DE STEM WEEKE D Duitsland blijft land van extremen I sittftr Weemoed, geen rouw bij uitvaart DDR-cultuur I D NEDERLANDSE ACHTERDOCHT ZAL NOG LANG VOORTDUREN VRIJHEID IS DAN DIEPZINNIGHEID DOEN PR ■w Geen houvast Spreekbuis Anti-communisme Oplossing ZATERDAGI 29 SEPTEMBER 19901 Gelukkig mens Twee werkelijkheden Netty Radvanyi geb. Reiling Anna Seghers Opgeheven Eenheid Tussenwerkelijkheid Oprekken Fosiellucht OO VOL Jeugd TE dii HI K( Te Le Vri re: 19 en W! DE lu> ge zw fol e anti-Duitse ge voelens in Nederland hebben zich over het algemeen altijd gericht te gen de Westduitsers. In onze ogen was die Duitser sinds '45 geen steek veranderd. De Oostduitser werd echter steeds gespaard, om dat we te doen hadden met zijn on vrijheid. Groot was ook de schrik toen bleek dat er uit die, van de Muur bevrijde monden allerlei ex- treem-rechtse geluiden kwamen. Wat moet dat worden als er straks- weer een groot Duits rijk is? Wor den daarmee dan ook de rechts-ra- dicale gedachten in Oost en West bij elkaar opgeteld, of zullen die bruine gevoelens door de uiteinde lijke verwezenlijking van het ideaal juist afnemen? Door Gerard van den Broek Vanaf 4 oktober hebben de Duitsers ein delijk weer een 'Heimat', een bindende factor. 40 Jaar lang symboliseerde de Berlijnse Muur de Duitse gespletenheid, een schizofrenie waar niet alleen de poli tiek maar ook de bevolking mee te kam pen had. Door die tweedeling mistte het volk immers een eigen identiteit, een eigen nationaliteit. Zowel de Oost- als de Westduitser voelden zich namelijk in we zen een Duitser, maar dat te zeggen werd hen door de Muur zo goed als onmoge lijk gemaakt. De Duitsers zijn in feite al vele jaren op zoek naar historische oriënteringspunten om zich aan vast te klampen. Het land kan dan ook nauwelijks bogen op een stabiele democratische traditie. Bismarck was in 1871 de eerste die de di verse rijkjes bijeen bracht in een Groot- Duits Rijk. Maar lang kon het volk niet genieten van de nieuwe heilstaat want in 1914 sleepte Keizer Wilhelm II zijn volk mee in de loopgraven van Verdun, zon der erbij te vertellen waarvoor het vocht. Voor Keizer en Vaderland, heette het, maar uiteindelijk was het enkel nog om puur lijfsbehoud. De desillusie was groot en werd met de daaropvolgende Weimar-republiek eigenlijk alleen maar groter toen het 'wij- gevoel' gesmoord werd in recessie en ar moede. Adolf Hitler leek het Duitse volk wel even een gevoel van eigenwaarde te kunnen geven, maar na de ondergang van het Derde Rijk was er helemaal geen houvast meer voor de Duitsers. De Hit- Ier-periode, waarop velen aanvankelijk' hun hoop hadden gevestigd, diende na de oorlog zelfs vergeten te worden. Of zoals de Duitse schrijver Heinrich Böll het ooit zei: „Vijf jaren uit ons leven werden op de vuilnisbelt van de geschie denis geworpen". Alle normen en waar den die Hitier zijn volk had bijgebracht, moesten weer overboord gezet worden; met uitzondering dan van het anti-com- munisme. Het 'Wirtschaftswunder' bracht na 1945 weliswaar voor de Westduitsers weer even de glans terug op het blazoen, maar begin jaren '70 kwam ook daar een eind aan, toen de naoorlogse generatie aan de Duitse trots begon te peuteren door haar ouders nadrukkelijk op het oorlogsverle den te wijzen. De jongeren vonden dat Duitsland alleen een toekomst kon op bouwen als het zijn verleden kende en erkende. In Oost-Duitsland gebeurde na de oorlog juist het tegenovergestelde en werd het volk voortdurend een (oorlogs- jschuldcomplex aangepraat. Het is daarom niet verwonderlijk dat een dergelijk onzeker en naar stabiliteit zoe kend volk af en toe verlangend uitziet naar een sterke leider die hen op de weg naar de toekomst voorgaat, zoals Hitier dat in 1933 deed. En dat dus ook heel wat mensen zich in de armen werpen van rechts-radicale figuren als Republikaner- hoofdman Franz Schönhuber die clai men zo'n sterke leider te zijn en die schijnbaar overal een antwoord op heb ben. Schönhubers rechts-radicale partij de Republikaner kende haar eerste succes bij de verkiezingen voor de Westberlijnse senaat in januari 1989, na een zeer agres sieve campagne die vooral gericht was tegen Turkse gastarbeiders. In totaal ging 7,5 procent van de Berlijnse stem men naar de Republikaner. Zes weken later werd 7,7 procent van de stemmen binnengehaald bij de deelstaatverkiezin gen in Hessen, en kort daarna 7,1 pro cent bij de Europese verkiezingen. Nog andere successen volgden, met als abso lute uitschieter de 14,6 procent bij de verkiezingen in Beieren. Behalve voor de kansloze minima met Een Oostdultse skinhead brengt de fasclstengroet. Volgens een theorie zijn de Oostdultse skinheads Juist door de onder drukking geradicaliseerd. - FOTOEPA weinig vooruitzichten op een betere toe komst, bleek Schönhuber in de Bondsre publiek ook een spreekbuis te vormen voor de duizenden gefrustreerde oud- strijders die zich buitengesloten voelden vanwege hun oorlogsverleden. Wijlen de premier van Beieren, Franz- Jozef Strauss, was net zo'n spreekbuis. „Een volk dat deze economische presta tie heeft volbracht, heeft het recht niet meer geconfronteerd te worden met Auschwitz", zei Strauss ooit. Volgens hem was de vredesbeweging met haar strijd tegen de bewapening niet veel meer dan een 'staatsvijandige organisa tie' die het Duitse volk 'aan de Russen wilde uitleveren'. Dit anti-communisme, waarvan Strauss jarenlang de verpersoonlijking was, was in 1945 rechtstreeks van het Derde Rijk naar de naoorlogse democratie overgehe veld. Het betekende een zekerheid voor een volk, dat verder alle andere waarden en normen had moeten opgeven. Het anti-communisme is ook de voor naamste oorzaak van het feit dat de Bondsrepubliek sowieso nooit echt vriendelijk is geweest voor linkse groepe ringen of personen. Zelfs de sociaal-de mocratische partij SPD dweept soms met de meest conservatieve ideeën. Neem bijvoorbeeld het Extremistenbe- sluit van 1972 en de daaruitvolgende Be- rufsverbote, waarbij mensen met linkse sympathiën uit overheidsfuncties werden geweerd. Deze wet was afkomstig van de socialistische kanseher Willy Brandt, die met zijn 'Ostpolitik' nog als een van de meest communist-vriendelijke politici gold. Links is daarom in de Bondsrepubliek nooit erg sterk geweest, het was altijd sektarisch en daardoor extreem. In Oost-Duitsland daarentegen had de bevolking na de oorlog juist het socia lisme aangegrepen om een toekomst op te bouwen, maar de teleurstelling was des te groter toen na verloop van tijd bleek dat het verwachte arbeiderspara dijs uitbleef. Het volk ontwikkelde een grote haat tegen de machthebbers en daarmee tegen het communisme. De staat sloeg dit anti-communisme weer met harde hand neer en bestempelde de kritiek als 'fascistisch'. Dag- en weekbladen in Oost-Duitsland beschuldigen er nu de autoriteiten van met die harde onderdrukkingsmethoden juist het rechts-extremisme onder de be volking gestimuleerd te hebben. Zo zijn volgens die theorie de Oostduitse skinheads juist door de onderdrukking geradicaliseerd. Ze zijn agressief, omdat ze van de staat geen kansen krijgen zich te ontplooien of iets te organiseren. Ze grijpen daarom het neo-fascisme aan om zich tegen de staat af te zetten en zichzelf een machtsgevoel te geven. Het gevolg hiervan is weer dat niemand meer iets met de skinheads te maken wil hebben, waardoor de jongeren nog verder geïso leerd raken. Ze hebben op een gegeven moment alleen nog de straat, waar de buitenlanders een gemakkelijke prooi voor hen zijn. Bovendien geldt voor vele 'gewone' Oostduitsers dat, na de eindeloze anti fascistische preken van de Oostduitse machthebbers die zelfs kleuters de daver op het lijf joegen met hun bloedige holo caust-verhalen, die man uit Beieren bijna de status van 'Verlosser' had omdat hij de eerste was die vertelde dat het Duitse volk helemaal niets te verwijten viel. De grote vraag is echter of het rechts-ra- dicalisme een blijvend verschijnsel is of niet. Vele mensen zijn bang dat de val van de Muur de deur tot een groeiende aanhang van de Republikaner zal leiden. Schönhuber mocht van de Oostduitse autoriteiten immers nooit het land bin nen om zijn 'bruine' ideeën te versprei den, maar na 4 oktober heeft hij alle ruimte. De Heidelhergse politicoloog dr. Dieter Roth denkt juist het tegenovergestelde. Volgens hem komt de val van de Ber lijnse Muur de Republikaner helemaal niet goed uit. „Het thema van het nationaliteitsbegin sel, een eigen staat voor alle Duitsers, had voor de Republikaner goede voor uitzichten op groei in petto. Daarmee zouden ze vele stemmen bij de andere partijen kunnen weghalen, want tot voor een jaar zou iedereen die zich voor de Duitse eenwording had uitgesproken, voor gek verklaard worden. De val van de Muur heeft er echter voor gezorgd dat alle grote partijen dit thema al hebben overgenomen, waardoor de Republika ner veel wind uit de zeilen is gehaald". Ook wat betreft de vreemdelingen-pro blematiek voorspelt Roth weinig goeds voor de Republikaner: „Op korte ter mijn kan Schönhuber wel wat stemmen winnen met zijn radicale kreten vanuit de onderbuik. Op langere termijn zal de kiezer echter gaan inzien dat je met kre ten weinig oplost. Het zijn de grote ge vestigde partijen die met mogelijke op lossingen komen". Ook het wegvallen van de 'communistische dreiging' en het einde van de Koude Oorlog heeft vele rechts-radicalen hun argumenten ontno men, is de overtuiging van Roth. Duitsland is echter altijd al een land van extremen geweest. Het volslagen gebrek aan kalmte, een gevolg van de grote on zekerheid bij de mensen, doet de Duitser in geval van nood steeds maar weer naar extreme middelen grijpen, zo leert ons de geschiedenis. RAF-terroristen wilden met alle geweld de staat vernietigen en het antwoord van de autoriteiten was een neurotische hek senjacht waarbij men niet schuwde zwaarbewapende legereenheden in te zetten. Proberen de RAF-ideologie te be grijpen of verklaren, was al genoeg om in het gevang te belanden. De hetze die in de jaren '70 tegen schrijvers als Heinrich Böll of Günther Grass gevoerd werd, is daar een duidelijk voorbeeld van. Duitsers streven hun idealen steeds met een dodelijke ernst na - of ze nu links of rechts zijn - en gaan daarbij zo verbeten te werk dat al het andere aan die idealen ondergeschikt gemaakt wordt. Het i's precies die karaktertrek van de Duitser die de buitenwereld zo'n angst inboe zemt en waardoor de gereserveerdheid tegenover onze oosterbuur waarschijnlijk nog lang zal voortduren. n de zomer van 1983 overleed Netty Reiling. Haar begra fenis zou niet meer geweest zijn dan die van een normale grootmoe der, als zij ook niet Anna Seghers geweest was, de moeder van de an tifascistische DDR-literatuur. Het hele officiële DDR-apparaat rouw de: een grote dochter was heenge gaan. Strijdster tegen het nazisme, voorvechtster van een rechtvaar dige maatschappij en een groot schrijfster. Door Camlel Hamans Toch kwam Anna Seghers oorspronke lijk niet uit Oost-Duitsland maar uit Heidelberg. Haar achtergrond klopte evenmin met de antifascistische stereo tiepen. Ze was weliswaar al jong lid van de communistische partij, maar haar va der was een gegoede kunsthandelaar. Desondanks stond Anna Seghers voor alles wat goed en eigen was in de Oost duitse letterkunde, de van staatswege goedgekeurde tenminste. Haar werken vulden planken lang in de staatsboe- kwinkels, scholieren lazen haar voor de lijst, ze kreeg eerbewijs op eerbewijs en haar woord was wet in de schrijvers bond. Seghers' begrafenis zou een staatsde- monstratie worden. Het hele Politburo werd opgetrommeld, fabrieksarbeiders en schoolklassen kregen verplicht vrij om langs de route te staan, extra edities werden voorbereid, een groots in memo- riam werd over radio en televisie uitge zonden en een plekje op het erekerkhof, de Französische Friedhof, werd uitge zocht. Vlak hij beroemdheden als Hegel, Heinrich Mann, Arnold Zweig, Bertold Brecht en zijn vrouw Helene Weigel was nog ruimte te vinden. Een ploegje doodgravers toog de dag voor de ter aarde bestelling aan het werk. Toeristen kregen te horen dat de begraafplaats vandaag voor bezoekers gesloten was. Een Nederlandse journalist die een reportage maakte over Johannes R. Becher, van 1954 tot aan zijn dood in 1958 minister van cultuur en daarvoor dichter van het DDR-volkslied en schrij ver van veel geprezen lofdichten op Sta lin, Wilhelm Pieck en Walter Ulbricht, maar in zijn jeugd drugsverslaafde, moordenaar eü tuchthuisboef, het zich evenwel niet tegenhouden. Met het argu ment dat hij apart op die dag naar Oost Berlijn gekomen was om het graf van deze grote cultuurpoliticus te filmen, wist hij door te dringen. De grafdelvers legden de handen op de schop en stelden geïnteresseerd vragen. Waarom Becher, waarom de officiële li teratuur? Een gesprek ontstond, dus kwam ook de wedervraag 'wat doen jul lie hier'. 'Het graf graven voor Anna Seg hers'. 'Anna Seghers, is die dan dood De schrijfster van Das siebte Kreuz 'Die wordt morgen hier begraven. Hebt u ooit wat van Frau Seghers gelezen Naar waarheid antwoordde de Neder landse journalist dat dit niet het geval was. Met een verzuchting reageerden de doodgravers: 'Dan bent u een gelukkig mens'. De Oostduitse maatschappij kende in het DDR-tijdperk twee werkelijkheden: een officiële en een dageüjkse. Niet al leen in de wereld van cultuur en litera tuur, maar op alle gebieden. In het vrije westen spraken feministen met bewon dering en soms zelfs afgunst over de 'vrouwenpolitiek' van de DDR. Abortus vrij, kinderopvang en arbeid voor vrou wen. Van de buitenkant lijken deze voor zieningen het geüjk van de communisti sche propaganda te bewijzen: het sys teem biedt gelijke mogelijkheden voor beide sexen. In de dagelijkse werkelijk heid van de DDR waren deze zaken na tuurlijk geen leuzen immers 86% van de vrouwen is actief in een beroep'- maar ook geen bewijs van de feministische in stelling van het regime. Vrouwen werk ten niet, omdat ze gelijke kansen moes ten hebben, maar omdat het een levens noodzaak was. Van één salaris kon men in de DDR niet leven. In cultuurpolitiek opzicht was het niet anders. Kunst was, als sport, het uit hangbord van het regime. Kunst en cul tuur werden gestimuleerd. Geld speelde geen rol. De DDR, een natie met iets meer inwoners dan Nederland, heeft 80 symfonie-orkesten en zo'n 60 muziek theaters. Schrijvers hadden een gegaran deerd inkomen. Boeken verschenen in enorme oplagen en kosten minder dan een brood. Theaterkaartjes waren zo goed als te geef en de schouwburgen za ten vol met bezoekers van allerlei rang en stand. Tot zover de cultuurpolitieke werkelijkheid. In feite werden natuurüjk alleen die auteurs van staatswege betaald die lid mochten zijn van de officiële schrijvers organisatie en dat waren schrijvers die zich hielden aan de richtlijnen van de 1900 Vs^i-twlin i' partij. Slechts die boeken konden door de Oostduitse uitgevers gepubüceerd worden, die door de censuur geaccep teerd waren. De theatermaker en toneelschrijver Hei- ner Müller, op dit moment een van de meest gerespecteerde kunstenaars in de DDR, heeft jaren niet onder eigen naam kunnen werken, omdat hij zich het onge noegen van de autoriteiten op de hals ge haald had. Hij hield zich in leven met het schrijven van hoorspelen die hij onder de naam van een goedwillende collega aan bood. Hartmut Haenchen, dirigent van het Ne derlands Philharmonisch Orkest en chef bij de Nederlandse Opera, kwam tijdens zijn studietijd aan het Dresdener Con servatorium in de problemen omdat hij een kerkdienst muzikaal had opgeluis terd en omdat hij een keer een stuk van Arnold Schönberg uitgevoerd had. En de experimentele muziek van Schönberg paste nu eenmaal niet binnen de socialis tische kunstopvattingen. Voor straf moest Haenchen haar Karl-Marxstadt, nu weer Chemnitz geheten, om daar met arbeiderskoren te werken. Dat zou hem wel de juiste socialistische mentaliteit bijbrengen. De officiële kunstpolitiek stopt een dezer dagen. De DDR verdwijnt immers en daardoor verdwijnen vrijwel alle officiële organen en regelingen. Er is na 3 oktober namelijk geen DDR meer. Er valt dus niets meer te vertegenwoordigen. De oude DDR heeft zich aangesloten bij de Wes'tduitse broeders en de Bondsrepu bliek met haar bestaande organen en re gelingen draagt daarom vanaf die dag zorg voor het hele Duitse taalgebied. Het graf van Anna Seghers, de moe der van de antifascistische DDR-lltera- tuur. Wie haar boeken niet gelezen heeft Is 'een gelukkig mens'. - FOTO DE STEM/BEN STEFFEN In Parijs wordt het Oostduitse Cultuur huis opgeheven. Van de 8000 boeken die daar m de bibliotheek staan, gaan er slechts een paar honderd over naar die van het Goethe Institut, de Bondsrepu- blicaire culturele instelling. De van staatswege goedgekeurde DDR- kunstenaars verliezen na 3 oktober hun posities en voorrechten. iwaadwiilenden in het westen suggere ren dat er daarom nogal wat grote na men in de DDR-letterkunde zijn, die zich verzet hebben tegen de snelheid van de hereniging of die zelfs tegen de een wording gepleit hebben. In Oost- en West-Duitsland spreekt en schrijft men dezelfde taal. DDR-uitga- ven waren in de Bondsrepubliek ver krijgbaar, DDR-theatermakers werkten in het westen en zodoende was er nog al tijd iets als een Duitse culturele eenheid. Niet een officiële, want die kon er van wege de politiek niet zijn, maar van een feitelijke. Die feitelijke eenheid wordt nu officieel, zeggen de politci in Bonn en daardoor verandert er in wezen niets in de nieuwe situatie. Dit is slechts een deel van het verhaal. Er is nogal wat Oostduitse literatuur in het Westen gepubliceerd, die in het eigen land niet kon verschijnen. Literatuur die in het Oosten niet welkom was, die kri tiek bevatte op de situatie in de DDR of die zich simpelweg niet hield aan de cul tuurgeboden van de machthebbers. De schrijvers van dit soort boeken golden in het vrije westen als dapper. Zij dorsten te zeggen waar het op stond en vreesden de consequenties niet. Het publiek in de Bondsrepubliek waar deerde deze auteurs niet alleen vanwege de literaire waarde, maar wellicht nog meer vanwege hun morele moed. Een soort extra waardering. Deze bonus ver valt in de nieuwe situatie natuurlijk ook. Alle Duitse auteurs kunnen nu dezelfde kritische behandeling krijgen. En ook dit is volgens dezelfde optimistische kringen in Bonn zeker geen achteruitgang ten op zichte van de situatie van nu. Harry Mulisch schrijft in een artikel, dat verschenen is in de net uitgekomen bun del 'Duitsers' (BZZTöH, Den Haag), dat er in de DDR zo veel meer menselijk contact bestaat dan in West-Duitsland. De mensen zouden er zo veel prettiger met elkaar omgaan dan in de Bondsre publiek. Over het culturele leven wordt iets verge lijkbaars gezegd. Daar, in de onvrijheid, zouden de echte vragen gesteld worden, daar zou het gaan om de wezenlijke, hoe wel vrijwel onbenoembare dingen, die wij in het vrije westen als te vanzelfspre kend nauwelijks nog aan de orde stellen. De situatie zou lijken op die van ons tij dens de bezetting. Toen wisten we door het gemis wat vrijheid, welvaart en geluk betekende. Door spanning, strijd en weerstand gedijt de discussie immers. Deze belangstelling voor het waardevolle en het wezenlijke is de tussenwerkelijk heid tussen de officiële en de dagelijkse. Deze derde weg, de geestelijke realiteit, was niet alleen de hoop voor optimisti sche DDR-burgers, maar ook een utopie voor links West-Europa. De literatuur speelde een essentiële rol bij deze beeldvorming. Dissidente litera toren publiceerden hun werk in het wes ten. Natuurüjk ze konden 'ausgebürgert' en dus over de grens geschoven worden, maar zo lang dat niet gebeurde, waren ze niet monddood en konden zij de waar heid büjven schrijven. Konden ze büjven spreken over de belangrijke morele pro blemen van hun tijd en land en konden daardoor een voorbeeld voor hun land genoten zijn. Maar niet alleen de dissidente auteurs stelden vragen van vrijheid en ethiek aan de orde, ook officiële binnen het systeem werkende schrijvers deden dat. Niet zo openüjk als hun protesterende collegae, maar toch. Ze deden dat tussen de regels of in verhulde vorm. In het hele Oost blok floreerden in de laatste decennia de fabel en parabel, genres die in niet totali- taire regimes volledig uitgestorven zijn. Door steeds een stapje verder te gaan, wisten deze schrijvers de vrijheid keer op keer op te rekken. Thema's die gisteren nog niet besproken konden worden, kwamen de dag erna aan de orde. Hun functie was als die van de dominees die in hun preken en besloten discussiebij eenkomsten woorden heten klinken die waarheid in zich hadden. Door deze fi guren bleef er ruimte voor vragen naar het waarom. Deze intellectuelen werden door hun houding en het respect dat ze daarmee verkregen de voorheden van de democratiseringsbeweging, een geeste lijke realiteit the tastbare werkelijkheid werd. Zij voerden, toen het erom ging, Neues Form en Demokratie Jetzt aan. In de Bondsrepuhhek spreekt men nu over deze binnen het systeem functione rende, verhuld kritiserende schrijvers en predikanten als narren. Narren in de oude betekenis van het woord, figuren die er door de hofhouding op na gehou den werden om kritiek te leveren, maar die geen enkele invloed hadden. In te gendeel, door hun aanwezigheid voelden de machthebbers zich gelegitimeerd. Er was toch kritiek toegestaan Deze dominees en schrijvers hebben nu hun tijd gehad. Niet zozeer omdat West- duitse criticasters, die op een veihge af stand toe hebben gekeken, ze hun nar- renrol verwijten maar veeleer omdat er niet langer gesproken hoeft te worden over wat vrijheid is, want men is vrij. Er hoeven geen uitspraken meer gedaan te worden over de werkelijke waarden, want alles wat waarde heeft, üjkt binnen handbereik te hggen. Dominees en schrijvers die de tekenen van deze tijd niet verstaan hebben en büjven spreken in termen van morele waarden en van een mensehjk socialis me, hebben hun invloed verloren. Zij dragen de fossiellucht van opgedroogd geitewollensokkenzweet. Ze oogsten ter linkerzijde nog bewondering voor de zui verheid van hun standpunten, maar on der realisten hoogstens, omdat ze geen macht meer hebben. De westehjke waarnemer die nimmer sympathie gevoeld heeft voor de hevig nationalistische cultuurpolitiek van de DDR en nog minder voor de stalinisti sche censuur van alledag, maar wel een vage bewondering had voor de diepzin nigheid van de culturele discussies die in Midden-Europa gevoerd werden, bhjft niets anders over dan een romantische weemoed naar die discussie. Als diepere waarden noodzakelijkerwijze samenhan gen met onvrijheid, kan men toch niets anders doen dan voor vrijheid kiezen. Vrijheid is essentiëler dan diepzinnig heid. Maar welhcht is er nog hoop. Ook op puinhopen zijn bloemen opgekomen. In de woorden van het nu niet meer be staande DDR-volkslied klonk de hoop op het goede en het schone door. Johan nes Becher, de dichter ervan, was, hoe wel stalinistisch cultuurpoliticus, een op timist; is dat aan beteren dan niet gege ven Auferstanden aus Ruinen und der Zukunft zugewandt lasst uns dir zum Guten dienen, Deutschland, einig Vaterland cheert het Oo tionale Volksa de onvoorwe Zonder ook rr ben geleverd aan de voorm duitse Bunde; onzekerheid c toekomst voe de overgeblev tairen, van wi eieren. Door Rink Drost Nog maar een NVA de trots v SED, bereid om worvenheden v; slaan, of die nu hstische en imj van contrarevo het binnenland. In het Warschau rel aan de mili kend geohede oorlogsmachine, aan haar opper! Erich Honecker het bondgenoots ten waar ze aan model daarvoor in het Westen. Nog op 7 okto waarop de DDI deerde de Volks; stram omhoogge eretribune in Oo leger om respect rechts van de stonden de staat schaupactlanden mogendheden u' reld. Ceausescu bij. En een reek; wat minder rigo toneel zijn verwi batsjov stond er kijkend. Die dag ten gezegd: „W jJaq«3T i duimendik bove vele handen vt nationale vlag maakte de vc ploeg tijdens de de Europese schappen in S door het stadion Door Wil Kester Kort tevoren had ste, maar nu voor EK het Oostduits Opnieutv was een gehuldigd. De 70. tribunes en de m seften terdege, d; van een historisi werd, met een soo den Brüder-gevoel ten. Oost-Duitslai als toonaangeven een maand voorda standige staat ter 2 Bij 'n enkele oud gingen die avond keurig terug naar sche Spelen in h ment dat voor hel nis een zelfstanc vertegenwoordigd nale sportmanifesi Nog zonder volksJ eigen vlag: zwaï Olympische ringei Oostduitsers het g op sportief gebied gezien. Een keerj jaar na beëindigd reldoorlog. Tot dat moment i steeds behelpen g Oost-Duitsland. P net als overigen; weer aan georgar gedaan. Want de tingsmachten hac goed gerealiseerd, cistische sportboi georganiseerd war Werd in het weste Cr

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1990 | | pagina 60