DE STEM HET ONTROERENDE WEERZIEN VAN KARIN MET HAAR GEBOORTEPLAATS ZATERDAG I-f 18 NOVEMBER 19891 I Massahysterie Vrijwillig ranen huilde zij bij de televisie, thuis in Breda, de Muur was ineens open. Karin wilde naar haar andere thuis, naar Leipzig, de stad in de DDR waar de 'redelijke revolutie' begon. Ze wilde van 'het nieuwe' proeven en ging naar de grauwe Ludwig- strasse. Daar woont haar moeder Gerda en het ver deelde gezin: Moeder lid van de partij, een zus met een bungalowtje, een andere zus bij Neues Forum een broer en een zus naar het westen. De tragiek van de DDR is de tragiek van het gezin Mokry. Karin: „Mijn familie is net de DDR". Een reportage over een familie in verwarring. Geen leuzen Badkuip op poten Mercedes Chaos met haar broer Detlef bij de Muur. „Ik ben communistisch opgevoed. Ik sen stempel meegekregen. Dat wil Ik mijn kinderen niet aandoen". V". Karin kan tot haar grote verbazing een gewoon gesprek voeren met de Oostdultse politie. „Een Vopo die met me praat, hoorde Je dat moeder?". - FOTO'S DE STEM /BENSTÉFFEN 'Mijn familie is net de DDR' is een vlinder, hij werkt in de stalbouw en verdient meer dan 'een onderwijzer. Udo zit met zijn vrouw Kerstin in Mün- chen, weggegaan. Boete heeft een man met twee kinderen, ze zitten in Leverku- sen, allemaal op één kamer, ook wegge gaan, Ines serveert in een restaurant en is bij Neues Forum. Jorg, mijn jongste broer is bij De Par tij, maar hij demonstreert elke maandag mee in Leipzig. Hij zegt: Ik ben trots dat ik als partijlid De Ommekeer mag mee maken. Vroeger zou hij niet eens met jou gepraat hebben, nu heeft hij de mond vol over het Westen. Mijn zus van Neues Forum is achterdochtig omdat de West- duitse pers verkeerd over De Beweging heeft geschreven. Ze is helemaal van de kaart". Haar teleurstelling is dat de Oostduitsers nu naar het Westen rennen, 100 Mark krijgen en de eerste de beste supermarkt binnengaan, terwijl zij en haar vrienden discussieren over hogere idealen zoals vrije verkiezingen. Ze gaat niet naar West-Berlijn. „Ik doe niet mee aan de massahysterie", zegt ze. De volgende dag rijden we naar Oost- Berlijn met Karin, haar moeder en met broer Detlef. Karin: „Het is mijn droom om onder de open Brandenburger Tor te staan". De Tor is in 1791 gebouwd als 'deur van de vrede'. Nu sluit De Muur de doorgang af. „De grensmaatregelen van 1961 redden de vrede in Europa", zo heeft Karin ijit de DDR-geschiedenis- boekjes geleerd. De muur onder de Brandenburger Tor blijft die middag dicht. „Technische problemen", zegt de man van de Volkspolizei (VOPO) be reidwillig tegen Karin. Ze is beduusd, schrijft en roept dan: „Een Vopo die met me praat hoorde je dat moeder?". „Verdorie, ik hoorde ook bij die stom meriken. Ik vond het een goed systeem", begint Karin als we weer in Leipzig zijn. „Ik ben ook vrijwillig in De Partij ge gaan. Ze hebben er nog een stukje over in de krant gezet: dat mijn ouders een voorbeeld waren met zulke kinderen". Ze weet nog dat ze op school alleen maar slechte dingen over het Westen vertel den: „Nedeijand was imperialistische en buitte arme mensen in koloniën uit. Ik leerde dingen die je op Nederlandse scholen nooit hoorde. Holland was voor mij als kind een heel ander land, warm en exotisch met bananen aan de bo men". „Als kinderen hoorden we ook dat wij in de DDR rijk waren en de Polen en de Russen arm. Uit het Westen kwamen al leen spionnen. Als er in de stad bij ons een Westerse auto voor een winkel stond, dan belde de eigenaar de politie. Nu zijn dat ineens geen spionnen meer, maar gewone Duiters uit het Westen". Vrijheid heeft Karin vroeger nooit ge mist: „In de DDR had vrijheid niets met vrij reizen te maken. Recht op werk, dat was onze vrijheid". Evenmin heeft ze gehoord wat er bij De Muur gebeurde: „Iemand zei weieens wat over schieten, maar dat vond ik café praat. Ik geloofde die geruchten niet. De nieuwe vrijheid: chocola uit het Westen. Door Paul de Schipper zijn wij naar Leipzig gereden. Dwalend door haar stad en aan de voet van de Muur, heeft Karin haar verhaal verteld. Het is een documentaire gewor den over een geschokt gezin in de DDR, een moeder en acht kinderen. Veertig jaar communisme, achten twintigjaar de muur, de partijtop afgezet de oppositiebeweging in Neues Forum gegoten en nu al twee weken open gren zen. Dat is te veel. „Ik begrijp het niet, mijn wereld stort in", zucht moeder Mokry in haar keuken in Leipzig. Dochter Karin woont in de Olivier van Noortstraat in Breda, 's avonds werkt ze bij een snoepfabriek. Karin Mokry heeft drie kinderen en is ge trouwd met Ries uit Rucphen, een oud- vrachtwagenchauffeur. Zo is het aange raakt: op een dansavond in 1977 in Leipzig. En zo is Karin (36) niet uit haat of afkeer, maar uit liefde een jaar later uit de DDR vertrokken. „Wij hebben over het huwelijk gepraat. Ik was gvoor het westen, ze hadden me ver teld over werkloosheid en over criminali teit". In het donker naderen wij Eisenach, de zuidelijke grensovergang van West naar Oost-Duitsland. „Goh zegt Karin „ik heb nog nooit zoveel Trabantjes ge- tien. We krijgen visa-stempels met een iïmlach, tot hier is de Muur geslecht, want vroeger keek de DDR douane do delijk zwijgend de ribben uit je lijf. Ka rn grijpt naar haar hoofd: „Ik begrijp t niet. Hoe kan dat? Deze mensen la chen!" w ij nacht is een stad uit de jaren hjftig. Een stad die je kent uit De Illu stratie: Brede, lege straten, hier en daar iemand bij een tramhalte. Hoge, oude huizen, eenzame mensen langs vijvers en jjelige lantaarns in de nevel. Tussen de huizen hangt de rook van kolenkachels. Na vijf minuten besef je pas wat er ont weekt: reclame. Karin kijkend, zoekt naar het 'nieuwe': „Er hangen niet eens rode vlagen en ik zie geen leuzen. Hier het station hingen die altijd: 'Mijn ar beid is mijn vrijheid'.Ha, ha, hebben hier in DDR een nieuwe vrijheid". De huizen in de Ludwigstrasse zien ^art van de roetaanslag. Kolenstof van de mijnen buiten de stad. Langs de stoep ^atéén antieke Wartburg op vier lege Hier in deze straat heeft Karin ge- fNd: „Op rolschaatsen rijden en met wepels springen. Ik kreeg altijd de ge- draagde kleren van mijn zus Rosie, later kwam ik bij de Jonge Pioniers, een jeugdafdeling van De Partij. Ik droeg een witte blouse met blauwe halsdoek. Wie er niet bij was, werd nagekeken. Het kwam niet in je op dat je zei: Ik doe het niet" Moeder Gerda woont drie hoog. Het trappenhuis is van hout met veel krullen. De open deur boven brengt licht en warmte. Een paar zoenen en dan gaat het over 'de situatie'. Moeder Gerda: „Egon Krenz heeft ons land van een bloedbad gered". De moeder van Karin is dertig jaar lid van De Partij. Eind 1943 werkte ze op het land buiten Leipzig. Terwijl de mannen met sikkels haver en rogge sneden laadde zij de wagens. Óp 14 december vielen de eerste bommen op de stad. „Om me heen was alles kapot. Ik overleefde, maar ik heb gedacht, dat nooit meer. Toen kwamen de conferen ties van Jalta en Potsdam. Niet wij, maar de geallieerden deelden Duitsland. De Partij kwam aan de macht, we kregen het beter, er kwam meer eten. Ik heb al tijd in het Marxisme geloofd: Dat de mens zich door de arbeid ontwikkelt". „Geloven in God deed ik niet. Mijn schoonmoeder kwam uit Polen, zij was vroom katholiek. God, almachtig zei ze altijd. Maar ik dacht: In de oorlog'ze gent de pastoor aan elke kant de kanon nen en de soldaten zeggen: Gott mit Ons, maar waarom heeft die almachtige God dan nooit een volkenmoord op 50.000.000 mensen verhinderd?" We zitten in de keuken. Links een koel kast, het aanrecht en een koffiezetappa raat, rechts een vijfliter boiler en een badkuip op poten. Het badwater wordt verwarmd met een kolenbrander. „Al drie jaar hoor". Moeder Gerda is er trots op, Karin moppert op „dat rot ding". Kolen scheppen voor een warm bad in de keuken, waar is het fout gegaan met de DDR? Moeder Gerda: „Tot 1970 is het steeds beter geworden, daarna stag neerde het hier, maar het westen bleef vooruitgaan. De regering heeft ons be drogen met de produktiecijfers. Leugens en waarheid zijn te ver uit elkaar ge groeid. Sinds 7 oktober hebben we De Ommekeer, geweldloos. Dat is goed. Marx zegt: „Als het idee de massa grijpt Maar lie massa is verdeehf, hopeloos in de war. De Ommekeer, De Wende zo als de Oostduitsers zeggen komt te snel. Karin: „Kijk naar mijn familie. Rosie de oudste is gescheiden maar woont weer samen, ze is uitgekookt, ze heeft een bungalowtje met zelfs een klein zwem bad, hier in Leipzig. Detlef, mijn broer, van enkele weken geleden is immers weggevallen met de komst van de her vormers in de regering. Op de Karl Marxplatz in het centrum van Leipzig wijst een digitale thermome ter 2 graden boven nul aan. Op een ter rasje, buiten, zitten mensen gehaktballen te eten en drinken bier. Andere drom men samen rond een aanplakzuil om de vlugschriften van Neues Forum te lezen, dat zijn de verworvenheden van de nog prille democratie. Op de aanplakzuil zit ook een hand geschreven briefje: 'Wie nu ons land verlaat, gaat, omdat hij geen Mercedes kan rijden, maar kan hij dat aan de andere kant wel?'. Soms bemerk je bij Karins moeder de generatiekloof die de grenzen van de po litiek overschrijdt: „De jonge mensen die weggegaan zijn hadden geen reden. Ze moeten maar afwachten wat ze in het westen krijgen. Ze hadden het beter dan wij. Ze krijgen kinderbijslag en krediet bij het trouwen. Dat heb ik nooit gehad. Ik moest acht kinderen grootbrengen én ik heb dertig jaar gewerkt. Nu klagen de moeders omdfat er geen babyvoeasel in blik in de winkel ligt. Dan zeg ik: „Kook het zelf'. „Ik ben het de laatste jaren nooit met moeder eens geweest. Soms als we het over politiek hadden zei moeder 'zwijg',' en dan hield je je mond", zegt Karin. En: „Mijn ouders bedoelden het goed hoor, maar ik ben communistisch opge voed. Ik heb nooit de kans gehad om te kiezen. Ik heb een stempel meegekregen, dat wil ik mijn kinderen niet aandoen. Zij moeten zelf kunnen kiezen". Karin denkt de laatste tijd vaak aan 'al die onderwijzers in de DDR, die vo rige week hun kinderen nog moesten ver tellen dat jij, man uit het Westen, slecht was. Wat gaat er nu in die mensen om?'. Dat is de verwarring. „Wij willen de mensen nu geestelijke rust geven", vertelt dominee Christian Führer van de Nicolaikerk in het hart van Leipzig. In die kerk is het verzet ge boren. Dominee Führer: „Wees niet bang, het komt goed, maar de mensen moeten beseffen dat wat in 40 jaar is op gebouwd niet in twee maanden veran dert". De Ommekeer spreidt door de hele DDR en zorgt voor chaos. Karin: „Pas over jaren zullen.de historici oordelen en weten waarom het zo verging en wat ons volk heeft gelogen". In de Ludwigstrasse in Leipzig, Oost- Duitsland, woont eeji moeder van 8 kin deren. Haar gedeelde, uiteen gerukte ge zin symboliseert de toestand in de DDR. Eén hoop: als zij met haar kinderen het symbool is, dan is de zielerust en de ver-, zoening nabij, want zegt de volhardend Marxistische moeder Gerda: „Uiteinde lijk willen we in het Oosten, in het Wes ten en hier thuis in Leipzig, allemaal het zelfde dat we samen gelukkig worden". Karin, al Jaren woonachtig In Breda, In open Brandenburger Tor te staan". Mijn vriendinnen gingen soms naar West-Berlijn. Ik wou niet, want het Wes ten was slecht. Ik had als meisje geen twijfels. Later wel toen ik hoorde dat de Russen in 1941 een stuk van Polen had den gepakt en dat Stalin de Poolse offi cieren liet doodschieten. Dat heb ik op school nooit geleerd, toen dacht ik: „Ze hebben iets verzwegen. Later maakte ik wel partijvergaderingen mee, maar ik zat erbij zoals je naar de pastoor luistert. De pastoor preekt maar je hoort niets meer en dwaalt af. Toen ik naar Nederland ging heb ik zelf het partijlidmaatschap opgezegd". Wat is de toekomst van de DDR? Moe der Gerda zoekt, krampachtig haast, i: „Het Is mijn droom om onder de naar een antwoord dat past op haar overtuiging: „Ik ben teleurgesteld, maar ik blijf geloven in Marx en Engels. Wat nu gebeurt kun je Marxistisch onderbou wen: uit de wil van de massa ontstaat iets nieuws. Dat is goed". Neues Forum wordt door mevrouw Mokry niet concreet genoemd: „Ik weet niet wat ze willen". Daarmee botst ze re gelmatig op haar dochter Ines die als op positie-aanhanger wantrouwend üjkt ten opzichte van het Westen. Niettemin neemt Ines graag twee pakken printpa pier aan, een geschenk van de Westerse krant aan de computer van Neues Fo rum. Het tekent haar innerlijke verwar ring en verhes aan houvast. De vijand

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1989 | | pagina 31