if a-/r
Een gevoel van eeuwigheid
lordenkers
X
A <L f
iYrJu&c*]
'iikcnshou
EEN STILTE ALS NOOIT TEVOREN
Lens voor 1989
hE STILTE
Kerstbijlage DE STEM zaterdag 24 december
27
28
29
30
311
;how
spend!
2e Kerstdag
geopend!
II
f
it-Keukenshow,
tbrood staat voor n klaart
EEN MOOIE TITEL
Zoals je in je vroege kindertijd de dingen ervaart, zo ervaar je ze nooit meer. Je
kunt je nu nauwelijks meer voorstellen hoe het geweest is om iets voor de
allereerste keer te ervaren. Later in je leven wordt immers alles 'gewoon', je hebt
het al zo vaak meegemaakt, het is allemaal bekend.
De sjeu van het leven gaat er een beetje af. Een echte oorspronkelijke ervaring heb
je nooit meer. Bewust ben je je van dit verhes niet dagelijks. Daarvoor moetje dan
eindelijk weer eens zo'n ervaring hebben.
Bijvoorbeeld de ervaring om recht uit het jachtige, stinkende, uitpuilende en
vooral lawaaiige Nederland, in alle eenzaamheid boven op een berg in
Griekenland de Stilte te beleven.
ARCHAÏSCH EN WOEST
OERLANDSCHAP
REPTIELENKOP
SCHILDPADDENSOEP
De stilte als
onhaalbaar ideaal
BOSSEN EN HEIDE
A85
3s»*r"* - i,~?
^|0RMk.
I
(O
CM
- J 1
BER1988
Oisterwijk
11 1
i s
i
ftSER-
Gratis keukenplan met foto
Nü reserveren is prijst/ast voor heel 1989
'de BTW-tarief voor 1989 van t
[unt u
^i"5lslerwljk (N.Br)
Woonwinkelcentrum INSAID
Heusdensebaan 50
|Ma i/m za 10.00 lot 17.30 uur Vf. koopavond^
en midden- of hoger kader
op de nieuwste ontwikkelingen
|andel geschreven, omdat u
is in uw branche.
rsussen voorziet de
behoeften van diegenen die
[ijven lopen.
Post-HBO cursussen te Breda:
2/industiële marketing
og
lustriële automatisering
i-profit organisaties
realiseren? Vul dan voor nadere
n.
secretariaat Post-HBO
Postbus 90116
T 4800 RA Breda
Telefoon 076-250666
g van uw Post-HBO cursus(sen):
et volgende telefoonnummer:
p aan: Hogeschool West-Brabant,
eer J.F. Kraus, Antwoordnummer
nodig!
DOOR HANS ROOSEBOOM
ir brommer door de Peloponnesus: dat lijkt mij wel
ai mooie ervaring. Een ervaring die binnen handbe-
ligt, want ik bén op de Peloponnesus, in deze sep-
ibermaand. In een doodstil straatje in Xylokastro,
slaperige provinciestad aan de Golf van Korinthe,
nnd ik een rijwielhandel die welgeteld één Honda te
lur heeft. Ik mag de monstrueuze buikschuiver voor
lintig gulden de hele middag hebben, inclusief volle
Waar ik in ieder geval heen wil is naar
de top van de Berg, die mij nu al een
week lang machtig ligt te verleiden.
Daar wil ik bovenop geweest zijn. Het
is een berg zonder naam, hij staat op
geen enkele kaart vermeld. Maar hij is
er wel degelijk: naar ruwe schatting een
kilometer of 10/15 van Xylokastro, die
reusachtige pyramide, eenzaam oprij
zend vlak aan de zee, boven alles en
iedereen uit.
Zo'n berg schreeuwt erom bedwongen
te worden. Alpinisten, gevraagd naar
het waarom, antwoorden steevast: 'om-
dat-ie er is'.
Ik ben geen bergbeklimmer, te voet
naar boven is trouwens een veel te
langdurige geschiedenis; van de fiets
zie ik af, want ik heb te veel bergetap
pes in de Tour de France gezien; een
auto is hier niet voorhanden. Maar ik
wil per se de berg op. Because it's the
re. Blijft dus over de brommer. Hope
lijk gaat er een soort berijdbare weg
naar boven. Die staat evenmin op de
kaart.
'Per brommer door de Peloponnesus'.
Een mooie titel vind ik, als ik met wap
perende haren (helm niet verplicht)
over de uitgestorven kustweg west
waarts langs de Golf van Korinthe ra
ce. In de straatjes van Xylokastro heb
ik het stalen ros even uitgeprobeerd.
Remmen, versnellingen, stuurinrich
ting, gastoevoer. Alles in orde. Een
maal buiten de bebouwde kom blijkt
het ding, voorzien van vier voetversnel
lingen, zeker 95 km per uur te rijden,
als het niet meer is. 'Gassen' noemt de
jeugd dat tegenwoordig. Wij zeiden
vroeger gewoon 'scheuren'. Scheuren
büjft leuk, ook op middelbare leeftijd.
Maar het wordt tijd voor De Berg, mijn
berg. Ik moet deze racebaan verlaten.
In het dorp Kalamiti, een handvol lege
straten in de blakerende septemberzon,
verlaat ik de kustweg en wend de ste
ven landinwaarts. Ik ga klimmen. Eerst
onder de autosnelweg door, die langs
de gehele noordkust van de Peloponne
sus loopt, van Korinthe naar Patrai,
daarna onder het spoorlijntje door
(idem). Langs een aantal boerenbedoe-
ningen, een kudde geiten, een paar een
zame bijenkasten, de laatste tekenen
van menselijke aanwezigheid, en dan is
er helemaal niets meer. Stilte, stenen,
pijnbomen, bergen, zon.
Hoog boven mij torent de Berg. De
klim is begonnen, er blijkt dus een weg
naar boven te zijn. Minuut na minuut
wordt het landschap overdonderender.
Iedere bocht, iedere wending brengt
mij een stuk hoger, meer uitzicht op de
leegte, de stilte en de schoonheid. Al
leen jammer van het geluid van de hot
sende en botsende brommer.
De weg is niet geasfalteerd, verre van
dat: hij bestaat uit steengruis en
scherpe keien, gelardeerd met flinke
rotsblokken. Moeilijk rijden. En nog
gevaarlijk ook. De hele klim gaat in de
eerste versnelling.
Hoe hoger ik kom, hoe dieper links van
mij de ravijnen worden. Ik moet werke
lijk heel voorzichtig rijden over deze
steenslag. Hoe hoger ik kom, hoe ban
ger ik word, niet alleen dat ik in de af-
jém
C
0t? ty. i
v
f
jf
Vr'wf.
-AmmI I I B WÊM
t,
f
grond donder, maar vooral dat ik lek
zal rijden, want dan zal ik terug moeten
lopen (en duwen).
Op gezette tijden stop ik oih de motor
af te zetten. Onmiddellijk word ik over
mand door de stilte als door een wollen
deken. De stilte is bijna tastbaar. Het
landschap waaróp ik uitkijk is onbe
schrijflijk. Archaïsch, woest, niet van
deze wereld. Wolkenslierten hangen al
onder mij, hoewel ik nog lang niet op
de top ben.
Steiler en steiler wordt de klim. Steeds
verder en dieper bieden de vergezich
ten zich aan. Heel ver weg rijzen de
werkelijke reuzen van de binnenlanden
van de Peloponnesus op, in een blauw
waas.
Hoe vaak ik ook omhoog kijk, de top
lijkt niet dichterbij te komen. Maar ik
verwijder mij hoe dan ook gestaag van
de wereld, steeds dichter nader ik de
hemel. Wat een geweldige ervaring,
zo'n eenzame klim door de absolute
verlatenheid. Ik voel een enorme op
winding.
Eindelijk ben ik helemaal boven. Bij
het ronden van de laatste bocht barst
ik uit in een triomfantelijk gejoel als
een Texaanse cowhand tijdens een ro
deo. I made itü
Ik ga zitten en kijk om mij heen. Ik
kom tot rust, en krijg een gevoel van
onbeschrijflijke vrijheid, in deze diepe
stilte, met dit fabelachtige uitzicht naar
alle kanten.
Hier zit ik in het middelpunt van Grie
kenland, de navel van de wereld. Voor
mij uit, naar het noorden, ligt diep en
ver de strakblauwe Golf van Korinthe;
aan de overkant van de zee de grijze
contouren van het Parnassusgebergte.
In die bergen ligt, recht tegenover mij,
het mysterieuze Delphi.
Als ik mij omdraai zie ik het binnenste
van de Peloponnesus. Door flarden van
wolken heen, want ik sta boven de wol
ken. Tientallen kilometers kijk ik het
oerlandschap in. De Peloponnesus,
mythologisch land. Ik zie Arcadië. Et
in Arcadia ego. Duizenden jaren lang is
hier niets veranderd. Vanaf de schep
ping van de aarde is het waarschijnlijk
altijd zo geweest hier. Een gevoel van.
eeuwigheid.
De wereld ligt aan mijn voeten. Daar
heel diep komt het treintje van Korin
the naar Patrai, een kettinkje van
piepkleine pareltjes, uit een tunnel te
voorschijn. Heel langzaam kruipt het
langs het witte lint van de branding.
Pas na een minuut bereikt het ijle
tjoek-tjoek-geluidje mijn oren.
Dat miniscule geluidje is het enige dat
de diepe stilte doorbreekt. De diepste,
meest absolute stilte die ik ooit heb er
varen. Maar het is geen doodse stilte,
het is een zinderende stilte, vol leven.
En dat gecombineerd met een van de
indrukwekkendste vergezichten die
men zich kan voorstellen. Omringd
door een oeroud landschap, dat de hele
geschiedenis en voorgeschiedenis voor
bij heeft zien trekken: de mythologi
sche helden en halfgoden van Hellas,
Doriërs, Myceners, Atheners, Sparta
nen, Olympiagangers, Romeinen,
Christenen, Byzantijnen, Turken. En
dat allemaal in de weldadige mediter
rane nazomerzon.
Het gevoel dat hier sinds de oertijd
niets is veranderd, wordt versterkt door
de dierenwereld waarmee ik hier wordt
geconfronteerd. Ritselend de stilte
doorbrekend leven hier schrikbarend
grote insecten, schorpioenen die hoor
baar over de stenen kruipen. Een slang
die zich bochtenwringend uit de voeten
maakt. Gifgroene hagedissen ter
grootte van een flinke makreel. En het
grootste wonder: landschildpadden
van zo'n 80 centimeter lengte, het
schild ongeveer even hoog.
Mijn eerste schildpad. Roerloos staat
(zit?) hij in de zon, tussen de dorre
struikjes. Ik struikel er bijna over. Met
kloppend hart nader ik hem zo dicht
mogelijk en bekijk hem. Dezelfde dui
velse reptielenkop die slangen ook heb
ben. Kleine oogjes, en een gevorkte
tong die af en toe naar buiten flitst.
Opeens besef ik dat ik niets van deze
beesten afweet. Misschien zijn ze wel
agressief, ondanks hun spreekwoorde
lijke traagheid. Misschien vallen ze
plotseling aan, een felle beet in mijn
been. Misschien springen ze je wel on
verwacht naar de strot.
Het is angstaanjagend genoeg, zo'n
groot doodstil beest, met twee stekende
oogjes die mij verlammen als waren het
de ogen van de Medusa. Ik durf niet
meer te bewegen, in de hoop dat zijn
aandacht verslapt. Dan, tot mijn grote
opluchting, begint hij heel langzaam
zijn gelooide nek met die kale kop in te
trekken. In een paar minuten is het ge
heel verdwenen, als een periscoop in
een onderzeeër.
Vervolgens verdwijnen zijn poten on
der het afweerschild. Dan staat er nog
slechts een omgekeerde soepketel op
'het pad. Roerloos zal hij blijven staan
totdat hij mij heel ver weg waant. Hij
Als ik mij omdraai zie ik het binnenste
van de Peloponnesus. Door flarden van
wolken heen, want ik sta boven de wolken.
Tientallen kilometers kijk ik het oerland
schap in. De Peloponnesus, mythologisch
land. Ik zie Arcadië. Et in Arcadia ego.
- SCHILDERING KARL FRIEDRICH SCHILLINGS
was natuurlijk veel banger dan ik. En
kele minuten wordt mij duidelijk dat
hij daar ook reden voor heeft.
Want de vergelijking met een soepketel
is niet helemaal toevallig. Nog vervuld
van de bovenaardse stilte boven, daal
ik met de Honda af, zonder motor, uit
alle macht remmend met handen én
voeten, rakelings scherend langs peil
loze afgronden. v
Dan ontmoet ik de eerste medemens in
uren: een Griekse jongen, eveneens op
de brommer, op weg naar boven. Hij
zet zijn vervoermiddel stil, ik eveneens.
Hij vraagt mij iets met veel omhaal van
woorden, maar van zijn rappe Grieks
begrijp ik niets. Totdat hij met beide
handen een halve cirkel beschrijft, ter
grootte van een soepketel. Of.ter
grootte van een Griekse landschildpad.
Dan zie ik opeens ook het grote net aan
een steel dat hij op zijn rug gebonden
heeft.
En ik begrijp alles. Schildpaddensoep.
Tot slot: in alle eerlijkheid was ik niet
helemaal alleen daar boven op de berg.
Vlak voor ik aan de afdaling begon zag
ik daarboven, half verborgen in de rot
sen, een klooster. Vandaar natuurlijk
het feit dat 'mijn' berg überhaupt be
klommen kon worden. Want anders
zou de 'weg' natuurlijk nergens heen
hebben gevoerd.
Ik begrijp nu waarom al die kloosters
in Griekenland zo hoog in de bergen
liggen, soms haast onbereikbaar. En ik
begrijp waarom de heiligdommen van
de oude Grieken ook al zo hoog moge
lijk lagen. Die hoogte, die stilte, het re
lativerende van het hoge standpunt, het
werkt regelrecht bewustzijnverrui-
mend. De ziel wordt erdoor gezuiverd.
Kwade gedachten worden in de stilte
gesmoord. Voor zolang het duurt.
VERVOLG VAN VORIGE PAGINA
In het centrum van het toekomstig stil-
tegebied kun je niet om de grote cam
ping Bovensluis heen. Campings mo
gen bestaan in stiltegebieden, maar in
de ontwerp-nota wordt een bovengrens
gesteld van honderd kampeerplaatsen.
Op Bovensluis staan er duidelijk veel
meer.
Het is de camping die op deze druile
rige namiddag de stilte verstoort. Al
weer die kettingzaag; de campingbaas
is zeker bezig met zijn winterse op
knapbeurt van het complex. Tonne-
kreek is veel rumoeriger dan De Bies-
bosch: m'n trommelvliezen registreren
een hele reeks reeks geluiden en geluid
jes.
Een boer sproeit verdelgingsmiddel,
zijn tractor is hoorbaar op driekwart
kilometer afstand. Een andere tractor,
helemaal bij Willemstad moet dat zijn,
valt in en zo ontstaat een puffend con
cert van twee diesels. Het is geen akelig
geluid, een laag gebrom, meer niet. De
tankboten in het Hollandsch Diep ver
storen meer. Die bakken produceren
een dreunend geluid, dat tegengehou
den wordt door de dijk. Het achterland
blijft stil, maar de griendvelden krijgen
de volle por van de binnenvaartblues.
Heel af en toe rijdt een auto over de
dijk en eenmaal komt knetterend een
crossbrommer aangescheurd. Lang
daarna nog hangt de pentrante lucht
van Castrol-olie boven de dijk. De
meeste herrie komt dit keer echter uit
de lucht vallen. Een groot vliegtuig
vhegt enkele malen laag over en produ
ceert een veelvoud van 40 decibel. Het
is een momentopname, maar zo zal het
hier dageüjks gaan. Net ais in de Bies-
bosch is echte stilte hier te vinden,
maar telkens voor eventjes. De perio
des van stilte zijn in de Biesbosch wel
veel langduriger. Hoeveel echte stilte
E reduceert een stiltegebied bij dag-
cht? Zeg maar wat, vijf uur is te opti
mistisch ingeschat wellicht, 's Nacht is
het overal vanzelf veel stiller.
De provinciale nota over Tonnekreek:
'Voor de geluidsgevoelige fauna is het
gebied tussen de dijk en het Hol
landsch Diep uitermate belangrijk van
wege de aanwezigheid van vele duizen
den ganzen (verschillende soorten) en
de otter, 's Winters is het een zeer be
langrijk rustgebied. Zuidelijk van de
dijk, in de polders, is er eveneens
sprake van een zeer belangrijk gebied
voor de geluidsgevoelige fauna vanweg
de aanwezigheid van duizenden ganzen
en de otter, 's Zomers is alleen het kre-
kengebeid belangrijk, 's Winters het
weilandencomplex. De geluidsbron
nen: militaire laagvliegroute hef-
schroefvüegtuigen, camping Bovensluis
(groot) en speedbootzone in het Hol
landsch Diep.
Stiltegebied nummer drie is De Oude
Buissche Heide, een uithoek van 12
vierkante kilometer in de gemeente
Zundert. Dit is echt een natuurgebied.
Er zijn agrarische activiteiten, maar de
hoofdmoot vormen de bossen en de
heidevlakte. Het is hier niet anders dan
in de andere twee bezochte gebieden,
merkt ik al snel.
Lopend over de heide hoor ik geruis
van de weg naar Roosendaal, maar vo-
gelgekwetter overstemt de auto's. Prut
telend start een tractor ergens verderop
en dat geluid blijf ik de hele wandeling
horen, als achtergrondje. En nota bene
weer die verdoemde kettingzaag, die
krijsdingen hebben iets met stiltegebie
den. Het gesnerp houdt echter al snel
op. Verder lopen heeft geen zin. Stilte
is aanwezig, maar altijd voor eventjes,
evenals in de andere twee gebieden.
De proviciale ontwerp-nota over de
Oude Buissche Heide: 'Het gebied
heeft waarde voor extensieve recreatie
en vrijwel het gehele gebied is belang
rijk voor de geluidsgevoelige fauna,
daar het waarde heeft als broedgebied
voor verschillende, deels zeldzame vo
gels. De geluidsbronnen: De weg
Roosendaalse Baan Buntweg (700 -
800 voertuigen per etmaal)'.
De drie stiltegebieden hebben elk een
eigen terreinstructuur, een eigen karak
ter. Eén ding hebben ze gemeen, echt
stil is het er niet of maar voor korte
duur. De naam rustgebied is beter op
zijn plaats voor de toekomstige reser
vaten, want rustig is het er in de regel
wel. Dat zal niet veranderen als de pro
vincie er in slaagt een aantal geluids
bronnen te saneren. Het ergste lawaai
zal afnemen, maar een bovengrens van
40 decibel (de motor van de koelkast)
lijkt een onhaalbaar ideaal.
De verwachting is dat als de verorde
ning van kracht is, wijziging of stren
gere toepassing van andere wetten
(Luchtvaartwet, Hinderwet, Kampeer-
wet, Wet geluidhinder) een aantal ge
luidsbronnen zal elimineren. Zo ver
wacht het provinciaal bestuur dat er
een verbod wordt opgenomen in de
Luchtvaartwet voor de kleine burger
luchtvaart om boven stiltegebieden te
vliegen. Een verbod voor militaire vlie
gerij komt er naar verwachting niet. De
staatsecretaris van defensie heeft wel
bepaald dat „er naar gestreefd dient te
worden vermijdbare geluidhinder bo
ven stiltegebieden te voorkomen".
Zo blijven altijd mogelijkheden open
om de laatste stilte in verstedelijkt Ne
derland te verstoren. Geldtekort, tekort
aan controlerende ambtenaren; de
open-luchtmusea van het anti-lawaai
zullen de bezoeker rust bieden. Meer
niet, minder ook niet. Echte stilte vind
je niet in een stiltegebied. Vroeger, toen
de aarde er nog woest en ledig bij lag,
hadden we één groot stiltegebied. Nu
heerst de krijs van de kettingzaag.