DE STEM
DE OVERPEINZINGEN
VAN JAN BLUYSSEN,
BISSCHOP IN RUSTE
W E E K E
KATJA
Griekse Sex
fkampeerartikelen
Kosteloos
slagwerk
Labradors en
Golden retrievers
iravan show
)ostappen-Asten
'4936-2398.
van
N
11
Chateau Caravan
06-320.321.47
320.325.55
ZIEKENHUIS
06-320-325-15
emidden van honderd nonnen die
als bewaarengelen over hem waken, slijt monseigneur
Jan Bluyssen zijn dagen in een monumentaal klooster,
hartje 's Hertogenbosch. Sinds hij zes jaar geleden
vanwege zijn slechte gezondheid op eigen verzoek
werd ontslagen als bisschop van Den Bosch, heeft de
'stille bidder' zich weer vol overgave op zijn grote lief
de, het pastoraal werk, gestort. Ondanks zijn breek
bare gezondheid en het vele persoonijke leed dat hem
de laatste jaren is overkomen, spreekt mgr. drs.
J.W.M. Bluyssen, zijn wapenspreuk 'dagelijks dienst
baar' indachtig, opbeurende woorden tegen eenieder
die ze wil horen. Zijn vertrouwen in de komst van een
nieuwe katholieke kerk voor een nieuwe samenleving
blijft, vaak tegen beter weten in, hardnekkig.
Fanmail
Vertrouwen
ZATERDAG!O
27 OKTOBER 19901
Knecht
Maatregel
Op de mat
Bitter
Waardeloos
Wereldvreemd
A88
is helaas onmogelijk, maa
aanbiedingen vindt U b
ons doorlopend. Adam'
Thorn 04756-1324.
ier uw hond gehoorzaamheid
trainingsschool
nt. Voor alle honden en alle
(verdekte accommodatie van
46 na 13.00 uur.
T.K. Cairn Terriërpups, u
uitmuntende ouders, n
stamb., ontw. en ing.
van de N.C.T.C., g'ee
handelaren, tel. 0161«
5261.
T.K. Personata's en Rosei
collis, tel. 01652-18353
D. herderpups uit keurfok
ouders HD-vrij, stamb
ing./ontw. 01676-2670.
LABRADORPUPS, ing. er
ontw., met stamb., blond
Tel. 04241-1348.
JACK Russel-pups, met af.
st.bewijs, ing. en ontw., 2-
en 3-kl., kortbenig. 64241
1348.
ve-
Jjit-
Fie,
of
Ikn.
j de
|n 't
de
]IPV
682-
TE KOOP wegens omstan
digheden: 1 bastaard pup
6 mnd. ingeënt, 1 bastaard
hond gester. 1 'A> jr. oud
Veel aadacht nodia
01147-1245.
T.K. Perz. kittens met
stamb., div. kleuren, tel
04257-8615 of 8328.
Jonge
met stamboom en inen-
ting. Tel. 04110-1313.
ROTTWEILERPUPS met
stamboom, ingeënt, ontw.,
schriftelijke garantie, tel.
01652-16803.
PRACHTIGE Golden Re-
trieverpups, met stam
boom en garantie, 8 we
ken oud, ouders HD-vrij,
Tel. 04998-72816.
T.K. Tervuerense herder
pups met stamboom. Lief
en aanhankelijk. Inl
01653-6015.
ie stacar. Met en zonder jaar-
alets. Financiering mogelijk. Ei-
3ezoek ons show-terrein:
Lillen
en
Ib.v.
ioor
450
ioor
991
in 't
lilen.
cca-
ge-
pelle
i v.a.
elle/
lp.m.
1991 Nü bij uw dealer.
•\Wv
echte sex voor echte kerels! Ze
weet niet van ophouden! 50 c.p.m.
Ivoor
man
pnige
top
Voor
han-
pt u
d en
f het
BOX.
op
min.
rzon
rouw
met
rouw
27.78
ellers
euwe
ir met
op
BOX
is en
ot die
villen
min.
De Sex-afspreekband
met de heetste meisjes
06-320.320.36
de beste
Meer dan 100 meisjes
zoeken mannen voor
sexcontact
06-320.320.55
Bel buurvrouw Chantal
voor ordinaire live sex
06-320.326.01
Zoek je een hete
vrouw Bel dan de
Tippelbox
06-320.326.66
Natasja doet het met
3 mannen, lekkere
keukensex
06-320-327-77
Stiekum meegenieten
met 2 jonge meisjes in
de sauna
06-320.328.88
Zoek jij een vriendin 7
Bel dan de Flirtbox
06-320.330.01
Sexafspraakjes via de
computer, direct
reactie
06-320.330.79
MARCHA 50 cpm 06-
In het
gaat het er wel heel erg heet
aan toe! (50 c.p.m.)
O-SEXLIJNEN
reet apart 06-320.322.74
sexafspraakjes06-320.330.18
'riendjes06-320.330.88
er, de nieuwste rage 06-320.330.95_
DoorMIchlel Willems
Eigenlijk had hij nooit bisschop moeten
worden.
Pastoor, daarvoor was hij in de wieg ge
legd.
Een wereldpastoor!
De trots van het bisdom en het Vaticaan.
Hij lacht zijn bescheiden glimlach: „Ja
pastoor, dat was iets voor mij geweest".
Peinst en vraagt: „Ben ik eigenlijk wel
bisschop geweest?"
De glimlach is plotseling verdwenen:
„Het begon al piet dat gedoe van die
ring kussen. Afschuwelijk vond ik dat.
Misschien dat mensen dachten 'goh, dat
heeft wel wat'. Maar als je het moet on
dergaan is dat geen genoegen. Maar het
moest allemaal. En dat afstandelijk pra
ten met mensen. Dat moest ook. Zó
moest een bisschop zijn. Dus ook Jan
Bluyssen".
Zijn werkkamer in het nonnenklooster
Mariënburg, waar hij sinds zijn vertrek
uit het bisschoppelijk paleis woont, is
eigenlijk veel te groot voor iemand die
hecht aan geborgenheid.
Af en toe ziet hij er grauw en ziek uit.
Kwetsbaar vooral.
Zijn dagen beginnen steevast om klokke
acht uur met een H. Mis voor de zusters
in de kloosterkapel. Daarna moet altijd
een stapel post, vooral fanmail, worden
behandeld. Hij beantwoordt de brieven
vaak per telefoon, „want dat bespaart
veel tijd". Onder het eten kijkt hij naar
de televisie („ik ben toch alleen") en het
grootste deel van de middag wordt
noodgedwongen - de monseigneur is
hartpatiënt - rustend doorgebracht („an
ders houd ik het niet vol") om daarna
soms weer vele uren aan de telefoon te
hangen. Soms is er een lezing, een verga
dering of een kaartavondje met 'goede
vriend' Edward Schillebeeckx.
Zelden wordt deze dagelijkse routine
doorbroken, hooguit door een bedevaart.
Vöor interviews, persgesprekken, ver
wijst hij de journalisten altijd naar de
'baas', zijn opvolger en residerend bis
schop Ter Schure. Niet dat hij niets te
zeggen heeft, integendeel zelfs. Jan
Bluyssen volgt de ontwikkelingen in zijn
bisdom en de Kerk op de voet en zijn
opvattingen klinken velen nog altijd als
muziek in de oren.
Maar Jan Bluyssen is van nature schuw
en schuchter, een gesloten en beschou
wend mens die bij voorkeur in kleine
kring op zoek gaat naar de antwoorden
op de grote vragen. Situaties waar hij
geen raad mee weet, houdt hij af. En in
interviews, zo weet hij maar al te goed,
komen vroeg of laat toch die voor de
hand liggende, maar zo moeilijke vra
gen waar hij dan weer heel onhandig met
een grote boog omheen wil.
Hij grijpt de armleuningen van zijn fau
teuil: „U moet me niet vragen wat ik van
Ter Schure vind. Het is niet aan mij om
daar iets over te zeggen. Dat zou onge
past zijn en het zou me niet in dank wor
den afgenomen. Het is trouwens veel te
makkelijk om kritiek op je opvolger te
hebben".
Dan bedenkt hij zich en zekerder van
zijn zaak zegt hij: „Vraag maar aan Ter
Schure wat hij van zichzelf vindt en of
hij het vertrouwen van de mensen heeft.
Hij zal bijna zeker zeggen: 'Ik ben er nog
lang niet'. Welnu, daar ben ik het dan
van harte mee eens! Het is voor hem ver
schrikkelijk moeilijk. Ik beklaag hem
'ook".
Toen Jan Bluyssen in 1984 onverwacht
terugtrad als bisschop van Den Bosch,
viel hij in een diep gat. „Ik was ziek, het
lukte niet meer. Ik had het gevoel dat al
les me ontglipte. Ik bokste tegen een
overmacht".
Het bisdom had van begin af aan alle
hoop op de jonge, toen nog maar veertig
jaar oude bisschop gevestigd. Jan Bluys
sen zou, ondanks de extra handicap in
de voetsporen van zijn rumoerige, popu
listische voorganger Bekkers te moeten
treden, als grote vernieuwer de Kerk
nieuw elan geven. Te beginnen in zijn
bisdom en wie weet wat er voor hem nog
in het verschiet lag. Jan Bluyssen was in
„Wat er rtu in de Kerk gebeurt, Is voorbijgaand. Daar ben ik absoluut van
overtuigd".
„Ben Ik eigenlijk wel bisschop geweest?"
- FOTO'S DO VISSER
'Wat schiet ik op met
negatieve emoties?'
veler ogen een absoluut talent, de ge
doodverfde opvolger van kardinaal Al-
frink.
„Die bisschopsbenoeming viel ook voor
mij als een bom. Ik ambieerde die func
tie absoluut niet, maar zag het' wel als
iets wat onherroepelijk was, waar ik niet
omheen kon. Toen ik nog hulpbisschop
was, noemden ze me 'bekkersknecht'.
Ha, ha, ach, een bijnaam, maar het zei
wel wat over hoe tegen me werd aange
keken. En toch moest ik hem opvolgen.
En ik had wel degelijk een toekomstide-
aal. Ik dacht aan een vernieuwing en ver
dieping van de geloofsvisie opdat de ka
tholieken het weer zouden zien. Veel ge
lovigen voelden zich toen al in de kou
gezet. Ze zagen in de Kerk weinig raak
punten met de echte wereld".
En zo kreeg de 'pastoor' tegen wil en
dank het purper omgehangen.
„Ik ben van begin af aan op een voet
stuk geplaatst. Dat was echt niet mooi
meer!" weet hij nog.
Inmiddels door ervaring wijzer, zegt hij
nu: „Populariteit is gevaarlijk, hoor! Je
bedriegt jezelf, want natuurlijk moet je
als bisschop vervelende beslissingen dur
ven nemen. Gelukkig had ik hei vertrou
wen van de mensen, maar vaak heb ik
gedacht 'ben ik hier nou wei geschikt
voor?'
Hij is nooit de bisschop geworden die
Rome voor ogen had, de prelaat die het
gezaghebbende woord sprak dat het Va
ticaan zo graag wilde horen. Eén keer
heeft hij een impopulaire maatregel ge
nomen door een kerk in Eindhoven te
sluiten. Het zit hem nu nog dwars. „Vre
selijk was dat".
In de achttien jaar als bisschop van Den
Bosch heeft Bluyssen, daarover is ieder
een het eens, zijn ambt en daarmee de
Kerk een stuk dichter bij de mensen ge
bracht. De zware wierookgeur die Bek
kers achterliet, trok op, de traditionele
staatsie verdween naar de achtergrond.
De jonge bisschop liet priesters en leken
veel ruimte want hij wilde zeker niet al
leen verantwoordelijk zijn voor, zoals hij
het noemde 'het eigentijds gestalte geven
van geloof en geloofsbeleving'.
De katechese werd aangepast, een leger
aan pastoraal werkers kreeg de vrije
hand, maar in Rome zakte de populari
teit van bisschop Bluyssen naar een
dieptepunt. Daar werd zijn nieuwe aan
pak gezien als louter zwakheid, bestuur
lijke onmacht en gevaarlijk modernisme.
Geïrriteerd: „Ik progressief? Ach, dat is
een poütiek woord dat ik nooit gebruik.
Als met dat progressief wordt bedoeld
'meegroeien' en 'vernieuwen' dan ben ik
het daar mee eens. Maar het betekent
niet dat alles op z'n kop moet worden
gezet. Het moet een teken van de tijd
zijn. Ook de Kerk moet niet voortdurend
herhalen wat er in de afgelopen eeuwen
is geleerd".
Talloze malen is de bisschop van Den
Bosch, op aandrang van conservatieve
verklikkers op de Roomse mat geroepen
en even zo vaak werd hij zonder pardon
teruggefloten.
Al in 1968 constateerde Bluyssen dat
'het Vaticaan niet voldoende begrijpt
wat er hier aan de hand is', en ook nu is
zijn oordeel over de machtige curiekardi
nalen nog altijd vernietigend mild: „Ach
Ratzinger, ik ken hem een beetje. Hij
heeft een functie waardoor de buitenwe
reld het beeld krijgt van de starre, on
wrikbare persoon. Maar hij is wél de be
waker van de geloofsschat. Dat is nu
eenmaal zijn functie. Maar zeker, ik heb
kritiek op hem!"
Zo spontaan als hij op de naam Ratzin
ger reageert, zo moeizaam komt zijn ant
woord op de vraag of die paus nou
eigenlijk wel een goeie vent is. Minuten
lang draait hij er omheen om dan uitein
delijk te verzuchten: „Ze zeggen dat hij
tegen de tendens is. Zijn opvattingen
over de priesteropleidingen staan haaks
op de ontwikkelingen. Ik zou het zo in
elk geval niet doen. En ik zou het zo ook
niet zeggen. Maar de eerste indruk die ik
van hem had, was heel goed. Ook hij
maakt altijd een afwijzend gebaar als je
z'n ring wil kussen".
Zelden is Jan Bluyssen erin geslaagd om
Rome te overtuigen van zijn goede be
doelingen. Niet alleen omdat hij niet de
goed ingevoerde, misschien zelfs door
trapte bisschop was die zich tijdens de
bisschoppenconferenties kon weren, ook
omdat de conservatieven - Gijsen voor
op- bij de monsignori in Rome veel
meer gehoor kregen.
„Ik heb veel en vaak nagedacht over
waar de fouten zaten", zegt hij tot drie
keer toe, om vervolgens nog maar eens te
concluderen „het was teleurstellend, ja".
Zeker, hij was geen bestuurder, niet het
doortastend leiderstype en zeker niet
sluw genoeg om het Vaticaanse diploma
tieke spel mee te spelen. „Vandaar dat ik
me afvraag of ik eigenlijk wel een bis
schop ben geweest".
Hij grijpt naar z'n boordje en zegt boos:
„Bitter? Ik? Ach, wat schiet ik op met
die negatieve emoties. Maar ook ik heb
me afgereageerd en dat doe ik nog
steeds! Met wandelen of fietsen. En af en
toe gooi ik een deur flink in het slot.
Niets menselijks is mij vreemd. Maar
voor mij is het nu veel belangrijker om
me staande te houden".
Plotseling zwijgt de bisschop. Hij staat
op, vraagt 'koffie?', gaat rond met de
koekjes en mompelt: „Ik heb in de put
gezeten, hoor.
Alleen de ingewijden die de bisschop van
nabij hebben meegemaakt, hebben weet
gehad van de tragiek die achter dat
vriendelijke gezicht, achter die mystieke
facade schuilging. De zusters die nu da
gelijks met hem optrekken hebben de in
druk dat hij eenzaam is, „terwijl het toch
zo'n verschrikkelijk goed mens is". Des
ondanks is hij meestal opgewekt, heeft
een positieve uitstraling die weinigen
ontgaat.
„Als ik hier in de stad op straat wandel,
word ik heel vaak aangesproken door
wildvreemden die me het gevoel geven
dat mijn werk niet waardeloos is", ver
telt hij. „Veel mensen voelen zich op een
of andere manier met me verbonden en
dat doet me goed. In een paar minuten
vertellen ze hun hele hebben ën houden
en dan krijg ik weer dat gevoel dat er
tussen gelovigen en hun Kerk een
enorme afstand zit. Ze vertellen me dat
hun kinderen al helemaal niets meer in
die kerk zien.
Wat ik dan zeg? Ik beur ze op en zeg dat
alles op z'n pootjes terecht komt. Ik
breek niets af'.
Toch geeft hij toe dat ook die wild
vreemde mensen tijdens die korte straat-
gesprekken van hun bisschop meer wil
len horen dan dat het allemaal wel weer
goed komt.
„Maar wat kan ik nog?", reageert hij.
„Ik kan niet al dat leed met me mee tor
sen. Dan ga ik er onderdoor. In het be
gin dacht ik inderdaad 'was ik nog maar
dé bisschop, dan kon ik iets doen, iets
zeggen'. Toch schrik ik ervan dat ik nog
autoriteit heb. Ach nee, dat is geen
macht. Zo'n woord kan verkeerd ver
staan worden. Het is gezag".
Misschien dat voor de buitenwereld hier
het beeld wordt geschetst van een oud
bisschop die, moe en der dagen zat, in
dat gigantische klooster teleurgesteld en
wereldvreemd zit te wezen. Niets is min
der waar.
Hij zegt: „Ik hou alles bij en krijg veel
op mijn bureau. Ik ben verschrikkelijk
nieuwsgierig. En als ik iets wil weten,
dan heb ik zo m'n weggetjes. Nee, met
Ter Schure heb ik nauwelijks contact. Ik
bel hem in elk geval niet. Hij mij soms.
Ik heb meer contact met andere bis
schoppen".
En dan zijn er natuurlijk nog die be
ruchte kaartavondjes met Edward Schil
lebeeckx, de progressieve Nijmeegse
hoogleraar theologie die, evenals Jan
Bluyssen, herhaaldelijk in Rome ter ver
antwoording wordt geroepen.
Bluyssen: „Tijdens het Tweede Vati
caanse Concilie zijn we met dat kaarten
begonnen. Het is een heel raar spelletje,
zelf verzonnen".
Op die avonden verheugt de oud-bis
schop zich mateloos, zegt hij.
„Ik reis naar Nijmegen, mijn prachtige
geboortestad, en de eerste twee uur gaan
Edward en ik de Kerk hervormen. Ha,
ha!" Voor de eerste keer lacht hij onbe
daarlijk.
„En dan gaan we eten en daarna kaar
ten. Heerlijk! Toen Edward nog regel
matig naar Rome moest om weer eens
tekst en uitleg te geven, hadden we
prachtige gesprekken. 'En Edward, heb
ben ze je weer flink te pakken gehad?',
vroeg ik dan".
Als aan het eind van de ochtend zijn
eten wordt binnen gebracht, zegt hij:
„Wat een luxe, hè. Tja, dat is het voor
deel als je bisschop in ruste bent".
Op weg naar buiten lijkt hij zichzelf erop
te betrappen dat hij het nauwelijks over
God en Christus heeft gehad. „Je moet
er tegenwoordig moeite voor doen om
naar de kerk te gaan. Het is een tijdspro
bleem. Mensen hebben het veel te druk
en daar genieten ze van. Maar wat er nu
in de Kerk gebeurt, is voorbijgaand.
Daar ben ik absoluut van overtuigd. De
zoektocht naar religie en spiritualiteit
neemt toe, maar ik ga er niet vanuit dat
ze God vreselijk missen. Wat heeft Hij te
bieden?"
Hij pauzeert alsof hij op een antwoord
wacht.
„Rust", zegt hij dan beslist.
„Voor mij absoluut. Rust".