'Het diepe in de mens komt
in Afrika snel naar buiten9
s op tv
[odigliani
>rf negeert
le bohémiei
I m
De Stone en de King
boeken
HET BEGIN (20)
Het is alles Loesberg
wat de klokken slaan
kinderboeken
literatuur vervangt leven
in Vali's romandebuut
JAN BROKKEN EN DE EENZAAMHEID VAN HET OERWOUD
Varken en beer als paar
1991
DE STEM
GIDS 3
Middeleeuwen
Beeldhouwer
Tempels
i - iHi
VRIJDAG 25 JANUAR11991
I
GG2
3, 20.00 uur). Bewerking van TeJ
ni en Burt Lancaster.
3JSA 1981 Did. 1, 23.50 uur) Virj
f Bridges.
23.20 uur). Met drie Oscars hp.
en Burt Reynolds.
)0.40 uur). Debuutfilm van Andrzej
id 1983, BRT 2, 22.30 uur). Drarr
;land 1976, BBC 2, 23.30 uur). Het
TL-4, 21.35 uur). Vietnamfilm i
Igië 2, 20.00 uur). Julie Christie in
1, 15.15 uur). Thriller van Edward
Did. 2, 23.25 uur). Klassieke film
kleinburgerlijkheid.
/.15 uur). Musical met Mickey Roo-j
BBC 1, 00.00 uur). Occulte thrilled
erland.
23.20 uur). James Mason als lersej
L 4, 20.25 uur). Zwarte sergeant in
orman Jewison.
uur). Martin Sheen en Sissy Spacek
23.15 uur). Met Rob Lowe.
bistische schilderij. Mo-
digliani zocht echter geen
nieuwe wegen in de schilder
kunst.
Hij hield eigenlijk alleen van
de Italiaanse meesters uit de
middeleeuwen en de renais
sance, keek liever naar Afri
kaanse, Egyptische en Etrus-
kische kunst en de 'idool
beeldjes' van de Griekse Cy-
claden-eilanden. De enige
'tijdgenoot' waar hij iets van
overnam was Cézanne. Maar
het viel niemand in zijn tijd
in om te beweren dat Mo-
digliani een moderne kunste
naar was.
Modigliani is vooral een
schilder van portretten ge
worden. Opvallend daaraan
zijn de dichtgeschilderde
ogen. De geportretteerden
kijken niet het schilderij uit,
iets wat Modigliani waar
schijnlijk van Cézanne heeft
geleerd, deze 'gezichten zon
der blik'. Alleen gebruikt hij
dit veel consequenter.
Modigliani heeft lange tijd de
ambitie gehad beeldhouwer
te worden. Men vermoedt dat
zijn zwakke gezondheid én de
hoge materiaalkosten hem
daar uiteindelijk van hebben
afgehouden. Er wordt verteld
dat hij wel eens gestolen
drempels en mijlstenen naar
zijn atelier sleepte. De be
roemde beeldhouwer Con-
stantin Brancusi, die hij in
Parijs leerde kennen, leidde
uit sommige van Modigliani's
tekeningen een belangstelling
af voor plastische vormge
ving. Hij leerde hem beeld
houwen. Maar er zijn niet
veel beelden van Modigliani
bewaard gebleven. Hi]
maakte ze niet af, vernielde
ze of gooide ze weg.
Uit zijn belangstelling voor
de Griekse en Afrikaanse
kunst kwam een hele serie
'kariatiden' voort, tekeningen
en schilderijen van een knie
lende of staande vrouw-zuil
die een (Griekse) tempel
draagt of een (Afrikaanse) ze
tel. 'Zuilen van tederheid
noemde hij die 'kariatiden,
waarmee hij een 'tempel van
schoonheid' wilde bouwen.
Het meest bekend bij een
breed publiek werd Mo
digliani door zijn naakten,
hoewel hij daar maar een vrij
gering aantal van schilderde-
Het waren nooit zijn vrien
dinnen, maar altijd anonieme
modellen die hij voor di
schilderijen koos. De moois'
hangen nu in Düsseldorf- He
zijn naakten die niet, zoats
dat tot dan toe vaak in
schilderkunst gebeurde, ver
huld of met een smoes (my
thologie, bijbel) geschildem
zijn. Modigliani's na?f jj
zijn geëmancipeerd. N°®
eerder werd een vrouw
vrijpostig naakt geschildem'
Uitdagend en zelfbewust zm
nelijk. Maar de schilden]
hebben ook een heel abstrac
aanpak: brede vlakken
bijna één kleurtoon, in vla
mend oranje-bruin, gesC
derd.
Boor Camiel Hamans
literatuur heeft twee functies.'
een informatieve en een ont
roerende of ontspannende. Het
mooist is het als beide samen
gaan. Bij Anna Vali's roman
'Vanavond komt Caro', ligt de
nadruk op het eerste. Daardoor
is het boek niet mislukt, maar
ivordt het lezen toch meer op
dracht dan genoegen.
In 'Vanavond komt Caro'!,
wordt de ontwikkeling gevolgd
van twee personen, Een ik,
Daan, jurist en accountant, die
zichzelf de motor acht van de
Stichting Landelijk Accultura
tie Fonds, voelt zich onderge
waardeerd in zijn werk voor
deze instelling.
De directeurspositie van de
stichting komt vrij, maar Daan
wordt tegen zijn verwachting
door het bestuur over het
hoofd gezien bij de vervulling
van de vacature. En dat on
danks het feit dat de stichting
in feite op hem draait. Pas als
hij zich emotioneel losgemaakt
heeft van zijn baan en daar
door zijn houding van beschei
den wachten opgegeven heeft,
komt de waardering. Hij durft
dan voor zichzelf op te komen
en kan zodoende de benoeming
afdwingen.
De andere hoofdpersoon is
Wijnand. Een oudere weduw
naar met een kunstzinnige in
slag, die zich met het geld dat
hij verdiend heeft in de verant
woorde meubelhandel en door
zijn achtergrond als regisseur
van amateurtoneel tot Lebe-
mann ontwikkeld heeft. Wij
nand, buurman van Daan en
diens vrouw Ina, tracht aan de
eenzaamheid te ontsnappen
door een relatie aan te gaan
met Truus, een vroegere ver
koopster in zijn meubelzaak,
die in een vage incestueuze
verhouding met haar volwas
sen zoon Kees leeft.
Truus weeft een web, waaruit
Wijnand niet lijkt te kunnen
ontsnappen. Als in Pinters to
neelstuk 'De huisbewaarder',
dat hij samen met Daan en Ina
bezoekt, lijkt hij lijdzaam te
ondergaan dat hij vernield
wordt door iemand die hij zelf
gastvrij in zijn leven heeft bin
nengelaten. Hij weet aan het
eind echter aan zijn noodlot te
ontkomen. Hij geeft de hoop op
een beter leven op en sluit de
ogen voor eeuwig.
Anna Vali's roman, waarin de
levens van Daan en Wijnand
elkaar kruisen, is geen leerboek
voor hulpbehoevenden. Het is
een roman, hoewel de nadruk
duidelijk ligt op het plaatsver
vangende van de ervaring. De
levensgeschiedenis van Wij
nand en de ontwikkeling van
Daan komen over als lessen.
Lessen die slechts bruikbaar
lijken voor diegenen die de
problemen herkennen.
De reden is dat Daan, Wijnand
en de bijfiguren romanperso
nages blijven. De wereld
waarin zij leven en hun be
staan is van een chique distan
tie. De wijze van beschrijven is
even gedistancieerd. Zelfs het
taalgebruik, hoe wendbaar
ook, heeft iets afstandelijks.
Dialogen en gesprekken in dit
boek hebben een taalkundige
keurigheid, die een gevoel van
onnatuurlijkheid oplevert.
Deze onnatuurlijkheid zou
men, de achterflap volgend,
kunnen verklaren als een ge
volg van Anna Vali's afkomst.
Mevrouw Vali's moedertaal is
Hongaars. In haar geboorte
land debuteerde zé tientallen
jaren geleden met gedichten.
Deze verklaring lijkt me on
juist. De onnatuurlijkheid van
de taal komt niet voort uit een
onn'atuurlijk of foutief Neder
lands. Integendeel. Het lijkt
een bewuste keuze voor een
kunstmatige, afstandelijke stijl,
die veraf staat van de huidige
Nederlandse spreektaal.
Anna Vali heeft met haar wijze
van observeren, vertellen en
formuleren niet gekozen voor
het meeslepende, maar eerder
voor het neutrale registrerende.
Daarmee heeft ze een waarde
volle uitbreiding gegeven aan
haar oeuvre dat tot nu toe be
stond uit veelgelezen en her
haaldelijk herdrukte poëzie
bundels en psychiatrische stu
dies.
Anna Vali: 'Vanavond komt Carol'.
Uitg. De Kern, prijs 24,90.
BUI Wyman.
- FOTO ANP
Door Dirk Vellenga
Ze schelen maar een jaar,
maar hun levens in de muziek
wereld ontwikkelden zich dra
matisch verschillend. Elvis
Presley sneuvelde in 1977 en
hoe dat volgens Albert Gold
man ging, valt te lezen in 'De
laatste dagen van The King'.
Bill Wyman leeft als god in
Frankrijk en haalt zorgeloos
herinneringen op aan de Rol-
ling Stones in 'Stone Alone'.
Het verschil zit 'm in vooral in
het drugsgebruik van de twee.
Bill Wyman, de stille basgita-
rist van de Stones, is er nooit!
aan begonnen. „De enigen die
over het algemeen helder ble
ven waren Charlie Watts, Ian
Stewart de roadmanager,
Nicky Hopkins de keyboard
speler - en ik. Behalve dat ik
halverwege de jaren zestig wel
eens pillen heb geslikt en
joints gerookt, heb ik me altijd
afzijdig gehouden van drugs.
En even verder: „Mijn desinte
resse in drugs heeft vaak voor
problemen binnen de Stones
gezorgd. Mick, Keith en An
drew Oldham maakten me
vaak belachelijk en door de ja
ren heen hebben ze steeds ge
probeerd om me stoned te krij-
gen-"
Bill Wyman, nu 54 jaar, verza
melde niet alleen vrouwen,
maar ook alle documentatie
®e er bestaat over de Stones.
Popjournalist Ray Coleman
veranderde de stapel in een
ooek, dat bol staat van feiten,
maar nooit echt boeiend is.
Stone Alone' gaat maar tot
1969 en wat het meeste opvalt
15 dat Bill Wyman een voor-
zichtige poging doet Brian Jo-
■ms, de gestorven stichter van
de band, te rehabiliteren. Wy-
man suggereert dat bij de dood
v® Jones behalve drank en
drugs ook zijn astma en een
rare vorm van epilepsie een rol
gespeeld hebben.
Elvis Presley
- FOTO ARCHIEF DE STEM
'De laatste dagen van The
King' is een dun vervolg op de
geruchtmakende biografie 'El-
vis', die Albert Goldman in
1981 produceerde. Goldman
vond dit nieuwe boek nodig,
omdat hij nieuwe informatie
had gekregen over de dood
van Elvis. Die heeft zelfmoord
gepleegd, zegt de Newyorkse
auteur nu en hij baseert zijn
oordeel op interviews met Da
vid Stanley, 'bewaker' van
Presley in diens nadagen en
zoon van Dee, de tweede
vrouw van Vernon Prsley.
Het merkwaardige is dat Da
vid Stanley zelf al twee boe
ken over Elvis op zijn naam
heeft staan en daarin niet rept
over zelfmoord. Dat komt om
dat hij onder druk stond van
de Elvis-clan, legt Goldman
uit, die de nieuwe kijk op het
tragische einde van Elvis in
1977 vorig jaar al vastlegde in
een artikel in 'Life'.
De bewijzen voor zelfmoord
zijn mager. David Stanley zou
in de badkamer waar Elvis de
laatste adem uitblies, drie en
veloppen hebben gevonden,
waarin de drugs zaten die de
King tot zich had genomen.
Dat zou er op duiden dat hij
handenvol pillen in één keer
ingeslikt heeft, terwijl hij de
voorrraad gewoonlijk ver
deelde over de hele nacht.
Een groot deel van het boek
gebruikt Goldman om de ont
hullingen uit zijn eerste Elvis-
boek nog eens te herhalen en
hier en daar lichtjes te corrige
ren. Hij schrijft nu ook dat 'El-
vis' 'een klein aantal foutjes
bevatte, dat op geen enkele
wijze afbreuk deed aan de in
houd van het verhaal, maar
door de verdedigers van Elvis
als bewijs werd aangegrepen
voor de onbetrouwbaarheid
van mijn relaas over zijn le
ven'.
Bill Wyman en Ray Coleman:
'Stone Alone'. Uitg. Balans, prijs
29,90.
Albert Goldman: 'De laatste da
gen van The King'. Uitg. Streng-
holt, prijs 22,50.
GG3
Een van de illustraties in 'Een regenvogel' van Jan Brokken: Paul du Chaillu en zijn dragers worden in het mangrovenwoud
aangevallen door een python.
Door Johan Diepstraten
„We hebben jarenlang gedacht
dat die ene zin 'Doctor Livings
tone, I presume' een grapje was.
■Iedere keer als de ontdekkings
reiziger Stanley in Londen hier
aan herinnerd werd, werd hij
vreselijk kwaad. Voortdurend
werd hij begroet met de variant
'Mr. Stanley, I presume'. Razend
werd hij", vertelt Jan Brokken,
die zich in totaal vijf jaar alleen
maar heeft beziggehouden met
Afrika.
„Zoals je weet werd Stanley door
de grote uitgever van The New
York Herald erop uit gestuurd
om de verdwenen zendeling Li
vingstone te vinden. In een ge
bied zo groot als Frankrijk en
Spanje samen vond Stanley in
derdaad de man die op zoek was
naar de bronnen van de Nijl. En
toen hij hem in de middle-of-
nowhere tegenkwam, sprak hij
de woorden waar hij zijn hele le
ven tandeknarsend aan zou te
rugdenken. 'Doctor Livingstone,
I presume'. Hij vond het een af
gang zoals hij hem had bena
derd.
Ik heb Stanley en de andere ont
dekkingsreiziger Brazza in één
verhaal behandeld. Voor hen
was het op een bepaald moment
een run op de Kongo. Stanley
kwam uit Tanzania, Brazza uit
Gabon. Hun karakters zijn ex
treem verschillend. Brazza, de
graaf uit een welgestelde familie,
een diplomaat, welbelezen.
Stanley een cowboy, een vecht
jas, opgevoed in een gesticht.
In de talrijke biografieën wordt
Stanley neergesabeld. Natuur
lijk, hij was een verschrikkelijk
mens. Hij ging als een generaal
door het oerwoud, voor hem was
ontdekken hetzelfde als bezet
ten, en daarbij keek hij niet op
een mensenleven. Dat is allemaal
waar. Maar hij was ongelooflijk
geïnteresseerd in dat continent.
En bang, heel erg bang."
Je hebt in 'De regenvogel' de ver
halen beschreven van de grote
ontdekkingsreizigers, gecombi
neerd met een verslag van je
eigen tocht door Gabon. Hoe
moeilijk had je het?
Jan Brokken: „Ik beschikte over
een plattegrond met wegen en ri
vieren, maar zij hadden honderd,
tweehonderd jaar geleden hele
maal niks. Het heeft tot 1910 ge
duurd voordat Gabon enigszins
in kaart was gebracht. Al die
ontdekkingsreizigers gingen echt
het onbekende tegemoet.
Tegenwoordig is alles ontdekt, in
die zin dat alles op een kaart
staat. Maar 60 procent van Ga
bon is tegenwoordig onbewoond.
Er zijn hele stukken waar je niet
door kunt, er zijn ook geen gid
sen voor te vinden. Daarom is
het nu moeilijker om door Gabon
te reizen dan in de tijd van Stan
ley. Honderd jaar geleden woon
den grote groepen mensen in het
oerwoud. Die kenden het. Nu is
het oerwoud over hele stukken
van de rivier heengegroeid. Dat
zou helemaal weggekapt moeten
worden. Niemand van de lokale
bevolking durft dat aan.
Het oerwoud is ongelooflijk
angstwekkend. Overdag is het
heel stil. Zodra de avond valt
hoor je duizend geluiden. Tien
tallen handelaren aan het einde
19e en begin 20e eeuw zijn hele
maal gek geworden van de een
zaamheid. Een stuk dampend
bos met een rivier erdoor, geen
enkele blanke in de buurt, je bu
ren die kannibaal zijn: dan moet
Jan Brokken (1949) was re
dacteur literatuur van het
weekblad Haagse Post. Zijn
interviews met schrijvers en
'musici werden door uitgeve
rij de Arbeiderspers gebun
deld. Sinds 1986 is Brokken
full-time schrijver. Hij de
buteerde sterk met de ver
halenbundel 'De zee van
vroeger' (Lucy B. en C. W.
van der Hoogtprijs) en de
roman 'De provincie'. De
verfilming hiervan gaat na
jaar 1991 in première.
Minder bekend is het reis
boek 'De moordenaar van
Ouagadougou' over de
strubbelingen in Burkina
Faso (Boven-Volta). De ro
man 'Zaza en de president'
speelt zich eveneens in dit
land af.
Zojuist verscheen 'De regen
vogel', een zeldzaam mooi
boek over een reis door
Equatoriaal Afrika. Jan
Brokken in het voetspoor
van de grote Afrikaanse ont
dekkingsreizigers Stanley en
Brazza, Paul du Chaillu,
Crampel, Pieter van den
Broecke en Albert Schweit-
je over sterke zenuwen beschik
ken. Veel jonge handelaren had
den die niet, gingen zuipen en
sloegen vervolgens de hand aan
zichzelf.
'De regenvogel' gaat over de een
zaamheid. Het is één lange va
riatie op dit thema. Het is ook
een poging om te begrijpen wat
Afrika is. Wie zijn die Afrika
nen? Dat dreef de ontdekkings
reizigers ook. Natuurlijk, ze wil
den als eerste een vlag neerzet
ten, maar als dat eenmaal was
gedaan, konden ze twee dingen
doen: heel snel teruggaan of blij
ven. De meesten zijn gebleven.
Ze hebben geprobeerd Afrika te
begrijpen'.
In hoeverre is 'De regenvogel'
nog een reisboek te noemen?
Naar mijn idee is het een aaneen
schakeling van wetenswaardig
heden over de ontdekkingsreizi
gers.
Jan Brokken: „Het is een sterk
episch reisboek. Ik ben op zoek
naar verhalen. Zes lange verha
len zijn het geworden, niet ver
zonnen, al is er heel wat fantasie
nodig om ze te construeren.
Iedere keer koos ik voor een an
dere invalshoek. In het eerste
verhaal ga ik Simenon achterna.
Hij schreef het boek 'De manes-
teek' over de tropenkolder in
Gabon. Een roman over Jo Ti-
mar en Adèle. Ik heb hun spoor
gevolgd.
Het tweede verhaal is een zoek
tocht naar de gorilla's in het hart
van Gabon. Het derde is een his
torisch verhaal over het openleg
gen van een land, in het voet
spoor van Pieter van den Broec
ke. Daarna een verhaal over
Crampel, de hippie-avant-la-let-
tre.
Dan werk ik de tegengestelde
karakters van de ontdekkings
reizigers Stanley en Brazza uit
en daarna ga ik met Massandé
en Ibinga de rivier op. Dit laatste
verhaal brengt de verdieping: ik
zie wel dingen, maar ik laat me
door deze twee Gabonezen ver
tellen wat zij ervaren en dat is
heel wat anders. Een Afrikaans
spreekwoord zegt: 'Het oog van
de reiziger is groot, maar ziet
niets'. Dat is wel zo."
Twee lange jaren alleen maar
Afrika in je hoofd. En nu is het
boek er. Je hebt afscheid moeten
nemen van al die mensen uit je
boek.
Jan Brokken: „Het zijn mijn
beste vrienden geworden. Zo
voel ik dat. Ik heb grote sympa
thie gekregen voor Paul Belloni
du Cahillu. Hij was niet alleen
de eerste blanke die oog in oog
kwam te staan met gorilla's. Wat
mij in hem interesseert, is zijn
beschrijving van de inheemse be
volking. In alle geschriften vóór
hem waren dat alleen maar wil
den. Maar hij had een diep res
pect voor die mensen. Du Cahillu
had er echt contact mee. Toen
tertijd is hij aangevallen om wat
hij schreef. Later bleek alles te
kloppen. Eén keer heeft hij in
het oerwoud iemand doodge
schoten. Daarover heeft hij zich
zijn hele leven schuldig gevoeld.
Ook een prachtige reiziger was
Pieter van den Broecke. Wat er
over hem bekend is, weten we
van hemzelf. En het Franse
spreekwoord zegt: 'Wie van verre
komt, heeft mooi liegen'. Er zit
iets van spot in zijn reisverhalen.
Hij lacht om zichzelf. Hij was
een heel nieuwsgierige man, en
ook heel moedig. Frans Hals
Jan Brokken: „Een stuk dampend bos en je buren zijn kan
nibalen." - FOTO PAUL HUF
heeft hem geportretteerd. In dat
schilderij zie je de geweldige
energie van al die Hollandse zee
vaarders, al hun geestdrift. Van
den Broecke is me zeer dierbaar,
ja."
Je hebt niet onder de vrolijkste
omstandigheden gereisd. Daar
kies je opzettelijk voor?
Jan Brokken: 'Ik moet de sfeer
proeven, anders kan ik er niet
over schrijven. Alleen op die ma
nier kon ik Afrika doorgronden.
Als je 's nachts het geritsel hoort
en de schreeuw van de nachtvo
gels, dan pas kun je begrijpen
waarom Brazza niet in slaap kon
komen. Hij legde dan een kamp
vuur aan en ging Italiaanse wie
geliedjes zingen die hij van zijn
moeder had geleerd. Hij trok in
1875 het oerwoud in en kwam
drie jaar later weer tevoorschijn.
Niemand had in die tijd iets van
hem vernomen. Dat is het abso
lute reizen.
Brazza moet een geweldig zelf
vertrouwen hebben gehad. Er
was toen nog geen antibiotica.
Om de andere week lag hij te
klappertanden van de koorts.
Een moedig man.
Maar toch was hij zo bang van
de sfeer van het oerwoud dat hij
moest zingen. Hij greep terug op
de vertrouwdheid van zijn mi
lieu, van dat grote, rijke huis in
Rome waar zijn moeder hem in
slaap zong'.
Veel mensen denken bij Afrika
alleen aan giro 555.
Jan Brokken: „Mijn eerste be
zoek aan de Sahel, in 1986,
kwam daarmee overeen. Ik was
er toevallig en schreef naar aan
leiding van enkele gebeurtenis
sen de roman 'Zaza en de presi
dent'. Dat deed ik als een West
europeaan die veel dingen ziet,
maar niets echt begrijpt. Nu is
Afrika heel anders voor mij. Het
is moeilijk uit te leggen wat mij
fascineert. Afrika is het absolute
tegendeel van Europa. Het heeft
natuur, woestijn, oerwoud en de
mentaliteit van het mythologi
sche denken.
De magie zit er in de lucht. Het
is het continent van de verhalen.
Die zijn we in Europa kwijtge
raakt. Ik kom er niet meer van
los. Tijdens lezingen hier merk ik
het ook: wie er gewoond heeft,
zit er op de een of andere manier
nog steeds aan vast. In Afrika zie
je het leven in het echt. De mooie
kanten: het is in Afrika van een
enorme vrolijkheid. Maar je treft
er ook de wreedste dingen. Wat
er onlangs in Zaïre gebeurde.
Een studentenopstand. Het leger
erop af zonder munitie. Met ka
pot geslagen bierflessen hebben
ze vervolgens zeventig studenten
afgeslacht. Ook dat is Afrika.
Het diepste van de mens komt in
dit continent snel naar buiten.
Afrika is een bron van krankzin
nige, en ook van ontroerende
verhalen."
Die schrijf je ook het liefste
daar?
Jan Brokken: „Ik neem altijd vijf
of zes cahiers mee, dikke kaft,
dik papier. Dan zit ik aan een ta
feltje, vulpen in de hand, de
muskieten zoemen rond de bu
reaulamp. Langzaam vloeit de
inkt in het papier. Dan heb ik
het idee: dit is schrijven, dit is
heerlijk. Ik hoor de klaaglijke
roep van de regenvogel. Dat is de
muziek op de achtergrond."
Jan Brokken: 'De regenvogel. Een
reis door Equatoriaal Afrika'. Uitg.
De Arbeiderspers, prijs 36,90.
De Volkswagen stond op de brede stoep van de
Haarlemmer Houttuinen, ter hoogte van pand num
mer 5, geparkeerd zoals het niet moet. De adjudant had de
motor afgezet. De adjudant aarzelde. Haarlemmer Houttui
nen nummer 5 was de bestemming van deze dienstrit. fa
Dit is het begin van een bekend boek. Welk boek was
het ook weer? Een goede oplossing, die uiterlijk
woensdag binnen is, kan een boekenbon opleveren van
25 gulden. Stuur een brief of briefkaart met de titel en
de naam van de schrijver naar De Stem, Boekenredac-
tie, Postbus 3229, 4800 MB Breda. De oplossing van
vorige keer is 'Lijmen' van Willem Elsschot. De boe
kenbon gaat naar Miranda v.d. Velden in Breda.
Door Johan Diepstraten
In alle eenzaamheid is hij ge
storven. De precieze datum is
niet bekend en daarom stond
er in de kleine overlijdensad
vertentie: Robert A. Loesberg:
6 mei 1944 - december 1990.
De schrijver van de verhalen
bundels 'Enige defecten' (1974)
en 'Een eigen auto' (1977),
moet, na een ongelukkige val,
bij benadering tien dagen dood
in zijn huis hebben gelegen
voordat de politie hem vond.
Dertien, veertien jaar geleden
had ik hem aan de telefoon.
Een verzoek om een interview
over zijn werk voor het boek
'Het nieuwe proza' dat ik met
Sjoerd Kuyper aan het schrij
ven was. Voor het antwoord
was ik al gewaarschuwd. Hoe
of ik het in mijn hoofd haalde
om het telefoonnummer te
draaien van zo'n groot schrij
ver. Een scheldkannonade van
vijf minuten volgde waaruit
mocht blijken dat wij luizen
waren en hij.Na zijn debuut
was Loesberg ervan overtuigd
dat hij de belangrijkste schrij
ver van Nederland was en op
zijn minst kon wedijveren met
de groten der aarde.
Loesberg haatte de wereld. Wie
de vrij onbekende gegevens
leest over zijn leven (HP/De
Tijd, 18-1-1991) kan er mis
schien een verklaring voor ge
ven. Hij was een onwettig kind.
Zijn vader vocht in de oorlog
aan de verkeerde kant en zag
zijn gezin pas in 1950 terug. Op
zijn 21e trouwt Loesberg, vijf
jaar later is hij weer alleen. Als
hij een nieuwe levensgezellin
heeft, slaat het noodlot hard
toe: zij komt om het leven bji
een spoorwegongeluk (mei
1976).
Het is voor Loesberg de defini
tieve ommekeer: hij was al een
stevige drinker, maar vanaf nu
gaat het helemaal mis. Hij
krijgt als gevolg van zijn alco
holgebruik epilepsie en wordt
voortdurend opgenomen in
psychiatrische ziekenhuizen.
Schrijven doet hij niet meer.
Arrogant, weerzinwekkend,
onuitstaanbaar: dat zijn de
autobiografische kenmerken
van de hoofdpersoon in zijn
twee boeken. 'Het is alles Loes
berg Loesberg Loesberg wat de
klokken slaan' is te lezen in
'Een eigen auto'. Inderdaad: in
de verhalenbundels heeft hij al
Loesberg (1944-1990).
- FOTO ARBEIDERSPERS
zijn weerzin van de wereld,
zijn afkeer van de mensheid en
al zijn haat tegen zijn ouders
en opvoeding akelig precies be
schreven.
'Enige defecten' bevat zeven
kenmerkende episoden uit het
leven van Robert Loesberg: van
lagere school tot bejaardente
huis. In 'Een eigen auto' reist
Loesberg met vriend Naaktge
boren door Europa en herin
nert zich zijn jeugd. Hij eindigt
werkloos en stevig aan de
drank.
Het is waar dat de Thematiek
beperkt is in vele varianten be
schreven. Na herlezing zoveel
jaren Iter, moet ik mijn oordeel
bijschaven: de twee boeken
blijken intrigerender te zijn
dan ik ze al vond, de stijl pak-
kender dan die van menig ge
louterd auteur. Loesberg was
dan niet de grootste schrijver
van Nederland, hij verdient in
ieder geval meer waardering
dan hij toentertijd kreeg.
In de gebundelde kritieken van
zowel Aad Nuis, Wam de Moor
als Tom van Deel komt Loes
berg niet voor. Het Winkler
Prins Lexicon van de Neder
landse letterkunde kent geen
Loesberg. De overige naslag
werken heeft hij ook niet ge
haald. Alleen Gerrit Komrij is
in 'Papieren tijgers' vol lof over
'Enige defecten': „Het is een
walgelijk, reactionair produkt,
met een eigenwijze etter in de
hoofdrol, misantroop en des
tructief. Ik kan het u van harte
aanbevelen."
Het werk van Loesberg is al ja
ren uitverkocht en nooit meer
herdrukt. Zijn weüswaar be
perkte oeuvre verdient een be
ter lot.
Door Muriel Boll
Wie buiten zijn wil opge
scheept wordt met een nieuwe
baby, verdient het getroost te
worden met bijvoorbeeld het
mooie 'Varken en Beer' van Vit
Horejs. Deze twee vrienden
gaan ietwat stuntelig door het
leven, converseren en dutten
veel in de zon. Een 'dolce far
niente', maar soms trilt het be
gin van iets groots door in hun
bestaan zoals het beginnen van
een notenwinkel, door Beer na
een dutje misverstaan als po-
tenwinkel. Ze vragen zich wat
je je daarbij moet voorstellen.
Beer: „Ik dacht dat dat een
potenwinkel misschien een
plek was waar dieren naartoe
konden gaan als ze zich niet zo
lekker voelden en waar een
grote warme poot ze dan aaide.
Of ze gewoon vasthield. Héél
stevig".
Als Varken aankomt met het
idee van een notenkraker, voor
Beer dus potenkraker, valt
Beer verdrietig in slaap. Var
ken klimt naast hem in de
hangmat. Na een tijdje doet hij
zijn ogen open en zag dat de
ogen van Beer ook wijd open
waren. Dit is onze potenwinkel
wilde Varken zeggen, maar hij
zag in Beers ogen dat Beer dat
wist, dus zei hij niks. Hoef in
poot vallen ze in slaap als een
reeds lang getrouwd paar dat
eikaars gedachten raadt. Dat
aspect klinkt ook door in de
ruzie om niets en de omtrek
kende bewegingen die ze ma
ken om het weer bij te leggen.
Een ander verhaal gaat over
hele kleine wezentjes en hun
raadselachtige veranderingen,
over uitsekten die insekten
worden zodra ze binnen zijn.
Daarin vergelijkt Varken een
rups heel treffend met een
landmeter die in dit geval bezig
is Beer de maat te nemen voor
een nieuw pak.
Het is duidelijk dat HorejS
houdt van Winnie de Poeh, de
Wind in de Wilgen en van Kik
ker en Pad van Arnold Lobel.
Toch is hij erin geslaagd zijn
vriendenpaar een heel eigen le
ven te laten leiden. De pente
keningen zijn van Friso Hen
stra, geestig en vertederend.
Zijn Varken en Beer lopen ste
vig op de poten door een zon
nige wereld.
V. Horejs en F. Henstra: 'Varken
en Beer'. Uitg. Hans Elzenga, prijs
19,95.