslacht. Ook dat is Afrika. Het diepste van de mens komt in dit continent snel naar buiten. Afrika is een bron van krankzin nige, en ook van ontroerende verhalen." Die schrijf je ook het liefste daar? Jan Brokken: „Ik neem altijd vijf of zes cahiers mee, dikke kaft, dik papier. Dan zit ik aan een ta feltje, vulpen in de hand, de muskieten zoemen rond de bu reaulamp. Langzaam vloeit de inkt in het papier. Dan heb ik het idee: dit is schrijven, dit is heerlijk. Ik hoor de klaaglijke roep van de regenvogel. Dat is de muziek op de achtergrond." Jan Brokken: 'De regenvogel. Een reis door Equatoriaal Afrika'. Uitg. De Arbeiderspers, prijs 36,90. De Volkswagen stond op de brede stoep van de Haarlemmer Houttuinen, ter hoogte van pand num mer 5, geparkeerd zoals het niet moet. De adjudant had de motor afgezet. De adjudant aarzelde. Haarlemmer Houttui nen nummer 5 was de bestemming van deze dienstrit. fa Dit is het begin van een bekend boek. Welk boek was het ook weer? Een goede oplossing, die uiterlijk woensdag binnen is, kan een boekenbon opleveren van 25 gulden. Stuur een brief of briefkaart met de titel en de naam van de schrijver naar De Stem, Boekenredac- tie, Postbus 3229, 4800 MB Breda. De oplossing van vorige keer is 'Lijmen' van Willem Elsschot. De boe kenbon gaat naar Miranda v.d. Velden in Breda. Door Johan Diepstraten In alle eenzaamheid is hij ge storven. De precieze datum is niet bekend en daarom stond er in de kleine overlijdensad vertentie: Robert A. Loesberg: 6 mei 1944 - december 1990. De schrijver van de verhalen bundels 'Enige defecten' (1974) en 'Een eigen auto' (1977), moet, na een ongelukkige val, bij benadering tien dagen dood in zijn huis hebben gelegen voordat de politie hem vond. Dertien, veertien jaar geleden had ik hem aan de telefoon. Een verzoek om een interview over zijn werk voor het boek 'Het nieuwe proza' dat ik met Sjoerd Kuyper aan het schrij ven was. Voor het antwoord was ik al gewaarschuwd. Hoe of ik het in mijn hoofd haalde om het telefoonnummer te draaien van zo'n groot schrij ver. Een scheldkannonade van vijf minuten volgde waaruit mocht blijken dat wij luizen waren en hij.Na zijn debuut was Loesberg ervan overtuigd dat hij de belangrijkste schrij ver van Nederland was en op zijn minst kon wedijveren met de groten der aarde. Loesberg haatte de wereld. Wie de vrij onbekende gegevens leest over zijn leven (HP/De Tijd, 18-1-1991) kan er mis schien een verklaring voor ge ven. Hij was een onwettig kind. Zijn vader vocht in de oorlog aan de verkeerde kant en zag zijn gezin pas in 1950 terug. Op zijn 21e trouwt Loesberg, vijf jaar later is hij weer alleen. Als hij een nieuwe levensgezellin heeft, slaat het noodlot hard toe: zij komt om het leven bji een spoorwegongeluk (mei 1976). Het is voor Loesberg de defini tieve ommekeer: hij was al een stevige drinker, maar vanaf nu gaat het helemaal mis. Hij krijgt als gevolg van zijn alco holgebruik epilepsie en wordt voortdurend opgenomen in psychiatrische ziekenhuizen. Schrijven doet hij niet meer. Arrogant, weerzinwekkend, onuitstaanbaar: dat zijn de autobiografische kenmerken van de hoofdpersoon in zijn twee boeken. 'Het is alles Loes berg Loesberg Loesberg wat de klokken slaan' is te lezen in 'Een eigen auto'. Inderdaad: in de verhalenbundels heeft hij al Loesberg (1944-1990). - FOTO ARBEIDERSPERS zijn weerzin van de wereld, zijn afkeer van de mensheid en al zijn haat tegen zijn ouders en opvoeding akelig precies be schreven. 'Enige defecten' bevat zeven kenmerkende episoden uit het leven van Robert Loesberg: van lagere school tot bejaardente huis. In 'Een eigen auto' reist Loesberg met vriend Naaktge boren door Europa en herin nert zich zijn jeugd. Hij eindigt werkloos en stevig aan de drank. Het is waar dat de Thematiek beperkt is in vele varianten be schreven. Na herlezing zoveel jaren Iter, moet ik mijn oordeel bijschaven: de twee boeken blijken intrigerender te zijn dan ik ze al vond, de stijl pak- kender dan die van menig ge louterd auteur. Loesberg was dan niet de grootste schrijver van Nederland, hij verdient in ieder geval meer waardering dan hij toentertijd kreeg. In de gebundelde kritieken van zowel Aad Nuis, Wam de Moor als Tom van Deel komt Loes berg niet voor. Het Winkler Prins Lexicon van de Neder landse letterkunde kent geen Loesberg. De overige naslag werken heeft hij ook niet ge haald. Alleen Gerrit Komrij is in 'Papieren tijgers' vol lof over 'Enige defecten': „Het is een walgelijk, reactionair produkt, met een eigenwijze etter in de hoofdrol, misantroop en des tructief. Ik kan het u van harte aanbevelen." Het werk van Loesberg is al ja ren uitverkocht en nooit meer herdrukt. Zijn weüswaar be perkte oeuvre verdient een be ter lot. Door Muriel Boll Wie buiten zijn wil opge scheept wordt met een nieuwe baby, verdient het getroost te worden met bijvoorbeeld het mooie 'Varken en Beer' van Vit Horejs. Deze twee vrienden gaan ietwat stuntelig door het leven, converseren en dutten veel in de zon. Een 'dolce far niente', maar soms trilt het be gin van iets groots door in hun bestaan zoals het beginnen van een notenwinkel, door Beer na een dutje misverstaan als po- tenwinkel. Ze vragen zich wat je je daarbij moet voorstellen. Beer: „Ik dacht dat dat een potenwinkel misschien een plek was waar dieren naartoe konden gaan als ze zich niet zo lekker voelden en waar een grote warme poot ze dan aaide. Of ze gewoon vasthield. Héél stevig". Als Varken aankomt met het idee van een notenkraker, voor Beer dus potenkraker, valt Beer verdrietig in slaap. Var ken klimt naast hem in de hangmat. Na een tijdje doet hij zijn ogen open en zag dat de ogen van Beer ook wijd open waren. Dit is onze potenwinkel wilde Varken zeggen, maar hij zag in Beers ogen dat Beer dat wist, dus zei hij niks. Hoef in poot vallen ze in slaap als een reeds lang getrouwd paar dat eikaars gedachten raadt. Dat aspect klinkt ook door in de ruzie om niets en de omtrek kende bewegingen die ze ma ken om het weer bij te leggen. Een ander verhaal gaat over hele kleine wezentjes en hun raadselachtige veranderingen, over uitsekten die insekten worden zodra ze binnen zijn. Daarin vergelijkt Varken een rups heel treffend met een landmeter die in dit geval bezig is Beer de maat te nemen voor een nieuw pak. Het is duidelijk dat HorejS houdt van Winnie de Poeh, de Wind in de Wilgen en van Kik ker en Pad van Arnold Lobel. Toch is hij erin geslaagd zijn vriendenpaar een heel eigen le ven te laten leiden. De pente keningen zijn van Friso Hen stra, geestig en vertederend. Zijn Varken en Beer lopen ste vig op de poten door een zon nige wereld. V. Horejs en F. Henstra: 'Varken en Beer'. Uitg. Hans Elzenga, prijs 19,95.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1991 | | pagina 23