DE STEM
lDE STl
AFP
TOCH
KRITIEK GROEIT
OP 'TANK' VAN
KINDERBESCHERMING
DE GRAAF
WOEDE
VOORSTE!!
et begon met De Bolderkar. Dat
kon bijna niemand geloven. Dat er op één schooltje,
een medisch kleuterdagverblijf in Vlaardingen, zóveel
kinderen seksueel misbruikt zouden worden.
Was het waar of waan? Verschrikking of vergissing?
Waren er echt zó veel kindertjes het slachtoffer van in
cest? Of waren veel ouders het slachtoffer van hulp
verleners, die, uit overbezorgdheid en onkunde, spo
ken hadden gezien?
Het oproer van de ouders begon. Sommigen voelden
zich onschuldig beschuldigd. Ze waren-woedend op
de kinderbeschermers, die hun kleintjes voor alle vei
ligheid maar uit het ouderlijke nest plukten.
ZATERDAGI
25 FEBRUAR119891
Sanering
Machine
Echtscheiding
Wantrouwen
Monopolie
Klachtenregeling
Verdedigen
Betrouwbaar
Voorzichtig
Twintigduizend
De rechter
Nee, zegt het kat
diensten en een
noeg, 1.045 nette
de, driehonderd gu
zin en bijna vijftien
den met twee pah
zeggen de sociale
ten miljoenen en m
ons land achthond
moeten komen van
hun koopkracht in
hebben zien dalen,
ben om lekker en
den. Mensen die iï
aantal alarmerende
H
Door Mlck Salet
Als er sprake is van misdadige mishan
deling of verschrikkelijke verwaarlozing,
dan zal geen verstandig mens bezwaar
maken dat de kinderbescherming op
treedt als reddende engel.
Maar als je als ouder onschuldig bent?
Als je een moeilijk kind iets anders
denkt op te moeten voeden dan de maat
schappelijk werker van de Raad voor de
Kinderbescherming goed acht? Dén gaat
de macht van de kinderbeschermers pijn
doen. Dan wordt de ouderlijke onmacht
voelbaar.
Herman Burgman (57) sprong snel op
de nieuwe golf van verontwaardiging. De
voorzitter van de stichting SOR strijdt,
sinds pijnlijke perikelen rond zijn eigen
echtscheiding, al twaalf jaar tegen de
kinderbeschemers, die hij liever kinder
dieven noemt.
Herman Burgman: „Ouders, die bij
problemen met hun kind de hoop vesti
gen op de Raden voor de Kinderbescher
ming, voogdij-instellingen of kinderrech
ters, staan heel vaak aan het begin van
een afgrijselijke lijdensweg. Ze raken
verzeild in een wereld van ongecontro
leerde macht.
Mensen worden tegen elkaar opgezet
en uitgespeeld, terwijl de kinderen hun
laatste, alleen oppervlakkig gezien niel
zo heel veel lijkende contacten met eigen
nest, buurt en milieu kwijt raken. Ze ver
dwijnen in instituten en pleeggezinnen,
waar slechts weinigen onbeschadigd van
daan komen. De praktijken van de zoge
naamde kinderbeschermers leiden tot
ongekende ellende. Vernielde kinderen.
Beschadigde ouders.
Het wordt tijd voor een groot protest.
Wij organiseren komende vrijdag, 3
maart, een demonstratie op het Malie
veld in Den Haag. Tégen het onwettig
aan de ouderlijke macht onttrekken van
kinderen. Vóór een parlementaire en
quête naar de misstanden in de jeugd
hulpverlening."
„Dat is de enige kans om een gezonde
sanering van de kinderbescherming te
bereiken. Anders blijft het zo, dat veel
vaders bij een echtscheiding van hun
kinderen worden verstoten. Anders blijft
het zo, dat hulpverleners weggelopen
kinderen bij hun ouders vandaan hou
den om hun eigen baantjes in stand te
houden. Anders blijft het zo, dat kinde
ren te snel onder toezicht worden gesteld
en te snel in tehuizen of pleeggezinnen
verdwijnen. Anders blijft het zo, dat er
tot een voorlopige ondertoezichtstelling
besloten kan worden zonder de ouders te
horen."
Is dit het begin van het oproer der
ouders? Is de kinderbescherming een
bolwerk van bemoeizieke betweters met
een mateloze macht?
„Voor veel ouders is de Raad voor de
Kinderbescherming een tank. Een mach
tige machine die niet meer te stoppen is,
als die eenmaal op gang is gebracht.
Ouders voelen zich machteloos. Wit ze
ook zeggen, wét ze ook doen, de tank
dendert door", zegt Ineke Meijerink
(30), orthopedagoge en werkzaam als
coördinator bij het Adviesburo Kinder-
beschermings Konflikten, AKK, in Am
sterdam. Daar komen verontwaardigde
vaders en moeders, die zich het slachtof
fer voelen van de Raad voor de Kinder
bescherming.
Wat zijn de meest voorkomende
klachten?
Ineke: „Aan de ene kant heb je de
klachten van gescheiden ouders. Bijvoor
beeld een vader die niet te spreken is
over de omgangsregeling en vindt dat hij
zijn kinderen te weinig te zien krijgt.
WIm Bavlnck en Wll van der Hoek van de Raad voor de KInderschermIng: WIJ werken niet op zo'n Gestapo-manler.
- FOTO'S ARCHIEF DE STEM
Oproer der ouders
„De praktijken van de zogenaamde kinderbeschermers lelden tot ongekende
ellende. Vernielde kinderen. Beschadigde ouders
Aan de andere kant heb je de klachten
over de maatregelen van de kinderbe
scherming, een ondertoezichtstelling of
een uithuisplaatsing. Dat zijn de meest
ingrijpende maatregelen. Daér zijn
ouders vaak léiiend over."
Laten we het eerst even over de echt
scheidingen hebben. De Kinderbescher
ming bemoeit zich daar pas mee als de
ouders er zelf niet meer uit kunnen ko
men. De kinderrechter vraagt de Raad
voor de Kinderbescherming dan om ad
vies. Wie moet de kinderen krijgen, pa of
ma? En als ma de kinderen bij zich
houdt, wat meestal het geval is, wanneer
mag pa ze dan zien?
Is het niet logisch dat zo'n advies èn
de beslissing van de kinderrechter wrevel
wekt bij één van de twee partijen? Platen
en boeken zijn eerlijk te verdelen, een
kind niet.
Ineke: „Dat ligt voor de hand, ja. Het
gaat immers om een conflict, waarbij de
één of de ander de kinderen toegewezen
krijgt. Maar dat wil toch niet zeggen dat
er dus automatisch klachten hoeven te
komen over een advies van de Raad voor
de Kinderbescherming. Als dat een goed
en objectief advies is, dan zal één van de
twee ouders daar misschien wel even
boos over zijn, maar het uiteindelijk wél
accepteren.
De klacht is nu juist dat het onderzoek
vaak onzorgvuldig en niet objectief is,
zodat er ook een slecht advies voor de
kinderrechter uit de bus komt. Wat de
klachten dan zijn? Dat niet alle informa
tie is verwerkt. Dat belangrijke mensen
niet gehoord zijn. Dat de maatschappe
lijk werker van de Raad een heel eigen
kleur aan het verhaal heeft gegeven. Dat
er meer rekening is gehouden met het be
lang van één van de twee ouders dan met
het belang van het kind.
Ik vind niet dat je die klachten naast
je neer mag leggen, omdat de verliezende
partij altijd wel wat te klagen heeft. Ik
vind dat ouders mogen verlangen dat het
advies, aan de hand waarvan de kinder
rechter een beslissing over hun kinderen
neemt, objectief en zorgvuldig is ge
maakt. En dat geldt natuurlijk voor alle
zaken."
Laten we overstappen naar de klachten
van de ouders, die het niet eens zijn met
een maatregel van de Kinderbescher
ming. Dat zijn dus justitiële maatregelen
die de ouderlijke macht beperken. Er
komt een gezinsvoogd. Dat heet dan een
ondertoezichtstelling of ots. Of er wordt
tot een uithuisplaatsing besloten. Dan
gaat een kind naar een tehuis of ergens
anders wonen.
Ineke: „Dat is natuurlijk vreselijk
voor ouders. Ze zeggen vaak dat er te
snel tot ondertoezichtstelling wordt be
sloten. Ik zeg niet dat het altijd onterecht
gebeurt, maar ik merk in de praktijk
vaak dat wij mensen er van kunnen over
tuigen, dat ze vrijwillige hulpverlening in
hun gezin moeten accepteren, terwijl de
Raad voor de Kinderbescherming in
zo'n geval al tot ondertoezichtstelling be
sluit. Ik vind niet dat je naar justitiële
maatregelen moet grijpen, als er nog mo
gelijkheden zijn om de problemen in een
gezin op te lossen met vrijwillige hulp
verlening.
En wat helpt het als er een gezins
voogd komt? Die wordt aangesteld om
hulp te verlenen. Maar zo'n voogd wordt
vaak gewantrouwd, omdat hij alles wat
er in een gezin gebeurt door kan geven
Ineke Meijerink van het Adviesburo Klnderbeschermlngs Konflikten In Amster
dam: „Het Is niet goed dat mensen van de Kinderbescherming de pet van de poli
tieman en de pet van de begrijpende hulpverlener dragen.
aan de kinderrechter. Vele gezinsvoog
den voélen zich ook een beetje politie
agent."
Wat er ook op de Raad aan te merken is,
mensen komen niet zó maar in aanra
king met de kinderbescherming. Er moet
toch wel wat mis zijn? Af en toe moét er
toch ingegrepen worden? Als ouders hun
taak écht niet aan kunnen, als kleine kin
deren misbruikt of mishandeld worden,
dan moet de kinderbescherming toch op
treden?
Ineke: „Natuurlijk. Ik zal ook niet
ontkennen dat er wel eens ingegrepen
moet worden. Maar daar gaat het eigen
lijk niet om. Het gaat er om dat de Raad
voor de Kinderbescherming zo veel
macht heeft. Een monopoliepositie.
De Kinderbescherming is de enige in
stantie in ons land die de mogelijkheid
heeft om in te grijpen in de ouderlijke
macht. Dat is niet niks. Dat vraagt om
de grootst mogelijke zorgvuldigheid. Als
je ingrijpt in het gezinsleven, dan moet je
daar een hele goede reden voor hebben
en moet je ouders ook duidelijk kunnen
maken waarom dat nodig is.
En natuurlijk zijn er ook ouders die
onterecht klagen. Vooral als het gaat om
incest of lichamelijke mishandeling,
doen ze alsof er niets aan de hand is en
zullen ze zéggen, dat de Kinderbescher
ming het helemaal bij het verkeerde eind
heeft.
Maar veel ouders begrijpen heus wel
dat er iets moest gebeuren. Die willen
uiteindelijk toch wel hulp accepteren. Ze
zijn het alleen niet eens met de manier
waarop de maatregelen worden opge
drongen. Het is toch hun kind over wie
beslist wordt? Zij kunnen toch het beste
inschatten wat er nodig is? Ouders heb
ben vaak de indruk dat de visie van een
maatschappelijk werker van de Raad
zwaarder weegt, dan de visie van de
ouders. Ze voelen dat ze geen invloed
hebben. Dat maakt ze zo machteloos
boos."
Wat moet er allemaal veranderen om een
eind maken aan die kritiek?
Ineke: „O jee, de hele structuur van de
Raad voor de Kinderbescherming zou
op de helling moeten. Het is niet goed
dat de mensen daar de pet van politie
man èn de pet van begrijpende hulpver
lener dragen. Het kan gewoon niet dat
iemand die taken tegelijkertijd verricht.
Er zijn ook snel uitvoerbare verbete
ringen mogelijk. Er moet zo snel moge
lijk een goede klachtenregeling komen.
Met een onafhankelijke instantie die de
klacht onderzoekt. Ér moeten duidelijke
eisen worden gesteld aan de rapporten
van de Raad voor de Kinderbescher
ming. En er zou ook nog wel een en an
der verbeterd kunnen worden aan de op
leiding van de maatschappelijk werkers
bij de Raad.
Als zoveel ouders voelen dat ze niet
serieus genomen worden, dan kan dat
niet alleen aan die ouders liggen. Er zijn
nogal wat maatschappelijk werkers bij
de Raad die te veel status en macht aan
hun functie denken te kunnen ontlenen."
Is het allemaal zó erg dat ze de Raad
voor de Kinderbescherming het liefst he
lemaal afschaft?
Ineke: „Oh nee, ik moet er niet aan
denken. Wie moet er anders ingrijpen als
kinderen écht bescherming nodig heb
ben?"
Wim Bavinck (47) is secretaris van de
Raad voor de Kinderbescherming in
Arnhem. En ook nog eens secretaris van
de Vereniging van Secretarissen van de
Raden voor de Kinderbescherming in
Nederland.
Samen met Wil van der Hoek (40),
hoofd van de maatschappelijk werkers
bij de Arnhemse Raad voor de Kinder
bescherming, wil hij zich graag verdedi
gen tegen de kritiek van de boze ouders.
„Ik zeg niet dat we allemaal tevreden
klanten hebben, maar ik schat dat vijfen
zeventig procent van de ouders instemt
met een maatregel van de Kinderbe
scherming", stelt hij. „Nee, ze vinden het
natuurlijk niet leuk als hun ouderlijke
macht beperkt wordt. Maar ze begrijpen
meestal bést dat er iets moet gebeuren.
Het is echt niet zo dat we de ouders dat
allemaal door de strot duwen."
Maar eerst even kort iets over de Ra
den voor de Kinderbescherming. Er zijn
er negentien in ons land. Voor elk recht
bankarrondissement één. Het personeel
is in dienst van het ministerie van Justi
tie. Wat is hun taak? Ze kunnen de kin
derrechter voorstellen om een bedreigd
kind onder toezicht te stellen. Ze advise
ren in strafzaken en echtscheidingskwes
ties. En houden toezicht op kinderen die
in een tehuis geplaatst zijn. Zijn het wol
ven in schaapskleren?
Wil: „Als je de verhalen van sommige
boze ouders moet geloven, dan zijn wij
kinderdieven. Er hoeft maar één tele
foontje binnen te komen, of wij rukken
al uit om een kind bij de ouders weg te
halen. Nou, dat is dus niet zo. Wij wer
ken niet op zo'n Gestapo-achtige ma
nier.
Onze komst is meestal geen grote ver
rassing. Wij zijn niet de éérste met wie
ouders te maken krijgen als ze thuis pro
blemen hebben. Er zijn ons al heel wat
hulpverleners vooraf gegaan. De school.
De huisarts. Het maatschappelijk werk.
Noem maar op.
Wij gaan ook niet af op één anoniem
telefoontje. Voordat we een zaak gaan
onderzoeken willen we een betrouwbare
melding hebben. Van een school. Van
een huisarts. Of van iemand anders die
de betrokken ouders er het liefst zélf van
op de hoogte wil stellen, dat de Raad
voor de Kinderbescherming is ingescha
keld. Wij laten de ouders ook weten wie
ons wat gemeld heeft.
We proberen de mensen ook zo goed
mogeüjk voor te lichten over ons werk.
Wij zijn geen geheime dienst, die achter
de rug van ouders om een onderzoek in
stellen. Het is niet zo dat we plotseling
via de achterdeur bij een gezin binnen
dringen om te kijken, of ze hun kind wel
goed behandelen. We bellen we van te
voren om een afspraak te maken."
Wim: „Er zijn de laatste tijd wel ge
vallen geweest, waar het wat op een
overval heeft geleken. Vooral toen de
golf van publiciteit over incest net los
kwam, in de beginfase, zijn we misschien
wel eens wat te haastig geweest. Als je
een betrouwbare melding van incest
kreeg, dan ving je het kind liever op
school op en niet thuis. Uit angst dat
ouders en kinderen dicht zouden klap
pen, als je van te voren op zou bellen om
een afspraak te maken voor een huisbe
zoek.
Nu weten we niet meer zo zeker, of het
goed is om een kind in zo'n geval direct
uit huis te halen. Misschien is het voor
dat kind nog traumatischer om, naast
het seksuele misbruik, ook nog uit de
vertrouwde omgeving te worden wegge
haald. Wat dat betreft moeten wij, net
als de rest van de samenleving, leren om
gaan met nieuwe verschijnselen."
Wil: „Ons wordt wel verweten dat we te
snel zijn met maatregelen. Maar dat ge
loof ik niet."
Wim: „Ik denk dat we door al die kri
tiek juist heel voorzichtig zijn gewor
den."
Wil: „Misschien wel zó, dat we daar
door eerder te laat ingrijpen dan te
vroeg."
Wim: „Het is ook niet zo dat iedere
zaak die wij onderzoeken tot een maatre
gel leidt. Van de honderd klachtzaken
die we in behandeling nemen, wikkelen
we er zestig af zonder justitieel ingrijpen.
We kunnen zelf iets doen, of krijgen vrij
willige hulpverlening op gang. In de
veertig andere gevallen volgt wel een
maatregel."
Wim: „We zijn er ook om verstopte
kanalen te ontstoppen. Als ouders met
de Raad voor de Kinderbescherming in
aanraking dreigen te komen, dan zijn ze
vaak opeens tot dingen bereid, die ze
eerste niet wilden."
Wil: „Dat zou je een voordeel van
onze slechte naam kunnen noemen."
Wim: „Ik vind het jammer, dat de po
sitie van het kind vergeten dreigt te wor
den in de discussie, die nu in Nederland
over de Kinderbescherming ontstaat.
Het gaat nu vooral over de ouders die
het slachtoffer zijn, terwijl het volgens
mij vooral hoort te gaan over kinderen
die het slachtoffer zijn.
Er is lange tijd een daling geweest van
het aantal kinderen dat in aanraking
kwam met de Kinderbescherming. In
1960 kregen 93 van de tienduizend min
derjarigen te maken met een maatregel
van de Kinderbescherming. In twintig
jaar halveerde dat. Nu is er een eind aan
de daling gekomen en blijft het aantal
ondertoezichtstellingen rond de twintig
duizend schommelen. Dat vind ik nog
altijd te veel. Het is ook een bewijs dat
'de Kinderbescherming nog altijd nodig
is.
Er zijn nog altijd kinderbelangen die
veilig gesteld moeten worden. Er zijn
nog altijd ouders, die denken dat een
kind een bezit is, waar ze mee mogen
doen wat ze zelf willen. Er zijn nog altijd
ouders, die hun kind verwaarlozen en
mishandelen. En dan krijgen we maar
kritiek dat we af en toe iets fout doen,
dat mag ons er niet van weerhouden om
die weerloze kinderen te beschermen."
Wil: „Wij zijn niet dat machtige appa
raat dat sommige mensen zeggen dat we
zijn. Dan kan ook niet. We zitten in een
glazen huisje. En als we echt slecht werk
af zouden leveren, dan zou de kinder
rechter ons toch al lang op de vingers
hebben getikt?"
Als de rechter tijdens de zitting iets aan
de weet komt dat niet uit ons onderzoek
naar voren kwam, dan hoeft hij het ad
vies toch niet te volgen? Nee, ik vind het
niet gek dat de adviezen bijna allemaal
worden overgenomen. Ik zou het een
slechte zaak vinden als het er minder wa
ren. Dèm zou ik me pas af gaan vragen of
er soms iets mis is met ons werk."
Wil: „Maar het kan natuurlijk altijd
beter. Niet iedere maatschappelijk wer
ker schrijft perfecte rapporten. Niet
ieder onderzoek zal optimaal zijn. Er is
altijd wel reden dat ouders boos, terécht
boos, kunnen zijn. Maar aan de andere
kant geloof ik ook dat we een makkelijke
zondebok zijn. Terwijl het uiteindelijk
niet de Raad voor de Kinderbescher
ming is die de beslissingen neemt. Dat
doet de kinderrechter."
E
Door Mlck Salet
„Of er armoede bestaat
land...?"
Dominee Hans Visser (46)
hem wordt gevraagd of de aan
„Eigenlijk kunnen alleen s
ontkennen dat er in Nederl:
wordt geleden".
Hans Visser heeft de naam
dale dominee. Een Hervorr
kant, die niet te klagen heel
lege kerk. Het is een opva
voor mensen die door de eigei
gen van Egypte worden getrc
de moderne armen.
Hans Visser: „Armoede is
een rekbaar begrip. Maar ik
armoe, als mensen er in een pj
veel op achteruit gegaan zdjo
nauwelijks voldoende geld
goed te eten, laat staan dat z
hjk kunnen kleden. Ik noem
als mensen bang moeten zij
oude televisie of ijskast kapo
dat ze de reparatie dan met kt'
len.
Ja, ja, dan zijn er mensen
dat je met écht arm bent als
televisie en een ijskast hebt.
zo'n onzin. In onze cultuur i:
lijk heel normaal dat mensen
o
f er arr
Nederland bestaat
cretaris Louw de Graaf pro
ontkennende antwoord
mogelijk in te pakken.
Door Mlck Salet
„Armoe is een relatief begrip,
er van af waarmee je het verge
het internationaal bekijkt,
Als je naar de NederÉmdse
gen kijkt, kan ik me voorstell
mensen die van een sociaal
moeten leven dat als armoedi
wen. Maar om dat écht arnux
men, dat gaat mij te ver.
Door de Algemene Bijstan
iedere Nederlander beschikke
noodzakelijke middelen om
staan te voorzien. Ik kan me
dat iemand die gewend is aai
inkomen zo'n bijstandsuitke
moedig erv&ért, maar dat wil
dat het met toereikend is on
ven.
De gemeenten zeggen mis
dat de vloer van het sociaal n
laag is en omhoog moet. Maai
ik: wie help je daar mee? He
voor de mensen die nu van
mum-uitkering rond moete
Maar op de lange duur berok'