rmeert
raspasta
rt
heren
PTT GOEDGEKEURD
Theorieën Indiase moslim-denker
van grote invloed op de islam
DE STEM EXTRA WOENSDAG 13 JUN11990
Vijand
Blauwdruk
Aan de vader van het hedendaagse islamiti
sche fundamentalisme, Sayyid Abul A'la Mau
dudi, besteedt het tijdschrift 'Begrip moslims
christenen' van maart/april uitgebreid aan
dacht. De nadere kennismaking met diens
denkbeelden maakt ook niet vrolijk. Zeker niet
als men bedenkt, dat hij geldt als een van de
belangrijkste en invloedrijkste islamitische
denkers van deze eeuw.
Jihad
Toewijding
India
Crisis
Elektronische
druktoetstelefoon. met
geheugen voor het laatst ge
kozen nummer. Hard/zacht
schakelaar. Kiestoon-indica-
tle. Mute druktoets.
»atand.a!m»jeivoo,ral(an(e.
sfaatvrij,
>e a 200 ml.
Voor deze artikelen
vragen wij uw bijzondere
landacht. Verkoop zolang
de voorraad strekt.
Het
Libanon, Libië, Irak, Iran. Het zijn geen namen die
de wereld van 1990 tot vrolijkheid stemmen. Ze
doen bijna automatisch denken aan ontvoering,
gijzeling, fanatisme, onberekenbaarheid, dreiging.
Vooral de dreiging is beangstigend, omdat er we
reldwijd geen ontkomen aan is: zie het geval Rush
die. Islamitisch fundamentalisme speelt bij dit al
les mee.
Ook het westen is voor
Maududi en zijn Jama'at
een vijand. Ze gaan net niet
zover als wijlen Khomeiny
van Iran, die het westen af
schilderde als de grote sa
tan. - foto ap
fundamentalisme van Maududi
feet. Dat is in strijd met de
leer dat Mohammed de laatste
profeet is. Begin jaren vijftig
bereikte in Pakistan de agita
tie tegen deze beweging een
hoogtepunt: rellen, vernielin
gen en onrust in het hele land.
De regering nam het op voor
de Ahmadiyya-minderheid.
Maududi werd als een van de
aanstichters van de rellen ter
dood veroordeeld, maar het
vonnis werd gewijzigd in le
venslang. Na twee jaar werd
hij weer vrijgelaten. Hij had
ook niet tot de aanstichters
van de rellen behoort. Maar
door Maududi en zijn Ja-
ma'at-beweging werd de Ah-
madiyya wel als de vijand bij
uitstek van de islam afge
schilderd. Het moet dan ook
zeker mede aan de invloed
van Maududi toegeschreven
worden dat het Pakistaanse
parlement de Ahmadiyya in
1974 de moslim-status afnam.
Daardoor werd de aanhangers
het recht ontzegd zich moslim
te noemen en hun gebeds
ruimten moskee.
Ook het westen is voor Mau
dudi en zijn Jama'at een vij
and. Ze gaan net niet zovér als
wijlen Khomeiny van Iran,
die het westen afschilderde
als de grote satan. Maududi
bouwde zijn vijandsbeeld van
het westen op uit elementen
die nogal eens uit hun ver
band waren gerukt. Zo keert
hij zich in zijn boek 'Parda' te
gen vrijheid voor vrouwen
door de meest stuitende de
tails uit westerse bordelen aan
te voeren als argument waar
toe vrijheid voor vrouwen kan
leiden. En in de bestrijding
van het christendom is voor
Maududi veronachtzaming en
verdraaiing van de geschiede
nis een gewone zaak. „Mos
lims moeten de mythe blijven
geloven, ook op grond van on
deugdelijke argumenten, dat
het evangelie van de christe
nen vervalst is," aldus Slomp.
Het gegeven dat Sayyid
Abul A'la Maududi een van de
belangrijkste en invloedrijk
ste islamitische denkers van
deze eeuw is, betekent dat zijn
invloed zich niet beperkt tot
de fundamentalisten, maar
aantrekkingskracht heeft in
de hele islam. Dat maakt ken
nisname van zijn staatkun
dige ideeën van belang gezien
de stand van de verhoudingen
in en met het Midden-Oosten
anno 1990. Het maakt kennis
name van zijn religieuze op
vattingen van belang om de
obstakels en blokkades in het
vizier te krijgen waar het
erom gaat of en hoe wereld
godsdiensten in vrede met
elkaar kunnen leven. De
behoefte aan dialoog ter wille
van de vrede op aarde lijkt
anno 1990 veel sterker in het
christendom te leven dan in de
islam.
J. Slomp: 'Sayyid Abul A'la
Maududi'. Tijdschrift 'Begrip', nr.
99, maart/april 1990, uitgegeven
door Cura-Migratorum in Den
Bosch.
beschermde en. getolereerde
minderheid, die minder rech
ten heeft dan de eigenlijke
burgers van het land, de mos
lims.
Sayyid Abul A'la Maududi
kan men volgens islamkenner
Slomp niet als zomaar een
conservatief beschouwen. Zijn
ideaal was de islam weer leef
baar maken voor de moderne
tijd. Zijn modernisering van
de islam is gepaard gegaan
met een ideologisering. Slomp:
„De gedachte dat de islam een
systeem vormt met daarin
duidelijk geformuleerde axio
ma's, is van betrekkelijk re
cente datum. De ideologie van
de Jama'at bevat alle aspecten
van de werkelijkheid: sociaal,
politiek, economisch, moreel,
artistiek, filosofisch, medisch,
wetenschappelijk, enz. Alles
is, zo leert Maududi, volgens
de Koran aan Gods wetten on
derworpen."
Door Jan Bouwmans
Dan wordt men toch wat sceptisch of wereldgodsdien
sten ooit in staat zullen zijn op wereldschaal in vrede
met elkaar te leven. De redenen voor dit scepticisme
kunnen zeker niet eenzijdig op het conto van de islam
worden geschreven. Christendom en islam doen niet
voor elkaar onder en als het erop aan komt, sluiten
beide godsdiensten elkaar eigenlij k uit.
Maududi heeft vanuit zijn ideologie een blauwdruk ontwikkeld van de islamitische staat. De bij een vliegtuigongeluk
omgekomen Pakistaanse dictator Zia ul Haq (links), die in 1977 door een staatsgreep aan de macht was gekomen, heeft het
meest in de geest van die blauwdruk geregeerd. - fotoap
juman Al-Quran', dat nog
steeds bestaat.
Wat hem met zijn tijd
schrift voor ogen stond, heeft
Maududi als volgt geformu
leerd: „Het actieplan dat ik in
gedachte had, was dat ik eerst
de greep die de westerse cul
tuur en de westerse ideeën
hadden gekregen op de mos
lim-intellectuelen, zou ver
breken. Om hen er vervolgens
van te doordringen dat de is
lam een eigen leefregel heeft,
een eigen cultuur, een eigen
politiek en economisch sys
teem, een eigen filososfie, een
eigen onderwijssysteem, die
allemaal superieur zijn aan
dat, wat de westerse be
schaving kan bieden. Ik
wilde deze intellectuelen
van de verkeerde opvatting
afbrengen dat ze op het ter
rein van beschaving en cul
tuur van anderen moeten
lenen."
Spreekt deze doelstelling al
voor zich, nog veel sterker
doet dat de jihad-idee die in
Maududi's denken centraal
staat. De jihad-idee verbindt
de twee hoofddoelen die Mau
dudi zich in zijn leven gesteld
had: de islamitische staat en
verbreiding van de islam.
Waarom Maududi de jihad
van zo'n eminent belang
vond?
Slomp: „Maududi houdt
zijn hoorders voor dat het niet
genoeg is om waarheden van
de islam te erkennen en je ri
tuele plichten na te komen.
Als je echt overtuigd bent van
de islam, is er geen alterna
tief: je wilt je helemaal inzet
ten met al je krachten om die
godsdienst overal te laten er
kennen. Dat is jihad. Je kunt
gewoon niet meer rustig sla
pen, zolang je dat niet tot
hoofddoel van je leven hebt
gemaakt. Want vanaf het
ogenblik dat je de islam als
complete regel voor je leven
hebt aanvaard, wil je niet
meer onder een ander systeem
leven. Een echte moslim her
ken je daaraan, dat hij zijn le
ven inzet voor de verbreiding
van de islam. Een echte gelo
vige, zegt Maududi, wordt geï
dentificeerd door zijn pogin
gen de valse religie te doen
verdwijnen en in haar plaats
de ware te vestigen." (Stelt het
christendom niet exact het
zelfde? Ja toch!).
Zoals al opgemerkt han
delde Maududi's op jeudige
leeftijd geschreven eerste
grote boek over de jihad. De
aanleiding was voor hem de
beschuldiging van hindoe
zijde dat de islam met het
zwaard werd verbreid. Zijn ji-
had-studie verscheen in 1930.'
Hij begint zijn boek met een
uithaal naar het westen dat
zijns inziens van de jihad-idee
een karikatuur maakt.
Slomp daarover: „Het be
grip 'jihad' heeft niets met
'heilige oorlog' te maken, een
oorlog die door fanatiekelin
gen wordt ondernomen om de
islam te verspreiden. De jihad
was al eerder onderwerp van
felle discussies geweest in de
geschriften van andere In
diase moslim-denkers zoals
Mirza Ghulam Ahmad en
Chiragh Ali. Volgens Maududi
moet de jihad, voor zover die
met oorlogsvoering te maken
heeft, beantwoorden aan alle
regels van de Koran en van de
Soenna. Maududi ziet de islam
als een internationale, revolu
tionaire beweging die ernaar
streeft de wereld te laten be
antwoorden aan haar idea
len. de jihad is een instru
ment van die beweging. Het
arabisch heeft ook een gewoon
woord voor oorlog, 'harb'
Jihad, een term die ontleend is
aan de Koran, geeft aan dat
het gaat om een strijden op de
weg van God."
De jihad begint dus met een
persoonlijke toewijding aan
en inzet voor de zaak van God.
Maar dat is niet genoeg, wgnt
de islam bindt de strijd aan
met alles wat zich verzet te
gen de heerschappij van God.
In die zin is de jihad een be-
vrijdingsstrijd. Slomp: „Een
defensieve, gewapende, jihad
is in drie gevallen geoorloofd:
als er sprake is van onder
drukking en tirannie; tegen
ongelovigen die verhinderen
dat de waarheid van God
triomfeert in de wereld; als
verdragen tussen moslimlan
den en niet-moslimlanden
worden verbroken. Maar ook
binnen de wereld van de islam
mag de jihad gebruikt worden
tegen de machten die ver
deeldheid en chaos stichten.
De jihad mag niet gebruikt
worden om mensen van geloof
te doen veranderen. Want de
Koran staat dat niet toe."
Voor de vader van het mos-
lim-fundamentalisme, Mau
dudi, is en blijft de jihad een
middel om de hele wereld tot
de islam te brengen. Het doel
blijft het geluk van alle men
sen en die kunnen pas echt ge
lukkig zijn als ze moslim wor
den of onder islamitisch be
stuur komen. Het christendom
belijdt van zichzelf toch exact
hetzelfde. Maar Maududi had
van het christendom geen
hoge dunk. Hij scheert het
over éên kam met het westen.
Maududi heeft volgens Slomp
nooit de moeite genomen zich
goed op de hoogte te stellen
van de inhoud van het chris
tendom. Zijn jihad-boek bevat
er een hoofdstuk over en
daarin worden veel karikatu
ren gedebiteerd.
Maududi vertelde Slomp in
1976 dat hij niet geïnteres
seerd was in een dialoog met
christenen. Zijn argumentatie
is heel opmerkelijk. Moslims
in Engeland hebben deze dia
loog volgens Maududi wel no
dig, omdat ze in een minder
heidspositie verkeren. Maar
waar moslims in de meerder
heid zijn, is een dialoog met
bijvoorbeeld christen-min
derheden niet nodig. Maudu
di's visie op minderheden in
een islamitische staat is vol
gens Slomp, dat zij de middel
eeuwse status behoren te krij
gen van 'dhimmi'. Dat is een
Maududi heeft deze ideologie
niet voor alle levensgebieden
zelf uitgewerkt. Wel heeft hij
vanuit deze ideologie een
blauwdruk ontwikkeld van de
islamitische staat. De bij een
vliegtuigongeluk omgekomen
Pakistaanse dictator Zia ul
Haq, die in 1977 door een
staatsgreep aan de macht was
■gekomen, heeft het meest in
'de geest van die blauwdruk
geregeerd. Het kernprincipe
van Maududi's staatsleer is
dat alles in het leven van een
maatschappij afhangt van
haar leiderschap. Eén samen
leving gaat volgens hem pre
cies daarheen, waar ze vol
gens het besluit van de leider,
het centrum van de macht,
heen moet gaan. Maududi
schijnt zich niet de beperkin
gen van de macht te realise
ren.
„In zijn visie is het enige
belangrijke het karakter van
de man die het voor het zeg
gen heeft. Als de heerser een
goed man is, vroom, éfen mos
lim met een hoog moreel ge
halte, en als hij de intentie
heeft om de maatschappij vol
gens islamitische principes in
te richten, dan kan het niet
anders of de maatschappij
wordt zoals ze moet zijn. In
zo'n sociale filosofie kunnen
alle problemen teruggebracht
worden tot het bespreken van
het morele karakter van het
leiderschap en alle politieke
discussies draaien uiteindelijk
om de vraag welke verdien
sten de toonaangevende per
soonlijkheden hebben."
Maududi's visie op het
functioneren van de grote lei
der laat dan ook uiteindelijk
geen democratie toe. Ideolo
gieën werken graag met vij-
andsbeelden en ook Maududi
doet dat. De Ahmadiyya-be-
weging kan er volgens Slomp
van meepraten. De stichter
van deze in 1889 ontstane be
weging, Mirza Ghulam Ah
mad, zag zichzelf als een pro-
uren.
De gereformeerde islam-ken-
ner drs. J. Slomp heeft Mau
dudi, die geleefd heeft van
1903 tot 1979, in september 1976
bezocht. Zijn herinneringen
aan dat gesprek heeft Slomp
nu in 'Begrip'* voor het eerst
gepubliceerd. Tegelijk analy
seert Slomp het leven en het
denken van de 'vader van het
fundamentalisme'.
De twee belangrijkste en
invloedrijkste fundamentalis
tische bewegingen in de he
dendaagse islam zijn volgens
Slomp de Moslim Broeder
schap (Ikhwan al-Muslimum)
an de Jama'at-e-Islami. De
broederschap werd in 1928 in
Egypte door Hasan al Banna
gesticht, de Jama'at in 1941 in
bet toenmalige Brits Indië
door Abul A'la Maududi. De
laatste bracht het er beter af,
want hij, werd niet vermoord
zoals Banna in 1949 en diens
opvolger Sayyid Qutb werd
onder het bewind van Nasser
in 1966 ter dood gebracht op
beschuldiging van betrokken
heid bij een aanslag op de
Egyptische president.
Maududi werd in 1903 geboren
in Aurangabad, een stad in de
tegenwoordige Indiase staat
Andhra Pradesh. Toen be
hoorde die stad tot het mos
lim-vorstendom Hyderabad
State dat in 1948 werd opgehe
ven. Na de opdeling van Brits
Indië in 1947 in India en Pa
kistan trok Maududi naar La
hore in Pakistan. Hij wilde al-
een maar in een echt moslim
land leven.
Maududi's vader was een
bekende advocaat in het hui
dige Indiase Hyderabad Dec-
can. Hij had gestudeerd op
Aligargh College, dat gesticht
Was door een van de grote
Moslim-hervormers van de
vorige eeuw, Sir Sayyid Ah-
Mad Khan (1817-1898). Hij
stond daar sterk onder wes
terse invloed. Maududi was
Pas 16 jaar toen zijn vader
stierf. De vader had kort na de
geboorte van zijn zoon een
diep ingrijpende geestelijke
ervaring die hem bekeerde
van de pro-westerse en ratio
nalistische ideeën van Ahmad
Khan.
Met als gevolg dat de zoon
geen scholing kreeg in het
Britse koloniale onderwijs
systeem, maar zijn opvoeding
en scholing geheel thuis kreeg.
Hij bleef zo verschoond van de
invloedssfeer van de westerse
cultuur en de Engelse taal, die
hij pas veel later leerde. Hij
groeide op in het culturele mi
lieu van wat was overgeble
ven van de oude glorie van het
Mogol Rijk. Want het moslim-
vorstendom Hyderabad State
was het laaste restant van het
eens zo glorieuze rijk van de
Groot Mogols.
Maududi groeide in feite op in
een cultureel milieu dat door
de politieke gebeurtenissen in
een staat van crisis verkeerde.
Hij ontwikkelde het gevoel
dat zijn religie en cultüur be
dreigd werden. De bedreiging
kwam van de Britten, die hij
zag als de vertegenwoordigers
van het christendom. Mau
dudi was overigens niet de
enige moslim-denker in het
toenmalige India die zich door
de Britten, door de christelijke
zending en de invloed van het
westen in de verdediging ge
drongen voelde. Een factor
van gewicht in zijn verdere
ontwikkeling.
Door de dood van zijn vader
moest de 16-jarige Abul A'la
Maududi in zijn eigen levens
onderhoud gaan voorzien. Hij
werd journalist. In 1922 raakte
hij betrokken bij de Khilafat-
beweging, een protestbewe
ging tegen de afbraak en on
dergang van het Ottomaanse
rijk (groot-Turkije). Vele
moslims, die onder westerse
machten zuchtten, hadden
hun hoop gesteld op dit rijk
als steunpunt in hun onafhan-
kelijkheidsstrijd. Van 1922 tot
1924 was hij redacteur van het
lijfblad van de Vereniging
van Moslim Geleerden in In
dia. In die jaren schreef hij
ook zijn eerste en meest in
vloedrijke boek 'Al Jihad fil
Islam' (De strijd op de weg
naar God in de islam - de ver
taling 'heilige oorlog' van ji
had is volgens Slomp ver
keerd, maar daarover hierna
meer). In 1932 begon Maududi
met een eigen tijdschrift 'Tar-
aom, Antwerpse-
ert, Markt 19-21
kamde
atoen.
deuren