Europa met vuursteen veroverd
De tragedie van Binet
LEIDS ONDERZOEK VAN MAASTRICHTSE GROEVE TOONT AAN:
Bloemen en insekten
zijn geen postzegels
WETENSCHAP
BRESSIAANI
NIEUWE SERIE NATUURGIDSEN VAN THIEME
DE STEM EXTRA ZATERDAG 25 FEBRUAR11989
Een chimpansee, de
naaste verwant van de
mens, sjouwt ongeveer
200 tot 500 meter met
takken of andere spul
len. De Zuidelijke aap
mensen van een mil
joen jaar geleden, die
de Leakey-familie in de
Olduvai-kloof in Oost-
Afrika, opgroef, had al
een actie-radius van f>
tot 10 kilometer.
IQ
Orthopedie
Bewustzijn
NIEUWSFEITEN
FOM onderzoekt superheet gas
Krantepapier van Afrikaanse plant
Pratende handschoen en mechanische hand
Onderzoekers zien elektron bewegen
Speelt retrovirus rol bij MS?
Nieuw middel tegen Parkinson
Piepschuim zonder CFK's
DE STEM SPQR'
BRESKENS - Het bekers
gen is uit. Tegen FC Der
nen van Jo Jansen hun w
Opdracht
T49
Door Laur Crouzen
Tijdgenoten van de Maas
trichtse Belvédère-mensen
van een kwart miljoen jaar
geleden maakten al tochten
van 50 tot 60 kilometer.
Kortom de mensen bestre
ken steeds grotere gebieden
in hun zoektochten naar
voedsel.
Dat is een van de conclusies uit
het proefschrift van de uit het
Zuidlimburgse Sint-Geertruid
afkomstige Wil Roebroeks. Op
2 februari promoveerde hij op
een uitvoerige studie die als
vertaalde hoofdtitel meekreeg:,
„Van verspreide vondsten naar
het gedrag van vroege men
sen".
Mensen die een kwart miljoen
jaar geleden in het zuiden van
Nederland leefden, waren ook
heel bedreven in de vuursteen
techniek, echte werktuigma
kers.
Ze klopten niet zomaar wat
op het keiharde materiaal,
maar dachten daar ook bij na.
Pasten ook verschillende tech
nieken toe, zonder dat dat nou
meteen betekent, dat ze daar
mee in een andere cultuur
thuishoorden. Ze kwamen ook
geregeld terug op dezelfde
plekken op hun tochten achter
hun voedselbron aan: jonge
neushoorns, edelherten en an
der wild.
In 1980 kreeg de archeoloog
Roebroeks het verzoek om op-
pervlakte-vondsten van vuur-
Aan de hand van het aan elkaar passen van vuursteen-afslagen bracht Roebroeks in kaart
hoe de bij één knol horende schilfers in het terrein verspreid raakten. - toto henk koster
nieuw onderhanden genomen,
opnieuw scherp gemaakt door
langs de rand van het snijvlak
kleine stukjes'steen af te slaan.
Het retoucheren. Grotere stuk
ken vuursteen worden ook
meegenomen op lange tochten
als een soort draagbare voor
raad van werktuigen."
Archeoloog Wil Roebroeks bekijkt een gereconstrueerde
mantel van een vuursteenkern. Op de achtergrond op zijn
kamerdeur een klassieke afbeelding van een Neanderthal- TJnifikC plfik
mens. - foto henk koster.
steen uit het middendeel van de
Oude Steentijd (300.000 tot
30.000 jaar geleden) in Zuid-
Nederland in kaart te brengen.
Hij begon als stagiaire bij de
Geologische Dienst zijn werk
in Zuid-Limburg en een van de
eerste tien groeves die hij be
keek was de Belvédère-groeve
in Ca berg bij Maastricht.
De vondst van een grote, be
werkte vuursteenknol in de
wand van de groeve en de ont
dekking van interessante
vuursteenplekken door ama
teur-archeologen hield Roe
broeks meer dan acht jaar lang
vast op diezelfde plek. Met als
resultaat dat Nederland een
nieuw tijdperk van de geschie
denis binnentrad: de Oude
Steentijd of het Paleolithicum.
Roebroeks: „Uit de samen
hang van vuursteenwerktui
gen en afval blijkt dat er mo
menten zijn, waarop snel wat
slordige afslagen worden ge
produceerd om ter plekke te
gebruiken. Vooral als er enorm
veel vuursteen op een plek te
vinden is. Maar de mens uit die
tijd kan ook heel efficiënt met
zijn materiaal omgaan. Dan
produceert hij vuursteen-af
slagen, waarvan hij de snij-
hoek van te voren bepaalt, door
de zogenaamde kern bij te wer
ken tot de juiste bolling ont
staat. Dat noemt men de Leval-
lois-techniek. Elk van die af
slagen wordt meer dan eens ge
bruikt en vaak nog eens op-
„De Belvédère-groeve is voor
Nederland, zelfs voor West-
Europa een unieke plek," zegt
Roebroeks. „Nergens vind je op
een oppervlakte van enkele
hectare zoveel vondstplekken
bij elkaar, die nauwelijks in
tijd uiteen liggen. Geologen
schatten, dat de 10 verschil
lende plekken die ik beschre
ven heb, nauwelijks enkele
honderden jaren in de tijd uit
elkaar liggen."
„Dat klinkt natuurlijk ge
weldig, maar eigenlijk ben je
als archeoloog met een enorm
moeilijke puzzel bezig. Je hebt
een vlak van een paar honderd
vierkante meter leem en zand.
Daarin wat vuurstenen werk
tuigen, afvalschilfers, botten
van dieren en kleine stukjes
houtskool. Dat is alles. De
vraag is of je op grond van die
buitengewoon moeilijk pas
sende puzzelstukjes iets waar
devols kunt zeggen over welke
mensen rond 250.000 jaar gele
den in de buurt van Maastricht
zijn geweest. Op die vraag heb
ik voorzichtig enkele antwoor
den gegeven. Maar nog veel
meer vragen blijven open: Wat
waren dat voor mensen? Hoe
zagen ze eruit? Hoe groot wa
ren de groepen, waarin ze
rondtrokken? Hoe was de
werkverdeling mannen-vrou
wen. Wat aten ze precies? Het
gaat om zogenaamde vroege
Homo-sapiens-mensen, stuk
ken ouder dan de zogenaamde
Neanderthalers. Je kunt die
mensen waarschijnlijk met
geen enkele van de zogeheten
primitieve mensen van van
daag de dag vergelijken."
Samen met zijn medewerker
Paul Hennekens plakte Roe
broeks bijna 700 stukjes vuur
steen aan elkaar om de 'knol
len' de stukken steen waarvan
ze zijn afgeslagen, te recon
strueren. Aan de hand van dat
monnikenwerk kon Roebroeks
de plekken aanwijzen waar de
werktuigmakers hebben zitten
kloppen.
Roebroeks: „Op èen bepaalde
plek hebben enkele mensen
twee oude stukken vuursteen
weggegooid en zijn begonnen
met het bewerken van een paar
nieuwe. Het mysterieuze daar
van is dat ze van de oude knol
len eerst 20 tot 30 stukken afge
slagen hebben die ze ter plekke
ongebruikt lieten liggen. Dat
kan een soort jagerstaboe zijn
geweest. Oude vuursteenknol
len eerst helemaal afpellen,
voordat je aan nieuwe begint,
ook al is er materiaal genoeg te
vinden in de omgeving. Dat
zijn natuurlijk speculaties, die
je ook niet in mijn proefschrift
zult vinden. Maar het toont aan
dat je behalve algemene infor
matie over de economie van de
vuursteen ook heel aanwijs
baar gedrag kunt reconstrue
ren."
Roebroeks is de tweede on
derzoeker die promoveert op
'Belvédère'. Eind verleden jaar
wijdde Thijs van Kolfschoten
(RU Utrecht) een deel van zijn
dissertatie aan de diervondsten
in de Maastrichtse groeve.
Door Kees Buijs
MET VAN alles hield Alfred Bi-
net zich bezig: dierlijk magnetis
me, mentale voorstellingen, het
psychisch leven van micro-orga
nismen, het geheugen van reken
wonders en blindschakers, tele
pathie, het wiskunde-onderwijs,
denken zonder beelden, schedel
meting, de betrouwbaarheid van
ooggetuigen en de techniek van
Rembrandt.
Maar het bekendst is hij geworden
door de intelligentietest die zijn
naam draagt. En uitgerekend daar
mee liep het na zijn leven tragisch af.
Alfred Binet (1857-1911), een
schoolarts in Parijs, is de vader van
de psychologische test. Al vanaf de
jaren negentig had hij belangstelling
voor de verschillen in verstandelijke
begaafdheid tussen kinderen. Aan
vankelijk zocht hij, zoals meer Fran
sen in zijn tijd, naar een verband
tussen hersenomvang en intelligen
tie. Met zijn medewerker Simon mat
hij honderden Parijse kinderschedels
op. De resultaten van het maanden
lange ingespannen werk noemde hij
achteraf van een 'verrassende onbe
duidendheid'.
In 1904 benoemde de minister van
onderwijs hem tot lid van een com
missie die advies moest uitbrengen
over het onderwijs aan kinderen die
op gewone scholen niet mee konden
komen. Binet ging op zoek naar een
instrument, dat op betrouwbare
wijze kinderen aanwijst die speciaal
onderwijs nodig hebben.
Zo'n instrument moet objectief
zijn, vond hij, want dit soort beslis
singen is te belangrijk om over te la
ten aan persoonlijk gekleurde in
drukken van onderwijzers en artsen.
In zijn test nam Binet onderdelen op
die bedoeld waren om geheugen,
aandacht, concentratie en fantasie te
meten. De onderdelen rangschikte
hij eerst naar moeilijkheid, en later
naar leeftijdsniveaus, van drie tot
dertien jaar. Een kind dat bijvoor
beeld evenveel opgaven oploste als
het gemiddelde kind van tien jaar,
had de geestelijke leeftijd (GL) van
tien jaar, ongeacht zijn werkelijke
leeftijd of kalenderleeftijd (KL).
Door de GL van de KL af te trekken,
kreeg Binet een maat voor het 'ach
ter' zijn van het kind.
In 1912 stelde de Duitse psycholoog
Stern voor om de verhouding tussen
GL en KL te nemen: GL/KL, maal
honderd, om de breuk weg te wer
ken. Dat werd het huidige intelligen
tiequotiënt of IQ.
Van meet af aan waarschuwde Bi
net dat de uitkomst van een intelli
gentietest niet mag gaan fungeren
als een etiket. „Het is werkelijk al te
gemakkelijk om tekens van achter
lijkheid te vinden in een persoon, als
men tevoren is ingelicht. Dan ge
draagt men zich als de grafologen
die, in de overtuiging van Dreyfus
schuldig was, in zijn handschrift te
kens van een verrader en spion von
den", schreef hij. Verder meende hij,
dat uit de score niét valt op te maken
of de achterstand aangeboren is of
verworden.
Daarmee waren Binets bedoelin
gen honderdtachtig graden gedraaid.
Zijn tests werden nu tégen zwakbe-
gaafden gebruikt. Het is misschien
wel de grootste tragedie uit de ge
schiedenis van de psychologie, dat
zijn waarschuwingen stuk voor stuk
in de wind zij n geslagen.
Zijn belangrijkste waarschuwing
luidde: de diagnose dat een kind ach
ter is op zijn leeftijdgenoten, is geen
doel op zich, maar behoort te worden
gevolgd door inhaalmaatregelea
Voor Binet was een lage score het be
gin van een programma dat hij
'geestelijke orthopedie' noemde. Hij
bedacht onder meer allerlei oefenin
gen om het concentratievermogen te
vergroten, zoals glazen water dragen
zonder morsen, of standbeeld spelen.
In aanleg was de intelligentietest
een humaan instrument. Maar in
Amerika, waar de IQ-test de meeste
opgang maakte, kreeg de test een ka
rakter dat op den duur in alle op
zichten tegengesteld was aan de oor
spronkelijke bedoelingen van Binet.
De belangrijkste propgandist van
de intelligentietest in Amerika, God-
dard, beschouwde intelligentie als
een erfelijke, en bovendien onveran
derlijke eigenschap. Zwakbegaafd
heid kan niet worden verholpen,
meende Goddard, die tot overmaat
van ramp griezelige denkbeelden
over rasverbetering uitdroeg.
Voor Binet en andere pioniers - Gal
ton, Fechner, Wundt, James en 'onze
eigen' Heymans - was de psychologie
de wetenschap van de menselijke
geest. Geen sociale wetenschap dus,
en al helemaal geen gedragsweten
schap zoals in de loop van deze eeuw.
Het ging de psychologen van de eer
ste generatie om de studie van het
waarnemen en denken, het herinne
ren en voelen. Ze wilden het bewust
zijn binnen het bereik van maat en
getal brengen.
Over de beginjaren van de psycho
logie schreef Douwe Draaisma
boeiende portretten van de ge
noemde pioniers, die werden gebun
deld onder de titel 'De geest in getal'.
„De psychologie is op 't ogenblik in
het interessantste tijdperk van haar
ontwikkeling", schreef Frederik van
Eeden precies honderd jaar geleden.
„Als in 't leven van een kind is iedere
dag vol belangrijke nieuwigheden."
Zijn enthousiasme is begrijpelijk.
Fechner stelde in 1860 zijn wet op
over het verband tussen prikkel
sterkte en gewaarwording. Twintig
jaar later publiceerde Galton zijn
studie over 'mental images'. Ebbing-
haus beschreef in 1885 de wetten van
het geheugen, en vanaf 1879 werkten
Wundt en zijn medewerkers in een
heus psychologisch laboratorium een
reeks experimenten af rond tijdzin,
kleurwaarneming, visuele illusies en
denkprocessen.
Vrijwel de gehele experimentele
machinerie van de huidige psycholo
gie is van negentiende eeuwse make
lij. William James zag er een parallel
in met de zeventiende eeuwse micro
scoop: wat tot dan toe geen mense
noog had gezien, werd ineens zicht
baar.
Natuurlijk overschatten de eerste
psychologen hun mogelijkheden.
Maar het effect ervan was een wel
dadige onbevangenheid bij de onder
zoekers. Men durfde interessante
vragen te stellen.
Met hetzelfde aanstekelijke en
thousiasme schreef Draaisma zijn
zes portretten. Een prachtig hoofd
stukje over psychologie en spiritisme
-kom daar tegenwoordig eens om in
wetenschapskringen! - besluit de
bundel.
„Alleen wie het verleden kent,
weet wat er aan het heden ont
breekt", schrijft hij terecht. „Wat
men ook mag vinden van de gedrags
wetenschap die in onze tijd onder de
naam psychologie vaart, het begin
was groots en meeslepend"
Douwe Draaisma: De geest in getal. Be
ginjaren van de psychologie. Line, Sweta
Zeitlinger, 27,50.
Door Laur Crouzen
WILDE BLOEMEN in de
natuur zoeken en met een
handig veldgidsje hun
naam proberen te achterha
len is leuk om te doen. Het
lijkt een beetje op postze
gels verzamelen zonder
postzegels, want de tijd dat
mensen bloemen plukken
om te drogen moet toch wel
voorbij zijn.
Je kunt meer doen met bloe-
men dan alleen kijken, opzoe
ken, en eventueel tekenen of
fotograferen. Wilde planten
zijn heel interessante levende
wezens en bijvoorbeeld uitste
kende milieu-indicatoren, ver
tellen veel over de toestand van
de bodem en de lucht. Een uit
nodiging om die weg in te slaan
is de uitgave van Thieme's
nieuwe plantengids, de opvol
ger van de Elseviers Gidsen, nu
de activiteiten van Thieme en
Elsevier in uitgeverij Tirion in
Baarn zijn samengegaan.
Het harde-kaft-boekwerkje
begint met een panorama-be
schrijving van het plantenrijk,
een brok evolutie, de stamboom
van de wilde planten, hun le
vensgang, hun bloemen en hun
bestuiving. En dan pas volgen
de traditionele zoeklijsten, de
plaatjes en de namen. Omdat
daarna nog meer dan honderd
bladzijden volgen over de 'na
tuurlijke historie' van de wilde
plant zijn de herkennings
plaatjes wat in de verdrukking
gekomen. Het zijn er niet zo
veel, ze zijn kleiner en minder
mooi uitgevoerd. Maar dat le
vert wel een winst op aan an
dere informatie, die je normaal
alleen in moeilijk toegankelijke
boeken over algemene plant
kunde vindt.
Het natuurhistorisch deel
omvat teksten met fraaie af
beeldingen over de verschil
lende soorten zaden, hun ver
spreiding, de manier van kie
men, over hun levensduur;
vervolgens komen organen als
stengels, wortels en bladeren
aan de orde. Tenslotte gaat het
over het sexuele 'gedrag' van
de plant en de samenwerking
met bodemschimmels en para
sieten. Door deze compleetheid
is het boek zonder meer een
aanwinst voor de beginnende
en gevorderde plantenliefheb
ber en natuurvorser.
Thieme's Nieuwe Insekten-
gids, van dezelfde uitgever en
ook bedoeld als onderdeel van
de nieuwe natuur-serie, had
voor hetzelfde recept kunnen
kiezen. Dat is niet gebeurd,
waarschijnlijk omdat auteur
Michael Chinery ook de vorige
Elseviers Insektengids heeft
geschrevea De nadruk bij deze
gids ligt nog op het puur op
naam brengen van het insect:
er zijn lange naamlijsten, be
knopte beschrijvingen en veel
ruimte voor fraaie tekeningen
van de 1000 behandelde insek
ten (van de naar schatting
100.000 Europese soorten).
Veel minder aandacht voor
de plaats van het insekt in het
dierenrijk, de functie in het al
gemene milieu en geen nadere,
uitgewerkte beschrijvingen
van lichaamsbouw en functies.
Wel een waarschuwing om niet
in het wilde weg met allerlei
vangstmethodes hordes insec
ten te gaan wegvangen in de
natuur. Speciaal gericht aan
het adres van de fanatieke
postzegelverzamelaars met
speld, etiket en druppelflesje.
Prima.
AI astair Fitter, David Attenbo-
rough. Wilde Bloemen, Uitgeverij
Thieme Baarn, 59,50.
Michael Chinery, Thieme's Nieuwe
Insektengids, Uitgeverij Thieme,
Baarn, f 49,50.
Pëmpon0ru*
girmtnicus 1 5
"T'd /lava 1 5
Een illustratie uit Thieme's Nieuwe Insektengids.
Het FOM-Instituut voor Plasmafysica Rijnhuizen in Nieuwe-
gein heeft een belangrijk experiment op het terrein van kern
fusie in bedrijf gesteld. In een nieuwe proefreactor gaat men
superhete gassen onderzoeken.
Het experiment, Rijnhuizen Tokamak Project (RTP), moet
problemen met de stabiliteit van superhete gassen in kaart te
brengen. Kernfusie-onderzoekers beschouwen deze onstabili
teit als een ernstige hinderpaal op weg naar de mogelijkheid
om energie uit kernfusie te winnen. Hoe heter men het elek
trisch geladen gas (plasma) maakt, des te gevoeliger het wordt
voor turbulenties, zo blijkt uit experimenten totnutoe. Deze
turbulenties maken het plasma instabiel.
Met de bouw van de experimentele fusiereactor was een be
drag van 7,5 miljoen gulden gemoeid. Daarvan werd ruim 2,3
miljoen gulden beschikbaar gesteld door de Europese Commis
sie. Het experiment loopt naar verwachting tot 1995.
In 1992 moet volgens prof.dr. M. van der Wiel, directeur van het
FOM-Instituut, zijn aangetoond dat het technisch mogelijk is
energie uit kernfusie te winnen. De vooruitzichten zijn op dit
moment goed. In het jaar 2030 zal een commerciële fusiereactor
beschikbaar kunnen zijn. Kernfusie is een belangrijke, goed
kope en vrij schone energiebron voor de toekomst.
De naaldboom heeft misschien zijn langste tijd gehad als
grondstof voor papier. In de Verenigde Staten opent binnen
kort een fabriek die papier maakt van kenafeen snelgroeiende
Afrikaanse plant.
Gebruik van kenaf op grote schaal kan het omhakken van bos
sen beperken, milieuvervuiling door papierfabrieken tegen
gaan en de Amerikaanse boeren aan een nieuwe bron van in
komsten helpea
Zeven dagbladondernemingen hebben al proeven genomen
met kenafpapier. De kranten bleken helderder, hadden een ho
ger contrast en een goede kleur. Er was minder inkt nodig en
de krant gaf nauwelijks af. Ook na een jaar bleek het papier
nog niet te vergelea
Ook in Frankrijke n Australië werkt men aan onderzoek en
produktie van kenafpapier. Slaat het nieuwe produkt aan, dan
kunnen bestaande papierfabrieken vrij eenvoudig worden
aangepast.
Onderzoekers aan de Amerikaanse Stanford universiteit heb
ben een handschoen ontwikkeld, die de vinger- en gebarentaal
van doven omzet in spraak, en een mechanische hand waarmee
een doofblinde kan 'lezen'.
De spraak wordt hoorbaar via een versterkerije, dat de dove
om de nek heeft hangen. Iemand die kan horen, antwoordt de
dove via een toetsenbord ter grootte van een zakrekenmachine.
Als de dove kan zien, leest hij het antwoord op een schermpje
dat hij als een polshorloge draagt Is hij doof en blind, dan kan
het antwoord ook in braille worden gegeven.
De 'pratende handschoen' lijkt op een golfhandschoen zonder
vingertoppen. Aftasters op vingers, pols en de hand leggen de
bewegingen van de gewrichten vast Een computertje verza
melt informatie over de stand van de vingers, en kiest de let
ters die er waarschijnlijk mee worden aangeduid. Letters ver
talen in handstanden kan hij ook.
De mechanische hand kan de 26 posities kiezen van het een-
handig alfabet. Door de mechanische hand vast te houden, kan
een doofblinde een boodschap 'lezen'. De hand reageert op me
dedelingen via een computer, zodat mensen die niet kunnen
vingerspellen, met een doofblinde kunnen communiceren. Er
zijn plannen om de hand te verbinden met de telefoon.
Onderzoekers van het FOM-Instituut-voor Atoom- en Mole-
cuulfysica (AMOLF) in Amsterdam hebben als eersten in de
wereld direct de beweging van een elektron in een atoom
waargenomen.
Hun waarneming betekent volgens de Stichting voor Funda
menteel Onderzoek der Materie (FOM) in Utrecht een opmer
kelijke koppeling tussen de klassieke beschrijving van elektro
nen als deeltjes die baantjes om de atoomkern trekken, en de
quantummechanica, die elektronen beschouwt als een golfver
schijnsel. Dat is maandag meegedeeld.
De onderzoekers Ben van Linden van den Heuvell, Ad Lagen
dijk, Arthur ten Wolde en Bart Noordam brachten met behulp
van een zeer kortstondige laserstoot een elektron binnen een
atoom in een grotere baaa Zo'n elektron valt in een tijdsbestek
van een honderdmiljardste seconde terug naar zijn oorspron
kelijke plaats. Door de eerste laserstoot na precies die tijd te la
ten volgen door een tweede werd het elektron opnieuw aange-
slagea Nu kreeg het zoveel energie dat het uit het atoom ont
snapte en door een detector kon worden gemeten
De onderzoekers, die bij hun experiment gebruik maakten van
de laserfaciliteit van het Natuurkundig Laboratorium van de
Universiteit van Amsterdam, wisten dat zij niet als enigen in
de wereld hiermee bezig waren. Ze slaagden er echter in als
eerste groep hun manuscript bij het gezaghebbende tijdschrift
Physical Review Letters te krijgen Zo waren ze collega's in de
Bondsrepubliek, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten net
te vlug af.
Genetisch onderzoek van cellen in het bloed van multiple scle
rose patiënten wijst op een verband tussen deze ziekte en een
virus, dat lijkt op het AIDS-virus.
Volgens E. Prem Kumar Reddy van het Wistar Institute in
Philadelphia biedt het genetisch onderzoek van bloedmonsters
van zes MS-patiënten „direct bewijs" dat het menselijk T-lym-
fotropisch virus (HTLV-I) bij het MS-ziekteproces een rol
speelt. Bij eenzelfde onderzoek onder 20 gezonde mensen werd
het virus bij slechts één persoon aangetroffen. Een verslag van
de studie verscheen onlangs in het tijdschrift Science.
HTLV-I behoort evenals het menselijke immuno-deficiëntie-
virus (HTV), dat AIDS veroorzaakt, tot de retrovirussen. Vol
gens Reddy lijken beide virussen ook immuun-cellen in het
bloed aan te tasten. „Hoewel deze twee virussen niet dezelfde
ziekte veroorzaken, komen hun fundamentele infectiemecha
nismen zeer sterk overeen. Iets wat tegen HTV werkt, zou ook
tegen HTLV-I moeten werken," zei Reddy.
Multiple sclerose is een ziekte die de hersenen en andere delen
van het centrale zenuwstelsel aantast. De ziekte slaat meestal
toe bij mensen tussen de 20 en 40 jaar. Bij ongeveer een op de
drie patiënten verloopt de ziekte mild, maar bij anderen kan
MS ernstige invaliditeit veroorzaken.-
Een nieuw geneesmiddel tegen de ziekte van Parkinson en
glaucoom, bekend als N-0437, wordt in het lichaam van aap en
rat vrij snel afgebroken in onschadelijke stoffen die via urine
en gal het lichaam weer verlaten. De onderzoeker Thijs Ger-
ding constateert dat in zijn proefschrift, waarop hij op 3 fe
bruari promoveerde aan de Rijksuniversitait van Groningea
Daarmee is de weg vrij om het nieuwe anti-Parkinson-middel
op menselijke vrijwilligers uit te proberen en is de introductie
op de Nederlandse markt dichterbij gekomen. Van de ziekte
van Parkinson wordt aangenomen, dat ze veroorzaakt wordt
door een storing in de prikkel-overdracht in de hersens, omdat
de hersens te weinig dopamine produceren. Dat is een zoge
naamde neuro-transmitter, een stof met behulp waarvan elek
trische prikkels worden overgedragen.
Het toedienen van extra dopamine helpt niet, omdat die stof
niet de hersens kan bereiken door de zogenaamde 'bloed-her-
senbarrière'. N-0347 kan dat wel. Gerding probeerde verschil
lende methodes van toediening uit, en stelde vast dat het mid
del het beste rechtstreeks in de bloedbaan gebracht kan wor
den via injecties of oogdruppels.
De grootste fabrikant van piepschuim in Nederland - Hoechst
Holland in Weert - heeft chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK's)
niet meer nodig bij de produktie van het verpakkingsschuim.
Na twee jaar onderzoek - kosten een miljoen - wordt de pro-
duktie-installatie van de piepschuimlij n nu omgebouwd.
Daarmee levert het bedrijf een bijdrage aan het verminderen
van de zogeheten CFK's in de atmosfeer. Dat zijn stoffen,
waarvan bewezen is dat ze de ozonlaag op grote hoogte boven
de aarde afbreken, waardoor ondermeer het schadelijke ultra
violette deel van het zonlicht wordt doorgelaten.
Door Saak Begijn
GOSS - De strijd in de
derie klasse D van het
KNVB-zondagvoetbal lijkt
zich te gaan afspelen tussen
twee Zeeuwse verenigingen,
namelij k Clinge en Goes.
Het nog acht wedstrijden voor
de boeg staat Clinge er het
beste voor. Uit veertien wed-
I strijden heeft de formatie van
trainer George de Block 22
punten vergaard. Goes volgt
als tweede met negentien pun-
ten, maar heeft nog één wed
strijd "it te spelen en dat is het
omstreden treffen tegen DIVO,
dat twee weken geleden 26 mi
nuten voor het einde gestaakt
werd met de stand 1-1.
De trainer van de Beve-
Cori
Van onze sportmedewerker
Dit nadat eerder de betaalc
Den Bosch en Telstar werde
de nationale sportprogramm
Een man die zeker zijn steentje
heeft bijgedragen aan dit suc
ces is voorstopper Rudy Corne
lls. De man uit Hoofdplaat, al
geruime tijd wonend in Bres-
kens, is met zijn 26 jaar één van
de routiniers in de hoofdklas
ser met ambities voor het be
taalde voetbal. Bezig aan zijn
vijfde seizoen in Vlissingen,
waar hij via Hoofdplaat, Ter-
neuzen, Eeklo en Hoofdplaat
terecht kwam. Vijf jaar die ze
hem niet meer kunnen afpak
ken. Vijf succesvolle jaren met
twee kampioenschappen, twee
KNBV-bekers amateurs, een
aantrekkelijke trip naar het
Afrikaanse Liberia en dit sei
zoen dus.
Met zijn 1.96 meter is hij
aanvoerder van de Vlissingse
hoofdmacht Hij geniet on
danks de uitschakeling toch
van de voorafgaande periode.
„Het was een enorme happe
ning. Iedereen leefde geweldig
mee. Sportief gezien was de
overwinning op FC Den Bosch
het hoogtepunt, maar qua en
tourage toch wel FC Den Haag.
Ondanks dat we toch tegen
dingen aanliepen die wij niet
gewend warea Zo werd er voor
aanvang door de beruchte FC
Den Haag-aanhang ge
schreeuwd 'Van Vossen moet
dood'. Zoiets slaat toch wel
even in de benea Tijdens de
wedstrijd viel het gelukkig al
lemaal wel mee. Je bent dan
geconcentreerd bezig en dan
valt wat er op de tribunes ge
beurt niet zo op."
Cornelis had als opdracht mee
gekregen Heini Otto uit te
schakelea „Dat is me dacht ik
uitstekend gelukt Hij werd
vrijwel constant door de lucht
aangespeeld, iets wat uiteraard
met mijn lengte in het voordeel
uitviel. Hij heeft dan wel de
derde goal gemaakt (het werd
uiteindelijk 0-3), maar voor de
rest had ik hem redelijk in de
greep. Jo Jansen kwam me na
afloop zelfs feliciteren, iets wat
bepaald geen gewoonte van
hem is en dat deed me goed. We
verloren dacht ik verdiend,
mede omdat een aantal jongens
onder hun niveau bleef. FC
Den Haag pakte ons op de'on-
derdelen felheid, hardheid en
vooral fysieke kracht
Bovendien hadden we de
Poch dat het in de blessuretijd
voor de rust 0-2 werd. Ga je
met één doelpunt verschil de
rust in dan smaakt de thee
even prettiger. Dat wil niet
zeggen dat we ons op dat mo
ment al bij de zaak hadden
neergelegd, maar het zat er ge
woon niet in. We hebben dacht
Tk amper één hoekschop kun
nen forceren, dus dat zegt ge
noeg. We hebben gewoon geen
kansen gehad. Toch was de
voorbereiding uitstekend. Te
gen Telstar stonden we bol van
ne zenuwen, maar deze keer
gingen we vrij ontspannen de
wei ia Het zelfvertrouwen was
zeker aanwezig."
Het bekeravontuur is dus
voorbij en Cornelis blikt dan
°ok de toekomst in met het slot
van de competitie, waarin het
Vlissingen minder goed ver-
gaat- ..Daarin zijn we tot nu toe
onder de verwachtingen geble
ven. Toch is de kloof niet al te
groot met de kop van de rang-
hist- Ik moet er echter direct
aan toevoggen dat dit ook geldt
voor de'andere kant van de