OP SCHOOL EEN HEL 'Vrouwelijke ingenieurs zijn onvindbaar' SOMMIGE KINDEREN IS HET LEVEN 'Als bij de jongens het talent op is, moet je het bij de meisjes halen' VROUWEN HEBBEN GEEN GELIJKE KANSEN ALS ZE EENMAAL AFGESTUDEERD ZIJN 13 JANUAR11990 10.00-15.00 uur at lanciering Breda aemeai Faalangst Deeltijd Rollenpatroon Meer energie Kies exact tvang ik e over: ch Onderwijs - HTS torium Onderwijs Informatica Onderwijs nisch Administratief wijs - HEAO I Agogisch Onderwijs eel Management dheidszorg Onderwijs >gisch Onderwijs - PABO en Vormgevings wijs - Academie SL Joost ÏO - sector ats: ereikbaar van 0 en 14.00 tot 16.00 uur. is: 1, Breda (Bavel) anvragen van folders antwoordbon uitknippen anveloppe zonder sturen naar: >l West-Brabant nummer 409, Breda siding is nieuw. In het werkveld te bestaan aan mensen die zijn in het begeleiden van de mensen, die arbeid aiding is een studie-differentiatie D.G. O.-opleiding geleiding. De opleiding den aan. Met behulp van •dkaart zijn de folders sen bij de desbetreffende te vragen. voor de gevolgen als ze niet meedoen. De leraren moeten de hele groep mobiliseren. Je kunt de kinderen overtuigen dat het niet kan. Kinderen hebben een groot rechtvaardigheidsgevoel. Je hoeft niet veel te doen of kinderen blijken bereid actie te voeren tegen de schending van de mensenrechten aan de andere kant van de wereld. Van dat rechtvaardigheidsgevoel moet je gebruik maken. Ook moet je ervoor zorgen dat niet één leraar maar meerdere leraren zich met het probleem bezig houden." Van der Meer vindt dat de leerkrachten niet alleen een taak hebben tegenover het kind dat gepest wordt. Ook het kind dat pest heeft hulp nodig. „Het blijkt dat de pesters een veel grotere kans lopen later in crimineel gedrag te vervallen dan anderen. Het agressief gedrag is eigenlijk een uiting van te beperkte mogelijkheden om te communiceren." is altijd wel ntje de klos Vier jaar lang heeft mijn zoon gevochten om op de basisschool geaccepteerd te worden. Samen met mij. Het was vier jaar vechten tegen de bierkaai. Op het ogenblik zoeken we samen bij het Riagg een oplossing.Een briefje van een moeder. Het gaat over een kind dat op school constant gepest werd. „Het is echt een groot probleem," verzucht Van der Meer. „Onderzoek in de Scandinavische landen heeft uitgewezen dat een op de twintig kinderen op school ernstig gepest en getreiterd wordt. Niet zo maar een beetje gepest, dat kan geen kwaad. Wat ik bedoel zijn kinderen die de zondebok worden in de klas. Kinderen waarvan het leven een hel wordt. Die soms een leven lang met de gevolgen van hun schooltijd rondlopen. In het ergste geval leidt het zelfs tot zelfmoord. Er zijn zelfmoordgevallen bekend vanwege pesterij op school." gewoon opnieuw. Het kind aanleren zich beter te verdedigen, is ook niet altijd een oplossing. Als het getreiter bij het ene kind ophoudt, is een nieuwe zondebok snel gevonden. De enige oplossing is volgens Van der Meer dat de docenten op de een of andere manier de hele groep bij de oplossing betrekken. In zo'n groep is er altijd iemand die de leiding heeft bij het pesten. De rest doet mee omdat ze het leuk vinden, of omdat ze bang zijn Vrouwelijke ingenieurs vinden vaker een baan via de formele kanalen dan mannen; zij werken meer in overheidsdienst, meer in deeltijd, hebben vaker een tijdelijke aanstel ling gekregen en ze verdienen minder dan hun mannelijke collega's. Deze resultaten van een onderzoek naar de arbeidsmarktpositie van vrouwelijke inge nieurs hadden net zo goed tien jaar geleden kunnen zijn gepubliceerd. Toch is dit onder zoek verricht in de eerste helft van 1989, on der afgestudeerden van de Technische Uni versiteit Eindhoven (TUE). Door Harry Coerver Bob van der Meer, medewerker van het Katholiek Pedagogisch Centrum in Den Bosch, heeft mappen vol met dit soort schrijnende brieven. Al meer dan tien jaar houdt hij zich bezig met het probleem van pesten op school. Een jaar geleden schreef hij er een boek over: 'De zondebok in de klas'. Dat boek is al aan z'n derde druk toe. Sommige kinderen gaan er op school door alle pesterijen compleet onderdoor. foto wil nilwik Het zoeken van een zondebok is zo oud als de mensheid. Van der Meer noemt het zelfs een natuurverschijnsel. „Je ziet het bij mensen en dieren. In de maatschappij blijken groepen voor zondebok te spelen. Bijvoorbeeld joden, negers, of homo's." Op school is het een bekend verschijnsel dat in de meeste groepen altijd wel één leerling zit die de klos is. Leerkrachten weten meestal niet hoe ze erop moeten reageren. „De leerlingen vertellen dat het afgelopen moet zijn met die pesterijen, helpt niet. Ik heb die fout zelf ooit gemaakt toen ik nog leraar lichamelijke opvoeding was," geeft Van der Meer toe. „Als je het zó aanpakt, is dat soms zelfs een motief om nog erger te gaan pesten." In het verleden zijn vaak oplossingen bedacht die niet echt helpen. Het slachtoffer in een andere groep zetten, verschuift meestal de problemen alleen maar. In veel gevallen begint de ellende mAl rond de eeuw-wisseling waren er vrouwelijke studenten. Deze foto dateert uit 1904 en is genomen in het scheikunde-laboratorium van de Technische Universiteit in Delft. Een toekomstige vrouwelijke ingenieur aan het werk op de Technische Universiteit Eindhoven. Volgens Van der Meer ontwikkelt de faalangst zich sterk bij kinderen die voortdurend gepest worden. Ook gaan ze steeds meer mensen uit hun omgeving wantrouwen. Ze maken steeds moeilijker contact. Wat kan er allemaal gebeuren als kinderen hun schoolleven moeten slijten als zondebok? De variaties zijn eindeloos. Het kan gaan om slaan of jennen, of het links laten liggen van een kind. Dan wordt er niet meer mee gepraat of gespeeld. Maar er zijn meer manieren: denigrerende opmerkingen, uitlachen, uitschelden of vervelende grappen uithalen. Het extreem pesten, komt volgens Van der Meer voor in alle leeftijdsgroepen. Maar in de groep tussen 10 en 13 jaar het meest. Door Marja Klein Obbink „Vrouwelijke ingenieurs zijn onvindbaar, de overheid stimuleert 'kies exact', maar wat heb je eraan als de kansen na het afstuderen van mannen en vrouwen weer niet gelijk zijn?", zei onderzoekster A. Oude Avenhuis bij de presentatie van de onderzoeksresultaten. Want wat voor mooie plannen de overheid ook heeft met vrouwen - neem de 1990-maatregel - het effect verdwijnt als de overheid ook niet zorgt voor goede zwangerschapsverloven, kinderopvang en andere voorwaarden die het mogelijk maken dat de vrouw haar eigen geld blijft verdienen. De resultaten van het TUE-onderzoek zijn illustratief voor de positie van vrouwen in het algemeen. Nog steeds is het zo dat mannelijke ingenieurs meer via het 'informele circuit', zoals via een stage aan een baan komen. Vrouwen blijken vaker een eerste baan te krijgen via een advertentie. Dit is nogal opmerkelijk omdat vrouwen tijdens hun studie relatief meer stages lopen dan mannen. Ook in de verdeling over de bedrijfssectoren zijn er weer verschillen tussen mannen en vrouwen te zien. Mannelijke ingenieurs blijken veel vaker in het bedrijfsleven werkzaam te zijn dan vrouwen (78% tegenover 61,4%). Vrouwelijke ingenieurs (38,5%) werken meer in overheidsdienst dan mannen (21,9%). Weinig sensationeel zijn de conclusies over deeltijd-arbeid. Ook vrouwelijke ingenieurs werken minder dan hun mannelijke collega's. Twintig procent van de vrouwen werkt in deeltijd (minder dan 38 uur per week) tegenover tien procent van de mannen. Bijna alle mannen hebben een full-time baan naast ruim drie kwart van de vrouwen. Verder vervullen vrouwen vaker tijdelijke functies dan mannen. De cijfers: bijna 60% van de vrouwelijke en 70% van de mannelijke ingenieurs kreeg een vaste aanstelling bij aanvang van een werkkring. Ruim een kwart (26%) van de vrouwen tegenover 19% van de mannen blijkt een tijdelijke functie te hebben. Hoewel de inkomens van de TUE- ingenieurs bepaald niet zielig zijn te noemen, is er toch weer een verschil geconstateerd tussen de mannelijke en de vrouwelijke salarissen. Zo zit 32,8% van de mannen boven een bruto- maandsalaris van 4000 tegen 20% van de vrouwen. De conclusie dat er sprake is van discriminatie is in dit geval te simpel. Gebleken was al dat meer vrouwen dan mannen een tijdelijke aanstelling hebben. Ook is het zo dat in bepaalde sectoren van het bedrijfsleven meer wordt verdiend. Studierichting en geslacht spelen een kleinere rol. Dat ook hoog opgeleide vrouwen het traditionele rollenpatroon niet kunnen doorbreken, blijkt uit de gegevens over de combinatie werk/ privéleven. Neem 1 het huishouden: bijna twee keer zoveel vrouwen (94%) dan mannen (53%) zegt ongeveer de helft of meer zorg aan het huishouden te besteden. Als je de vrouwen vraagt naar hun toekomst, dan achten ze de kans dat ze over tien jaar een full-time baan hebben, kleiner dan mannen. Mannen denken bovendien meer kans te maken op een beleidsfunctie. Zeer illustratief zijn de antwoorden op vragen over het al dan niet stichten van en gezin: mannen achten gemiddeld de kans groter over tien jaar een gezin te hebben, dan vrouwen. En: meer vrouwen dan mannen verwachten dat ze hun carrière zullen onderbreken voor het opvoeden van kinderen. Logisch klinkt het dan als vrouwen de kans op spanningen tussen hun carrière en het gezinsleven groter achten. Zeer tekenend zijn de verschillen in opvattingen over het combineren van een full-time baan met een gezin. Voor vrouwen geldt dat hoe hoger ze de kans inschatten een full-time functie te vervullen, hoe lager ze de kans inschatten ook een gezin te hebben. Voor mannen ligt het net andersom: hoe groter ze de kans achten op een full-time functie, hoe hoger ze de kans achten dat ze dan ook een gezin zullen hebben. Door Marja Klein Obbink EINDHOVEN - In de Nederlandse industrie kan het aantal opgeleide ingenieurs maar twee van de drie vacatures vervullen; met name in bepaalde vakgebieden. Zo groot is het tekort aan deze hoog gekwalificeerde mensen. Deze 'noodkreet' is afkomstig van de rector magnificus van de Technische Universiteit Eindhoven (TUE), prof. ir M. Tels. Nederland dreigt in een achterstandsituatie te geraken, zei hij tijdens een symposium over de loopbanen van vrouwelijke ingenieurs. „En als het talent bij de jongens op is, dan moeten we het bij de meisjes vandaan halen", is zijn lichtelijk opportunistische visie. Naar zijn mening is de actie 'Kies exact' grotendeels mislukt. Alleen de cijfers tonen dat al aan: maar dertien procent van de TUE-studenten is van het vrouwelijk geslacht. Wel is er een vooruitgang te bespeuren bij bepaalde studierichtingen als scheikunde en bouwkunde; daar is 'al' een kwart van de studenten vrouw. Maar neem je de studie elektrotechniek, dan is daar amper een vrouw voor warm te krijgen: zo'n twee procent. Slecht scoort ook het vak werktuigbouwkunde, waar iets meer dan drie procent van de studenten van het vrouwelijk geslacht is. Dit terwijl de werkgevers dus staan te springen om technisch ingenieurs. Volgens Tels gaat het dan vooral om de geautomatiseerde of automatiseerbare industrie en de procesindustrie. En dat blijken dan toch weer de multinationals te zijn als Shell, Unilever, Akzo, DSM en Philips. Een baan vinden technisch ingenieurs gemiddeld binnen drie maanden. De salarissen van de ir.'s zijn nooit gering geweest. Een doorsnee-aanvangssalaris hgt tussen de 45.000 en 50.000 per jaar. Uitzonderingen zijn er natuurlijk altijd. Tijdens het symposium noemden de vrouwelijke ingenieurs ook aanmerkelijk hogere bedragen, zoals 4800 per maand voor een vierdaagse werkweek. Na twee jaar verdiende dezelfde vrouw 5200 per maand. De Bredase Monique Dijkers (24) is in augustus aan de TUE afgestudeerd als bedrijfskundig ingenieur. Daarna heeft zij nog twee maanden bij haar stagebedrijf doorgewerkt. In november kon ze beginnen bij Fokker in Amsterdam als applicatiebeheerder. In feite is zij verantwoordelijk voor het verloop van de hele goederenstroom, van de inkoop tot aan de besturing van de systemen. Op haar afdeling werkt zij als enige vrouw tussen 19 mannelijke collega's. „Of ik er trots op ben? Nee hoor, tijdens m'n studie ben ik er al aan gewend geraakt om met mannen te werken. Wat ik in het begin wel merkte is dat er nog te vaak mannen zijn die denken dat jij de secretaresse bent". Als vrouw begin je je loopbaan toch met een handicap, vindt ze. „Misschien is dat iets te zwart-wit...laat ik zeggen datje er toch iets meer energie in moet steken voordat ze je als vrouwelijke collega accepteren. Aardig is wel datje én van mannelijke én van vrouwelijke collega's hoort dat er meer vrouwen moeten komen. Voor de sfeer, en ja, omdat je je dan als vrouwen aan elkaar kunt optrekken." De leuze 'kies exact' bestond nog niet toen Monique aan haar studie begon. „Daar zou ik ook niet erg van onder de indruk zijn geweest. Ik denk datje omgeving een heel belangrijke rol speelt, zoals bij mij mijn ouders. Mijn vader is HTS-ingenieur en m'n zus is twee jaar voor mij afgestudeerd als werktuigbouwkundige. Op dié manier kwam ik in contact met de techniek. Ook stimuleerden zij mij in mijn keuze, Nee, niet dat ze mij die aanpraatten, hooguit hebben ze die mogelijkheid geopperd. Ik denk dat het een soort wisselwerking is geweest". Monique is vast van plan om te blijven werken. „De discussie over wel of geen kinderen, daar zijn we nog niet uit. Wat ik wel weet is dat als er toch kinderen zouden komen we allebei voor de helft minder moeten gaan werken en dat we voor een deel gebruik maken van kinderopvang".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1990 | | pagina 23