PE STEM
1
fc §3^^* t M r§>?asSst A
VAN DE RAMP MET
DE EXXON VALDEZ
JE WEINIG, MAAR
SCHIJN BEDRIEGT
ZATERDAG
22 SEPTEMBER 1990
^.r^- - "'"V
%nnr.
nderhalf jaar geleden, uitgerekend
jP Goede Vrijdag, zorgde de lekgeslagen supertanker
xxon Valdez van de Exxon-maatschappij voor een gi-
antische olieramp in de schitterende Prince William
°und, een baai in de Amerikaanse staat Alaska. Ver-
aggever Henk Raijer was onlangs terug op de plek
"aar hij een jaar geleden de grote schoonmaak na de
"ilieuramp meemaakte. Zijn conclusie: het dierlijk le-
en in de baai lijkt weer teruggekeerd. Maar bedriegt
ok hier de schijn?
Vodden vuil
Schoonmaak
Kunstmest
Ontregeld
Verdéel en heers
Treurig
i
A8q1
D
•..-jTf--: - - - 1
1.7 fc.
*~r v.
- ■*'mm v .r
-Jg?1 '*CJ'Us ~"C*— 50 ,^w ■- - ""^V-
'"«•s
V"
&JZ, x- -< -X- - t
5* xa£ - 7 -**_ .x ""f -'"
~"ZS~ 7*' *•-■«—£-%W'X-'iw;^
v tfc,
-* 7T - -v iV-,
•7-** - -" >^-''
MbM» SMV w
j. .,-^i i w *JL
-~>s *5Z ^>«8^
Vissers aan de Prince William Sound: machteloze woede.
- FOTO'S GUNDASCHWANTJE
A
ft*'Henk Ralier
j}e' is toch eigenlijk ongelofelijk dat zij
ivoor dit werk hier per maand vijfdui-
M dollar betalen, nietwaar?". Bob
er duidelijk plezier in. Gerouti-
®rd stuurt hij zijn vliegmachine door
i ravijn. Voor ons duikt de Sargent-ijs-
te °P. de bron van de ontelbare gi-
usche gletschers die je overal kunt
,en 'n de altijd witte bergwereld van
™"ldwest-Alaska.
ee ''tapterpiloot is elke keer opnieuw
wanneer hij, zoals vandaag, aan
'ondvlucht boven de Prince William
M begint. Behoedzaam maakt hij
tussenlanding op het slechts enkele
Is ede rots-strand,
een enorme witblauw-glimmende
8 ugt een gletscher in het glasheldere
r van de Sound. Een volkomen stilte
?ns v°or een moment de adem in-
uden.
a°tsf''në rumoert het in de ingewanden
"et kilometerlange ijslichaam, dan
"ui als uit de loop van een geweer.
Een reusachtig brok maakt ?ich los en
dondert in het water: de gletscher 'kalft'.
Een verstoorde wittekop-adelaar laat
zijn buit los en vlucht met machtige sla
gen van zijn vleugels. Twee zeeotters die
zojuist nog .potsierlijk op hun rug in de
verrassend warme herfstzon lagen, zoe
ken snel het verre heenkomen.
Ook wij zijn gedwongen door de plotse
linge vloed, veroorzaakt door de tonnen-
zware last in het water, het strand hals
over kop te verlaten.
Alaska in het jaar 'erna'. De 'nieuwe'
Prince William Sound ligt er verlokkend
bij. In 1989 verklaarden velen dit water
dood. Uit de buik van de kapotte olie
tanker Exxon Valdez hadden 42 miljoen
liter ruwe olie de kusten en stranden van
de streek in donker zwart gehuld. Tien
duizenden vogels en zeedieren werden
als stinkende, draderige vodden vuil uit
het water getrokken.
Alaska anderhalf jaar later
Exxon rukte met man en macht en
groot materieel uit om de gevolgen van
de olleramp weg te poetsen.
Vandaag biedt de zeearm weer het beeld
dat normaal de mythe uitmaakt van de
noordelijkste bondsstaat van de Ver
enigde Staten: dat van de onberoerde
wildernis. Wat er vorig jaar juli nog uit
zag als het oorlogsslagveld voor een niet
bepaald klein leger van Exxon-huursol-
daten, üjkt in september 1990 weer op de
afgelegen verblijfplaats die vóór het olie
ongeluk was voorbehouden aan de die
renwereld. Lijkt.
Als daar niet de smerige, zwartblauw ge
kleurde waterplassen op het strand van
Sleepy Bay zouden zijn. Als elders niet
de matte glans zou liggen op stenen die
vorig jaar nog pikzwart waren. Ze lijken
met Vim te zijn geschuurd. Als daar niet
de herinnering zou zijn geweest aan de
van machteloze woede huilende vissers
van stadjes rond de baai. Anders zou je
inderdaad kunnen geloven dat alles
slechts een nachtmerrie was.
Wij zijn op rondvlucht met Karsten
Rodvick, media-manager van de Exxon-
maatschappij in Anchorage, het concern
dat alleen al vorig jaar twee miljard(!)
neertelde voor de grote schoonmaak van
de verontreinigde baai en de Golf van
Alaska.
„Sleepy Bay is onze probleemplek",
geeft Rodvick toe. Hij laat wat kiezel
steentjes door zijn vingers glijden en
veegt zijn met olie vervuilde handen af
aan zijn overal. „De winterstormen had
den hier vorig jaar niet hun gewoonlijke
kracht". Heeft Moeder Natuur, het su-
permiddel van de olieindustrie tegen zelf
veroorzaakte milieurampen, dus gefaald?
„Nee hoor, maar wij moeten haar een
steuntje in de rug geven", grijnst de ge
vatte Exxon-man.
Deze zomer zijn er in de baai geen oor
logsschepen en helikopters, geen hydrau
lische hijskranen, geen duizenden vis
sersboten. Ook ontbreken de ruim tien
duizend vrijwilligers die in 1989 met bor
stels en heet water de in leven gebleven
dieren uiteindelijk toch ombrachten.
Nee, de Exxon-reinigingsactie 1990 is
subtieler.
'Bioremediation' is het toverwoord. Op
Smith Island, slechts enkele helikopter-
minuten oostelijker, strooien twee vrou
wen en zes mannen onafgebroken kleine
gele korrels over de met olie besmeurde
stenen. Over de mogelijke gevaren van
de chemische kunstmest voor de voedsel
keten in het water zijn de wetenschap
pers en schoonmaaktechnocraten het
ook in september 1990 nog niet eens.
Maar het spul stimuleert in ieder geval
olievretende bacteriën om hun dagelijkse
voedselportie met factor drie te verho
gen.
Niet zonder trots keert Rodvick steen na
steen om en laat daaronder de kleine
wormen en slakken zien die daar weer
rondkruipen. „Met dit spul kunnen we
in de toekomst elke crisis aan. Overtuig
jullie zelf! Ziet het er hier uit als een
dode Sound?".
Het is moeilijk bewijsmateriaal te vinden
voor het tegendeel. Zes walvissen en een
school zeehonden stoeien in het water
tussen twee eilanden. Tienduizenden zil
verzalmen vechten onversaagd tegen de
stroom in de Snug Bay. Ze komen van
veraf om uitgerekend hier kuit te schie
ten. En zijn de dertig miljoen zalmen die
tot het einde van het seizoen alleen al in
de Prince William Sound gevangen wer
den, niet een absoluut record?
Nee, Amerika's laatste wildernis is niet
dood. Het lijkt alsof de oliemultinational
Exxon het even uit de band gesprongen
levenselixer van de geïndustrialiseerde
wereld weer onder controle heeft gekre
gen. Tot de volgende ramp? „Wij zijn te
genwoordig veel beter voorbereid op on
gelukken van dergelijke grootte", ver
klaart Rodvick. „In élk opzicht".
Woordvoerdster Ann Rothe van een na
tionale vereniging van natuurbescher
mers ziet dat natuurlijk heel anders: „De
olie-industrie heeft het er altijd maar
over hoe zij zelf-veroorzaakte rampen
moet oplossen. Zij zou zich meer moeten
bezighouden met het voorkómen van
rampen".
Ann Rothe behoort tot de milieuactivis
ten. En die hebben het sinds kort niet ge
makkelijk in de Verenigde Staten. On
langs zag de geëngageerde biologe zich
plotseling gedwongen in de rol van na
tionale zondebok tijdens een televisiedis
cussie met olie-industriëlen. Het ging
weer een keer - zoals zo vaak sinds de
milieu-Holocaust in de Prince William
Sound - om de sluimerende oliereserves
in een nabijgelegen, uniek en ongerept
natuurgebied met kuddes wolven,
grizzly- en ijsberen.
De golf-crisis gaf de industriëlen wind in
de zeilen: schuldig aan de hoge benzine
prijzen is niet alleen 'die gek' in Irak. De
verantwoordelijken wonen ook gewoon
tussen Amerikaanse burgers.
„Het is ongelofelijk", zucht de milieuac
tiviste. „Ze maken ons voor de camera
zelfs verantwoordelijk voor een moge
lijke dood van 'onze jongens' in de Ara
bische woestijn".
De hypotheek van het ongeluk van de
Exxon Valdez drukt zwaar op Alaska. In
de maanden na de Zwarte Vrijdag waren
het de dieren, de duizenden op een ver
schrikkelijke manier gestorven otters;
zeehonden, meeuwen en adelaars. Nu
zijn het de mensen die na de aanvanke
lijke vreugde over de gigantische hulp
maatregelen van Exxon merken dat hun
makkelijk verdiende dollars het leven in
hun stadjes ontregeld hebben.
Tot achtduizend gulden per dag legde de
oliegigant op tafel bij bezitters van vis
sersboten, opdat ze niet zouden vissen
maar hun schepen beschikbaar stelden
voor de grote poetsbeurt in de Sound.
Maar er waren er ook die bot vingen. Ex
xon huurde bij voorkeur grote trawlers.
Die vangen normaal per seizoen voor
een miljoen bij elkaar en vormden voor
Exxon het grootste gevaar in verband
met schadeclaims en politieke invloed.
Voor vele kleine vissers daarentegen be
tekende de olieramp het wegvallen van
het inkomen en uiteindelijk het faillisse
ment.
Exxon ging bij het betalen van vergoe
dingen uit van de vangquotes van de af
gelopen jaren en van de geschatte vangst
voor 1989. Voor veel families was het
Exxon-geld bij lange na niet voldoende
om het hele jaar mee rond te komen.
In een eerste oogopslag lijken de stran
den aan de Prince William Sound
schoon. Zo lijken ook de miljoenen dol
lars die Exxon tot in de verste uithoeken
van Alaska betaalde als compensatie
voor weggevallen inkomsten uit de vis
vangst, de bevolking bevredigd te heb
ben. Maar de schijn bedriegt.
Te vers ligt bij vele bewoners de verdeel-
en heerstaktiek in het geheugen waarmee
Exxon iedereen aan het lijntje wilde hou
den. Nog weken, maanden na het onge
luk verzekerde Exxon via de media dat
haar niets heiliger was dan de zorgen en
problemen van de vissers aan de Sound.
Maar burgemeester Bob Brody had, net
als enkele collega's, al vroeg door dat je
tegen een oliegigant als Exxon maar be
ter één gezamenlijke vuist kunt maken.
„De Exxon behandelde elke stad als één
van haar zakelijke relaties, met aparte
verdragen. Op die manier kon Exxon
haar kosten heel slim tot een minimum
beperken. Zeg nou zelf, de uitbetaalde
twee miljard stellen toch geen moer voor
in vergelijking met het bedrag dat Exxon
had moeten neertellen als er strengere
bepalingen waren gekomen voor het
transport van ruwe olie?"
De milieuramp in Alaska zorgde voor
een totnutoe uniek verbond van vijftien
gemeentes in het Regional Citizens Ad
visory Committee, een regionaal advies
orgaan van burgers. Het orgaan wil een
woordje meespreken bij olie-proefborin
gen, winning, transport en noem maar
op. Het comité heeft immiddels al het
recht bedongen om bij de grootste olie
maatschappijen van Alaska op elk ge
wenst tijdstip alles te mogen controleren.
En het krijgt daarvoor ook nog eens twee
miljoen dollar onkostenvergoeding per
jaar.
Tussenlanding. Helikopterpiloot Bob
moet voor de terugkeer naar Anchorage
bijtanken. Exxon heeft overal haar privé-
benzinepompen. Ondertussen kijkt Ex-
xon-man Karsten Rodvick ons met vra
gende blik aan. Zelfbewust staat hij
daar.
Natuurlijk, het verschil met vorig jaar ju
li, toen wij op de stranden door een kle
verig teerlandschap waadden, is enorm.
Ons enthousiasme over de vele soorten
dieren die wij nu hebben gezien, kunnen
en willen we niet verbergen.
Maar tochOok dit jaar is het te rus
tig in de baaien waar normaal tiendui
zenden vogels nestelen. Onzeker is ook
het lot van al die zalmsoorten die in het
jaar van de oliepest ter wereld kwamen.
Te duidelijk is opnieuw de poging van
Exxon om het gedeukte imago op te vij
zelen. Te treurig ook blijft in onze herin
nering de apathische uitdrukking op het
gerimpelde gezicht van Aleut. De visser,
al jaren 'droog', bekende ons dat hij met
een weer naar de fles had gegrepen, toen,
op de dag dat de baai stierf.
(Henk Raijer, afkomstig uit Arcen, is redacteur van
Die Tageszeitung in Benijn).