DE STEM
WEEKE
D
Duitsland blijft land van extremen
I
sittftr
Weemoed,
geen rouw
bij uitvaart
DDR-cultuur
I
D
NEDERLANDSE
ACHTERDOCHT
ZAL NOG LANG
VOORTDUREN
VRIJHEID IS
DAN
DIEPZINNIGHEID
DOEN
PR
■w
Geen houvast
Spreekbuis
Anti-communisme
Oplossing
ZATERDAGI
29 SEPTEMBER 19901
Gelukkig mens
Twee werkelijkheden
Netty Radvanyi
geb. Reiling
Anna Seghers
Opgeheven
Eenheid
Tussenwerkelijkheid
Oprekken
Fosiellucht
OO
VOL
Jeugd
TE
dii
HI
K(
Te
Le
Vri
re:
19
en
W!
DE
lu>
ge
zw
fol
e anti-Duitse ge
voelens in Nederland hebben zich
over het algemeen altijd gericht te
gen de Westduitsers. In onze ogen
was die Duitser sinds '45 geen
steek veranderd. De Oostduitser
werd echter steeds gespaard, om
dat we te doen hadden met zijn on
vrijheid. Groot was ook de schrik
toen bleek dat er uit die, van de
Muur bevrijde monden allerlei ex-
treem-rechtse geluiden kwamen.
Wat moet dat worden als er straks-
weer een groot Duits rijk is? Wor
den daarmee dan ook de rechts-ra-
dicale gedachten in Oost en West
bij elkaar opgeteld, of zullen die
bruine gevoelens door de uiteinde
lijke verwezenlijking van het ideaal
juist afnemen?
Door Gerard van den Broek
Vanaf 4 oktober hebben de Duitsers ein
delijk weer een 'Heimat', een bindende
factor. 40 Jaar lang symboliseerde de
Berlijnse Muur de Duitse gespletenheid,
een schizofrenie waar niet alleen de poli
tiek maar ook de bevolking mee te kam
pen had. Door die tweedeling mistte het
volk immers een eigen identiteit, een
eigen nationaliteit. Zowel de Oost- als de
Westduitser voelden zich namelijk in we
zen een Duitser, maar dat te zeggen werd
hen door de Muur zo goed als onmoge
lijk gemaakt.
De Duitsers zijn in feite al vele jaren op
zoek naar historische oriënteringspunten
om zich aan vast te klampen. Het land
kan dan ook nauwelijks bogen op een
stabiele democratische traditie.
Bismarck was in 1871 de eerste die de di
verse rijkjes bijeen bracht in een Groot-
Duits Rijk. Maar lang kon het volk niet
genieten van de nieuwe heilstaat want in
1914 sleepte Keizer Wilhelm II zijn volk
mee in de loopgraven van Verdun, zon
der erbij te vertellen waarvoor het vocht.
Voor Keizer en Vaderland, heette het,
maar uiteindelijk was het enkel nog om
puur lijfsbehoud.
De desillusie was groot en werd met de
daaropvolgende Weimar-republiek
eigenlijk alleen maar groter toen het 'wij-
gevoel' gesmoord werd in recessie en ar
moede. Adolf Hitler leek het Duitse volk
wel even een gevoel van eigenwaarde te
kunnen geven, maar na de ondergang
van het Derde Rijk was er helemaal geen
houvast meer voor de Duitsers. De Hit-
Ier-periode, waarop velen aanvankelijk'
hun hoop hadden gevestigd, diende na
de oorlog zelfs vergeten te worden. Of
zoals de Duitse schrijver Heinrich Böll
het ooit zei: „Vijf jaren uit ons leven
werden op de vuilnisbelt van de geschie
denis geworpen". Alle normen en waar
den die Hitier zijn volk had bijgebracht,
moesten weer overboord gezet worden;
met uitzondering dan van het anti-com-
munisme.
Het 'Wirtschaftswunder' bracht na 1945
weliswaar voor de Westduitsers weer
even de glans terug op het blazoen, maar
begin jaren '70 kwam ook daar een eind
aan, toen de naoorlogse generatie aan de
Duitse trots begon te peuteren door haar
ouders nadrukkelijk op het oorlogsverle
den te wijzen. De jongeren vonden dat
Duitsland alleen een toekomst kon op
bouwen als het zijn verleden kende en
erkende. In Oost-Duitsland gebeurde na
de oorlog juist het tegenovergestelde en
werd het volk voortdurend een (oorlogs-
jschuldcomplex aangepraat.
Het is daarom niet verwonderlijk dat een
dergelijk onzeker en naar stabiliteit zoe
kend volk af en toe verlangend uitziet
naar een sterke leider die hen op de weg
naar de toekomst voorgaat, zoals Hitier
dat in 1933 deed. En dat dus ook heel
wat mensen zich in de armen werpen van
rechts-radicale figuren als Republikaner-
hoofdman Franz Schönhuber die clai
men zo'n sterke leider te zijn en die
schijnbaar overal een antwoord op heb
ben.
Schönhubers rechts-radicale partij de
Republikaner kende haar eerste succes
bij de verkiezingen voor de Westberlijnse
senaat in januari 1989, na een zeer agres
sieve campagne die vooral gericht was
tegen Turkse gastarbeiders. In totaal
ging 7,5 procent van de Berlijnse stem
men naar de Republikaner. Zes weken
later werd 7,7 procent van de stemmen
binnengehaald bij de deelstaatverkiezin
gen in Hessen, en kort daarna 7,1 pro
cent bij de Europese verkiezingen. Nog
andere successen volgden, met als abso
lute uitschieter de 14,6 procent bij de
verkiezingen in Beieren.
Behalve voor de kansloze minima met
Een Oostdultse skinhead brengt de fasclstengroet. Volgens een theorie zijn de Oostdultse skinheads Juist door de onder
drukking geradicaliseerd. - FOTOEPA
weinig vooruitzichten op een betere toe
komst, bleek Schönhuber in de Bondsre
publiek ook een spreekbuis te vormen
voor de duizenden gefrustreerde oud-
strijders die zich buitengesloten voelden
vanwege hun oorlogsverleden.
Wijlen de premier van Beieren, Franz-
Jozef Strauss, was net zo'n spreekbuis.
„Een volk dat deze economische presta
tie heeft volbracht, heeft het recht niet
meer geconfronteerd te worden met
Auschwitz", zei Strauss ooit. Volgens
hem was de vredesbeweging met haar
strijd tegen de bewapening niet veel
meer dan een 'staatsvijandige organisa
tie' die het Duitse volk 'aan de Russen
wilde uitleveren'.
Dit anti-communisme, waarvan Strauss
jarenlang de verpersoonlijking was, was
in 1945 rechtstreeks van het Derde Rijk
naar de naoorlogse democratie overgehe
veld. Het betekende een zekerheid voor
een volk, dat verder alle andere waarden
en normen had moeten opgeven.
Het anti-communisme is ook de voor
naamste oorzaak van het feit dat de
Bondsrepubliek sowieso nooit echt
vriendelijk is geweest voor linkse groepe
ringen of personen. Zelfs de sociaal-de
mocratische partij SPD dweept soms
met de meest conservatieve ideeën.
Neem bijvoorbeeld het Extremistenbe-
sluit van 1972 en de daaruitvolgende Be-
rufsverbote, waarbij mensen met linkse
sympathiën uit overheidsfuncties werden
geweerd. Deze wet was afkomstig van de
socialistische kanseher Willy Brandt, die
met zijn 'Ostpolitik' nog als een van de
meest communist-vriendelijke politici
gold.
Links is daarom in de Bondsrepubliek
nooit erg sterk geweest, het was altijd
sektarisch en daardoor extreem.
In Oost-Duitsland daarentegen had de
bevolking na de oorlog juist het socia
lisme aangegrepen om een toekomst op
te bouwen, maar de teleurstelling was
des te groter toen na verloop van tijd
bleek dat het verwachte arbeiderspara
dijs uitbleef. Het volk ontwikkelde een
grote haat tegen de machthebbers en
daarmee tegen het communisme. De
staat sloeg dit anti-communisme weer
met harde hand neer en bestempelde de
kritiek als 'fascistisch'.
Dag- en weekbladen in Oost-Duitsland
beschuldigen er nu de autoriteiten van
met die harde onderdrukkingsmethoden
juist het rechts-extremisme onder de be
volking gestimuleerd te hebben.
Zo zijn volgens die theorie de Oostduitse
skinheads juist door de onderdrukking
geradicaliseerd. Ze zijn agressief, omdat
ze van de staat geen kansen krijgen zich
te ontplooien of iets te organiseren. Ze
grijpen daarom het neo-fascisme aan om
zich tegen de staat af te zetten en zichzelf
een machtsgevoel te geven. Het gevolg
hiervan is weer dat niemand meer iets
met de skinheads te maken wil hebben,
waardoor de jongeren nog verder geïso
leerd raken. Ze hebben op een gegeven
moment alleen nog de straat, waar de
buitenlanders een gemakkelijke prooi
voor hen zijn.
Bovendien geldt voor vele 'gewone'
Oostduitsers dat, na de eindeloze anti
fascistische preken van de Oostduitse
machthebbers die zelfs kleuters de daver
op het lijf joegen met hun bloedige holo
caust-verhalen, die man uit Beieren bijna
de status van 'Verlosser' had omdat hij
de eerste was die vertelde dat het Duitse
volk helemaal niets te verwijten viel.
De grote vraag is echter of het rechts-ra-
dicalisme een blijvend verschijnsel is of
niet. Vele mensen zijn bang dat de val
van de Muur de deur tot een groeiende
aanhang van de Republikaner zal leiden.
Schönhuber mocht van de Oostduitse
autoriteiten immers nooit het land bin
nen om zijn 'bruine' ideeën te versprei
den, maar na 4 oktober heeft hij alle
ruimte.
De Heidelhergse politicoloog dr. Dieter
Roth denkt juist het tegenovergestelde.
Volgens hem komt de val van de Ber
lijnse Muur de Republikaner helemaal
niet goed uit.
„Het thema van het nationaliteitsbegin
sel, een eigen staat voor alle Duitsers,
had voor de Republikaner goede voor
uitzichten op groei in petto. Daarmee
zouden ze vele stemmen bij de andere
partijen kunnen weghalen, want tot voor
een jaar zou iedereen die zich voor de
Duitse eenwording had uitgesproken,
voor gek verklaard worden. De val van
de Muur heeft er echter voor gezorgd dat
alle grote partijen dit thema al hebben
overgenomen, waardoor de Republika
ner veel wind uit de zeilen is gehaald".
Ook wat betreft de vreemdelingen-pro
blematiek voorspelt Roth weinig goeds
voor de Republikaner: „Op korte ter
mijn kan Schönhuber wel wat stemmen
winnen met zijn radicale kreten vanuit
de onderbuik. Op langere termijn zal de
kiezer echter gaan inzien dat je met kre
ten weinig oplost. Het zijn de grote ge
vestigde partijen die met mogelijke op
lossingen komen". Ook het wegvallen
van de 'communistische dreiging' en het
einde van de Koude Oorlog heeft vele
rechts-radicalen hun argumenten ontno
men, is de overtuiging van Roth.
Duitsland is echter altijd al een land van
extremen geweest. Het volslagen gebrek
aan kalmte, een gevolg van de grote on
zekerheid bij de mensen, doet de Duitser
in geval van nood steeds maar weer naar
extreme middelen grijpen, zo leert ons de
geschiedenis.
RAF-terroristen wilden met alle geweld
de staat vernietigen en het antwoord van
de autoriteiten was een neurotische hek
senjacht waarbij men niet schuwde
zwaarbewapende legereenheden in te
zetten. Proberen de RAF-ideologie te be
grijpen of verklaren, was al genoeg om in
het gevang te belanden. De hetze die in
de jaren '70 tegen schrijvers als Heinrich
Böll of Günther Grass gevoerd werd, is
daar een duidelijk voorbeeld van.
Duitsers streven hun idealen steeds met
een dodelijke ernst na - of ze nu links of
rechts zijn - en gaan daarbij zo verbeten
te werk dat al het andere aan die idealen
ondergeschikt gemaakt wordt. Het i's
precies die karaktertrek van de Duitser
die de buitenwereld zo'n angst inboe
zemt en waardoor de gereserveerdheid
tegenover onze oosterbuur waarschijnlijk
nog lang zal voortduren.
n de zomer van 1983
overleed Netty Reiling. Haar begra
fenis zou niet meer geweest zijn
dan die van een normale grootmoe
der, als zij ook niet Anna Seghers
geweest was, de moeder van de an
tifascistische DDR-literatuur. Het
hele officiële DDR-apparaat rouw
de: een grote dochter was heenge
gaan. Strijdster tegen het nazisme,
voorvechtster van een rechtvaar
dige maatschappij en een groot
schrijfster.
Door Camlel Hamans
Toch kwam Anna Seghers oorspronke
lijk niet uit Oost-Duitsland maar uit
Heidelberg. Haar achtergrond klopte
evenmin met de antifascistische stereo
tiepen. Ze was weliswaar al jong lid van
de communistische partij, maar haar va
der was een gegoede kunsthandelaar.
Desondanks stond Anna Seghers voor
alles wat goed en eigen was in de Oost
duitse letterkunde, de van staatswege
goedgekeurde tenminste. Haar werken
vulden planken lang in de staatsboe-
kwinkels, scholieren lazen haar voor de
lijst, ze kreeg eerbewijs op eerbewijs en
haar woord was wet in de schrijvers
bond.
Seghers' begrafenis zou een staatsde-
monstratie worden. Het hele Politburo
werd opgetrommeld, fabrieksarbeiders
en schoolklassen kregen verplicht vrij
om langs de route te staan, extra edities
werden voorbereid, een groots in memo-
riam werd over radio en televisie uitge
zonden en een plekje op het erekerkhof,
de Französische Friedhof, werd uitge
zocht. Vlak hij beroemdheden als Hegel,
Heinrich Mann, Arnold Zweig, Bertold
Brecht en zijn vrouw Helene Weigel was
nog ruimte te vinden.
Een ploegje doodgravers toog de dag
voor de ter aarde bestelling aan het
werk. Toeristen kregen te horen dat de
begraafplaats vandaag voor bezoekers
gesloten was. Een Nederlandse journalist
die een reportage maakte over Johannes
R. Becher, van 1954 tot aan zijn dood in
1958 minister van cultuur en daarvoor
dichter van het DDR-volkslied en schrij
ver van veel geprezen lofdichten op Sta
lin, Wilhelm Pieck en Walter Ulbricht,
maar in zijn jeugd drugsverslaafde,
moordenaar eü tuchthuisboef, het zich
evenwel niet tegenhouden. Met het argu
ment dat hij apart op die dag naar Oost
Berlijn gekomen was om het graf van
deze grote cultuurpoliticus te filmen,
wist hij door te dringen.
De grafdelvers legden de handen op de
schop en stelden geïnteresseerd vragen.
Waarom Becher, waarom de officiële li
teratuur? Een gesprek ontstond, dus
kwam ook de wedervraag 'wat doen jul
lie hier'. 'Het graf graven voor Anna Seg
hers'. 'Anna Seghers, is die dan dood
De schrijfster van Das siebte Kreuz
'Die wordt morgen hier begraven. Hebt
u ooit wat van Frau Seghers gelezen
Naar waarheid antwoordde de Neder
landse journalist dat dit niet het geval
was. Met een verzuchting reageerden de
doodgravers: 'Dan bent u een gelukkig
mens'.
De Oostduitse maatschappij kende in
het DDR-tijdperk twee werkelijkheden:
een officiële en een dageüjkse. Niet al
leen in de wereld van cultuur en litera
tuur, maar op alle gebieden. In het vrije
westen spraken feministen met bewon
dering en soms zelfs afgunst over de
'vrouwenpolitiek' van de DDR. Abortus
vrij, kinderopvang en arbeid voor vrou
wen. Van de buitenkant lijken deze voor
zieningen het geüjk van de communisti
sche propaganda te bewijzen: het sys
teem biedt gelijke mogelijkheden voor
beide sexen. In de dagelijkse werkelijk
heid van de DDR waren deze zaken na
tuurlijk geen leuzen immers 86% van de
vrouwen is actief in een beroep'- maar
ook geen bewijs van de feministische in
stelling van het regime. Vrouwen werk
ten niet, omdat ze gelijke kansen moes
ten hebben, maar omdat het een levens
noodzaak was. Van één salaris kon men
in de DDR niet leven.
In cultuurpolitiek opzicht was het niet
anders. Kunst was, als sport, het uit
hangbord van het regime. Kunst en cul
tuur werden gestimuleerd. Geld speelde
geen rol. De DDR, een natie met iets
meer inwoners dan Nederland, heeft 80
symfonie-orkesten en zo'n 60 muziek
theaters. Schrijvers hadden een gegaran
deerd inkomen. Boeken verschenen in
enorme oplagen en kosten minder dan
een brood. Theaterkaartjes waren zo
goed als te geef en de schouwburgen za
ten vol met bezoekers van allerlei rang
en stand. Tot zover de cultuurpolitieke
werkelijkheid.
In feite werden natuurüjk alleen die
auteurs van staatswege betaald die lid
mochten zijn van de officiële schrijvers
organisatie en dat waren schrijvers die
zich hielden aan de richtlijnen van de
1900
Vs^i-twlin
i'
partij. Slechts die boeken konden door
de Oostduitse uitgevers gepubüceerd
worden, die door de censuur geaccep
teerd waren.
De theatermaker en toneelschrijver Hei-
ner Müller, op dit moment een van de
meest gerespecteerde kunstenaars in de
DDR, heeft jaren niet onder eigen naam
kunnen werken, omdat hij zich het onge
noegen van de autoriteiten op de hals ge
haald had. Hij hield zich in leven met het
schrijven van hoorspelen die hij onder de
naam van een goedwillende collega aan
bood.
Hartmut Haenchen, dirigent van het Ne
derlands Philharmonisch Orkest en chef
bij de Nederlandse Opera, kwam tijdens
zijn studietijd aan het Dresdener Con
servatorium in de problemen omdat hij
een kerkdienst muzikaal had opgeluis
terd en omdat hij een keer een stuk van
Arnold Schönberg uitgevoerd had. En de
experimentele muziek van Schönberg
paste nu eenmaal niet binnen de socialis
tische kunstopvattingen. Voor straf
moest Haenchen haar Karl-Marxstadt,
nu weer Chemnitz geheten, om daar met
arbeiderskoren te werken. Dat zou hem
wel de juiste socialistische mentaliteit
bijbrengen.
De officiële kunstpolitiek stopt een dezer
dagen. De DDR verdwijnt immers en
daardoor verdwijnen vrijwel alle officiële
organen en regelingen. Er is na 3 oktober
namelijk geen DDR meer. Er valt dus
niets meer te vertegenwoordigen. De
oude DDR heeft zich aangesloten bij de
Wes'tduitse broeders en de Bondsrepu
bliek met haar bestaande organen en re
gelingen draagt daarom vanaf die dag
zorg voor het hele Duitse taalgebied.
Het graf van Anna Seghers, de moe
der van de antifascistische DDR-lltera-
tuur. Wie haar boeken niet gelezen
heeft Is 'een gelukkig mens'.
- FOTO DE STEM/BEN STEFFEN
In Parijs wordt het Oostduitse Cultuur
huis opgeheven. Van de 8000 boeken die
daar m de bibliotheek staan, gaan er
slechts een paar honderd over naar die
van het Goethe Institut, de Bondsrepu-
blicaire culturele instelling.
De van staatswege goedgekeurde DDR-
kunstenaars verliezen na 3 oktober hun
posities en voorrechten.
iwaadwiilenden in het westen suggere
ren dat er daarom nogal wat grote na
men in de DDR-letterkunde zijn, die
zich verzet hebben tegen de snelheid van
de hereniging of die zelfs tegen de een
wording gepleit hebben.
In Oost- en West-Duitsland spreekt en
schrijft men dezelfde taal. DDR-uitga-
ven waren in de Bondsrepubliek ver
krijgbaar, DDR-theatermakers werkten
in het westen en zodoende was er nog al
tijd iets als een Duitse culturele eenheid.
Niet een officiële, want die kon er van
wege de politiek niet zijn, maar van een
feitelijke. Die feitelijke eenheid wordt nu
officieel, zeggen de politci in Bonn en
daardoor verandert er in wezen niets in
de nieuwe situatie.
Dit is slechts een deel van het verhaal. Er
is nogal wat Oostduitse literatuur in het
Westen gepubliceerd, die in het eigen
land niet kon verschijnen. Literatuur die
in het Oosten niet welkom was, die kri
tiek bevatte op de situatie in de DDR of
die zich simpelweg niet hield aan de cul
tuurgeboden van de machthebbers. De
schrijvers van dit soort boeken golden in
het vrije westen als dapper.
Zij dorsten te zeggen waar het op stond
en vreesden de consequenties niet. Het
publiek in de Bondsrepubliek waar
deerde deze auteurs niet alleen vanwege
de literaire waarde, maar wellicht nog
meer vanwege hun morele moed. Een
soort extra waardering. Deze bonus ver
valt in de nieuwe situatie natuurlijk ook.
Alle Duitse auteurs kunnen nu dezelfde
kritische behandeling krijgen. En ook dit
is volgens dezelfde optimistische kringen
in Bonn zeker geen achteruitgang ten op
zichte van de situatie van nu.
Harry Mulisch schrijft in een artikel, dat
verschenen is in de net uitgekomen bun
del 'Duitsers' (BZZTöH, Den Haag), dat
er in de DDR zo veel meer menselijk
contact bestaat dan in West-Duitsland.
De mensen zouden er zo veel prettiger
met elkaar omgaan dan in de Bondsre
publiek.
Over het culturele leven wordt iets verge
lijkbaars gezegd. Daar, in de onvrijheid,
zouden de echte vragen gesteld worden,
daar zou het gaan om de wezenlijke, hoe
wel vrijwel onbenoembare dingen, die
wij in het vrije westen als te vanzelfspre
kend nauwelijks nog aan de orde stellen.
De situatie zou lijken op die van ons tij
dens de bezetting. Toen wisten we door
het gemis wat vrijheid, welvaart en geluk
betekende. Door spanning, strijd en
weerstand gedijt de discussie immers.
Deze belangstelling voor het waardevolle
en het wezenlijke is de tussenwerkelijk
heid tussen de officiële en de dagelijkse.
Deze derde weg, de geestelijke realiteit,
was niet alleen de hoop voor optimisti
sche DDR-burgers, maar ook een utopie
voor links West-Europa.
De literatuur speelde een essentiële rol
bij deze beeldvorming. Dissidente litera
toren publiceerden hun werk in het wes
ten. Natuurüjk ze konden 'ausgebürgert'
en dus over de grens geschoven worden,
maar zo lang dat niet gebeurde, waren ze
niet monddood en konden zij de waar
heid büjven schrijven. Konden ze büjven
spreken over de belangrijke morele pro
blemen van hun tijd en land en konden
daardoor een voorbeeld voor hun land
genoten zijn.
Maar niet alleen de dissidente auteurs
stelden vragen van vrijheid en ethiek aan
de orde, ook officiële binnen het systeem
werkende schrijvers deden dat. Niet zo
openüjk als hun protesterende collegae,
maar toch. Ze deden dat tussen de regels
of in verhulde vorm. In het hele Oost
blok floreerden in de laatste decennia de
fabel en parabel, genres die in niet totali-
taire regimes volledig uitgestorven zijn.
Door steeds een stapje verder te gaan,
wisten deze schrijvers de vrijheid keer op
keer op te rekken. Thema's die gisteren
nog niet besproken konden worden,
kwamen de dag erna aan de orde. Hun
functie was als die van de dominees die
in hun preken en besloten discussiebij
eenkomsten woorden heten klinken die
waarheid in zich hadden. Door deze fi
guren bleef er ruimte voor vragen naar
het waarom. Deze intellectuelen werden
door hun houding en het respect dat ze
daarmee verkregen de voorheden van de
democratiseringsbeweging, een geeste
lijke realiteit the tastbare werkelijkheid
werd. Zij voerden, toen het erom ging,
Neues Form en Demokratie Jetzt aan.
In de Bondsrepuhhek spreekt men nu
over deze binnen het systeem functione
rende, verhuld kritiserende schrijvers en
predikanten als narren. Narren in de
oude betekenis van het woord, figuren
die er door de hofhouding op na gehou
den werden om kritiek te leveren, maar
die geen enkele invloed hadden. In te
gendeel, door hun aanwezigheid voelden
de machthebbers zich gelegitimeerd. Er
was toch kritiek toegestaan
Deze dominees en schrijvers hebben nu
hun tijd gehad. Niet zozeer omdat West-
duitse criticasters, die op een veihge af
stand toe hebben gekeken, ze hun nar-
renrol verwijten maar veeleer omdat er
niet langer gesproken hoeft te worden
over wat vrijheid is, want men is vrij. Er
hoeven geen uitspraken meer gedaan te
worden over de werkelijke waarden,
want alles wat waarde heeft, üjkt binnen
handbereik te hggen.
Dominees en schrijvers die de tekenen
van deze tijd niet verstaan hebben en
büjven spreken in termen van morele
waarden en van een mensehjk socialis
me, hebben hun invloed verloren. Zij
dragen de fossiellucht van opgedroogd
geitewollensokkenzweet. Ze oogsten ter
linkerzijde nog bewondering voor de zui
verheid van hun standpunten, maar on
der realisten hoogstens, omdat ze geen
macht meer hebben.
De westehjke waarnemer die nimmer
sympathie gevoeld heeft voor de hevig
nationalistische cultuurpolitiek van de
DDR en nog minder voor de stalinisti
sche censuur van alledag, maar wel een
vage bewondering had voor de diepzin
nigheid van de culturele discussies die in
Midden-Europa gevoerd werden, bhjft
niets anders over dan een romantische
weemoed naar die discussie. Als diepere
waarden noodzakelijkerwijze samenhan
gen met onvrijheid, kan men toch niets
anders doen dan voor vrijheid kiezen.
Vrijheid is essentiëler dan diepzinnig
heid.
Maar welhcht is er nog hoop. Ook op
puinhopen zijn bloemen opgekomen. In
de woorden van het nu niet meer be
staande DDR-volkslied klonk de hoop
op het goede en het schone door. Johan
nes Becher, de dichter ervan, was, hoe
wel stalinistisch cultuurpoliticus, een op
timist; is dat aan beteren dan niet gege
ven
Auferstanden aus Ruinen
und der Zukunft zugewandt
lasst uns dir zum Guten dienen,
Deutschland, einig Vaterland
cheert het Oo
tionale Volksa
de onvoorwe
Zonder ook rr
ben geleverd
aan de voorm
duitse Bunde;
onzekerheid c
toekomst voe
de overgeblev
tairen, van wi
eieren.
Door Rink Drost
Nog maar een
NVA de trots v
SED, bereid om
worvenheden v;
slaan, of die nu
hstische en imj
van contrarevo
het binnenland.
In het Warschau
rel aan de mili
kend geohede
oorlogsmachine,
aan haar opper!
Erich Honecker
het bondgenoots
ten waar ze aan
model daarvoor
in het Westen.
Nog op 7 okto
waarop de DDI
deerde de Volks;
stram omhoogge
eretribune in Oo
leger om respect
rechts van de
stonden de staat
schaupactlanden
mogendheden u'
reld. Ceausescu
bij. En een reek;
wat minder rigo
toneel zijn verwi
batsjov stond er
kijkend. Die dag
ten gezegd: „W
jJaq«3T i
duimendik bove
vele handen vt
nationale vlag
maakte de vc
ploeg tijdens de
de Europese
schappen in S
door het stadion
Door Wil Kester
Kort tevoren had
ste, maar nu voor
EK het Oostduits
Opnieutv was een
gehuldigd. De 70.
tribunes en de m
seften terdege, d;
van een historisi
werd, met een soo
den Brüder-gevoel
ten. Oost-Duitslai
als toonaangeven
een maand voorda
standige staat ter 2
Bij 'n enkele oud
gingen die avond
keurig terug naar
sche Spelen in h
ment dat voor hel
nis een zelfstanc
vertegenwoordigd
nale sportmanifesi
Nog zonder volksJ
eigen vlag: zwaï
Olympische ringei
Oostduitsers het g
op sportief gebied
gezien. Een keerj
jaar na beëindigd
reldoorlog.
Tot dat moment i
steeds behelpen g
Oost-Duitsland. P
net als overigen;
weer aan georgar
gedaan. Want de
tingsmachten hac
goed gerealiseerd,
cistische sportboi
georganiseerd war
Werd in het weste
Cr