DE STEM
HET STALINISTISCH
BUITENBEENTJE IN
O-EUROPA WANKELT
E EDUKilVlIT SiO
ZATERDAG IH
13 JANUAR119901
'et woord 'perestrojka' wordt door
communistisch Albanië nog steeds met walging uitge
sproken. Aan potentiële socialistische partners als
Joegoslavië, de Sovjetunie en China heeft het land
een broertje dood. En politieke en economische onaf
hankelijkheid worden er gekoesterd als het hoogste
goed. Toch zijn er tekenen dat ook dit laatste stalinisti
sche bolwerk van Oosteuropa scheurtjes begint te
vertonen. Deze week kwamen er berichten over de
monstraties en executies.
nio/if i/if Y>' A
U fuoiïm
Forse stimulans
Extreem isolement
Zuiveringen
Fluwelen revolutie
Weinig rooskleurig
jj
CS
H
Wijlen vader des vaderlands Enver Hoxha wordt In Albanië als een god vereerd
- FOTO'S SUNSHINE
Albanië kruipt uit z'n cocon
Engels, Markx, Lenin en Stalln kom Je In Albanese
straten voortdurend tegen.
Door Paul Merkx
„Als je Albanië wilt bezoeken, moet je
over heel goede argumenten beschikken
om aan een visum te komen. Je moet aan
de ambassade in Parijs een schriftelijke
uitnodiging kunnen laten zien van een
organisatie die op zakelijk, politiek of
cultureel gebied wat betekent. De tweede
mogelijkheid is datje met een groep reist
op een groepsvisum. Maar dan mag je
geen Amerikaan of Rus zijn, want met
die landen onderhoudt Albanië geen di
plomatieke betrekkingen. Die worden
beschouwd als vijandige grootmachten."
Aan het woord is Piet Ordeman, die
sinds 1973 Albanië negentien keer heeft
bezocht, een reisgids over het land heeft
gepubliceerd en actief is geweest in on
der meer het Albanië Comité en het Soli-
dariteits Comité Albanië. Ordeman
steekt niet onder stoelen of banken dat
hij op zijn reizen een warm enthousiasme
voor wat hij 'zijn tweede vaderland'
noemt, heeft ontwikkeld.
En dat ondanks alle beperkingen die aan
het reizen door Albanië verbonden zijn.
Elke groepstoerist dient namelijk precies
de route te volgen die het Albanese reis
bureau Albturist heeft uitgestippeld en
ook iemand die is uitgenodigd kan niet
vrij gaan en staan waar hij wil. Orde-
man: „Elke groep en elke individuele be
zoeker wordt constant begeleid door een
gids of een tolk. Hoewel de controle de
laatste tijd wel wat soepeler is geworden.
Ie kunt er wel eens een paar uurtjes tus
senuit knijpen, als je de begeleider wat
beter kent."
W. van Gammeren, directeur van reisbu
reau 'Contact International' te Amster
dam. dat zich gespecialiseerd heeft in
groepsreizen naar Albanië, beaamt dat
het reizen wat soepeler wordt: „Ik ver
wacht dat er binnen een jaar of twee in
Albanië ook zelfstandig en met de eigen
auto gereisd zal kunnen worden. Bij onze
laatste contacten met Albturist rea
geerde men voor het eerst niet geheel af
wijzend op onze suggesties in die rich
ting."
Als het inderdaad zover komt, zal het
toerisme -vorig jaar bezochten niet
meer dan ca. 700 Nederlanders Alba
nië - een forse stimulans krijgen, meent
Van Gammeren. Uiteraard is hij lyrisch
over het land: „In Albanië tref je nog
een landelijke sfeer, zoals in de boeken
van A. den Doolaard. En het privé-
autoverkeer is er verboden. In Tirana, de
hoofdstad, heb je zo'n drie stopüchten
die vaak nog buiten werking zijn ook."
Voorlopig echter büjft Albanië voor de
bezoekers een grotendeels gesloten boek.
Dat heeft ook Amnesty International
moeten ervaren. Janny van de veld van
Amnesty Nederland: „Ons probleem is
dat we door de reisbeperkingen en de
uiterst strenge censuur van brieven en te
lefoon onvoldoende op de hoogte zijn.
We weten bijvoorbeeld dat er politieke
gevangenen zijn, maar het exacte aantal
is onbekend. Wel is bekend dat de wette
lijke garanties volstrekt onvoldoende zijn
en dat de omstandigheden in de gevan
genissen zeer slecht zijn."
Albanië is het enige land dat bij de-
grondwet atheïstisch is en bij Amnesty
zijn berichten binnengekomen van exce-
cuties van priesters die niets anders de
den dan kinderen dopen. Van de Veld:
„Maar we hebben daar geen keiharde
bewijzen van kunnen krijgen. Wel van de
vaak langdurige gevangenschap die
geestelijken van hoog tot laag krijgen op
gelegd. En van het feit dat familieleden
*e„s bij sportwedstrijden Is de staat heel nadrukkelijk aanwezig.
van gevluchte Albanezen in hechtenis
worden genomen."
Aan het extreme isolement waarin Alba
nië zich doelbewust gemanoeuvreerd
heeft, is sinds de Tweede Wereld oorlog
systematisch gewerkt. In 1948 deed de
toenmalige partijleider Enver Hoxha
- na drie jaar toenaderingspogingen van
Tito - Joegoslavië in de ban. Hoxha be
weerde dat Joegoslavië Albanië wilde
'opslokken'.
Vervolgens moest de Sovjetunie het ont
gelden. Toen Stalin overleed en
Chroestsjov de de-stalinisatieperiode in
zette, keerde Hoxha zijn weldoener reso
luut de rug toe.
In 1961 werden de diplomatieke betrek
kingen tussen beide landen verbroken en
werd Albanië voor zijn technologie en
import volledig afhankelijk van de Chi
nese Volksrepubliek.
Maar ook deze relatie bekoelde, toen
China zich na de dood van Mao Zedong
op het westen begon te richten. De defi
nitieve breuk volgde in 1978 en veroor
deelde Albanië tot een vrijwel totaal ge
ïsoleerd en van eigen middelen afhanke
lijk bestaan.
In deze situatie is, na de dood van
Hoxha in 1985, onder de nieuwe sterke
man Ramiz Alia niet veel verandering
gekomen. Al zijn er de laatste jaren, ook
binnen de communistische partij, enkele
kritische geluiden te horen.
In de tweede helft van 1988 werd er door
die communistische partij zelfs een cam
pagne gestart die tot doel had af te raken
van arrogante, corrupte of luie topbu-
reaucraten. Deze actie zette echter wei
nig zoden aan de dijk: slechts enkele ver
stokte bureaucraten moesten het veld
ruilen.
Succesvoller was een zuivering binnen
het ambtenarenapparaat van het minis
terie van binnenlandse zaken. Bij dit mi
nisterie, dat de geheime politie, de Sigu-
rimi, moet controleren en berucht is om
zijn conservatisme, verdween maar liefst
tien procent van alle ambtenaren.
Vorige jaar is deze trend voortgezet. Er
zijn zelfs wat voorzichtige hervormingen
doorgevoerd: er is wat meer ruimte voor
loonverschillen en privé-initiatief in de
economie gekomen.
Ook in de media wordt de toon wat los
ser, al heeft men voor de perestrojka van
Gorbatsjov geen goed woord over. Voor
het partijblad 'Zëri i Popullit' is de pere
strojka nog steeds 'de gevaarlijkste aan
val van het Sovjet-revisionisme op de
leer van de Oktoberrevolutie en Lenin'
sinds de Sovjetunie van rechte weg be
gon af te dwalen. In schijnbare tegen
spraak daarmee is het feit dat Albanië in
het Chinese conflict de kant van de re
bellerende studenten heeft gekozen.
Naar verluidt hebben zich de afgelopen
zomer onlusten voorgedaan bij de stu
dentenhuizen van de universiteit van Ti
rana en volgens het officiële Joegoslavi
sche persbureau Tanjug is het in de
herfst in de steden Korea en Skhodra on
rustig geweest.
Onlangs zijn er ook weerspannige gelui
den gehoord binnen de communistische
jeugdbond. Mehmet Elezi, de leider van
de bond, heeft de partijleiding gewaar
schuwd voor onrust onder jongeren. Hij
bekritiseerde de conservatieve partijlei
ding voor de manier waarop zij een opi
niepeiling onder jongeren hadden dood
gezwegen. Daarin stonden onverwacht
veel opmerkingen over Westerse popmu
ziek en mode, twee artikelen die in Alba
nië niet voorhanden zijn.
Voorts heeft de Albaanse troonpreten
dent koning Leka I, die in Zuid-Afrika
woont, bekend gemaakt dat een cam
pagne zal worden georganiseerd om
pamfletten in Albanië te verspreiden die
de ongeveer drieënhalf miljoen Alba-
niërs oproepen om de regering omver te
werpen. De pamfletten zullen aan bal
lonnen in de gesloten Balkanstaat neer
gelaten worden.
Tenslotte heeft het Joegoslavische pers
bureau het bericht verspreid dat Alba
nese emigranten en politieke vluchtelin
gen in West-Europa verzoeken om hulp
aan diverse Europese parlementen heb
ben gericht.
Is er in Albanië dan toch een (fluwelen)
revolutie in gang gezet? Of is er alleen
maar sprake van cosmetische aanpassin
gen om een goede indruk te maken op
het buitenland en de burgers in toom te
houden?
Voor Piet Ordeman is maar één ant
woord mogelijk: „Er verandert in Alba
nië binnen afzienbare tijd niets." Ook de
recente berichten over demonstraties in
het noorden van Albanië moeten, vol
gens Ordeman, met de nodige argwaan
worden bezien. „Die lijken me onwaar
schijnlijk. Of ze moeten wel heel klein
schalig zijn geweest. Bovendien komen
veel van die berichten uit Joegoslavië en
het is bekend dat dit land alle belang
heeft bij een gekleurde berichtgeving. Al
banië heeft al jaren een slechte relatie
met Joegoslavië, welke nog verslechterd
is door die problemen die de Joegoslaven
hebben met hun Albanese minderheid."
Ordeman heeft verscheidene argumenten
om zijn mening kracht bij te zetten. „Ten
eerste staat Albanië veel minder dan de
andere Oostbloklanden bloot aan wes
terse propaganda. De invloed daarvan
op de ontwikkelingen in Oosteuropa
mag je niet onderschatten."
Door de traditioneel onafhankelijke op
stelling is de invloed van Gorbatsjov en
zijn perestrojka ook veel minder, meent
Ordeman verder. „De communisten in,
bijvoorbeeld, Polen of Tsjechoslowakije,
hadden de ruggesteun van de Sovjetunie
nodig. Toen die weg viel, was het met ze
gedaan. De communisten in Albanië
hebben altijd hun eigen koers uitgezet."
Daarbij komt dat er in Albanië sprake is
van een sterke sociale controle. Orde-
man: „Iemand die naar een buitenlandse
zender luistert of een buitenlandse krant
leest, loopt het risico aangegeven te wor
den bij een wijkcomité van de commu
nistische partij."
Ondanks berichten in de Albanese pers
Straatbeeld In Tirana. De plattelandsbevolking komt naar de hoofdstad om
groenten te verkopen.
over zuiveringen binnen het ambtena
rencorps, heeft Ordeman zelf nooit ge
hoord van corruptie in de communisti
sche partij. „Ik heb geen enkele
wanklank vernomen, niets over rijke
landhuizen of buitenlandse bankrekenin
gen van partijleden. Als de Albanezen
klachten hadden, zouden die echt wel
naar buiten gesmokkeld zijn. Censuur of
niet." Volgens Ordeman bestaat er ook
geen echte dissidentenbeweging zoals in
andere Oosteuropese landen
Als laatste argument tegen op handen
zijnde veranderingen noemt Ordeman de
betrekkelijke welstand van de bevolking.
„Men is redelijk gevoed en gekleed, beter
dan in de meeste andere Oostbloklan
den, uitgezonderd Oostduitsland." Om
tenslotte te concluderen: „Men heeft
niet zoveel reden ontevreden met de
communistische partij te zijn. Die zit ste
vig in het zadel."
slechts 7000 bruikbare tractoren." De
landbouw-export is overigens voor een
niet onbelangrijk deel afkomstig uit kas
sen, die voornamelijk uit Nederland zijn
geïmporteerd.
Albanië is er in geslaagd een bescheiden
industrie op te bouwen. Maar de win
ning en verwerking van delfstoffen - Al
banië is de derde producent van chroom
erts ter wereld - levert steeds meer moei
lijkheden op, onder meer door de verou
derde installaties en uitputting van de
rijkste ertslagen.
Bij de Albanese grondwet is het aan
wenden van buitenlandse kredieten ver
boden. De Albanezen willen de handel
voortdurend in evenwicht houden, om
dat ze op geen enkele manier afhankelijk
van het buitenland willen worden. Deze
houding levert voor de modernisering
van de installaties echter 'onoverkome
lijke moeilijkheden' op. Daartegenover
staat dat Albanië vrijwel geen buiten
landse schuld heeft en dat het vrijwel
zelfvoorzienend is in de energie-behoef
te.
De economie van Albanië heeft, conclu
deert het rapport, duidelijk te lijden van
het overgecentraliseerde, traditioneel-
stalinistische systeem. Maar er is nog
hoop. Hoewel de officiële propaganda de
burgers wil laten geloven dat de plannen
steeds Worden overtroffen, kan men in
toespraken van partijleiders toch steeds
horen dat zich 'deformaties' voordoen
bij de uitvoering van de economische
plannen.
Een grote droogte, vorig jaar, heeft ge
zorgd voor een tekort aan elektriciteit,
omdat de meeste stroom in waterkracht
centrales wordt opgewekt. Geen wonder
dat partijleider Alia in zijn nieuwjaar
stoespraak verklaarde dat de bevolking
op meer van hetzelfde voorbereid moet
zijn: 'bezuinigingen op alle gebieden'.
De nieuwste gegevens van het ministerie
van economische zaken over Albanië,
zijn evenwel, anders dan Ordeman wil
doen geloven, weinig rooskleurig. In het
rapport wordt Albanië zelfs het 'armste
land in Europa' genoemd. „Vele zaken
zijn verboden of niet verkrijgbaar. Er be
staat gebrek aan duurzame consumptie
goederen en bovendien is de bevoorra
ding met alledaagse produkten volstrekt
ontoereikend. Het belangrijkste pro
bleem voor de Albanese volkshuishou
ding is de hoge bevolkingsgroei, bijna 2,5
procent per jaar."
Ruim tweederde deel van de Albanese
bevolking woont en werkt op het platte
land. De landbouw verkeert echter in
een uiterst primitieve staat. „Het groot
ste deel van het werk wordt nog met de
hand gedaan. Albanië telt naar schatting