ïmen:
schizofrene
vadermoord
op
Uncle Sam
11
Filipijnen
Tunesië overhoop met moslim-fundamentalisten
Andes-landen koesteren ideaal van integratie
Puerto Rico denkt
nog een jaar na
Zuid-Afrika
MINISTER
V
DE STEM EXTRA WOENSDAG 13 JUN11990.
MANILA - Voor de Amerikaanse ambassade in
Manila speelt zich dagelijks een schizofreen
drama af dat zeer illustratief is voor de haat
liefde verhouding tussen de Filipijnen en de Ver
enigde Staten.
Amerikaanse
militaire bases op
het eiland Luzon
EENHEID NOODZAAK TEGEN EUROPESE EN AMERIKAANSE BLOKKEN
Sceptisch
f-' <s* *i* I
pESTEM BUITEN
IERSE PREMIER
DEN HAAG (ANP) - Min
lingssamenwerking) heef
lijkse conferentie over o
Indonesië, de IGGI, geope
Opschorten
Rapporten
R4
Door Kunda Dixit (IPS) i
Iedere ochtend verdringen zich honderden mensen voor
de ingang van het gebouw om een visum te krijgen voor
een reis naar Amerika, 's Middags wordt hun plaats in
genomen door nationalistische jongeren die de straten
bekladden met anti-Amerikaanse leuzen, de 'stars and
stripes' in brand steken en 'Yankee, go home' roepen.
De Filipijnen worden heen en weer geslingerd tussen een hang naar alles wat Amerikaans is en een felle haat tegen de
Amerikaanse inmenging en overheersing, 's Ochtends staan er voor de Amerikaanse ambassades massa's mensen voor een
visum,'s Middags wordt er gedemonstreerd. - - fotoepa
De Verenigde Staten moeten
hun twee militaire bases vanaf
september 1991 verlaten.
Een op de vijf Filipijnse toeris
ten naar de Verenigde Staten
gebruikt het toeristenvisum om
illegaal in het land te blijven.
Als de huidige trend doorzet,
zullen er aan het eind van de
eeuw twee miljoen Filipijnen
in de Verenigde Staten wonen,
waarmee zij de grootste Aziati
sche minderheid van het land
zullen vormen.
Voor veel Filipijnen is Ame
rika het beloofde land, maar
voor de nationalisten is de USA
de bron van alle kwaad in het
vaderland.
Deze week is alle aandacht
weer gericht op de aanwezig
heid van de Amerikaanse mili
taire bases in de Filipijnen,
vanwege het voorbereidend
overleg over de toekomst van
de Amerikaanse militaire ba
ses. Onlangs zegde de Filipijnse
regering het bestaande verdrag
met de VS mef ingang van sep
tember 1991 op. Tenzij er een
nieuw verdrag komt, hetgeen
zeker niet uitgesloten is, zullen
Clark Air Base en Subic Bay
Naval Base, de twee grootste
Amerikaanse bases buiten de
Verenigde Staten, hun poorten
moeten sluiten.
Voor de meeste academici,
intellectuelen en columnisten
in de Filipijnen zijn de twee
bases het meest schrijnende
symbool van de neo-kolonialis-
tische machtsverhoudingen
tussen Washington en Manila.
De VS namen de Filipijnse ko
lonie in 1898 over van Spanje en
het land werd na de Tweede
Wereldoorlog onafhankelijk.
„De lange, scherpe schaduw
van Subic en Clark ligt over
het land en de geest van de Fi
lipijnen", is een van de gevleu
gelde uitspraken van Raul
Manglapus, de Filipijnse mi
nister van buitenlandse zaken
en hoofdonderhandelaar met
de Amerikanen.
Manglapus, een fanatiek
jazz-saxofonist en schrijver
van een 'Broadway-musical'
over de Amerikaans-Filipijnse
betrekkingen, zegt dat de Fili
pijnen alleen him zelfrespect
kunnen herstellen door „een
moord op het Amerikaanse va-
der-beeld".
Dat Amerikaapse vader
beeld is alomtegenwoordig. De
door neon verlichte Colonel
Sanders van Kentucky Fried
Chicken ziet goedmoedig uit
over straten vol jeepneys, en de
nieuwslezer van het journaal
lijkt een tweelingbroer van de
befaamde Amerikaanse .an
chorman' Dan Rather. De Fili
pijnse legerofficieren, die zijn
opgeleid aan de militaire aca
demie West Point in de VS,
praten over de linkse rebellen
in hun eigen land, met de ter
minologie van GI's die de Viet-
cong beschrijven.
Manglapus zelf is een van de
beste voorbeelden van de Fili
pijnse nationale schizofrenie.
In de jaren vijftig was hij een
vurig pleitbezorger van de
Amerikaanse militaire aanwe
zigheid in het land en werd hij
er zelfs van beschuldigd een
agent te zijn van de CIA.
„De Filipijnen komen terug
van het besmeurde blazoen dat
zij opliepen door de te nauwe
omgang met de Amerikanen.
Nu lijken ze gevangen te zitten
in een net van tegenstrijdighe
den", schreef de Amerikaanse
auteur Stanley Karnow in zijn
boek „Naar ons aangezicht; het
Amerikaanse rijk in de Filipij
nen".
Het Filipijnse buitenlands
beleid is altijd een afspiegeling
geweest van het Amerikaanse.
Terwijl de wereld in beweging
kwam, bleef Manila een van de
laatste Amerikaanse bastions
van de Koude Oorlog.
De Sovjet-luchtvaartmaat
schappij Aeroflot onderhoudt
een wekelijkse dienst op het fel
anti-communistische Singapo
re, maar Manila is nog altijd
gesloten. Schepen uit de Sov
jetunie mogen niet in de be
langrijkste Filipijnse havens
komen, en een Filipijnse diplo
maat die trouwde met een Rus
sische vrouw van Chileense af
komst, werd in 1988 terugge
roepen uit Lima, omdat hij een
'veiligheidsrisico' zou zijn.
De CIA is in Manila openlijker
actief dan waar dan ook in de
Derde Wereld. Filipijnse politi
ci, zoals wijlen Benigno Aqui
no, de echtgenoot van de hui
dige president Corazon Aquino,
gingen openlijk prat op hun -
al dan niet bestaande - contac
ten met de CIA.
In de jaren vijftig werden
Filipijnse presidenten door de
CIA uitverkoren, opgepoetst en
gekozen. Toen vorig jaar een
schoonheidskoningin in Manila
voor de televisie de vraag werd
gesteld wat zij wilde worden,
antwoordde ze zonder aarze
len: „Een CIA-agent."
Vaak hebben de Amerikanen
een directe rol gespeeld in bin
nenlandse Filipijnse aangele
genheden, met als zeer recent
voorbeeld het ingrijpen van de
Amerikaanse luchtmacht bo
ven Manila, tijdens de poging
tot staatsgreep tegen president
Aquino in december.
Het gevolg daarvan was dat
nu zelfs de rechtse rebellen in
de Filipijnen anti-Amerikaans
geworden zijn. Opstandige of
ficieren waarschuwden Wash
ington zich niet met de zaken te
bemoeien, omdat zij bereid wa
ren de Filipijnen te veranderen
in 'een nieuw Vietnam'.
De Filipijnen worden heen
en weer geslingerd tussen een
hang naar alles wat Ameri
kaans is en felle haat tegen de
Amerikaanse inmenging en
overheersing. En als het gaat
om kwesties als de aanwezig
heid van de bases, lopen de
emoties hoog op. „De kwestie
van de bases draagt ertoe bij
dat de Filipijnen verstrikt blij
ven in een neurotische, mani
puleerbare en psychisch ver
lammende afhankelijkheid",
schreef de Amerikaanse diplo
maat Francis Underhill die in
de jaren zéventig in Manila ge
vestigd was.
De opiniepeilingen geven
aan dat nog altijd zestig pro
cent van de bevolking wil dat
de Amerikaanse bases in de Fi
lipijnen blijven. Maar de trend
is dat die steun omgekeerd
evenredig is aan de groei van
het nationalisme.
Door Abdelmajid Bejar (IPS)
TUNIS - De Tunesische po
litie gaat maatregelen ne
men om de voorkomen dat
heilige plaatsen en mos-
keeen gebruikt worden voor
politieke agitatie, zo heeft
een regeringswoordvoerder
meegedeeld.
De maatregelen volgen op twee
gewelddadige botsingen tussen
leden van de fundamentalisti
sche moslimbeweging de 'En-
nahdha' (wedergeboorte) en de
politie bij de moskee van Ibn
Khaldoun-city, een voorstad
van de hoofdstad Tunis.
Na de ongeregeldheden zijn
tientallen mensen gearres
teerd. Ibn Khaldoun-city is een
arbeiderswijk waar veel fun
damentalistische moslims wo
nen, die tot Ennahdha behoren,
een beweging die niet wettelijk
erkend is door de Tunesische
regering.
De Tunesische pers citeerde
bronnen die meldden dat de
ongeregeldheden vorige week
zaterdagavond begonnen nadat
de politie met traangas ingreep,
om te voorkomen dat Mabrouk
Zren, een van de Ennahdha-
leiders, na het avondgebed in
de moskee een politieke bijeen
komst zou houden. De menigte
die zich voor de moskee had
verzameld sloeg vervolgens
met stukken hout, ijzeren sta
ven en stenen op de politie in.
De botsing liep uit op een ge
vecht waarbij zowel de politie
als de moslims versterking
kregen. Aan beide kanten viel
een onbekend aantal gewon
den. Mabrouk Zren werd door
de politie gezocht voor het hou
den -van politieke bijeenkom
sten in El Ouardia, een ander
stadsdeel van Tunis waar ook
veel fundamentalisten wonen,
maar hij wist te ontkomen.
Drie jaar geleden, in 1987,
vond een soortgelijke gebeurte
nis plaats. Zren werd toen na
een bloedig gevecht tussen de
politie en leden van zijn islami
tische beweging MTI, de voor
loper van Ennahdha, opgepakt.
In datzelfde jaar werden de lei
ders van MTI veroordeeld tot
zware gevangenisstraffen.
De voormalige president Ha-
bib Bourguiba, die steeds meer
greep verloor op de politieke si
tuatie, was ontevreden met
deze straffen en wilde een
nieuw proces waarbij de dood
straf zou worden uitgesproken,
vooral voor de leider van MTI,
sjeik Rached Ghannouchi.
Maar op dat moment besloot
de huidige president, Zine el
Abidine Ben Ali in te grijpen.
In de staatsgreep van 7 novem
ber 1987, die zonder bloedver
gieten verliep, nam hij de
macht over en kondigde ver
volgens amnestieregelingen af
waardoor de leiders van de is
lamitische beweging vrij kwa
men.
Aan de verstandhouding
tussen de regering en de funda
mentalisten kwam een einde
toen de regering weigerde de
Ennahdha te legaliseren en de
fundamentalisten ervan be
schuldigde het land in een staat
van 'anarchie en obscurantis
me' te willen brengen. Ook
werd de beweging verweten
dat zij zich verzette tegen de
secularisering van Tunesie zo
als het verlenen van meer
rechten aan vrouwen. Som
mige fundamentalisten waren
hier fel tegen.
Aanhangers van Ennahdha
zijn voorstanders van een
maatschappij vorm zoals in
Iran en de invoering van de
sharia, de islamitische wet, in
zijn meest strikte vorm.
De Tunesische regering en
de leden van de regerende de
mocratische constitutionele
partij RCD, hebben inmiddels
een krachtige campagne gelan
ceerd tegen de Ennahdha-be-
weging, met als slogan: 'Niet
naar een religieuze politieke
partij.'
Ook het buurland Algerije
kampt met toenemende span
ningen tussen de regering en
fundamentalistische groepe
ringen, zoals het islamitische
front voor nationale redding
(FIS), een religieuze politieke
partij die wordt erkend door de
Algerijnse autoriteiten. Vol
gens waarnemers zijn Tunesie
en Algerije begonnen om hun
krachten te bundelen tegen de
fundamentalisten.
Zij verwachten niet dat de
Tunesische autoriteiten de En-
nahdha-beweging, wiens leider
sjeik Rached Ghannouchi de
laatste jaren in ballingschap
leeft, erkent. Wel hebben de
autoriteiten toestemming gege
ven voor de publikatie van het
weekblad 'El Fajr' (de ochtend)
door de fundamentalistische
beweging.
Door Abraham Lama
LIMA - De wereld raakt steeds meer opgedeeld in econo
mische blokken. De vijf Andeslanden in Latijns-Amerika
zijn zich er pijnlijk van bewust dat ook zij nauwer moeten
samenwerken om economisch overeind te blijven. De pre
sidenten van de vijf landen probeerden onlangs een aantal
hobbels te nemen op weg naar het ideaal van de integratie.
Venezuela, Colombia, Peru,
Ecuador, Bolivia en Chili - de
zes landen aan de westkust van
Latijns-Amerika - besloten in
1969 hun krachten te bundelen.
Maar hun pact liep uit op een
financieel fiasco. Chili stapte in
1976 uit de Andes-groep. De an
dere landen zitten nu nog
steeds opgescheept met de
zware financiële last die is
overgebleven uit het eerste de
cennium.
Het gezamenlijke industrie
program behelsde ondermeer
de opzet van fabrieken in sec
toren die tot dan toe niet of
nauwelijks aanwezig waren in
de regio, zoals de staal, de pe
trochemie en de auto-industrie.
De interne markt van de An
deslanden bleek echter te klein
en de produktiekosten te hoog,
zodat de investeringen niet
rendabel bleken. De vijf landen
zijn het nog steeds niet eens
over de onderlinge verdeling
van de kosten.
Na de verkiezing van de Ve
nezolaanse president Carlos
Andres Perez vorig jaar fe
bruari werd besloten de sa
menwerking nieuw leven in te
blazen. Afgesproken werd dat
de presidenten voortaan twee
keer per jaar bijeenkomen om
de voortgang te bespreken in
de uitvoering van het tienja-
ren-plan, dat in nauw onder
ling overleg is opgesteld.
De doelstellingen zijn nu wat
bescheidener dan in de jaren
zeventig. De planeconomie
heeft veel van zijn glans verlo
ren. De Andeslanden lijken te
beseffen dat een rigide, door
politici vastgelegd programma
van investeringen, niet de aan
gewezen weg is. Daarom stre
ven de landen nu naar betere
aansluiting bij het bestaande
bedrijfsleven en het aantrek
ken van investeringen uit het
buitenland.
Van de vijf landen is Bolivia
het meest sceptisch over de ze
geningen van de samenwer
king. De Boliviaanse economie
hoort tot de minst ontwikkelde
van de regio. Maar landen als
Venezuela en Peru willen er
hard aan trekken. „De Euro
pese landen staan op de drem
pel van economische eenwor
ding. Mexico probeert aanslui
ting te vinden bij de Verenigde
Staten en Canada. Wij kunnen
niet achterblijven. Alleen staan
we te zwak in onderhandelin
gen over prijzen en tarieven",
aldus de Peruaanse minister
van Buitenlandse Zaken Guil-
lermo Larco Cox.
Op de agenda stonden onder
meer plannen om de onderlinge
regionale handel te bevorde
ren, een gezamenlijke aanpak
van het schuldenprobleem en
de drugshandel. De presidenten
zetten hun handtekening onder
de oprichting van een regionaal
ontwikkelingsfonds met een
startkapitaal van vier miljoen
dollar.
De Andeslanden overwe
gen verder een gezamenlijk
paspoort in te stellen, zodat
de burgers vrij zijn van het
ene land naar het andere te
reizen. Het onderwijs in de
vijf landen zal op elkaar
worden afgestemd, zodat de
diploma's onderling verge
lijkbaar zijn en studenten
gemakkelijker in een van de
buurlanden kunnen doorle
ren of een baan zoeken. Ver
der zijn de landen van plan
WASHINGTON (IPS) - Het debat over de staatkun
dige toekomst van het eiland Puerto Rico is deze
week opnieuw opgelaaid. Vrijdag heeft de gouver
neur van Puerto Rico, Rafael Hernandez Colon, aan
de Amerikaanse president George Bush gevraagd
geen openlijke steun te verlenen aan de beweging op
het eiland die streeft naar de aansluiting van Puerto
Rico bij de Verenigde Staten als 51ste staat.
verloren gaan, een zesde
deel van de beroepsbevol
king, als Puertoricanen
volgend jaar besluiten tot
aansluiting bij de Ver
enigde staten of onafhan
kelijkheid.
De inwoners van Puerto
Rico hebben nog een j aar de
tijd om na te denken over
de keuze tussen volledige
aansluiting bij de Ver
enigde Staten, voortzetting
van de huidige status van
staatkundige verbonden
heid met datzelfde land of
volledige onafhankelijk
heid. Volgend jaar moet een
volksstemming een einde
maken aan alle onzeker
heid.
Puerto Rico, een eiland in
de Caribische zee, ongeveer
1200 kilometer ten zuid
oosten van Florida, is sinds
1952 staatkundig verbonden
met de Verenigde Staten in
de vorm van een soort
'commonwealth'. Die houdt
in dat Puertoricanen on
derdaan zijn van de Ver
enigde Staten en een Ame
rikaans paspoort hebben.
Zij mogen echter niet
deelnemen aan Ameri
kaanse presidentsverkie
zingen, waar weer tegen
over staat dat zij ook vrij
gesteld zijn van betaling
van Amerikaanse belastin
gen. In binnenlandse aan
gelegenheden beslist de
eigen Puertoricaanse rege
ring, maar zaken als defen
sie en buitenlandse betrek
kingen vallen onder de
Amerikaanse regering.
Puerto Rico wordt in
Washington vertegenwoor
digd door een zogenaamde
'Resident Commissioner',
die zitting heeft in het Huis
van Afgevaardigden, maar
geen stemrecht heeft.
Omdat Puerto Rico in de
economische luwte van de
machtige noorderbuur ligt,
floreren de handel en indu
strie redelijk op het eiland,
en steekt het land gustig af
tegenover de omringende
landen. Wel kent het land
een relatief hoge werkloos
heid, die schommelt tussen
de 15 en 20 procent.
Het eiland is een belas
tingparadijs voor Ameri
kaanse ondernemers, die
vanuit Puerto Rico vrije
toegang hebben tot de
Amerikaanse markt, zon
der aangeslagen te worden
voor Amerikaanse belas
tingen. Daarnaast ontvangt
het land jaarlijks vier mil
joen dollar Amerikaanse
steun. De economische
voordelen die uit de staat
kundige verbinding met de
noorderbuur voorvloeien
hebben altijd centraal ge
staan in de discussie over
de status van Puerto Rico.
De Puertoricanen hebben
bij het referendum de
keuze tussen de voortzet
ting van de huidige status,
aansluiting bij de Ver
enigde Staten als 51ste staat
of de onafhankelijkheid.
Als Puerto Rico's huidige
status wordt opgeheven zal
de Amerikaanse steun wor
den stopgezet en zullen de
belastingvoordelen ver
dwijnen.
De PDP van Colon is, in
navolging van president
Bush, voorstander van de
handhaving van de huidige
status van Puerto Rico.
Volgens een recent ver
schenen rapport van de
partij zullen 145.000 banen
De politieke arena van
Puerto Rico wordt gedomi
neerd door de Puertori
caanse Volkspartij (PDP)
van Colon en de Nieuwe
Progressieve Partij (NPP).
De grootste oppositiepar
tij, de Nieuwe Progressieve
Partij (NPP) is voorstander
van de overgang naar vol
ledige integratie in de Ver
enigde Staten als 51ste
staat. De NPP geeft toe dat
aansluiting bij de Ver
enigde Staten zal leiden tot
afschaffing van de huidige
belastingvoordelen. Maar
na verloop van tijd, als de
economie zich heeft aange
past, zullen de nadelen van
die afschaffing niet meer
voelbaar zijn, aldus de
NPP.
Deze visie wordt beves
tigd door een rapport van
de financiële commissie
van de Amerikaanse se
naat. Volgens dit rapport
zal aansluiting van Puerto
Rico bij de Verenigde Sta
ten leiden tot een toename
van toerisme en een ver
hoogde belangstelling van
industrie. Het voordeel na
aansluiting als politiek vol
waardig te worden be
schouwd in de Verenigde
Staten is een belangrijk ar
gument voor de NPP.
Harry McPherson, advo
caat en adviseur van de
NPP denkt dat economi
sche overwegingen wellicht
aanleiding zullen zijn voor
de Puertoricanen om tegen
aansluiting te stemmen.
Maar „die kiezers zullen er
na het refendum misschien
achterkomen dat politieke
impotentie een hoge prijs is
voor de handhaving van
een welvarend belastingpa
radijs", aldus McPherson.
De beweging voor totale
onafhankelijkheid is een
nieuwkomer binnen de
Puertoricaanse politiek.
Tijdens de parlementsver
kiezingen in november 1989
haalde het parlementslid
David Noriega (niet te ver
warren met de Panamese
ex-dictator) van de Puerto
ricaanse Onafhankelijk
heids Partij (PIP) een klin
kende overwinning. Er
werden 180.000 stemmen op
hem uitgebracht.
Hij was daarmee veruit
de populairste politicus.
Zijn partij viel minder in de
smaak bij de kiezers, met
slechts zes procent van de
stemmen, goed voor twee
Van de 51 kamerszetels. No
riega heeft zijn populariteit
te danken aan zijn aanval
len gericht tegen de twee
grote partijen in de vooraf
gaande zittingsperiode van
het parlement en de uitge
kiende verkiezingscampag
ne. Hoewel uit de verkie
zingsuitslag blijkt dat meer
dan 90 procent van de kie
zers tegen onafhankelijk
heid is, betekent het per
soonlijke succes van No
riega wellicht dat de pu
blieke opinie langzaam
verandert.
t
wm
*S
tf ■>,-
t %a - - I
y HÊVtuyK.
L;
- Vier presidenten van de Andes-landen arriveren bij de topontmoeting in Peru. Van linksf
naar rechts de presidenten Garcia (Peru), Perez (Venezuela), Borja (Equador) en Zamora
(Bolivia) - fotoap
meer televisieprogramma's „Dat nu de regeringslei- integratie buigen, geeft het decennia heeft gemist",
en actualiteitenrubrieken ders zich twee keer per jaar proces een nieuwe dyna- dus de Venezolaanse ali
gezamenlijk te produceren. over de voortgang van de miek, die het de afgelopen vaardigde Pedro Carmo111!
Van onze Haagse redactie
DEN HAAG - De vraag of
de Europese Gemeenschap
haar sancties tegen het
apartheidsbewind in Zuid-
Af rika moet blijven hand
haven ondanks de gunstige
ontwikkelingen van de
laatste maanden, wordt één
van de moeilijkste kwesties
op de komende EG-top in
Dublin. De Ierse premier
Haughey, nog tot 1 juli
voorzitter van de EG-mi-
nisterraad, zei dat gisteren
in Den Haag.
„De discussie in Dublin zal ze-
Indo
De veertien landen en vier in*
de Inter Gouvernementele Gr
vormen, zullen Djakarta het
drage van waarschijnlijk 4,3
gulden tegen de huidige koers
Vorig jaar kreeg Indonesië e
plus 1,9 miljard aan speciale h
Net zo min als zijn WD- en
CDA-voorgangers sprak de
PvdA-bewindsman in zijn ope
ningsrede over schendingen
van de mensenrechten in Indo
nesië. Schoo en Bukman heb
ben de mensenrechten wel in
de wandelgangen aan de orde
gesteld, en het ligt voor de hand
dat Pronk dat pok zal doen.
De enige verwijzing naar de
rechten van de mens in Pronks
openingstoespraak was een op
merking dat het recht om niet
arm te zijn hét meest elemen
taire mensenrecht is. Toch
heeft hij, door het gedurende
enige tijd opschorten van spe
ciale hulp van 27 miljoen, wel
een verband erkend tussen ont
wikkelingssamenwerking met
Indonesië en de mensenrech
ten. Deze opschorting was een
protest tegen de executie van
vier politieke gevangenen die
waren veroordeeld in verband
met gebeurtenissen van een
kwart eeuw geleden, en die
lange jaren in een dodencel
hadden doorgebracht.
Het Verdrag van Lomé, dat
handel en ontwikkelingssa
menwerking tussen de EG-lan-
den en de zgn ACP-staten re
gelt, voorziet zelfs formeel in
het opschorten van hulp als de
mensenrechten ernstig en sys
tematisch worden geschonden.
Maar de Afrikaanse, Carabi-
sche en Paeificstaten ontvan
gen maar een fractie van wat
naar Indonesië gaat: 66 landen
moeten 10,8 miljard ECU, circa
25 miljard gulden, over vijf
jaar verdelen.
De IGGI wordt gevormd door,
behalve Indonesië zelf, Austra
lië, Oostenrijk, België, Canada,
Frankrijk, de Bondsrepubliek
Duitsland,' Italië, Japan, Ne
derland, Nieuw-Zeeland,
Spanje, Zwitserland, het Ver
enigd Koninkrijk en de Ver
enigde Staten, plus de Wereld
bank, het Internationaal Mone
tair Fonds (IMF), de Aziatische
Ontwikkelingsbank (ADB) en
het VN-Ontwikkelingspro-
gramma (UNDP).
Het overleg wordt gevoerd
op basis van jaarlijkse rappor
ten van de Wereldbank en het
IMF over de economische en
monetaire ontwikkelingen in
Indonesië. Jaarlijks wordt een
speciaal onderwerp behandeld.
Dit jaar is dat het duurzaam
terugdringen van de armoede.
Minister Pronk was vol lof
over Jakarta's economisch be-
tam. In het fiscale jaar '89-'90
loehep de economische groei 7
pooont, 2 procent meer dan in
jjet Vijfjarenplan nodig werd
geoordeeld voor een evenwieh-
t'ge toename van vraag en
lafK op arbeidsmarkt. De
I? "ankelijkheid van olie en gas
li? Verminderd - de inkomsten
I'ePen terug van 70 procent van
I et totaal in het begin van de
K°ren tachtig tot 30 procent
[thans.
^rmoe
den^lriike Derde-Wereldlan-
r is economische herstructu-
f 'n£ gepaard gegaan met
gemende armoede. Maar In-
t„2es'e is er in geslaagd om
en 1984 en 1987 het deel van