K i|n Fj B kH| Schatten uit de Indische tijd Dagboek May Sarton te vaag en algemeen Deceml Vliegen: Indianen en blanke boeren in de modder PETER VAN ZONNEVELD CONSTATEERT NIEUWE BELANGSTELLING 6Met Kerstmis denken ze allemaal aan sprookjes9 Open Schoo De bedrieglijke kunst van Snoecks DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 24 DECEMBER 1988 pflSTEM GIDS Suske en Wish Hambone. „Als je de koloniale letteren, de Nederlands-Indi sche auteurs, niet alleen bekijkt met een literaire bril van de Tachtigers, maar ook als ene brok mentaliteitsgeschiedenis, dan zijn er nog veel be langrijke boeken uit te geven." Dat zegt Peter van Zonneveld, wetenschappelijk medewerker aan de Leidse universiteit op gebied van de ne gentiende eeuwse literatuur en de Indische lette ren. Hartelijk Couperus Zendelingen 'RODE AARDE, WITTE AARDE' VERFRISSENDE STREEKROMAN Spannend Rodk AARDE W'Vl 1 E A ARDE G2 De oude man en de beer. Door Muriel Boll HET kan nog net, een kerstboekje van Janosch: De oude man en de beer. Het is een sprookjesachtig verhaal over de oude Gijs die 's zomers bessen en paddestoelen ver gaart, voor de mensen op het land werd en daar een beetje geld mee verdient. Het speelt lang geleden in de tijd dat er nog geen radio was, de mensen hielden vogels in kooien en lieten ze zingen. De oude man gaat elk jaar omstreeks kerst naar het dorp want dan is daar de vo gelkoopman, de sijsjeslijmer. Van zijn spaargeld koopt hij zoveel mogelijk vogels om ze vervolgens in vrijheid te la ten wegvliegen. Dat gaat zo jaar in jaar uit, maar de man wordt ouder, verdient minder geld en tenslotte heeft hij niets eens genoeg voor één enkele vogel. De vogelkoop man geeft hem een zwakke vogel voor de halve prijs. De oude man neemt hem onder zijn jas mee naar huis, maar daar is het koud; het brand hout is op en er is ook geen eten. De man gaat door de sneeuw en de kou naar de beer om hem te vragen voor de vogel te zorgen, anders gaat die dood. De beer doet het, de vogel blijft in leven maar de oude man gaat dood. Dan gaat het verhaal ver der in een andere winter. Nu is het de beer die gebrek heeft aan warmte en eten. Hij gaat naar het dorp, maar onder weg valt hij in de sneeuw. Hij is zo zwak dat hij blijft liggen en plotseling zit ie kleine vo gel van vroeger op zijn schou der. Die vraagt of de beer hem naar het dorp wil dragen anders gaat hij dood. De beer heeft nog net kracht genoeg om de kerk te halen, maar ze mogen er niet in, de mensen zouden schrikken. De beide dieren blijven buiten in de sneeuw liggen. Kinderen die de kerk uitkomen vragen hun ouders om eten voor de beer: Hij zou weieens een be toverde prins kunnen zijn 'Met Kerstmis denken ze allemaal aan sprookjes' is Ja nosch' cynische commentaar, en wie hoopte dat de beer en de vogel het toch wel zouden halen komt bedrogen uit; ze gaan dood, een typische Ja- nosch-streek. Een mooi ver haal waarin niet alleen uit drukkingen als 'de tijd ging voorbij' en 'en toen de tijd kwam dat' doen denken aan sprookjes; de manier waarop de oude man sterft, en later ook de beer en de vogel, ver wijst direct naar 'Het meisje met de zwavelstokken': Ze zweefden het leven uit, 'naar de sterren omhoog, in een groot, wit licht'. Het verhaal verwijst eveneens naar Maria en Jozef die ook geen onder dak vonden. Jonosch gebruikt graag heldere warme kleu ren, maar in dit boekje zijn ze winters verstild in mooie so bere tekeningen. Van Janosch naar Erwn Moser is niet zo'n grote stap, want diens 'Aangespoelde verhalen' wekken herinne ringen op aan 'Het grote Ja- nosch-boek' uit 1977. Beide boeken bestaan uit een verza meling korte en lange verha len, versjes, boordevol gees tige tekeningen en spannende bedenksels. In Mosers boek gaat het vooral over dieren, zeldzame wezens en fantasti sche gebeurtenissen. Er staan heel bijzondere wens- en droomhuizen getekend, er is een lang gedicht over dieren- gewoonten, de seizoenen wor den in grote tekeningen en een enkel zinnetje duidelijk uitgebeeld. Er is een verhaal over iemand die een loopma chine uitvindt die werkt op het sap van rotte tomaten, en het eerste verhaaltje gaat over vier rovers die nog nooit iemand hebben beroofd om dat ze nog nooit iemand zijn tegengekomen Zo is er voor elke stemming iets prettigste lezen of te bekijken. Het is jammer dat de meeste verhalen erg kort zijn, want de onderwerpen zijn zo bizar en verrassend dat ze heel goed verder uitgewerkt zouden kunnen worden zon der hun sfeer te verliezen. Aan de andere kant wordt de fantasie van de lezer wel ge prikkeld door die kortheid. 'Aangespoelde verhalen' laat duidelijk zien dat Erwin Mo ser, die nog niet zo erg lang kinderboeken maakt, veel ta lent en fantasie heeft als te kenaar èn als schrijver met een heel eigen vertellende stijl. Het boek ziet ere bijzonder aantrekkelijk uit met een mooie omslag en een rood lintje als bladwijzer. Janoech: 'De oude man en fe beer". Uitg. Querido, prijs f 18,90 Erwin Moser: 'Aangespoeld: verhalen'. Uitg. Gottmer, pn> 29,50 Door Marjan Mes May Sarton is een Amerikaanse schrijfster van Belgische afkomst die in ons land vooral onder feministen aanhang heeft door twee vertaalde romans: 'Zoals wij nu zijn' 'Terugblik'. Vorige maand gaf zij drukbezochte lezingen in een paar steden ter gelegenheid van het verschijnen van haar in het Nederlands vertaalde dagboek, 'Eenzaamheid' Haar depressies, natuurliefde, Bij May Sarton mis ik de eenzaamheid, de overwinning van een vrouwelijk minder waardigheidscomplex en haar vermogen om daar 'kunst' uit te putten, waren het onder werp. Zelf had ik nog nooit iets ge lezen van deze 76-jarige auteur en was dus zeer benieuwd naar dit dagboek, dat in 1973 voor het eerst in Amerika verscheen en geschreven werd vanuit een isolement in New Hampshire. Verrast was ik te lezen dat Sarton in haar jeugd 'de schrijfster Virginia Woolf meermalen persoonlijk heeft ontmoet. Veel persoonlijks of exclusiefs brengt ze daarover niet te berde, noch over de 'kunst' en de poëzie die kenne lijk haar grote drijfveer vor- 'men. heel persoonlijke observering omdat zij vooral in algemene termen spreekt waarbij de strekking nogal vaag blijft. Zi] schrijft wel fraaie zinnen, maar die blijven steken in een schijn van interessantheid „Iemand die gevoelig is 0 die zichzelf in harmonie met de natuur voelt en met de natuur lijke mens in zich, heeft ge01 moeite met seks", schrijft f „Het komt vanzelf, als de tijd er rijp voor is, en het orgasme mocht dat zich voordoen, if komen, niet als een handig uit' gevoerd kunstje, maar als een golf van vereniging met het hele universum". Een handig uitgevoerd kunstje, is ook nooit weg zou ik zo denken. "Eenzaamheid. Dagboek van I® Sarton'. Uitgeverij Nijgh Ditmar, prijs 2740. Etalages verlicht, straten versierd, precies zoals vorig jaar pe kerst breekt weer a; Kerstbomen staan te wachten op het trottc Maar 't is niks voor mij 'k ben al geweest, weg met dat feest, 't hoeft voor mij helen niet. Mijn hoofd is oud, mijn hart is koud, want ik heb liefdes' driet. Vluchtelingen die per vl tuig in ons land aankomer- hier niet mogen blijven, I men in een opvangcenti op Schiphol terecht. E moeten ze blijven tot dui lijk is naar welk land ze k nen gaan. Dat opvangt trum is eigenlijk een soort vangenis, want de vluchte gen mogen er niet uit. kun je mensen niet zomaa een ruimte zetten die je gevangenis gebruikt, rechter heeft daarom gez dat vluchtelingen niet n. jn het opvangcentrum v| gehouden mogen worden. De regering wist natuur ook wel dat dat eigenlijk mocht. Daarom hadden zt maandenlang een wetje ki liggen waardoor ze het rr zouden krijgen om de vlu telingen wel op Schiphol 'HEB je je weieens af ge' Waarom de ramen ingegt trapt zijn Waarom de kil Dat schreef Lincoln (16) bij een tekening van Qui een kalender bij de maan schreven dat in Zuid-Afri gevangenis zitten, geen et( De tekeningen op de ka ren in Zuid-Af rika over a ten ze jou daarover nader den en daarvan gaat drie ject. De rest van het geld lender (in kleur). Je krijgt de kalender t< giro 600657 van het Komiti kunnrn mets dom iolanf Sushi kranten lit. lit en wt nufr/en mhlen. Door Henk Egbers Hij is ook eindredacteur van de serie Indische Letteren, die uit geverij Conserve met succes heeft lopen. Daarin verschenen reeds van Carry van Bruggen 'Goenong-Djatti', 'Een Indisch huwelijk' en "n Badreisje in de tropen'; van Adinda 'Vrouwen lief en leed onder de tropen' en een door Peter van Zonneveld samengestelde bundel met stukken uit het literair-cultu- reel tijdschrift 'Oriëntatie', dat in Indonesië verscheen tussen 1947-1952. In februari aan staande verschijnen van Augusta de Wit 'De drie vrou wen in het Heilige Woud' en 'De godin die wacht'. Aan de overkant van het ge bouw der letterkundige facul teit ligt de Horhr Daar en in het Leidse Volkenkundige mu seum, vertelt Peter van Zonne veld, ontkiemde zijn eerste tro pische gevoelens. In 1985 ver scheen bij Kwadraat van zijn hand een alleraardigst boek over botanische tuinen in Europa en Azië met de titel 'Aardse Paradijzen'. Maar in het aardse paradijs Indonesië had hij een oom als hospik tijdens de politionele acties, die hem andere verhalen vertelde. En op school groeide hij op met de tweede generatie van de uit Nederlands-Indië stammende Nederlanders. Aanvankelijk ging hij natuur wetenschappen en biologie stu deren, maar zijn interesse ver schoof naar de niet-Westerse talen. Daaruit groeide ook zijn Aziatische belangstelling, met een zwaartepunt op de Indische letteren. Het lijkt erop dat, nu we de wonden gelikt hebben, er een hernieuwde belangstelling groeit voor Indonesië. Er was dan ook reden genoeg om in 1985 een 'Werkgroep Indisch- Nederlandse Letterkunde' in Leiden op te richten. Samen met Rob Nieuwenhuys en Reg gie Baay, die ook op dit onder werp was afgestudeerd, nam Peter van Zonneveld dat initia tief. Hij is voorzitter. De Maat schappij der Nederlandse Let terkunde maakte haar tot één van haar werkgroepen. De groep heeft nu 700 leden, want ook buiten het universitaire le ven om kan men lid zijn. Regel matig worden er 's middags (gratis) lezingen gegeven op de universiteit. Sedert 1975 is Van Zonneveld als docent verbonden aan de Leidse universiteit. Zijn be langstelling voor Couperus groeide. „'De stille kracht' is één van de beste boeken uit de Indische letteren. 'Het land van herkomst' van Du Perron was voor mij belangrijk." Gerard Termorshuizen die onlangs promoveerde op 'P.A. Daum, journalist en romancier van tempo doeloe' zette hem op Daum, van wie hij tien boeken verslond. En ook een man als Rob Nieuwenhuys in het Leidse bolwerk voor onderzoek naar onze koloniale geschiede nis stimuleerde hem. Peter van Zonneveld stimuleerde en be geleidde op zijn beurt steeds meer studenten die hun scriptie wijden aan een thema uit de Indische letteren. „De belangstelling is groot en de sfeer is hartelijk", zo merkt Van Zonneveld op. Vier keer per jaar wordt het tijdschrift 'Indische letteren' uitgegeven. Het bevat artikelen van een goed gehalte. Het laatste num mer is bij vooi beeld een thema nummer over de Oostindische literatuur uit de periode 1600- 1840. Daaraan werd meege werkt door de inmiddels in Amsterdam opgerichte Werk groep Koloniale Literatuur. Het doel is de bevordering van de Indische literatuur; on der meer door het bevorderen van scripties, door heruitgave van boeken en het zo mogelijk laten subsidiëren van uitgaven e.d. Het gaat om boeken in Ne derlands-Indië geschreven door Nederlanders of in het Nederlands. Peter van Zonne veld wijst bijvoorbeeld op de bekende brieven van Kartini, een Indonesische die in de Ne derlandse taal schreef. „Er is wel affiniteit met het actuele; er worden wel relaties en kontakten gelegd, maar het gaat ons primair om de Neder landse taal en de literatuur. Op dat gebied is er nog veel te doen. Er is zeer veel materiaal. Het is de bedoeling om met de uitgeverij Conserve vier titels per jaar uit te geven; vooral uit de tweede helft 19e en 20e eeuw. We geven ze uit in de oorspron kelijke spelling; niet als re prints, maar opnieuw gezet. In de praktijk blijkt dat niet sto rend te zijn. Het is de bedoeling om boeken die dat verdienen toegankelijk te maken voor een breder publiek. „Belangstelling is er volop. Ik aan de studenten inlei- Peter van Zonneveld: „Er liggen nog honderden boeken om weer uit te geven". - foto jeroen egbers king komen Hij kijkt met een fijne literaire smaak. Ik kies bijvoorbeeld ook voor romans die literair middelmatig, maar historisch-maatschappelij k van betekenis zijn. De laatste tien/vijftien jaar is er een ken tering te speuren onder invloed van de opkomst van de zoge naamde mentaliteitsgeschiede nis. Je ziet op de universiteit ook groeiende kontakten tus sen de literaire- en historische faculteiten over en weer." Historisch in velerlei opzichten dende colleges over dit onder werp. Die zijn vrij en ze kun nen er direct verder niets mee. De zaal zit altijd vol. Natuur lijk is er belangstelling van mensen met een Indische ach tergrond, maar ook van veel anderen. Ik denk dat ze vaak wat zijn uitgekeken op de Ne derlandse literatuur. Opvallend is ook de belang stelling voor vrouwelijke auteurs, die in de jaren zestig bijvoorbeeld nog geen enkele aandacht kregen. Dat zal ook te maken hebben met de alge mene grotere belangstelling voor de man-vrouw relatie. Het is complex. Ook vanuit In donesië zelf is er belangstel ling. Nee, West-Indië hebben we open gelaten. Dat zou best leuk zijn, maar de Caribische cultuur en literatuur zijn totaal anders. In onze bibliotheek liggen nog zoveel romans en reisver halen die uitgegeven kunnen worden. Honderden titels. Ik verschil wat van opvatting met Rob Nieuwenhuys over de boe ken die daarvoor in aanmer- is zeker de bundel 'Oriëntatie', die Peter van Zonneveld sa menstelde uit het gelijknamige culturele tijdschrift in Indone sië uit de jaren 1947-1953. Ter wijl er slag geleverd werd in dit land, tref je er een unieke samenwerking aan tussen Ne derlandse en Indonesische auteurs met een brede belang stelling voor de wereldlitera tuur. Rob Nieuwenhuys was één van de drijvende krachten daarbij. Toen hij vertrok in 1952 was het snel afgelopen met Oriëntatie. Je treft in die jaargangen al de namen aan van Mochtar Lu- bis en Pramoedya Ananta Toer, die eerst veel later in Ne derland zouden doordrin gen. Verder onder meer E. Dun can Elias, Beb Vuyk, W. Wal raven, Leo Vroman, Joke Mul- jono, Tjalie Robinson, Maria Dermoüt, J. Tatengkeng en Aoh K Hadimadja. Idrus schrijft zelfs over de treurnis van de oorlog in het land op dat moment. Van Zonneveld is heel en thousiast over 'Een Indisch hu welijk' van Carry van Brug gen. „Een juweeltje. Rob Nieu wenhuys is er te negatief over." Het verscheen in 1921 en is nooit meer herdrukt. Het be lang van dit boek ligt vooral in de sociale geschiedenis. Het gaat over de eenzaamheid van Europese mannen in Indonesië. Ze mochten van de onderne mingen de eerste zes jaar niet trouwen. Zoals bekend zochten ze concubines (de njai), hetgeen bij latere import van Europese vrouwen nogal wat problemen opleverde. Carry van Bruggen neemt in dit boek stelling tegen deze praktijken. Zij en haar man, de journalist Kees van Bruggen (hoofdredacteur van de Deli- Courant) hielden het dan ook niet uit in deze hen wezens vreemde en -vijandige omge ving. Als je het boek met deze wetenschap leest is het nog heel interessant; zuiver literair gezien minder. jftgfafinbi'Bsrv flsi ri.a»9JE Peter van Zonneveld wijst op Marie C. van Zeggelen (1870- 1957) die naar zijn gevoel méér dan Carry van Bruggen van betekenis is met haar roman 'Oude glorie' over Atjeh en haar schetsen over Celebes, 'Onderwerpen', of met 'Het zee- roversjongelje'. Zij kon zich beter verplaatsen in de Indone sische bevolking. Ook de zen delingenliteratuur biedt in zijn ogen nog veel dat om heruit gave vraagt. Van Thérèse Hoven (1860- 1924), die onder pseudoniem Adinda schreef werd haar eer ste roman 'Vrouwen lief en leed onder de tropen' opnieuw uitgegeven. De thematiek sluit aan bij die van het 'Indisch Hu welijk' van Carry van Brug gen: Hollandse vrouwen in In donesië tegenover de inheemse concubine. Ook de verhalen bundel van Carry van Bruggen "n Badreisje in de tropen' houdt zich vooral bezig met de wezensvreemde situatie van de Nederlandse vrouw binnen de Indonesische cultuur. In 'Goe- nong Djatti' schrijft zij over de noodlottige afloop van liefdes- concurrentie in relatie met een Europese 'slavendrijver' over Javaanse en Chinese contract koelies. Er is wat afgeleden in deze gordel van smaragd Peter van Zonneveld, die de laatste tien jaar vier keer door Azië zwierf (onder meer om een serie artikelen te schrijven voor NRC-Handelsblad) voelt zich bj zijn thuiskomst telkens wezensvreemd aan zijn hoe kige kamer van de faculteit. Wie echt in de (Indische) tro- pencultuur duikt is nooit meer de Nederlander die hij was. Er ontstaat iets van een onmoge lijke band. Het publiek in Ne derland dat daarom nog steeds of steeds meer geïnteresseerd is in de Indische literatuur is re latief groot te noemen. Peter van Zonneveld zal het niet kunnen laten de serie Indische Letteren verder uit te bouwen. De uitgever ook niet. Carry van Bruggen: 'Een Indisch Huwelijk', prijs 19,50 Idem: 'Goenong Ijjatti', prijs 17,50 Idem: "n Badreisje in de tropen', prijs 27,50 Peter van Zonneveld: 'Oriëntatie', prijs 39,50 Adinda: 'Vrouwen lief en leed on der de tropen', prijs 34,50 Alle boeken zijn uitgegeven bij uitgeverij Conserve. 'Indische Letteren', documentatie blad van de Werkgroep Indisch- Nederlandse Letterkunde (geves tigd: Praam 27,2377 BW Oude We tering), losse nummers 10,-; abonnement lidmaatschap 35,- perjaar Door Henk Egbers 'Onsterfelijk sedert' is een goed gevonden naam voor een necrologie in de nieuwe Snoecks 89. James Baldwin, Marguerite Yourcanar, Carmiggelt e.a. komen erin aan de orde. Snoecks zelf is ook bezig zich 'onsterfelijk' te maken; de 65e editie van dit boek, begonnen als een soort Enkhuizer almanak, is uit. Op de omslag een gla- mour-foto van een vrouw, die de cultuur als naakte waarheid presenteert, door Marco Emili, een van de be kendste modefotografen. Zoals nieuws is kunst ook show, entertainment, gewor den. Snoecks is daarvan een 'prachtig' voorbeeld. Heel knap worden op ruim 500 pagina's beeldende kunst, mode, film, wetenschap, geschiedenis, reis reportages, literatuur aan de man gebracht. Behoudens en kele rubrieken moet je niet denken met dit boekwerk een inzicht te krijgen van wat er met kunst en cultuur werkelijk aan de hand is. Wel word je ge confronteerd met een mentali teit: kunst als trendy artikel, geëxploiteerd via spraakma kende voorbeelden. Voor de literatuur zijn er dan een interview met Jeroen Brouwers, prozateksten van Monika van Paemel en Bernlef en een verhaal over de bikkel harde strijd om de bestseller in Amerika. De beeldende kunst besteedt aandacht aan een re vival van Tamara Lempicka die in de twintiger en dertiger jaren al voor mooi bloot zorgde; passend in de formule van Snoecks. Kunst is een ge weldig alibi. Door Dirk Vellenga Een roman over boeren en Indianen in de vergeten land- bouwstaat Minnesota haalde in 1986 zeer hoge verkoopcij fers in Amerika. 'Rode aarde, witte aarde', het debuut van de 38-jarige Will Weaver, is nu in het Nederlands vertaald. Het is een boeiend boek dat ruikt naar hooi en zompige ak kers, een streekroman met de kracht én de traagheid van een John Deere-tractor. Michael Mathias Prechtl is natuurlijk ook een prachtige tekenaar, die als een 'Dürer van de 20e eeuw' geweldig ma teriaal levert. Tomi Ungerer en David Levine, tekenaars die beiden goed worden uitgelicht, zijn al even interessant; zoals wellicht bekend (want bekende paden worden bewandeld). Ce- sar Baldaccini is een beeldend kunstenaar, die al voor de no dige opschudding heeft ge zorgd, maar in Snoecks wordt geportretteerd als een tot rust gekomen rebel. De in '87 ge storven Andy Warhol wordt bijgezet als de goeroe van de popkunst. Corypheeën uit de fotografie, architectuur, design en mode draven op. Teveel om op te noe men. Snoecks is de playmate van de kunst; of wat ervoor doorgaat. Verslaafd aan de consumptie als we (bijna) allen zijn biedt dit boek ons prettige uren van bladeren, lezen en kijken en mogelijk achteraf het gevoel dat we nu alles over kunst weten. Zo bedrieglijk is het wel. Van harte gegund. 'Snoecks 89'. Uitg. Snoeck Neder land bv. De onhandige strijd tussen blanke boeren en verloederde Indianen wordt door Will Wea ver met veel begrip beschre ven. Zijn hoofdpersoon is Guy Pehrsson, een boerenzoon met een Scandinavisch uiterlijk, die opgroeit op een boerderij in het Indianen-reservaat Witte Aar de. Hij staat, samen met zijn moeder Madeline, tussen de blanke en de rode wereld en probeert het onverzoenlijke te verzoenen. In het eerste deel van het boek zien we Guy opgroeien met Tom Little Wolf, zijn In diaanse makker en Mary Ann Hartmeier, het meisje dat zich thuis als jongen moet gedragen. Tom wordt later de leider van de Indiaanse gemeenschap, hij eist dat het hele gebied van de Witte Aarde aan de Indianen wordt teruggegeven. Mary Ann gaat werken in de aardappel fabriek en belandt tussen fana tieke blanken die zich bewape nen tegen de Indianen. Op de achtergrond spelen veel grotere belangen mee. Speculanten willen de grond verkopen aan rijke stedelingen. De senator van Minnesota wil de Indianen uitkopen en stuurt zijn medewerkster Cassandra Silver vooruit om het even voor hem te regelen. Cassandra krijgt iets met Guy, maar ru ziet met hem voortdurend over haar missie. De banken en de frietfabriek maken slim gebruik van de waardevermindering van de grond ten gevolge van de door Tom geleide acties van de In dianen. Terwijl de hoge heren zich buiten beeld houden, ra ken de boeren en de Indianen verwikkeld in heilloze vecht partijen op de modderige hel lingen van de Witte Aarde- heuvel. De strijd leidt naar een fatale climax, Guy kan er niets tegen doen. Weaver schrijft heel beeldend over de kleine sappelaars in de blanke en in de rode wereld, het plaatsje No Medicine Town. Bovendien weet hij alles van het boerenbedrijf. Zaaien, maaien, silo's reinigen, we kunnen het tot in de kleinste details lezen. De poging van Guy om vlas boven de grond te krijgen levert een spannend verhaal op van zo'n 13 bladzij den. Soms gaat Weaver te ver, het herstellen van een ploeg en het poduktieproces in de frietfa briek eisen veel te veel ruimte op. Hij kan breedsprakig zijn, moralistisch en cliché-matig als zijn personen filosofisch worden. Daar ligt niet zijn kracht, wel in het beschrijven van elementaire zaken als de opeenvolging van de seizoenen en de met blote handen ge voerde strijd voor het bestaan. Zijn zinnen zijn nooit lang en Weaver legt zelf uit waarom: „Hij begreep ineens dat boeren in korte zinnen spraken of he lemaal niet, omdat het land op hun stemmen drukte. Het land nam de spraak weg, omdat het altijd groter was dan woorden konden beschrijven. Het land had geen woorden nodig." Dat citaat maakt ook duide lijk dat Weaver wel véél zinnen nodig heeft als hij iets beweert. De beeldspraak 'De haver bloosde groen op de wangen van sommige akkers' is sto rend. Er zitten ook duidelijke fouten in. „Guy liep de rest van de afdaling naar het meer voorop. Cassandra volgde, ter wijl ze mompelend het pamflet las. Guy keek even mee over haar schouder." Dat is onmoge lijk, probeer het maar eens na te doen. In een brief aan Guy schrijft zijn moeder op 22 december 1972 dat Kennedy tien jaar dood is, terwijl dat negen jaar moet zijn. De vertalers hebben het over het Houthakkers Hotel in de Hoofdstraat, terwijl men beter Lumberjack Hotel in Main Street had kunnen laten staan. Guy's bijnaam is Tex, maar in de Nederlandse versie is dat vertaald in 'Cowboy'. In één zin wordt ammoniak een keer van dubbel M en een keer met een enkele M geschreven. Het zijn kleine onregelma tigheden in een mooi tractor- spoor. Will Weaver weet waar hij over schrijft, hij is 's zomers boer in Minnesota en 's winters geeft hij les aan de universiteit. Hij kent de Witte Aarde per soonlijk en de grootste ontdek king van zijn leven is dat boe ren en schrijven in eikaars ver lengde liggen. Van 'Rode aarde, witte aar de' wordt een tv-serie gemaakt. Hopelijk krijgen de negatieve elementen, de omslachtigheid en het gebruik van gemeen plaatsen, niet de overhand. Will Weaver: «ode aarde, witte aarde'. Uitg. De Prom, prijs 39,90.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 18