Europa met vuursteen veroverd De tragedie van Binet LEIDS ONDERZOEK VAN MAASTRICHTSE GROEVE TOONT AAN: Bloemen en insekten zijn geen postzegels WETENSCHAP BRESSIAANI NIEUWE SERIE NATUURGIDSEN VAN THIEME DE STEM EXTRA ZATERDAG 25 FEBRUAR11989 Een chimpansee, de naaste verwant van de mens, sjouwt ongeveer 200 tot 500 meter met takken of andere spul len. De Zuidelijke aap mensen van een mil joen jaar geleden, die de Leakey-familie in de Olduvai-kloof in Oost- Afrika, opgroef, had al een actie-radius van f> tot 10 kilometer. IQ Orthopedie Bewustzijn NIEUWSFEITEN FOM onderzoekt superheet gas Krantepapier van Afrikaanse plant Pratende handschoen en mechanische hand Onderzoekers zien elektron bewegen Speelt retrovirus rol bij MS? Nieuw middel tegen Parkinson Piepschuim zonder CFK's DE STEM SPQR' BRESKENS - Het bekers gen is uit. Tegen FC Der nen van Jo Jansen hun w Opdracht T49 Door Laur Crouzen Tijdgenoten van de Maas trichtse Belvédère-mensen van een kwart miljoen jaar geleden maakten al tochten van 50 tot 60 kilometer. Kortom de mensen bestre ken steeds grotere gebieden in hun zoektochten naar voedsel. Dat is een van de conclusies uit het proefschrift van de uit het Zuidlimburgse Sint-Geertruid afkomstige Wil Roebroeks. Op 2 februari promoveerde hij op een uitvoerige studie die als vertaalde hoofdtitel meekreeg:, „Van verspreide vondsten naar het gedrag van vroege men sen". Mensen die een kwart miljoen jaar geleden in het zuiden van Nederland leefden, waren ook heel bedreven in de vuursteen techniek, echte werktuigma kers. Ze klopten niet zomaar wat op het keiharde materiaal, maar dachten daar ook bij na. Pasten ook verschillende tech nieken toe, zonder dat dat nou meteen betekent, dat ze daar mee in een andere cultuur thuishoorden. Ze kwamen ook geregeld terug op dezelfde plekken op hun tochten achter hun voedselbron aan: jonge neushoorns, edelherten en an der wild. In 1980 kreeg de archeoloog Roebroeks het verzoek om op- pervlakte-vondsten van vuur- Aan de hand van het aan elkaar passen van vuursteen-afslagen bracht Roebroeks in kaart hoe de bij één knol horende schilfers in het terrein verspreid raakten. - toto henk koster nieuw onderhanden genomen, opnieuw scherp gemaakt door langs de rand van het snijvlak kleine stukjes'steen af te slaan. Het retoucheren. Grotere stuk ken vuursteen worden ook meegenomen op lange tochten als een soort draagbare voor raad van werktuigen." Archeoloog Wil Roebroeks bekijkt een gereconstrueerde mantel van een vuursteenkern. Op de achtergrond op zijn kamerdeur een klassieke afbeelding van een Neanderthal- TJnifikC plfik mens. - foto henk koster. steen uit het middendeel van de Oude Steentijd (300.000 tot 30.000 jaar geleden) in Zuid- Nederland in kaart te brengen. Hij begon als stagiaire bij de Geologische Dienst zijn werk in Zuid-Limburg en een van de eerste tien groeves die hij be keek was de Belvédère-groeve in Ca berg bij Maastricht. De vondst van een grote, be werkte vuursteenknol in de wand van de groeve en de ont dekking van interessante vuursteenplekken door ama teur-archeologen hield Roe broeks meer dan acht jaar lang vast op diezelfde plek. Met als resultaat dat Nederland een nieuw tijdperk van de geschie denis binnentrad: de Oude Steentijd of het Paleolithicum. Roebroeks: „Uit de samen hang van vuursteenwerktui gen en afval blijkt dat er mo menten zijn, waarop snel wat slordige afslagen worden ge produceerd om ter plekke te gebruiken. Vooral als er enorm veel vuursteen op een plek te vinden is. Maar de mens uit die tijd kan ook heel efficiënt met zijn materiaal omgaan. Dan produceert hij vuursteen-af slagen, waarvan hij de snij- hoek van te voren bepaalt, door de zogenaamde kern bij te wer ken tot de juiste bolling ont staat. Dat noemt men de Leval- lois-techniek. Elk van die af slagen wordt meer dan eens ge bruikt en vaak nog eens op- „De Belvédère-groeve is voor Nederland, zelfs voor West- Europa een unieke plek," zegt Roebroeks. „Nergens vind je op een oppervlakte van enkele hectare zoveel vondstplekken bij elkaar, die nauwelijks in tijd uiteen liggen. Geologen schatten, dat de 10 verschil lende plekken die ik beschre ven heb, nauwelijks enkele honderden jaren in de tijd uit elkaar liggen." „Dat klinkt natuurlijk ge weldig, maar eigenlijk ben je als archeoloog met een enorm moeilijke puzzel bezig. Je hebt een vlak van een paar honderd vierkante meter leem en zand. Daarin wat vuurstenen werk tuigen, afvalschilfers, botten van dieren en kleine stukjes houtskool. Dat is alles. De vraag is of je op grond van die buitengewoon moeilijk pas sende puzzelstukjes iets waar devols kunt zeggen over welke mensen rond 250.000 jaar gele den in de buurt van Maastricht zijn geweest. Op die vraag heb ik voorzichtig enkele antwoor den gegeven. Maar nog veel meer vragen blijven open: Wat waren dat voor mensen? Hoe zagen ze eruit? Hoe groot wa ren de groepen, waarin ze rondtrokken? Hoe was de werkverdeling mannen-vrou wen. Wat aten ze precies? Het gaat om zogenaamde vroege Homo-sapiens-mensen, stuk ken ouder dan de zogenaamde Neanderthalers. Je kunt die mensen waarschijnlijk met geen enkele van de zogeheten primitieve mensen van van daag de dag vergelijken." Samen met zijn medewerker Paul Hennekens plakte Roe broeks bijna 700 stukjes vuur steen aan elkaar om de 'knol len' de stukken steen waarvan ze zijn afgeslagen, te recon strueren. Aan de hand van dat monnikenwerk kon Roebroeks de plekken aanwijzen waar de werktuigmakers hebben zitten kloppen. Roebroeks: „Op èen bepaalde plek hebben enkele mensen twee oude stukken vuursteen weggegooid en zijn begonnen met het bewerken van een paar nieuwe. Het mysterieuze daar van is dat ze van de oude knol len eerst 20 tot 30 stukken afge slagen hebben die ze ter plekke ongebruikt lieten liggen. Dat kan een soort jagerstaboe zijn geweest. Oude vuursteenknol len eerst helemaal afpellen, voordat je aan nieuwe begint, ook al is er materiaal genoeg te vinden in de omgeving. Dat zijn natuurlijk speculaties, die je ook niet in mijn proefschrift zult vinden. Maar het toont aan dat je behalve algemene infor matie over de economie van de vuursteen ook heel aanwijs baar gedrag kunt reconstrue ren." Roebroeks is de tweede on derzoeker die promoveert op 'Belvédère'. Eind verleden jaar wijdde Thijs van Kolfschoten (RU Utrecht) een deel van zijn dissertatie aan de diervondsten in de Maastrichtse groeve. Door Kees Buijs MET VAN alles hield Alfred Bi- net zich bezig: dierlijk magnetis me, mentale voorstellingen, het psychisch leven van micro-orga nismen, het geheugen van reken wonders en blindschakers, tele pathie, het wiskunde-onderwijs, denken zonder beelden, schedel meting, de betrouwbaarheid van ooggetuigen en de techniek van Rembrandt. Maar het bekendst is hij geworden door de intelligentietest die zijn naam draagt. En uitgerekend daar mee liep het na zijn leven tragisch af. Alfred Binet (1857-1911), een schoolarts in Parijs, is de vader van de psychologische test. Al vanaf de jaren negentig had hij belangstelling voor de verschillen in verstandelijke begaafdheid tussen kinderen. Aan vankelijk zocht hij, zoals meer Fran sen in zijn tijd, naar een verband tussen hersenomvang en intelligen tie. Met zijn medewerker Simon mat hij honderden Parijse kinderschedels op. De resultaten van het maanden lange ingespannen werk noemde hij achteraf van een 'verrassende onbe duidendheid'. In 1904 benoemde de minister van onderwijs hem tot lid van een com missie die advies moest uitbrengen over het onderwijs aan kinderen die op gewone scholen niet mee konden komen. Binet ging op zoek naar een instrument, dat op betrouwbare wijze kinderen aanwijst die speciaal onderwijs nodig hebben. Zo'n instrument moet objectief zijn, vond hij, want dit soort beslis singen is te belangrijk om over te la ten aan persoonlijk gekleurde in drukken van onderwijzers en artsen. In zijn test nam Binet onderdelen op die bedoeld waren om geheugen, aandacht, concentratie en fantasie te meten. De onderdelen rangschikte hij eerst naar moeilijkheid, en later naar leeftijdsniveaus, van drie tot dertien jaar. Een kind dat bijvoor beeld evenveel opgaven oploste als het gemiddelde kind van tien jaar, had de geestelijke leeftijd (GL) van tien jaar, ongeacht zijn werkelijke leeftijd of kalenderleeftijd (KL). Door de GL van de KL af te trekken, kreeg Binet een maat voor het 'ach ter' zijn van het kind. In 1912 stelde de Duitse psycholoog Stern voor om de verhouding tussen GL en KL te nemen: GL/KL, maal honderd, om de breuk weg te wer ken. Dat werd het huidige intelligen tiequotiënt of IQ. Van meet af aan waarschuwde Bi net dat de uitkomst van een intelli gentietest niet mag gaan fungeren als een etiket. „Het is werkelijk al te gemakkelijk om tekens van achter lijkheid te vinden in een persoon, als men tevoren is ingelicht. Dan ge draagt men zich als de grafologen die, in de overtuiging van Dreyfus schuldig was, in zijn handschrift te kens van een verrader en spion von den", schreef hij. Verder meende hij, dat uit de score niét valt op te maken of de achterstand aangeboren is of verworden. Daarmee waren Binets bedoelin gen honderdtachtig graden gedraaid. Zijn tests werden nu tégen zwakbe- gaafden gebruikt. Het is misschien wel de grootste tragedie uit de ge schiedenis van de psychologie, dat zijn waarschuwingen stuk voor stuk in de wind zij n geslagen. Zijn belangrijkste waarschuwing luidde: de diagnose dat een kind ach ter is op zijn leeftijdgenoten, is geen doel op zich, maar behoort te worden gevolgd door inhaalmaatregelea Voor Binet was een lage score het be gin van een programma dat hij 'geestelijke orthopedie' noemde. Hij bedacht onder meer allerlei oefenin gen om het concentratievermogen te vergroten, zoals glazen water dragen zonder morsen, of standbeeld spelen. In aanleg was de intelligentietest een humaan instrument. Maar in Amerika, waar de IQ-test de meeste opgang maakte, kreeg de test een ka rakter dat op den duur in alle op zichten tegengesteld was aan de oor spronkelijke bedoelingen van Binet. De belangrijkste propgandist van de intelligentietest in Amerika, God- dard, beschouwde intelligentie als een erfelijke, en bovendien onveran derlijke eigenschap. Zwakbegaafd heid kan niet worden verholpen, meende Goddard, die tot overmaat van ramp griezelige denkbeelden over rasverbetering uitdroeg. Voor Binet en andere pioniers - Gal ton, Fechner, Wundt, James en 'onze eigen' Heymans - was de psychologie de wetenschap van de menselijke geest. Geen sociale wetenschap dus, en al helemaal geen gedragsweten schap zoals in de loop van deze eeuw. Het ging de psychologen van de eer ste generatie om de studie van het waarnemen en denken, het herinne ren en voelen. Ze wilden het bewust zijn binnen het bereik van maat en getal brengen. Over de beginjaren van de psycho logie schreef Douwe Draaisma boeiende portretten van de ge noemde pioniers, die werden gebun deld onder de titel 'De geest in getal'. „De psychologie is op 't ogenblik in het interessantste tijdperk van haar ontwikkeling", schreef Frederik van Eeden precies honderd jaar geleden. „Als in 't leven van een kind is iedere dag vol belangrijke nieuwigheden." Zijn enthousiasme is begrijpelijk. Fechner stelde in 1860 zijn wet op over het verband tussen prikkel sterkte en gewaarwording. Twintig jaar later publiceerde Galton zijn studie over 'mental images'. Ebbing- haus beschreef in 1885 de wetten van het geheugen, en vanaf 1879 werkten Wundt en zijn medewerkers in een heus psychologisch laboratorium een reeks experimenten af rond tijdzin, kleurwaarneming, visuele illusies en denkprocessen. Vrijwel de gehele experimentele machinerie van de huidige psycholo gie is van negentiende eeuwse make lij. William James zag er een parallel in met de zeventiende eeuwse micro scoop: wat tot dan toe geen mense noog had gezien, werd ineens zicht baar. Natuurlijk overschatten de eerste psychologen hun mogelijkheden. Maar het effect ervan was een wel dadige onbevangenheid bij de onder zoekers. Men durfde interessante vragen te stellen. Met hetzelfde aanstekelijke en thousiasme schreef Draaisma zijn zes portretten. Een prachtig hoofd stukje over psychologie en spiritisme -kom daar tegenwoordig eens om in wetenschapskringen! - besluit de bundel. „Alleen wie het verleden kent, weet wat er aan het heden ont breekt", schrijft hij terecht. „Wat men ook mag vinden van de gedrags wetenschap die in onze tijd onder de naam psychologie vaart, het begin was groots en meeslepend" Douwe Draaisma: De geest in getal. Be ginjaren van de psychologie. Line, Sweta Zeitlinger, 27,50. Door Laur Crouzen WILDE BLOEMEN in de natuur zoeken en met een handig veldgidsje hun naam proberen te achterha len is leuk om te doen. Het lijkt een beetje op postze gels verzamelen zonder postzegels, want de tijd dat mensen bloemen plukken om te drogen moet toch wel voorbij zijn. Je kunt meer doen met bloe- men dan alleen kijken, opzoe ken, en eventueel tekenen of fotograferen. Wilde planten zijn heel interessante levende wezens en bijvoorbeeld uitste kende milieu-indicatoren, ver tellen veel over de toestand van de bodem en de lucht. Een uit nodiging om die weg in te slaan is de uitgave van Thieme's nieuwe plantengids, de opvol ger van de Elseviers Gidsen, nu de activiteiten van Thieme en Elsevier in uitgeverij Tirion in Baarn zijn samengegaan. Het harde-kaft-boekwerkje begint met een panorama-be schrijving van het plantenrijk, een brok evolutie, de stamboom van de wilde planten, hun le vensgang, hun bloemen en hun bestuiving. En dan pas volgen de traditionele zoeklijsten, de plaatjes en de namen. Omdat daarna nog meer dan honderd bladzijden volgen over de 'na tuurlijke historie' van de wilde plant zijn de herkennings plaatjes wat in de verdrukking gekomen. Het zijn er niet zo veel, ze zijn kleiner en minder mooi uitgevoerd. Maar dat le vert wel een winst op aan an dere informatie, die je normaal alleen in moeilijk toegankelijke boeken over algemene plant kunde vindt. Het natuurhistorisch deel omvat teksten met fraaie af beeldingen over de verschil lende soorten zaden, hun ver spreiding, de manier van kie men, over hun levensduur; vervolgens komen organen als stengels, wortels en bladeren aan de orde. Tenslotte gaat het over het sexuele 'gedrag' van de plant en de samenwerking met bodemschimmels en para sieten. Door deze compleetheid is het boek zonder meer een aanwinst voor de beginnende en gevorderde plantenliefheb ber en natuurvorser. Thieme's Nieuwe Insekten- gids, van dezelfde uitgever en ook bedoeld als onderdeel van de nieuwe natuur-serie, had voor hetzelfde recept kunnen kiezen. Dat is niet gebeurd, waarschijnlijk omdat auteur Michael Chinery ook de vorige Elseviers Insektengids heeft geschrevea De nadruk bij deze gids ligt nog op het puur op naam brengen van het insect: er zijn lange naamlijsten, be knopte beschrijvingen en veel ruimte voor fraaie tekeningen van de 1000 behandelde insek ten (van de naar schatting 100.000 Europese soorten). Veel minder aandacht voor de plaats van het insekt in het dierenrijk, de functie in het al gemene milieu en geen nadere, uitgewerkte beschrijvingen van lichaamsbouw en functies. Wel een waarschuwing om niet in het wilde weg met allerlei vangstmethodes hordes insec ten te gaan wegvangen in de natuur. Speciaal gericht aan het adres van de fanatieke postzegelverzamelaars met speld, etiket en druppelflesje. Prima. AI astair Fitter, David Attenbo- rough. Wilde Bloemen, Uitgeverij Thieme Baarn, 59,50. Michael Chinery, Thieme's Nieuwe Insektengids, Uitgeverij Thieme, Baarn, f 49,50. Pëmpon0ru* girmtnicus 1 5 "T'd /lava 1 5 Een illustratie uit Thieme's Nieuwe Insektengids. Het FOM-Instituut voor Plasmafysica Rijnhuizen in Nieuwe- gein heeft een belangrijk experiment op het terrein van kern fusie in bedrijf gesteld. In een nieuwe proefreactor gaat men superhete gassen onderzoeken. Het experiment, Rijnhuizen Tokamak Project (RTP), moet problemen met de stabiliteit van superhete gassen in kaart te brengen. Kernfusie-onderzoekers beschouwen deze onstabili teit als een ernstige hinderpaal op weg naar de mogelijkheid om energie uit kernfusie te winnen. Hoe heter men het elek trisch geladen gas (plasma) maakt, des te gevoeliger het wordt voor turbulenties, zo blijkt uit experimenten totnutoe. Deze turbulenties maken het plasma instabiel. Met de bouw van de experimentele fusiereactor was een be drag van 7,5 miljoen gulden gemoeid. Daarvan werd ruim 2,3 miljoen gulden beschikbaar gesteld door de Europese Commis sie. Het experiment loopt naar verwachting tot 1995. In 1992 moet volgens prof.dr. M. van der Wiel, directeur van het FOM-Instituut, zijn aangetoond dat het technisch mogelijk is energie uit kernfusie te winnen. De vooruitzichten zijn op dit moment goed. In het jaar 2030 zal een commerciële fusiereactor beschikbaar kunnen zijn. Kernfusie is een belangrijke, goed kope en vrij schone energiebron voor de toekomst. De naaldboom heeft misschien zijn langste tijd gehad als grondstof voor papier. In de Verenigde Staten opent binnen kort een fabriek die papier maakt van kenafeen snelgroeiende Afrikaanse plant. Gebruik van kenaf op grote schaal kan het omhakken van bos sen beperken, milieuvervuiling door papierfabrieken tegen gaan en de Amerikaanse boeren aan een nieuwe bron van in komsten helpea Zeven dagbladondernemingen hebben al proeven genomen met kenafpapier. De kranten bleken helderder, hadden een ho ger contrast en een goede kleur. Er was minder inkt nodig en de krant gaf nauwelijks af. Ook na een jaar bleek het papier nog niet te vergelea Ook in Frankrijke n Australië werkt men aan onderzoek en produktie van kenafpapier. Slaat het nieuwe produkt aan, dan kunnen bestaande papierfabrieken vrij eenvoudig worden aangepast. Onderzoekers aan de Amerikaanse Stanford universiteit heb ben een handschoen ontwikkeld, die de vinger- en gebarentaal van doven omzet in spraak, en een mechanische hand waarmee een doofblinde kan 'lezen'. De spraak wordt hoorbaar via een versterkerije, dat de dove om de nek heeft hangen. Iemand die kan horen, antwoordt de dove via een toetsenbord ter grootte van een zakrekenmachine. Als de dove kan zien, leest hij het antwoord op een schermpje dat hij als een polshorloge draagt Is hij doof en blind, dan kan het antwoord ook in braille worden gegeven. De 'pratende handschoen' lijkt op een golfhandschoen zonder vingertoppen. Aftasters op vingers, pols en de hand leggen de bewegingen van de gewrichten vast Een computertje verza melt informatie over de stand van de vingers, en kiest de let ters die er waarschijnlijk mee worden aangeduid. Letters ver talen in handstanden kan hij ook. De mechanische hand kan de 26 posities kiezen van het een- handig alfabet. Door de mechanische hand vast te houden, kan een doofblinde een boodschap 'lezen'. De hand reageert op me dedelingen via een computer, zodat mensen die niet kunnen vingerspellen, met een doofblinde kunnen communiceren. Er zijn plannen om de hand te verbinden met de telefoon. Onderzoekers van het FOM-Instituut-voor Atoom- en Mole- cuulfysica (AMOLF) in Amsterdam hebben als eersten in de wereld direct de beweging van een elektron in een atoom waargenomen. Hun waarneming betekent volgens de Stichting voor Funda menteel Onderzoek der Materie (FOM) in Utrecht een opmer kelijke koppeling tussen de klassieke beschrijving van elektro nen als deeltjes die baantjes om de atoomkern trekken, en de quantummechanica, die elektronen beschouwt als een golfver schijnsel. Dat is maandag meegedeeld. De onderzoekers Ben van Linden van den Heuvell, Ad Lagen dijk, Arthur ten Wolde en Bart Noordam brachten met behulp van een zeer kortstondige laserstoot een elektron binnen een atoom in een grotere baaa Zo'n elektron valt in een tijdsbestek van een honderdmiljardste seconde terug naar zijn oorspron kelijke plaats. Door de eerste laserstoot na precies die tijd te la ten volgen door een tweede werd het elektron opnieuw aange- slagea Nu kreeg het zoveel energie dat het uit het atoom ont snapte en door een detector kon worden gemeten De onderzoekers, die bij hun experiment gebruik maakten van de laserfaciliteit van het Natuurkundig Laboratorium van de Universiteit van Amsterdam, wisten dat zij niet als enigen in de wereld hiermee bezig waren. Ze slaagden er echter in als eerste groep hun manuscript bij het gezaghebbende tijdschrift Physical Review Letters te krijgen Zo waren ze collega's in de Bondsrepubliek, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten net te vlug af. Genetisch onderzoek van cellen in het bloed van multiple scle rose patiënten wijst op een verband tussen deze ziekte en een virus, dat lijkt op het AIDS-virus. Volgens E. Prem Kumar Reddy van het Wistar Institute in Philadelphia biedt het genetisch onderzoek van bloedmonsters van zes MS-patiënten „direct bewijs" dat het menselijk T-lym- fotropisch virus (HTLV-I) bij het MS-ziekteproces een rol speelt. Bij eenzelfde onderzoek onder 20 gezonde mensen werd het virus bij slechts één persoon aangetroffen. Een verslag van de studie verscheen onlangs in het tijdschrift Science. HTLV-I behoort evenals het menselijke immuno-deficiëntie- virus (HTV), dat AIDS veroorzaakt, tot de retrovirussen. Vol gens Reddy lijken beide virussen ook immuun-cellen in het bloed aan te tasten. „Hoewel deze twee virussen niet dezelfde ziekte veroorzaken, komen hun fundamentele infectiemecha nismen zeer sterk overeen. Iets wat tegen HTV werkt, zou ook tegen HTLV-I moeten werken," zei Reddy. Multiple sclerose is een ziekte die de hersenen en andere delen van het centrale zenuwstelsel aantast. De ziekte slaat meestal toe bij mensen tussen de 20 en 40 jaar. Bij ongeveer een op de drie patiënten verloopt de ziekte mild, maar bij anderen kan MS ernstige invaliditeit veroorzaken.- Een nieuw geneesmiddel tegen de ziekte van Parkinson en glaucoom, bekend als N-0437, wordt in het lichaam van aap en rat vrij snel afgebroken in onschadelijke stoffen die via urine en gal het lichaam weer verlaten. De onderzoeker Thijs Ger- ding constateert dat in zijn proefschrift, waarop hij op 3 fe bruari promoveerde aan de Rijksuniversitait van Groningea Daarmee is de weg vrij om het nieuwe anti-Parkinson-middel op menselijke vrijwilligers uit te proberen en is de introductie op de Nederlandse markt dichterbij gekomen. Van de ziekte van Parkinson wordt aangenomen, dat ze veroorzaakt wordt door een storing in de prikkel-overdracht in de hersens, omdat de hersens te weinig dopamine produceren. Dat is een zoge naamde neuro-transmitter, een stof met behulp waarvan elek trische prikkels worden overgedragen. Het toedienen van extra dopamine helpt niet, omdat die stof niet de hersens kan bereiken door de zogenaamde 'bloed-her- senbarrière'. N-0347 kan dat wel. Gerding probeerde verschil lende methodes van toediening uit, en stelde vast dat het mid del het beste rechtstreeks in de bloedbaan gebracht kan wor den via injecties of oogdruppels. De grootste fabrikant van piepschuim in Nederland - Hoechst Holland in Weert - heeft chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK's) niet meer nodig bij de produktie van het verpakkingsschuim. Na twee jaar onderzoek - kosten een miljoen - wordt de pro- duktie-installatie van de piepschuimlij n nu omgebouwd. Daarmee levert het bedrijf een bijdrage aan het verminderen van de zogeheten CFK's in de atmosfeer. Dat zijn stoffen, waarvan bewezen is dat ze de ozonlaag op grote hoogte boven de aarde afbreken, waardoor ondermeer het schadelijke ultra violette deel van het zonlicht wordt doorgelaten. Door Saak Begijn GOSS - De strijd in de derie klasse D van het KNVB-zondagvoetbal lijkt zich te gaan afspelen tussen twee Zeeuwse verenigingen, namelij k Clinge en Goes. Het nog acht wedstrijden voor de boeg staat Clinge er het beste voor. Uit veertien wed- I strijden heeft de formatie van trainer George de Block 22 punten vergaard. Goes volgt als tweede met negentien pun- ten, maar heeft nog één wed strijd "it te spelen en dat is het omstreden treffen tegen DIVO, dat twee weken geleden 26 mi nuten voor het einde gestaakt werd met de stand 1-1. De trainer van de Beve- Cori Van onze sportmedewerker Dit nadat eerder de betaalc Den Bosch en Telstar werde de nationale sportprogramm Een man die zeker zijn steentje heeft bijgedragen aan dit suc ces is voorstopper Rudy Corne lls. De man uit Hoofdplaat, al geruime tijd wonend in Bres- kens, is met zijn 26 jaar één van de routiniers in de hoofdklas ser met ambities voor het be taalde voetbal. Bezig aan zijn vijfde seizoen in Vlissingen, waar hij via Hoofdplaat, Ter- neuzen, Eeklo en Hoofdplaat terecht kwam. Vijf jaar die ze hem niet meer kunnen afpak ken. Vijf succesvolle jaren met twee kampioenschappen, twee KNBV-bekers amateurs, een aantrekkelijke trip naar het Afrikaanse Liberia en dit sei zoen dus. Met zijn 1.96 meter is hij aanvoerder van de Vlissingse hoofdmacht Hij geniet on danks de uitschakeling toch van de voorafgaande periode. „Het was een enorme happe ning. Iedereen leefde geweldig mee. Sportief gezien was de overwinning op FC Den Bosch het hoogtepunt, maar qua en tourage toch wel FC Den Haag. Ondanks dat we toch tegen dingen aanliepen die wij niet gewend warea Zo werd er voor aanvang door de beruchte FC Den Haag-aanhang ge schreeuwd 'Van Vossen moet dood'. Zoiets slaat toch wel even in de benea Tijdens de wedstrijd viel het gelukkig al lemaal wel mee. Je bent dan geconcentreerd bezig en dan valt wat er op de tribunes ge beurt niet zo op." Cornelis had als opdracht mee gekregen Heini Otto uit te schakelea „Dat is me dacht ik uitstekend gelukt Hij werd vrijwel constant door de lucht aangespeeld, iets wat uiteraard met mijn lengte in het voordeel uitviel. Hij heeft dan wel de derde goal gemaakt (het werd uiteindelijk 0-3), maar voor de rest had ik hem redelijk in de greep. Jo Jansen kwam me na afloop zelfs feliciteren, iets wat bepaald geen gewoonte van hem is en dat deed me goed. We verloren dacht ik verdiend, mede omdat een aantal jongens onder hun niveau bleef. FC Den Haag pakte ons op de'on- derdelen felheid, hardheid en vooral fysieke kracht Bovendien hadden we de Poch dat het in de blessuretijd voor de rust 0-2 werd. Ga je met één doelpunt verschil de rust in dan smaakt de thee even prettiger. Dat wil niet zeggen dat we ons op dat mo ment al bij de zaak hadden neergelegd, maar het zat er ge woon niet in. We hebben dacht Tk amper één hoekschop kun nen forceren, dus dat zegt ge noeg. We hebben gewoon geen kansen gehad. Toch was de voorbereiding uitstekend. Te gen Telstar stonden we bol van ne zenuwen, maar deze keer gingen we vrij ontspannen de wei ia Het zelfvertrouwen was zeker aanwezig." Het bekeravontuur is dus voorbij en Cornelis blikt dan °ok de toekomst in met het slot van de competitie, waarin het Vlissingen minder goed ver- gaat- ..Daarin zijn we tot nu toe onder de verwachtingen geble ven. Toch is de kloof niet al te groot met de kop van de rang- hist- Ik moet er echter direct aan toevoggen dat dit ook geldt voor de'andere kant van de

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1989 | | pagina 14