L DE STEM nical 1 O E 'Ik ken maar een pijn: zielepijn' Mulisch moet zijn talent niet verspillen I a D, *er flMERLIEDEN TIMMERLIEDEN Corruptie in België volgens Hugo Claus-kloon Van Rossem SERA ANSTADT GAAT TERUG NAAR POOLSE WORTELS HETBEGIN (8) Guus Houtzagers weemoed Frans Pointl in Oosterhout Aan alle lawaaierige buren BOUW b.v. BOUW b.v. ergelijkbaar niveau g- drijfspsychologie b.v., schrijf of bel ons Antisemitisme Onleesbaar ZATERDAG 27 OKTOBER 1990 A63 ze lenbergen, (911 delsfirma die zich richt op spassing vinden in 's Gravenmoer, omgeving he markt. Afnemers zijn titioningtoeleveranciers. eer Zwitserland (Trafag), spitst haar activiteiten heel i 10% van de markt, wij contact met een zou u met name aan kunnen ien u zich thuis voelt in een waar u regelmatig op u zelf bent c.q. u prijs stelt op eigen initiatief en onderne- an uw flexibiliteit en loyaliteit e eisen gesteld. Leeftijdsindi- jaar. (m/v) belangstelling heeft, enodigd uw schriftelijke sollici- ;urriculum vitae binnen twee verschijning met curriculum iten aan de heer drs. A. Kar- ilTP, Wilhelminapark 25, 5041 bij wie u desgewenst nadere aint verkrijgen (telefoon 013- ien psychologisch onderzoek tmaken van de selectieproce- terdam, Breda, Groningen, egen, Rotterdam, Tilburg, Zeist. - Telefoon 076-8103 54 - Telefax 076-71 i eteringen ot bouwbedrijf, achten voor partikulieren, /ragen wij op korte termijn: ZH Teteringen. nelden tijdens kantooruren, 54. Jean Pierre Van Rossem. foto gerrit op de beeck Door Gerard van den Broek IN de roman 'Staat in staat van ontbinding' geeft Jean Pierre Van Rossem zijn persoonlijke kijk op de monde de la haute fi nance, de wereld van het grote geld, die volgens hem beang stigt door haar macht, door haar intriges, corruptie en het ont stellende gemak waarmee er over lijken gegaan wordt. Vanuit deze wereld lopen allerlei lijntjes naar de politiek, het gerecht, het leger en de inlichtingendiensten. Ministers zijn de loopjongens van deze keiharde bankiers en Justitie heeft geen greep op ze omdat zij het gerecht altijd enkele stappen vóór zijn. Het is in deze wereld dat de anarchistische rijkaard Jeanlou Rogge vertoeft. Rogge is de feitelijke hoofdpersoon in de roman van Van Rossem, al wordt zijn verhaal vertelt via de sullige Roger Rozeboom, een oversekste tramconducteur tweede klas die zich jarenlang Rogge's 'luitenant' mocht noemen. Rogge zelf is dan al dood. Hij wist teveel van het wereldje van het grote geld en vooral van de moord op 'Deutsche Bank'-direc- teur Andreas Buback, die door de Rote Armee Fraktion werd neergeschoten. Deze moord blijkt in Van Rossems boek gedirigeerd te zijn vanuit de 'monde de la haute finance', met als enige bedoeling de eigen aandeelhouderspositie te verstevigen. Na deze moord worden nog ettelijke andere mensen uit de weg geruimd omdat ze lastige getuigen zijn, waaronder vijf of zes Belgen die tij dens een supermarkt-bezoek worden gedood. De moordenaars, leden van de Belgische staatsveiligheid, schieten bij die gele genheid ook meteen enkele bij hun dienst verdacht staande mensen dood, alsmede wat vrouwen en kinderen om de politie op het verkeerde been te zetten. Op zichzelf is deze kijk op de RAF- en Bende van Nij vel-moor- den best interessant en zelfs niet eens zo onwaarschijnlijk. De mogelijkheid dat de Belgische supermarkt-moorden dienden om een gerichte afrekening te maskeren is al eens eerder geop perd door verschillende onderzoekers. Storend is echter de vorm waarin Van Rossem zijn boodschap heeft gestopt: een verwarrend mengsel van toneel en roman. Hij probeert bovendien al te doorzichtig zijn grote idool Hugo Claus naar de kroon te steken. De gave van Claus om in perfect passende sfeerbeelden het le ven van alledag, het kroegleven en de frustraties en gevoelens van zijn hoofdpersonen te beschrijven en hen aldus boven het verhaal uit te tillen, is bij zijn fan Jean Pierre Van Rossem verre van aanwezig. Van Rossem beschrijft weliswaar uiterst gedetailleerd het (ge frustreerde) seksleven van zijn creatie Roger Rozeboom en diens wederwaardigheden in de kroeg, maar die sfeerschetsen werken door de zeurende toon eerder op de zenuwen dan dat ze figuur Rozeboom karakter geven. Bovendien wordt juist Rogge waar alles om draait (als je tenminste de flap moet geloven) amper beschreven. Het Clausje-nadoen wordt al duidelijk'in de inleiding van 'Staat in staat... enz'. Onder de I schuilnaam Aime Lemalaime treedt J.P. hier immers naar voren als criticus van zijn eigen boek (en hij vindt het geweldig). „Omdat geen an der dat zou kunnen", was het droge commentaar van de auteur, toen hem bij de pre sentatie van het boek naar het waarom van deze zelfbe vrediging werd gevraagd. Van Rossem verwijst bij zijn beschrijving van de persona ges voortdurend naar 'soort gelijke' personages in diverse boeken van Hugo Claus. Hiermee geeft hij dus toe bot weg van Claus gejat te heb ben, in plaats van diens werk te overtreffen. Daarbij komen de voortdurende verwijzin gen- ook naar andere schrij vers, zoals Konrad, Camus of Beckett - behoorlijk onsym pathiek over en lijken vooral te duiden op literair machis- me. In de jaren dertig kwam Sera Anstadt als jong meisje met haar ouders uit Polen naar Nederland. Ze woonden in buurten met oost-joodse emigranten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wer den haar ouders opgepakt en kwamen niet meer terug. Sera be landde in handen van de beruchte verraadster Ans van Dijk, maar ze wist uit de transporttrein te ontsnappen. Ze overleefde de hongerwinter. Als schrijfster werd Sera Anstadt bekend door haar debuut 'Al mijn vrienden zijn gek' (1983). Hierin geeft ze een emotioneel overzicht van de ontwikkelingen van haar schizofrene zoon. In 'Een eigen plek' (1984) beschrijft ze haar opgejaagde jeugd. Na de romans 'Je bent maar een mens' (1986) en 'Een zachtmoedig mens' (1988) verschijnt nu bij uitgeverij Bzztöh in de eerste week van november het omvangrijke boek 'De weg'. Sera An stadt gaat hierin terug naar wortels in Galicië. Ze beschrijft de geschiedenis van een aantal Poolse joden. Door Johan Diepstraten „Als je wat ouder wordt, ga je terug naar je oorsprong, naar je herinnering. Ik had de behoefte om te vertellen over de diaspora, over de verstrooiing van de joden. Emigreren is zo ongeveer het ergste wat je kan over komen. Het is afschuwelijk. Ik zou bijna iemand aanra den om liever droog brood te eten en thuis in zijn eigen land te blijven dan weg te gaan. Ik ben in 1930 naar Nederland gekomen, ik was zeven. We hadden geen geld, er was nau welijks te eten. Mijn moeder zei dan altijd op een heel vrolijke manier: wat zullen we nemen: hagelslag of appelstroop? Zo wist ze er nog een beetje feest van te maken. We hadden echt helemaal niets. Maar ook al waren we verschrikkelijk arm, ik voelde me toch geborgen. Dat is heel wonderlijk. Ik was alleen al blij dat we elkaar hadden. Voor mij was het puur 'samenzijn met mijn ouders al iets geweldigs." Je beschrijft uitgebreid in 'De weg' de gelukkige jeugd van je twee vrouwelijke hoofdper sonen Sabina en Fanja. Sera Anstadt: „Ik heb het boek stap voor stap opgebouwd. Ik begin altijd bij het jonge kind en volg de mens tot hij hele maal oud is. Sabina en haar zusje leefden in prettige om standigheden. Het boek begint rond 1890. Omdat het een histo rische roman is, had ik een houvast nodig. Dat zijn de ver halen van mijn ouders. Eind vorige eeuw: keizer Frans Jo seph. Hij was goed voor de jo den. Die ontzettende jodenver volgingen waren niet in Polen, maar in het oosten, in Rusland èn in Duitsland. Ik ben opge groeid in Oostenrijks Polen. Mijn grootvader was een fel aanhanger van de keizer. Mijn ouders hebben nog een tijd in Wenen gewoond. Ze spraken Duits en Pools. Toen was het leven goed en fijn." Dat verandert vrij snel. De eer ste liefdesverhoudingen van Sabina en Fanja met Izjoe en Slomek ontwikkelen zich tegen de achtergrond van de Eerste Wereldoorlog en de opkomst van het antisemitisme. Sabina heeft een heimelijke verhou ding met Izjoe. Als Izjoe na vele jaren thuis opbiecht dat hij omgaat met een meisje uit een lagere klasse, wordt hij het huis uitgeschopt. Hij vlucht in wanhoop naar Wenen, wordt opgevangen door een hoer en loopt syfilis op. Iz joe is daarmee getekend. Hij zoekt zijn heil in het commu nisme, vertrekt zelfs naar Rus land, maar krijgt te maken met de zuiveringen van Stalin. Met Fanja loopt het eveneens treu rig af. Ze sterft aan tb. Sabina is eenzaam zonder haar Izjoe. Slomek is zonder Fanja en heeft ook verder niemand. Ze vinden steun bij elkaar. 'De weg' is een opeenhoping van dramatische gebeurtenis sen die zeer emotioneel zijn beschreven. Hoe zit je achter je computer? Sera Anstadt: „Tijdens het schrijven van 'Al mijn vrien den zijn gek' over mijn schizof rene zoon werden mijn emoties vaak zo hevig dat ik naar de wc rende om over te geven. Bij 'De weg' kreeg ik vaak kippevel, dan voelde ik de haren prikken op mijn hoofd. Dat is dan het ogenblik dat ik me heel diep bij de stof betrokken voelde. Ik maak figuren, Sabina, Fanja en al die anderen en ik kruip steeds verder bij hen naar bin nen. Tot ik hun meest essentiël gevoels heb bereikt. Als schrijfster ben ik helemaal al leen, achter mijn computer. Ik voel dan een grote concentratie. Die moet ik zien vast te hou den. Het is het meest dankbare moment dat er bestaat. Ik schrijf dan heel snel, met veel fouten. Later corrigeer ik die wel. atuurlijk is het een emotioneel boek. Sabina is een beetje be deesd meisje dat haar grote liefde verliest. Het wonderlijke is dat ze haar hele leven heeft gehouden van één man. Izjoe, met wie ze nooit een seksuele relatie heeft gehad. Misschien is dat de reden van haar fanta sieën. In een liefde die ergens blijft haken, kun je allerlei projecties brengen. Ze krijgt vriendschap met Slomek, 'de weduwnaar' van haar zusje, en uiteindelijk wordt dat' een hu welijk." In hoeverre is de roman ver zonnen? Sera Anstadt: „Sabina, Fanja, Izjoe en Slomek bestaan als mensen, maar in 'De weg' zijn het heel andere figuren gewor den. De geschiedenis van een bepaalde groep heb ik gevolgd, maar uiteindelijk zijn het die mensen niet, maar romanper sonages. Sabina zou mijn moe- Sera Anstadt: „Ik ben niet nadrukkelijk met literatuur be zig, maar met gevoelens." - foto hans vermeulen der z:ijn, maar ze is een heel an der type geworden. Een heel andere vrouw met andere bele venissen. Misschien ben ik Iz joe een beetje. Ik geloofde ook in het communisme. Izjoe ge looft in het goede. Mensen zoals hij zijn helemaal kapotge maakt. Dat proces boeit me, stap voor stap is hij gewurgd. Als je praktisch bent, ben je minder kwetsbaar. Maar hij geloofde ergens in. In werke lijkheid komt mijn moeder uit een gezin van elf kinderen. Ne gen van hen zijn aan tb gestor ven. Fanja is een van die kin deren. Iedereen stierf toender- tijd aan tb. Dat was schrijnend. Izjoe overleeft maar net de sy filis;. Die ziekten, tb en syfilis aan. het begin van deze eeuw, zijn te vergelijken met de kan ker en aids van tegenwoordig." Het hoofdthema in je romans is die eenmzaamheid. Sera Anstadt: „Na de oorlog was ik helemaal alleen. Als ik er nu aan denk, krijg ik er nog kippevel van. Ook Basja, de dochter van Sabina en Slomek heeft aan het einde van de ro man niemand meer. Ze staat absoluut alleen. Het 'niemand' is zo'n gek ding. Zonder groot ouders, tantes, ooms, vaders en moeders, vrienden, het alleen zijn komt altijd weer terug in mijn boeken. Die verschrikking van vroeger voel ik nog steeds. Ik ken maar een pijn: zielepijn. De oorlog is vij ftig j aar voorbij Het is een verschrikkelijk ge voel om de eenzaamheid te kennen van al die jonge men sen die net na de oorlog nie mand meer hadden." 'De weg' is een roman met veel gebeurtenissen, veel drama en intrigerende ontwikkelingen. Ben je bewust literatuur aan het maken, wat dat begrip ook precies mag inhouden? Sera Anstadt: „Nee hoor. 'Al mijn vrienden zijn gek' wordt op verschillende niveaus gele zen. Er zijn mensen die gek zijn op gek, of die iets spannends willen lezen, of mensen die iets willen weten over psychiatrie, en nu is het boek zelfs ver plichte studiestof voor mede werkers in de psychiatrische hulpverlening. Met 'De weg' is eigenlijk het zelfde aan de hand. Je kunt het lezen als een spannende roman. Maar ook als je je interesseert voor de lotgevallen van het jo-- dendom. Of als geschiedenis boek voor de twee wereldoorlo gen. Ik ben nooit nadrukkelijk met literatuur bezig, maar met het beschrijven van gevoelens. Met zo weinig mogelijk franje. Ik heb veel boeken over de oor log gelezen. Je weet hoe die zijn. Net als films. Je ziet een hele stapel lijken. Hoe triest het, ook is, die beelden doen je niks. Maar in mijn boeken lees je over een mens die naar het prikkeldraad loopt. Wat voelt hij? Wat denkt hij? Als je dat onder woorden brengt, ben je bij de kern van de mens. 'De weg' is niet wat je noemt een opwekkende roman. Sera Anstadt: ,,Ja, maar er is toch ook niks anders. Mijn kleinzoon zei onlangs: maar oma is toch niet zo treurig. Nee, ik lach. Maar wat is er leuk? Een nieuwe cd, een mooi boek, een avond in de schouwburg. Ik vind het fijn om achter mijn computer te zitten en er niet aan te denken dat aan het le ven niet zoveel aan is. Je wordt een keer verliefd, je eerste kind, maar het leven op zich zelf? Ik kan me nergens aan vasthouden wat echt leuk is. Blij ben ik om kleine, vergan kelijke dingen." Voor wie toch meer wil weten van de Bende van Nijvel zijn er echter betere boeken op de markt dan de 'Staat in staat...etc.'. Jean Pierre Van Rossem: 'Staat '1 staat van ontbinding' Uitg. Hou- tekiet, prijs J 34,50. Door Hans Rooseboom Er is iets dubbels aan Harry Mu lisch. Hij schrijft romans die een groot talent voor dat genre verra den: lees Het stenen bruidsbed, Twee vrouwen, De aanslag. Voortreffelijke boeken zijn dat, lees baar en duidelijk, dus ook goed te ver filmen, en een breed publiek weet deze boeken te waarderen. Harry Mulisch is dus een geslaagd romanschrijver, en behoort als zoda nig al dertig jaar tot de top van de Ne derlandse literatuur. Ook als auteur van fascinerende documentaires als De zaak 40/61 en De toekomst van gisteren wordt hij door vrijwel nie mand geëvenaard. Maar al zo lang als hij romans en verhalen schrijft, geeft Mulisch er blijk van dat hij zich niet wil vastleg gen op zijn bewezen literair vakman schap en kunstenaarschap. Het is hem niet genoeg om zijn bevindingen over leven, geschiedenis en kosmos vorm te geven in een 'verhaal'. Zijn pretenties reiken verder. Harry Mulisch wil graag laten zien dat hij niet van de straat is. Dat hij méér kan dan een leesbare roman schrijven, alsof dat niet een enorme prestatie is. Hij heeft de niet te over winnen neiging steeds te bewijzen dat hij een intellectueel van formaat is, die de hele filosofie, theologie, ge schiedenis en fysica in zijn zak heeft. Ja, behalve een geslaagd roman schrijver is hij vooral een weten schappelijk filosoof met een samen hangend wereldbeeld, vindt hij zelf. En hij stopt daar een hele hoop van zijn schrijversenergie in. Schreef hij niet een kolossaal boek dat maar liefst De compositie van de wereld behan delt? Mulisch' laatst verschenen boek, De zuilen van Hercules, trekt wat dat be treft weer alle registers open, en het is tien maal zo onleesbaar als zijn beste werk. In deze bundel met beschou wende redevoeringen die hij de laatste paar jaar her en der heeft gehouden gaat Mulisch weer eens op zoek naar de oplossing van het wereldraadsel. Het wereldraadsel is Mulisch' grote obsessie. Zijn leven lang al probeert hij het te ontraadselen. De wereld is voor de atheïst Mulisch een wereld vol verborgen betekenis, vol tekens, een kennelijke chaos met een voor de mens niet waarneembare orde, een duisternis waarin licht schijnt dat niet voor onze ogen is bestemd. Dus is Mulisch gebiologeerd door onbegrijpelijke tekensystemen, alche mistische teksten en Egyptische hiër- oglyphen. Want wie weet, ligt daar de ontcijfering van het wereldraadsel. Hij leest graag „over de grote ontcijfe- raars, zoals Michael Ventris, die het kretenzische Lineair B kraakte. Dan voel ik mij verbonden met iets on grijpbaars in mijzelf". (Het Lineair B bleek overigens - maar dit terzijde - een administratieve taal te zijn, waarin de paleisvoorraden graan, wijn en vlees werden geregistreerd, HR). Al filosoferend oreert Mulisch in De zuilen van Hercules over de 'spontane creatieve organisatie van chaotische, macro-systemen', hij spreekt in ter men als 'holistisch en indeterminis- tisch', over 'het obligate verzet uit de reductionistische hoek'. God is voor hem hooguit „een personage als de muzikaal-wiskundige Demiurg van de oude, pythagoriserende Plato". In zijn ijver komt Mulisch ook tot pla titudes als: „Het enigmatische nu, het enige dat werke:lijk bestaat, is het cen trum van het heden" en „De mens - de aardse zoon van de chaos". Maar het gaat nu even niet om de betekenis of de houdbaarheid van dergelijke verbale uitspattingen. Het punt is hier clat Harry Mulisch dit toch allemaal iniet nodig heeft. Hij is immers een begenadigd romanschrij ver, en wat wil je nog meer? Hij zegt het in De zuilen van Her cules ergens zelf: „Parmenides was een dichter die in een verhalend epos, compleet met galopperende paarden, zijn filosofische opvattingen ontvouw de". Mulisch moet dus meer Parmeni des worden. Zou het misschien zo zijn dat Mu lisch zijn filosofische thematiek (schepping, chaos, kosmos, ordening, mythologie) niet via een 'verhalend epos' duidelijk kan maken? Het on derwerp leent er zich misschien niet voor. Misschien laat het ontraadselen van het wereldraadsel zich niet van gen in de vorm van een roman of een verhaal. Zou kunnen. Je kunt ook zeggen: als het wereldraadsel niet geopenbaard of verklaard kan worden door het te illu streren aan een herkenbare 'condition humaine', door het uit te beelden door middel van normale menselijke situa ties (in een roman dus), dan bestaat dat raadsel waarschijnlijk niet. Elk probleem is immers terug te brengen tot een menselijk probleem, en kan dan dus aan de hand van een mense lijk exempel worden geïllustreerd? „Talent", zegt Mulisch in zijn boek, is „die irrationele eigenschap die het on mogelijke mogelijk maakt". Mulisch zegt het hier zelf: met talent, laat ons zeggen romantalent, kun je het onzeg bare zeggen, het onwaarschijnlijke waarschijnlijk maken, en het on noembare benoemen, op een voor iedereen begrijpelijke manier. Met een boek als De zuilen van Hercules lukt dat niet. Mulisch moet zijn romanta lent niet verspillen. Harry Mulisch: 'De zuilen van Hercules'. Uitg. De Bezige Bij Amsterdam. G2 Ik ben makelaar in koffi, en woon op de Lauriergracht No. 37. Het is myn gewoonte niet, romans te schryven, of zulke dingen, en het heeft dan ook lang geduurd, voor ik er toe overging een paar riem papier extra te bestellen, en het werk aan te vangen, dat gy, lieve lezer, zooeven in de hand hebt genomen, en dat ge lezen moet als ge makelaar in koffi zyt, of als ge wat anders zyt. ^9 Dit is het begin van een bekend boek. Welk boek was het ook weer? Een goede oplossing, die uiterlijk woensdag binnen is, kan een boekenbon opleveren van 25 gulden. Stuur een brief of briefkaart met de titel en de naam van de schrijver naar De Stem, Boekenredac- tie, Postbus 3229,4800 MB Breda. De oplossing van vo rige week is 'De avonden' van Gerard Reve. De boe kenbon gaat naar E. Jansen in Breda. De verhalen in de bundel 'Het glazen oog' van de in Breda woonachtige debutant Guus Houtzager (geboren 1955) worden gekenmerkt door een sterke weemoedigheid. Houtzagers verhalen bewegen zich vaak in het randgebied tus sen werkelijkheid, fantasie en droom. De hoofdpersonen zijn weinig doortastende figuren, die liever in hun verbeelding avonturen beleven dan in de werkelijkheid. Hun persoonlijke geluk laten ze af hangen van sterkere personen in hun omgeving. Onmacht, zwakheid en jaloezie zijn het gevolg, maar Houtzager geeft er wel poëtisch vorm aan. Amsterdam speelt in de verhalen een belangrijke rol, met name de studentenflat Kattenburg op de oostelijke eilanden. Zeer herkenbaar voor iedereen die het Amsterdamse studentenleven van enige tijd gele den kent, is Houtzagers beschrijving van studentenpastor Van Kilsdonk. „Schrijven is voor mij een intuïtief gebeuren", zegt de auteur. „Ik be denk een verhaal niet van te voren. Er woelt iets bij mij, een bepaald beeld of een bepaalde stem ming, en van daaruit begin ik. Ik zie dan al schrijvend of er iets in zit. Dan blijkt bijvoorbeeld of de hoofdpersoon een man of een vrouw is. Een personage doet zich aan mij voor, ik bedenk het niet". Het Glazen Oog is Guus Houzagers debuut als fictieschrijver. „Ik heb eerder een groot essay gepubliceerd over de schrijvers van '70, de generatie die vlak na de oorlog is geboren, ook wel de Academisten genoemd. Doeschka Meijsing, Frans Kellen- donk, Oek de Jong, Dirk Ayelt Kooiman. Hun manier van schrijven is niet mijn manier, maar ik heb als schrijver aan de analyse van hun werk wel veel gehad". Guus Houtzager woont sinds acht jaar in Breda. „Tot die tijd woonde ik de studentenflat Kattenburg in Amsterdam, die in mijn verhalen steeds terugkomt. Ik ontmoette een vrouw die in Breda woonde en er was eigenlijk niets dat mij aan Amster dam bond, dus daarom heb ik de overstap gemaakt". Guus Houtzager is neerlandicus, en verricht werkzaamheden voor uitgeverij De Geus in Breda, die het boek ook heeft uitge geven. Voor de bekende Bulkboeken verzorgt hij commentaren en aantekeningen. Guus Houtzager. Frans Pointl - fotoanp Renate Dorrestein - foto dijkstra De verrassende literaire debutant Frans Pointl praat woens dag 31 oktober over zijn werk in de openbare bibliotheek De Bussel in Oosterhout. De nu 57-jarige schrijver verbaasde iedereen met zijn verhalenbundel 'De kip die over de soep vloog' en leek af te stevenen op de AKO-prijs. Volgende maand verschijnt zijn volgende bundel, 'De aanraking'. Renate Dorrestein is op dinsdag 30 oktober de gast in café Hof van Holland in Roosendaal. Dorrestein is bekend als schrijfster van o.a. 'Noorderzon', 'Het perpetuum mobile van de liefde' en 'Voor alles een dame' en van columns in 'Opzij' en 'De Tijd'. Ze is een van de oprichtsters van de Anna Bijns Prijs. Ze wordt in Roosendaal aan de tand gevoeld door Ineke van Mourik, recensente, dichteres ('De Nieuwe Wilden') en werk zaam bij het blad 'Lust Gratie'. De avond wordt georgani seerd door Stichting Hof Literair. Door Muriel Boll Een nieuw prentenboek van Max Velthuijs is altijd weer een feest. Elke keer als ik zijn plaatjes zie, komt het woord 'mellow' vanzelf mijn hoofd binnenfladderen. Misschien omdat ik die plaatjes onbewust associeer met de al wat oudere auteur, maar zeker ook omdat zijn werk een mildheid uitstraalt en komt die niet met de jaren? In een gesprek zei hij me eens dat je mis schien wat ouder moet zijn om niet teveel overhoop te halen en om een verhaal terug te brengen tot die paar essenties die je in het leven nodig hebt. Vooral uit 'Klein Mannetje vindt het geluk' (Gouden Griffel 1986) en uit 'Kikker is verliefd' (Zilveren Griffel 1990) blijkt dat die essenties heel simpel zijn... Die boeken zijn kleinoodjes die ik elk kind cadeau zou willen doen. In 'Trompet voor Olifant' gaat het om een aards probleem als geluidsoverlast; Velthuijs heeft het boekje dan ook opgedragen aan 'alle buren waar ook ter wereld'. Krokodil is muzikant en speelt de godsganse dag op zijn viool. Olifant wordt er helemaal mesjokke van, maar zonder muziek kan Krokodil nu eenmaal niet leven. Olifant wordt ziek van de lawaaiterreur tot hij op het idee komt om te onderzoeken of er in hemzelf misschien een kunstenaar schuilt. Hij koopt een trompet en, ja hoor, hij blijkt talent te hbben. De twee buren musiceren tegen de klippen en elkaar op tot ze in opperste staat van kwaadheid verkeren. Ieder begint aan zijn kant van hun scheidsmuur te boren en te beuken tot de muur instort. Verbaasd ontdekken ze dat samen spelen nog leuker is en de muur wordt niet meer opgebouwd. Voorwaar, een sym bolisch prentenboek. Velthuijs maakt schilderijtjes die samen een soort strip vor men waarop hij voor het eerst geluidswolkjes met letters erin tekent om lawaai te symboliseren. De letters storen me niet, ik vraag me alleen af of Velthuijs geluid ook op een andere ma nier had kunnen verbeelden, maar dit terzijde. 'Trompet voor Olifant' heeft me niet ontroerd zoals ander Velthuijs-werk, het is wel een heerlijk boek. Max Velthuijs: Trompet voor Olifant'. Uitg. Leopold, prijs 21,90.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1990 | | pagina 39