E L DE STEM isistent •ntrolling* Rman 'Ik heb geboft dat ik heb kunnen doen wat ik wilde' Saaie roomse meisjes uit de jaren Vijitig 9 rlemans plastics' KINGSLEY AMIS HEEFT ALTIJD AL GESCHREVEN Le Carré s The Russia House is bestseller in Sovjetunie Kijk op Bernlef Oorlogsleed verbindt goed en kwaad ZATERDAG 23 JUN11990 lEAO-niveau Merkwaardig Vijf boeken Verwrongen Ellington Stripboekje Communist Doden Uitgemolken Objectief Leon de Winter met Hoffman op zoek naar gemankeerde realiteit Vreten en zuipen Spionagezaak bo e k e G2 resins bv, Bergen op Zoom psins bv maakt deel uit van Akze's coatings en produceert een breed scala van kunst- Deze worden wereldwijd toegepast in de ukinkt- en lijmindustrie. Akzo Resins is een beerde en op de toekomst gerichte onder- I met ongeveer 500 medewerkers. Onderzoek lvikkeling nemen een belangrijke plaats in, pitst op het uitbreiden van toepassings- pn en het vernieuwen van produkten. ■eling kling Financiën bestaat uit een viertal pkhouding; (bmatisering; orting; htrolling pzeafdelingControllingzoekenwij kandidaten functie van assistent Controlling m/v*. (stent Controlling zal onder verantwoordelijk- In de chef Controlling werkzaamheden uit- 1 die verband houden met: fcrationele planning: Itprijssysteem; |t en functional control; ninistratieve organisatie/interne controle. leiding HEAO-BE of volledig SPD; leek- en schrijfvaardigheid Engels; taring met geautomatiseerde informatie- I temen en met personal computing Itus 1.2.3.): pele jaren ervaring in een industriële onder- ning waarbij AO-ervaring een pré is. [isvoorwaarden feens CAO Akzo Coatings Nederland bv; Imievrije deelname in het Akzo pensioenfonds; leling voor eventuele verhuis- en herinrich- gskosten; erse andere regelingen, o.m. op het gebied i studiekosten en reiskosten woon/werk- keer; (ïstuitkering met mogelijkheid tot deelname winstdelingsspaarregeling latie en sollicitatie vragen over deze functie kunnen worden laan de heerC. Havermans, chef Personeels- telefoon 01640 - 76221Het sollicitatie- ls: Akzo Resins bv, Postbus 79, |AB Bergen op Zoom. Plastics B.V., onderdeel van Kietberg 6.V., is actief in de produktie en verkoop van iendelijke pofyetheen verpakkingen en foliën pdel, industrie en tuinbouw. Het uiterst produkbebedrijf is gevestigd in Genderen, met in totaal 100 medewerkers. van de afdeling nabewerking, welke efficiency, kwaliteit en leverbetrouw- ir richting te geven, willen wij voor in contact komen met M/V «pil is van zijn ploeg tie: oorman geeft leiding aan een ploeg van ca. iedewerkers, die in de toekomst nog sr zal groeien. muleert en motiveert de produktie- ïwerkers, geeft instructie, ten einde zo ënt mogelijk te produceren, pporteert aan de chef nabewerking over de tgang van de produktie en neemt akties ie planning te realiseren. ms Plastics vraagt: opleiding op MTS-werktuigbouw of elektro u of een vergelijkbare opleiding. nggevende capaciteiten. iteit om produktiemachioes af te stellen. t ondersteuning bij het opstellen van rhoudschema's. ie contactuele eigenschappen, idheid tot het werken in een >egendienst. tijd: vanaf 22 jaar. ans Plastics biedt: veelzijdige functie met verantwoordelijkheid :n betrouwbaar, stabiel bedrijf met goede omstperspektleven. goed salaris in overeenstemming met het tieniveau. uw sollicitatiebrief met c.v. sturen naar: ans Plastics BV., t.a.v. de heer G. Colijn, personeelszaken. VERPAKKINGEN EN FOUE LONDEN - John Le Carré, de kroniekschrijver van de Koude Oorlog, wordt een bestseller in de Sovjetunie. De Russische vertaling van The Russia House, door de Britse critici uitge roepen tot de eerste post-glasnost spionageroman, krijgt een eerste oplage van een miljoen. The Russia House is bijzonder aangeslagen bij de Russische le- jers, die in de rij staan om de feuilletonversie ervan in het lite raire tijdschrift Ogonjok te bemachtigen. Het tijdschrift is vaak ai voor acht uur 's morgens uitverkocht. Grote bron van vermaak voor de Russen is de manier waarop Le Carrés de spot drijft met de CIA en zijn tot in de details nauwkeurige portrettering van het Sovjetleven. Hij schreef de roman na zijn eerste bezoek aan het land in 1987. In dat jaar speelt The Russia Höhse, een beschrijving van het ochtendgloren van de perestrojka en het grimmige pessimisme van gewone Russen die Gorbatsjov als een tweede Chroetsjov zien; weer iemand met loze beloften en onvervulbare dromen. The Russia House betekent Le Carré's definitieve doorbraak in de Sovjetunie. Drie van zijn eerdere boeken waren al in verta ling verschenen en Raisa Gorbatsjov zou een grote fan zijn. De Russische dichter Andrei Voznesenskij heeft Le Carré een 'vir tuoos' schrijver genoemd. Le Carré's Russische lezers zien de Russische realiteit geschil derd in de roman, evenals prachtige portretten van de betover ende ouderwetse charme van het land (ook al is dat alleen om dat het land in de negentiende eeuw is blijven steken). Le Carré wijst er bijvoorbeeld op dat er in het Russisch geen woord bestaat voor privacy, en een van de personages in het boek stelt de optimistische kletspraat aan de kaak dat een nieuw tijdperk nu aangebroken zou zijn. Desondanks zal Le Carré zich niet hoeven onderwerpen aan de ooit alomtegen woordige censuur: Vladimir Stabnikov, een oude vriend van Le Carré, heeft toestemming gekregen de roman te vertalen zonder enige bemoeienis van staatswege. Ook zal Le Carré royalties ontvangen, hetgeen tot voor kort niet mogelijk was voor buitenlandse auteurs. Le Carrés lezerspubliek is waarschijnlijk nog vele malen gro ter dan de 1 miljoen mensen die The Russia House zullen ko pen. De vraag naar boeken is in de Sovjetunie altijd groter dan bet aanbod. Mensen moeten er hun toevlucht nemen tot biblio theken, fotokopiën en voorleesavonden. Copyright The Sunday Times Aleksander Tisma: innerlijke dramatiek. - fotomeulenhoff Door Henk Egbers Een verschrikkelijk (knap) boek: 'Het gebruik van de mens'. Upotreba Coveka werd door Tom Eekman uit het Servokroa- tisch vertaald. De auteur Aleksander Tisma (1924) heeft in deze roman op onbarmhartige manier de Duitse bezetting van zijn geboortestad Novi Sad in Joegoslavië vorm gegeven. Racisme en collaboratie, het lot van de joden en nazi-kampen worden zo tastbaar gemaakt, dat dit boek als het ware bevestigt dat de stroom boeken over de oorlog inderdaad eindeloos kan zijn: Toch hebben, naar mijn gevoel, oorlogsromans vaak het nadeel van eente sterke concentratie van alle leed op één hoop; een enigszins vertekend beeld (en daarmee soms van de emotie) van de werkelijkheid. Die realiteit was vaak van een peilloze pijn, maar was toch ook gebed in een 'compenserende' alledag, die het leed enigszins verteerbaarder maakte dan uit een der gelijk boek naar voren komt. Tisma schroeft de pijn zó toe, dat ze verstikkend is. In die hele samenleving die hij beschrijft deugt er dan ook niemand echt en is het duidelijk dat de mens de mens een wolf is (homo homini lupus). Er is ergens sprake van de 'magie van het doden'. Novi Sad is een stad met Serven, Hongaren, Duitsers en Joden. Tijdens de jongste ontwikkelingen binnen het Oostblok hebben we kunnen zien hoe groot de etnische spanningen er nog zijn. Wantrouwen en angst regeren er; de hoerenkast is daarbij het drogerende element (althans voor de mannen) dat nivelleert. De komst van de Duitsers als bezettende macht spitst enerzijds de tegenstellingen toe en legt anderzijds de 'ware' aard van de acteurs in het drama bloot. Daarbij is er een typisch onder scheid tussen mannen en vrouwen. De geijkte rollenpatronen hebben hun uitlopers in de conflictueuze situaties van verraad, heldenmoed (zelden), pijniging en leugen. Ksma heeft zijn boek op een merkwaardige wijze gecon strueerd. Verspreid liggen de hoofdstukken, die beginnen met bepaalde steekwoorden Straattaferelen, Natuurlijk en ge welddadig sterven, Woningen), die het décor, de leefsituatie van de mensen in Novi Sad bepalen. Hij vertelt de gebeurtenis sen niet chronologisch, maar centreert ze rond bepaalde perso nen. De chronologie ligt door elkaar, maar daarmee roept hij e® bijzondere spanning op. Het geheel houdt hij bijeen door de historie van een dagboek, geschreven door 'Fraulein', een een- Mme Duitse vrouw die in Novi Sad Duitse taallessen gaf. Het komt alleen aan het begin en het slot van de roman aan de orde en verbindt mensen met elkaar. De joodse familie Robert Krone neemt een centrale plaats in om het meest gecompliceerde jodenleed te kunnen bedenken ®t zo ongeveer mogelijk is. Robert huwt met het Duitse dienstmeisje uit zijn jeugd.. Zoon Gerard en dochter Vera wor den door de 'afvallige' vader gehouden aan het officiële joden dom. Beiden schieten door, maar bekopen het op een afschuwe lijke manier met de dood. Vera, die als hoer in het concentra tiekamp overleeft, wordt tot een van de afschuwelijk ontroe rendste figuren uit het hele boek. Een andere belangrijke per soon is de advocaat Lazkovic, die van anti-Duitser een collabo rateur wordt, terwijl zijn zoon omgekeerd en om andere reden 7an moffen-vriend tot partizaan wordt. Een verbindingslijn wssen deze patronen is de broer ss'er van de Duitse vrouw van Krone. Mensen worden gebruikt en verbruikt en misbruikt; op de meest gruwelijke manieren. Als de oorlog voorbij is doet het er eigenlijk niet meer toe wat en hoe men in de oorlog geweest is. De ondergane pijn en ellende is het enige dat hen nog met elk aar verbindt. Dat wordt gepersonificeerd in Vera en de zoon van Lazkovic die elkaar ontmoeten. Verschrikkelijk Aleksander Tisma, die met Konrad, Kundera en Danilo Kis ge rekend wordt tot de grote hedendaagse schrijvers in genoemd eeel van het Oostblok heeft een verschrikkelijk boek geschre- j!®' niet alleen omdat hij heel realistisch zulke verschrikke lijke dingen opschreef, maar met name door de indringende Haruer waarop hij in staat is de psychologische processen Qaarbij tastbaar te maken. fjr zijn al heel wat ellendige dingen over de oorlog heel realis- isch opgeschreven -daaraan ontbreekt het niet- maar de dit h 6 dramatiek daarbij vaak aan de orde is, wordt in doek tot een innerlijke dramatiek, die de lezer in al zijn ve is kan meevoelen. Daarbij komt dat de inhoud van deze ro an een bijdrage kan zijn tot een genuanceerder oordeel over mensen in de oorlog; nu zijn de denkpatronen veelal zwart- lc„.i?oed en kwaad, maar het was het grijze midden dat bepa- '®d is geweest. Ook in Nederland. I ^9 so ander Tisma Het gebruik van de mens, uitgeverij Meulenhoffprijs „De mensen zeggen dat ik pas laat begonnen ben. Maar het enige waar ik laat mee was, was met het vinden van een uitgever voor mijn werk". - foto ap Door Ray Connolly Een paar jaar geleden las de Britse schrijver Kingsley Amis een interview met zijn vriend en collega-schrijver Philip Larkin. Gevraagd op welke leeftijd hij begon te schrijven, was het antwoord van Larkin: „O, in mijn pu bertijd, net als iedereen". „Wat?" dacht Amis verbijs terd. „Pas in zijn pubertijd? Toen schreef ik al jaren". Amis was altijd aan het schrij ven. Zijn eerste werk was een 99-regelig rijmloos gedicht over de heilige Sofia. Wat later, toen Amis twaalf was, kwam 'The Sacred Rhino of Uganda', een verhaal van 200 woorden voor de schoolkrant, dat begon met de dialoog: „We moeten zo snel mogelijk vertrekken, zei kapitein Harley tegen zijn zoon Mark". „Geen bijster interessante dia loog, dat geef ik toe. Duidelijk geïnspireerd op de stripboeken die ik toen veel las en die meestal met iets dergelijks van start gingen". Kingsley Amis is "in 1922 gebo ren in Norbury in zuid-Londen. Zijn oüders behoorden tot de middenklasse en als enig kind werd hij overbeschermd opge voed. „Ik mocht van mijn ouders bijna nooit met andere kinde ren spelen. Zeker niet op straat. Ik denk dat de familie wat aan lager wal geraakt was, een treedje lager op de sociale lad der was komen te staan en dat ze bang waren af te zakken tot de arbeidersklasse.". Van zijn naaste familie was al leen zijn grootvader van moe derszijde geïnteresseerd in lite ratuur. Hij had de verzamelde werken van alle Engelse dich ters in zijn boekenkast. Amis kon goed met hem opschieten. „En toen ging hij, de idioot, als eerste dood. Ik zal toen rond de acht geweest zijn. Mijn groot moeder zei dat ik vijf boeken mocht kiezen uit zijn biblio theek, op voorwaarde dat ik voorin zou schrijven dat ze van mijn grootvader geweest wa ren. Ik koos, wat anders, Keats, Shelley, Byron". Alles bij elkaar genomen ver tonen Amis' naaste familiele den een zekere gelijkenis met de zwarte, sombere en soms ko mische personages in zijn boe ken. Zo is daar oom Leslie, die niet trouwde maar thuisbleef om voor zijn moeder te zorgen. „Ze was echt een vreselijk mens, zo kwaadaardig als de pest. Zijn leven met haar was een hel en hij begon te denken dat hij misschien wel homofiel was. Hij kwam naar mijn va der met zijn vermoedens. Die zei: 'Ik neem aan dat je naar een dokter geweest bent'." „Toen mijn grootmoeder uit eindelijk stierf, ze was toen 89, ging hij de hele wereld rond en pakte alles wat bewoog (wat vrouwen betreft). Hij was hele maal niet homofiel, zijn leven was alleen zo verwrongen ge weest. De arme kerel stierf iets van 18 maanden later, maar hij had wel een prachtige tijd ge had". En er was de zuster van zijn moeder, tante Dora, die ook voor haar moeder zorgde en in de familie bekend stond als een beetje raar. Uiteindelijk werd ze zo raar dat ze haar in een ge sticht opborgen. „Eigenlijk was ze helemaal niet gek,zg leed an een obsessieve angstneurose, maar in die dagen werd ieder een die een beetje raar deed op gesloten". „Toen kwam het nieuws dat haar moeder was overleden. Onmiddellijk zei ze: 'Wat voor dag is het vandaag? Welk jaar?' Er was niets raars meer aan haar. Vreemd, niet?" Terwijl dit allemaal op de ach tergrond speelde, groeide de jonge Amis op. „Ik herinner met dat ik toen ik zeven of acht was tegen mijn moeder zei dat ik nets te doen had en zij stelde voor dat ik wat zou schrijven. Niet omdat ze wilde dat ik een schrijver zou worden, maar om me zoet te houden". raadjes, maar niks. Hij ging liever naar school. Eerst was dat Norbury College, een kleine particuliere school, en later de City of London school, die zijn vader en oom ook bezocht had den. Daar kwam Amis in aan raking met dingen waar zijn familie geen goed woord voor overhad. Eerst ontdekte hij klassieke muziek, waar zijn vader een hekel aan had, al kochten zijn ouders wel een platenspeler voor hem, en toen jazz. „Ik vond het ontzettend leuk. Ik schreef verhalen en probeerde een stripboekje te maken door advertenties uit de krant over te trekken en daar verhaaltjes bij te schrijven. Ook maakte ik kleine gedichtjes gebaseerd op de verhalen die ik op school las of in boeken die mijn ouders voor me kochten Victoriaanse schoolverhaalijes". Vakantie vond Amis, in tegen stelling tot zijn schoolkame- Mijn vader hield ook niet van jazz", lacht Amis nu. „Ik herin ner me dat ik een symfonische plaat van Duke Ellington draaide, ik geloof dat het de 'Black, Brown and Beige Suite' was erg intellectueel en mijd vader zei dat het hem deed denken aan een kudde kanni balen dansend rond een kook pot met menselijke resten. De bussy kwam trouwens meer in de richting". In 1939 betekende het uitbreken van de oorlog dat de City of London school geëvacueerd werd naar Malborqugh ('Alleen tijdens de schoolsemesters, we gipgen naar Londen terug om gebombardeerd te worden in de vakanties') en daarna kreeg hij een studiebeurs voor het St. Johns College in Oxford waar hij Engels studeerde. Ongeveer het eerste wat hij deed in Oxford was lid worden van de communistische partij. „Dat was om mijn vader een kool te stoven. Ik was op school ook al een communist geweest. We hadden een nepparlement en ik vertegenwoordigde ex treem links. Ik las al die vrese lijke pamfletten. En als lid stak ik veel tijd in hun vergaderin gen". „Toch was dit geen verspilde tijd. Achteraf gezien heb ik toen geleerd hoe onoprecht de communisten waren. Bijna on- middelijk begon ik naar rechts af te wijken". Vruchtbaarder was de vriend schap die hij in de eerste week van zijn studentenleven sloot met Philip Larkin. „Philip schreef toen al poëzie en toen ik zijn werk las, kon ik, tot mijn verdriet en mijn grote jaloezie, zien dat hij veel beter was dan ik. Hij was een goed voorbeeld voor me en spoorde me aan door te zeggen dat je er aan moet werken om het goed te krijgen. Dit lijkt nogal vanzelf sprekend, maar het is iets wat je moet leren". Voor de publicatie van zijn werk had Larkin ook een eer lijke methode. „Er is een ma nier waarop je je werk gega randeerd gedrukt krijgt", ver telde hij Amis, „en dat is iets te schrijven dat heel, heel erg goed is". Voordat hij dat kon doen werd Amis opgeroepen voor mili taire dienst. Hij heeft de inva sie van de geallieerden in Nor- mandië van dichtbij meege maakt. Hij vocht niet aan de frontlijn maar was dichtbij ge noeg om de gruwelijke realiteit van de Duitse doden te zien, het lichaam van een paard, nog in de disselbomen van de affuit. In 1945 keerde hij terug naar Oxford en ging aan het werk. Met zijn bul op zak schreef hij zijn eerste, nooit gepubliceerde roman, The Legacy. „Ik had daarvoor veel absoluut waardeloze poëzie geschreven en deze roman was ook volsla gen gezever. De enige keer dat het boek de middelmatigheid ook maar enigszins benaderde was in een beschrijving van Berkshamsted waar ik in die tijd met mijn ouders woonde. Die heb ik nog een beetje uitge molken in 1960 in Take a Girl Like You". „The Legacy was modernisti sche onzin en die ben ik in de loop der tijd wel kwijt geraakt. Dat was een van de voordelen van het niet hebben van enige literaire contacten. Als ik het ding gepubliceerd gekregen had had ik waarschijnlijk tien jaar nodig gehad om er weer bovenop te komen". Pas in 1954, toen Amis 32 was, werd zijn eerste boek, 'Lucky Jim', gepubliceerd. „De mensen zeggen dat ik pas laat begon nen ben. Maar het enige waar ik laat mee was, was met het vinden van een uitgever voor mijn werk. Ik had niets anders kunnen doen dan schrijven. Ik heb geboft. Ik ben een van de weinige mensen die hebben kunnen doen wat ze altijd wil den doen en die ervan kunnen leven. Copyright The Times Door Henk Egbers TON van Reen heeft aan zijn boeken over het 'rijke' roomse leven weer één toe- gevoegd. Hij heeft in 'Roomse meisjes' opnieuw een groot aantal feitjes en merkwaardigheden uit de achter ons liggende vijftiger jaren aan elkaar gebreid als chroniqueur van een bur gerlijk Limburgs milieu. Het zijn autobiografische erva ringen in een Peeldorp, die voor een deel herkenbaar zijn uit zijn eerdere boeken. Cen traal staat het gezin van de verteller, waar de vader (poli- tie-agent) is overleden en de moeder haar eenzaamheid pro beert te delen met een geschei den Amsterdamse, die als een vreemde eend in de bijt in het dorp verblijft. De kinderen zijn in de leeftijd van puberteit tot adolescentie. De moeder en haar generatie drijft nog op de ge- en verbo den van de rooms katholieke kerk en het menselijk opzicht. De kinderen tonen de eerste te kenen van verzet, die in de zes tiger jaren zou doorbreken. Het zijn de jaren van Honderd Jaar Kromstaf en Mandement (hoe wel die niet aan de orde ko men). Van Reen heeft daarom heen een décor gebouwd, dat bestaat uit een grote hoeveelheid anec dotes, die toen het leven karak teriseerden. Een grote rol daar bij speelt de Maria-verschij ning die een dorpsmeisje in die tijd zou gehad hebben en waar mee het kerkelijk gezag geen raad wist; herhaaldelijk werd van dit soort verschijnselen in die tijd melding gemaakt. De jeugdbeweging Jong Neder land, een seminarie in de naaste omgeving, vakbondpe rikelen, kuisheidssyndromen, dominerende pastoor en paters, lectuurperikelen, kerkelijke devoties, Katholiek Nederland en Het Rode Gevaar, de mis- senhandel, Hongaarse Opstand en Mindszenty.Dat zijn wat steekwoorden uit het verhaal, die bij de generatie, die in de vijftiger jaren bewust een rooms leven in zijn of haar op voedingspakket had, aan touwtjes zullen trekken. Voor mij is het een vraag of dit een generatie voor wie dat vreemd is, nog kan boeien. Terugkijkend zullen deze ver schijnselen voor de meesten waarschijnlijk geen aanleiding zijn voor vertederende nostal gie. Zonder nu direct een slaehtofferge voel te krijgen - hetgeen niet denkbeeldig is - zal eerder de verwondering over zoveel idiotisme zich aan dienen. Dat is dan wel vanuit een nieuwe situatie in 1990 be keken. Waarschijnlijk zal in 2025 een soortgelijk boek ge schreven worden over onze nu actuele jaren negentig. Het positieve van 'Roomse meisjes' (een te suggestieve commerciële titel) is, dat Van Reen probeert zo objectief mo gelijk de verschijnselen te be schrijven. Het is geen opgelegd omzien in wrok, ook al zal de drijfveer om dit boek te maken mogelijk wel deze lading gehad hebben. Hij heeft talloze feiten en anekdotes, waar we ons nu vaak over verwonderen of waarvan we de kwalijke gevol gen soms nog ondervinden, verzameld en in 'gezinsver band' gezet. Zelf vind ik er niet zoveel aan om deze dingen te herkauwen; het is nogal saai; er gebeurt niets met deze stof. Er lopen wel enkele verhalende draden door deze familiekro niek, maar ze worden niet ge sponnen tot een roman; tot een verrassend nieuw gegeven. De 'rozenkrans' van korte scènes, met hun opstel-karakter, pre velt de geschiedenis van een weinig opwindende tijd. De roomse meisjes die door het boek wandelen zijn weinig op windend; de 'stoute' dingen die ze doen zijn in andere verban den al veel spannender aan de orde geweest. Een vijftienjarige jongen in 1956 zal niet anders in elkaar gezeten hebben dan zijn opvol ger in 1990. Maar de benauwe nis van het burgerlijk roomse milieu, die hem indertijd (mis) vormde, verschilt wel van de opvoeding of het gebrek eraan in onze dagen. Het boek 'Roomse meisjes' biedt cultuur historisch in ieder geval stof tot nadenken over de relativiteit van opvoedkundige systemen, met of zonder kerk. Reen - Roomse meisjes, uitgeverij Contact, prijs 32,90 BERNLEF, auteur met een beperkt lezerspubliek en met een gemiddelde oplaag van 4000 exemplaren voor zijn romans, werd ineens een bekende Nederlander met zijn roman 'Hersen schimmen' (1984), waarvan nu al meer dan 300.000 exemplaren zijn verkocht. Bernlef is dus een alleszins te verantwoorden aanleiding voor het tijdschrift BZZLLETIN een dubbelnum mer (176-177) aan hem te besteden. Niet minder dan dertien bijdragen werden geschreven over zijn oeuvre. Peter Nijssen probeert bijvoorbeeld een beeld van de schrijver te distelleren uit zijn werk. 'Geen man-uit-één- stuk. De man die zich daaruit laat kennen is een man zonder eigenschappen, net als hoofdpersoon uit het gelijknamige ro manessay van Robert Musil'. Toch, zo laat dezelfde auteur in een tweede bijdrage zien, speelt de foto een belangrijke rol als motief in zijn werk. Bernlefs Drie eiland-romans (Sneeuw, Meeuwen en Onder ijs bergen) worden door August Hans den Boef bekeken als stu dies over communicatie en identiteit. Natuurlijk wordt ook zijn 'Hersenschimmen' geanalyseerd. Dat doet Mare Goossens. 'Door al te eenzijdige aandacht voor het onderwerp dementie en het perspectief van de roman, is de thematiek van het boek wat in de verdrukking geraakt'. Zijn roman 'Publiek geheim', waarvoor de eerste AKO-prijs werd gegeven wordt met rede nen omkleed door Kees van 't Hof nog weer eens aanbevolen. Het wisselvallige dramatische werk van Bernlef wordt door Alice Mieiart op de snijtafel gelegd en Henk Romijn Meijer be kijkt zijn relatie met de jazz. Zijn jongste boek 'Vallende ster' (89) is voor Bernd Albers o.m. aanleiding de schatpligtigheid van Bernlef aan het werk van anderen nog eens te bekijken. Verder is er een voorpublikatie te lezen van zijn nieuwe boek dat in oktober moet verschijnen: 'Doorgaande reizigers'. H.E. BZZTóH; Bernlefnummer uitg. BZZTöH - 15,-. Leon de Winter houdt je uren bezig. - fotoarchiefdestem Door Henk Egbers 'DE GOD van Mozes riep met straffen als de dood van kin deren slechts woede over zich af, de grenzeloze woede van de vader; de God van Spi noza echter smeekte om ver giffenis, omdat hij de Natuur niet anders had ontworpen dan met geboorte, lijden en sterven'. De diplomaat Felix Hoffman leeft in de roman 'Hoffmans's Honger', van Leon de Winter, tussen deze beide goden in om naamloos ten onder te gaan in leegte. Leegte, verwording, het zoe ken naar.al deze benoe mingen in vorige titels van De Winter komen in dit boek terug. En ook in zijn roman Kaplan (1986) lees je al: 'Ka- plan had Hoffmans' Honger geschreven. De roman werd verfilmd. De rol van de jonge Tsjechische minnares van de ambassadeur Felix Hoffman werd gespeeld door een onbekende Poolse actrice' etc. Hoffman is een tragische diplomatieke figuur, die hier wat grotesk de wereld, die Leon de Winter in zijn vorige boeken te kende, naar haar uitersten leidt. In dit verband is treffend de titelverandering, die zijn debuut - tegelijk met deze jongste ro man heruitgegeven - heeft ondergaan. 'Over de leegte in de wereld' werd 'Eergisteren, overmorgen'. De leegte die Hoffman in zijn leven ervaart probeert hij als 'een gemankeerd intellectueel' te vullen met het lezen van de 'Verhandeling over de verbetering van het verstand' (Tracta- tus de intellectus emendatione) van die andere jood, de Carte siaanse Spinoza. Maar niet meer dan om de tijd te doden, al komt de ethiek van deze geleerde, die leefde van 1632-1677, hem wel van pas. Maar zijn eergisteren leidt uiteindelijk tot een overmorgen dat even leeg blijft, omdat Spinoza's God die geba seerd is op zeer rationele affecties hem geen ontsnapping biedt. Ze vreten en zuipen allebei, Freddy Mancini en Felix Hoffman. Mancini, die de roman opent, lijkt een beetje een vreemde eend in de bijt. Later zal blijken dat De Winter hem nodig heeft in verband met de thrillerachtige plot, die hij inbouwt. Eerlijk ge zegd had ik het 'spannender' gevonden als hij de kwintessens van de roman zonder dat spionagecomplot had uitgewerkt. Hoffman en Mancini vreten en zuipen, omdat zij in hun per soonlijk leven vastgelopen zijn in koesterend menselijk kon- takt. De mentale, geestelijke honger wordt omgezet in fysieke honger. In het eerste hoofdstuk blaast De Winter die Mancini (te) geweldig op. Hoffman, die daarna aan de beurt is, blijft sympathieker. Het leven zelf lijkt hem een loer gedraaid te hebben. De ellende is niet te overzien. Zijn joodse ouders bleven in een concentratie kamp. Zijn ene dochter sterft aan leukemie en zijn andere gaat aan drugs ten onder. Zijn huwelijk met Marian bezwijkt aan de spanningen die dat oplevert. Hij is aanvankelijk enthousiast begonnen, ais diplomaat verdienstelijk zwoegend in derde we reldlanden. Weliswaar is hij geen sterke persoonlijkheid en en kele menselijke zwakheden laten hem uiteindelijk Praag als troostprijs over. Daar zit hij dan als ambassadeur. Iedere nacht wakker, en de ijskast plunderend. Maar hij probeert dan toch nog bij Spinoza de weg naar het geluk te vinden. Spinoza wordt dan ook herhaaldelijk geciteerd en er met de haren bijgesleept om nog meer verwarring te stichten. De Winter werkt dat Spinoza-gegeven niet zo sterk uit en heeft waarschijnlijk gedacht dat dit thema een te smalle basis zou zijn voor een breed lezerspubliek. Daarom heeft hij er een spio nagezaak in verweven, waarbij hem de verliefdheid op een dubbelspionne fataal wordt. Hoewel zelfs Spinoza hem niet van deze liefde afhoudt, blijkt toch dat deze dubbelhartige vrouw fake is en niet in staat zijn levensleegte te vullen. Doordat Leon de Winter zijn boek Iaat spelen tussen 21 juni 1989 en 31 december 1989 heeft hij zijn tekst geactualiseerd naar de politieke ontwikkelingen (doorbraak van De Muur en instorting van het communisme) toe. Hij deelt daarbij onder meer tikken uit naar de Nederlandse politiek. 'Hoffmans' voor naamste opdracht in Praag was het steunen van dissidenten, een door de woordvoerdersclub van BZ bedachte stunt. Nie mand in Den Haag gaf een donder om de dissidenten hier, hij zelf incluis. De minister kon echter in de kamer scoren met zijn gedweep met zweverige humanisten of teleurgestelde commu nisten'., De Winter die ook in zijn vorige werk tegen schenen bleek te schoppen, heeft ook in deze roman de nodige prikkelende op merkingen staan. Maar of hij scoort met de opmerking dat 'een journalist een treurig soort mens is dat zijn haatdragendheid tot beroep heeft verheven' valt te bezien. Felix Hoffman blijft met De Winter samen zoeken naar een zin van de werkelijkheid. Dat gebeurt via veel omwegen; via ro mans; via een filosoof nu. Hoffman komt tenslotte niet verder dan deze conclusie: 'Deze eeuw moet weg. Ik wil hem zien doodgaan. Dat is de enige manier om 'm alles nog een beetje betaald te zetten. We hebben 'm overleefd, we zullen hem be graven'. Het zal een tijdloos gevecht blijven. Lees eerst maar "'Eergisteren, Overmorgen', zijn debuutbundel verhalen (her schikt) en daarna Hoffman's Honger. Leon de Winter houdt je uren bezig. Leon de Winter: Eergisteren, overmorgen - uitg. In de Knipscheer, prijs 19,50. Leon de Winter: Hoffman's honger - uitg. De Bezige Bij, prijs 29,50.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1990 | | pagina 39