K i|n Fj B kH|
Schatten uit de Indische tijd
Dagboek May Sarton
te vaag en algemeen
Deceml
Vliegen:
Indianen en blanke
boeren in de modder
PETER VAN ZONNEVELD CONSTATEERT NIEUWE BELANGSTELLING
6Met Kerstmis denken ze
allemaal aan sprookjes9
Open Schoo
De bedrieglijke kunst van Snoecks
DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 24 DECEMBER 1988
pflSTEM GIDS
Suske en Wish
Hambone.
„Als je de koloniale letteren, de Nederlands-Indi
sche auteurs, niet alleen bekijkt met een literaire
bril van de Tachtigers, maar ook als ene brok
mentaliteitsgeschiedenis, dan zijn er nog veel be
langrijke boeken uit te geven." Dat zegt Peter
van Zonneveld, wetenschappelijk medewerker
aan de Leidse universiteit op gebied van de ne
gentiende eeuwse literatuur en de Indische lette
ren.
Hartelijk
Couperus
Zendelingen
'RODE AARDE, WITTE AARDE' VERFRISSENDE STREEKROMAN
Spannend
Rodk
AARDE
W'Vl 1 E
A ARDE
G2
De oude man en de beer.
Door Muriel Boll
HET kan nog net, een kerstboekje van Janosch: De oude
man en de beer. Het is een sprookjesachtig verhaal over
de oude Gijs die 's zomers bessen en paddestoelen ver
gaart, voor de mensen op het land werd en daar een
beetje geld mee verdient. Het speelt lang geleden in de
tijd dat er nog geen radio was, de mensen hielden vogels
in kooien en lieten ze zingen.
De oude man gaat elk jaar
omstreeks kerst naar het
dorp want dan is daar de vo
gelkoopman, de sijsjeslijmer.
Van zijn spaargeld koopt hij
zoveel mogelijk vogels om ze
vervolgens in vrijheid te la
ten wegvliegen. Dat gaat zo
jaar in jaar uit, maar de man
wordt ouder, verdient minder
geld en tenslotte heeft hij
niets eens genoeg voor één
enkele vogel. De vogelkoop
man geeft hem een zwakke
vogel voor de halve prijs. De
oude man neemt hem onder
zijn jas mee naar huis, maar
daar is het koud; het brand
hout is op en er is ook geen
eten. De man gaat door de
sneeuw en de kou naar de
beer om hem te vragen voor
de vogel te zorgen, anders
gaat die dood. De beer doet
het, de vogel blijft in leven
maar de oude man gaat dood.
Dan gaat het verhaal ver
der in een andere winter. Nu
is het de beer die gebrek heeft
aan warmte en eten. Hij gaat
naar het dorp, maar onder
weg valt hij in de sneeuw. Hij
is zo zwak dat hij blijft liggen
en plotseling zit ie kleine vo
gel van vroeger op zijn schou
der. Die vraagt of de beer
hem naar het dorp wil dragen
anders gaat hij dood. De beer
heeft nog net kracht genoeg
om de kerk te halen, maar ze
mogen er niet in, de mensen
zouden schrikken. De beide
dieren blijven buiten in de
sneeuw liggen. Kinderen die
de kerk uitkomen vragen hun
ouders om eten voor de beer:
Hij zou weieens een be
toverde prins kunnen zijn
'Met Kerstmis denken ze
allemaal aan sprookjes' is Ja
nosch' cynische commentaar,
en wie hoopte dat de beer en
de vogel het toch wel zouden
halen komt bedrogen uit; ze
gaan dood, een typische Ja-
nosch-streek. Een mooi ver
haal waarin niet alleen uit
drukkingen als 'de tijd ging
voorbij' en 'en toen de tijd
kwam dat' doen denken aan
sprookjes; de manier waarop
de oude man sterft, en later
ook de beer en de vogel, ver
wijst direct naar 'Het meisje
met de zwavelstokken': Ze
zweefden het leven uit, 'naar
de sterren omhoog, in een
groot, wit licht'. Het verhaal
verwijst eveneens naar Maria
en Jozef die ook geen onder
dak vonden. Jonosch gebruikt
graag heldere warme kleu
ren, maar in dit boekje zijn ze
winters verstild in mooie so
bere tekeningen.
Van Janosch naar Erwn
Moser is niet zo'n grote stap,
want diens 'Aangespoelde
verhalen' wekken herinne
ringen op aan 'Het grote Ja-
nosch-boek' uit 1977. Beide
boeken bestaan uit een verza
meling korte en lange verha
len, versjes, boordevol gees
tige tekeningen en spannende
bedenksels. In Mosers boek
gaat het vooral over dieren,
zeldzame wezens en fantasti
sche gebeurtenissen. Er staan
heel bijzondere wens- en
droomhuizen getekend, er is
een lang gedicht over dieren-
gewoonten, de seizoenen wor
den in grote tekeningen en
een enkel zinnetje duidelijk
uitgebeeld. Er is een verhaal
over iemand die een loopma
chine uitvindt die werkt op
het sap van rotte tomaten, en
het eerste verhaaltje gaat
over vier rovers die nog nooit
iemand hebben beroofd om
dat ze nog nooit iemand zijn
tegengekomen Zo is er voor
elke stemming iets prettigste
lezen of te bekijken.
Het is jammer dat de
meeste verhalen erg kort zijn,
want de onderwerpen zijn zo
bizar en verrassend dat ze
heel goed verder uitgewerkt
zouden kunnen worden zon
der hun sfeer te verliezen.
Aan de andere kant wordt de
fantasie van de lezer wel ge
prikkeld door die kortheid.
'Aangespoelde verhalen' laat
duidelijk zien dat Erwin Mo
ser, die nog niet zo erg lang
kinderboeken maakt, veel ta
lent en fantasie heeft als te
kenaar èn als schrijver met
een heel eigen vertellende
stijl.
Het boek ziet ere bijzonder
aantrekkelijk uit met een
mooie omslag en een rood
lintje als bladwijzer.
Janoech: 'De oude man en fe
beer". Uitg. Querido, prijs f 18,90
Erwin Moser: 'Aangespoeld:
verhalen'. Uitg. Gottmer, pn>
29,50
Door Marjan Mes
May Sarton is een Amerikaanse schrijfster van Belgische
afkomst die in ons land vooral onder feministen aanhang
heeft door twee vertaalde romans: 'Zoals wij nu zijn'
'Terugblik'. Vorige maand gaf zij drukbezochte lezingen in
een paar steden ter gelegenheid van het verschijnen van
haar in het Nederlands vertaalde dagboek, 'Eenzaamheid'
Haar depressies, natuurliefde, Bij May Sarton mis ik de
eenzaamheid, de overwinning
van een vrouwelijk minder
waardigheidscomplex en haar
vermogen om daar 'kunst' uit
te putten, waren het onder
werp.
Zelf had ik nog nooit iets ge
lezen van deze 76-jarige auteur
en was dus zeer benieuwd naar
dit dagboek, dat in 1973 voor
het eerst in Amerika verscheen
en geschreven werd vanuit een
isolement in New Hampshire.
Verrast was ik te lezen dat
Sarton in haar jeugd 'de
schrijfster Virginia Woolf
meermalen persoonlijk heeft
ontmoet. Veel persoonlijks of
exclusiefs brengt ze daarover
niet te berde, noch over de
'kunst' en de poëzie die kenne
lijk haar grote drijfveer vor-
'men.
heel persoonlijke observering
omdat zij vooral in algemene
termen spreekt waarbij de
strekking nogal vaag blijft. Zi]
schrijft wel fraaie zinnen,
maar die blijven steken in een
schijn van interessantheid
„Iemand die gevoelig is 0
die zichzelf in harmonie met de
natuur voelt en met de natuur
lijke mens in zich, heeft ge01
moeite met seks", schrijft f
„Het komt vanzelf, als de tijd
er rijp voor is, en het orgasme
mocht dat zich voordoen, if
komen, niet als een handig uit'
gevoerd kunstje, maar als een
golf van vereniging met het
hele universum". Een handig
uitgevoerd kunstje, is ook nooit
weg zou ik zo denken.
"Eenzaamheid. Dagboek van I®
Sarton'. Uitgeverij Nijgh
Ditmar, prijs 2740.
Etalages verlicht,
straten versierd,
precies zoals vorig jaar
pe kerst breekt weer a;
Kerstbomen staan
te wachten op het trottc
Maar 't is niks voor mij
'k ben al geweest,
weg met dat feest,
't hoeft voor mij helen
niet.
Mijn hoofd is oud,
mijn hart is koud,
want ik heb liefdes'
driet.
Vluchtelingen die per vl
tuig in ons land aankomer-
hier niet mogen blijven, I
men in een opvangcenti
op Schiphol terecht. E
moeten ze blijven tot dui
lijk is naar welk land ze k
nen gaan. Dat opvangt
trum is eigenlijk een soort
vangenis, want de vluchte
gen mogen er niet uit.
kun je mensen niet zomaa
een ruimte zetten die je
gevangenis gebruikt,
rechter heeft daarom gez
dat vluchtelingen niet n.
jn het opvangcentrum v|
gehouden mogen worden.
De regering wist natuur
ook wel dat dat eigenlijk
mocht. Daarom hadden zt
maandenlang een wetje ki
liggen waardoor ze het rr
zouden krijgen om de vlu
telingen wel op Schiphol
'HEB je je weieens af ge'
Waarom de ramen ingegt
trapt zijn Waarom de kil
Dat schreef Lincoln (16)
bij een tekening van Qui
een kalender bij de maan
schreven dat in Zuid-Afri
gevangenis zitten, geen et(
De tekeningen op de ka
ren in Zuid-Af rika over a
ten ze jou daarover nader
den en daarvan gaat drie
ject. De rest van het geld
lender (in kleur).
Je krijgt de kalender t<
giro 600657 van het Komiti
kunnrn mets dom
iolanf Sushi kranten lit.
lit en wt nufr/en mhlen.
Door Henk Egbers
Hij is ook eindredacteur van de
serie Indische Letteren, die uit
geverij Conserve met succes
heeft lopen. Daarin verschenen
reeds van Carry van Bruggen
'Goenong-Djatti', 'Een Indisch
huwelijk' en "n Badreisje in de
tropen'; van Adinda 'Vrouwen
lief en leed onder de tropen' en
een door Peter van Zonneveld
samengestelde bundel met
stukken uit het literair-cultu-
reel tijdschrift 'Oriëntatie', dat
in Indonesië verscheen tussen
1947-1952. In februari aan
staande verschijnen van
Augusta de Wit 'De drie vrou
wen in het Heilige Woud' en
'De godin die wacht'.
Aan de overkant van het ge
bouw der letterkundige facul
teit ligt de Horhr Daar en in
het Leidse Volkenkundige mu
seum, vertelt Peter van Zonne
veld, ontkiemde zijn eerste tro
pische gevoelens. In 1985 ver
scheen bij Kwadraat van zijn
hand een alleraardigst boek
over botanische tuinen in
Europa en Azië met de titel
'Aardse Paradijzen'.
Maar in het aardse paradijs
Indonesië had hij een oom als
hospik tijdens de politionele
acties, die hem andere verhalen
vertelde. En op school groeide
hij op met de tweede generatie
van de uit Nederlands-Indië
stammende Nederlanders.
Aanvankelijk ging hij natuur
wetenschappen en biologie stu
deren, maar zijn interesse ver
schoof naar de niet-Westerse
talen. Daaruit groeide ook zijn
Aziatische belangstelling, met
een zwaartepunt op de Indische
letteren.
Het lijkt erop dat, nu we de
wonden gelikt hebben, er een
hernieuwde belangstelling
groeit voor Indonesië. Er was
dan ook reden genoeg om in
1985 een 'Werkgroep Indisch-
Nederlandse Letterkunde' in
Leiden op te richten. Samen
met Rob Nieuwenhuys en Reg
gie Baay, die ook op dit onder
werp was afgestudeerd, nam
Peter van Zonneveld dat initia
tief. Hij is voorzitter. De Maat
schappij der Nederlandse Let
terkunde maakte haar tot één
van haar werkgroepen. De
groep heeft nu 700 leden, want
ook buiten het universitaire le
ven om kan men lid zijn. Regel
matig worden er 's middags
(gratis) lezingen gegeven op de
universiteit.
Sedert 1975 is Van Zonneveld
als docent verbonden aan de
Leidse universiteit. Zijn be
langstelling voor Couperus
groeide. „'De stille kracht' is
één van de beste boeken uit de
Indische letteren. 'Het land van
herkomst' van Du Perron was
voor mij belangrijk." Gerard
Termorshuizen die onlangs
promoveerde op 'P.A. Daum,
journalist en romancier van
tempo doeloe' zette hem op
Daum, van wie hij tien boeken
verslond. En ook een man als
Rob Nieuwenhuys in het
Leidse bolwerk voor onderzoek
naar onze koloniale geschiede
nis stimuleerde hem. Peter van
Zonneveld stimuleerde en be
geleidde op zijn beurt steeds
meer studenten die hun scriptie
wijden aan een thema uit de
Indische letteren.
„De belangstelling is groot en
de sfeer is hartelijk", zo merkt
Van Zonneveld op. Vier keer
per jaar wordt het tijdschrift
'Indische letteren' uitgegeven.
Het bevat artikelen van een
goed gehalte. Het laatste num
mer is bij vooi beeld een thema
nummer over de Oostindische
literatuur uit de periode 1600-
1840. Daaraan werd meege
werkt door de inmiddels in
Amsterdam opgerichte Werk
groep Koloniale Literatuur.
Het doel is de bevordering
van de Indische literatuur; on
der meer door het bevorderen
van scripties, door heruitgave
van boeken en het zo mogelijk
laten subsidiëren van uitgaven
e.d. Het gaat om boeken in Ne
derlands-Indië geschreven
door Nederlanders of in het
Nederlands. Peter van Zonne
veld wijst bijvoorbeeld op de
bekende brieven van Kartini,
een Indonesische die in de Ne
derlandse taal schreef.
„Er is wel affiniteit met het
actuele; er worden wel relaties
en kontakten gelegd, maar het
gaat ons primair om de Neder
landse taal en de literatuur. Op
dat gebied is er nog veel te
doen. Er is zeer veel materiaal.
Het is de bedoeling om met de
uitgeverij Conserve vier titels
per jaar uit te geven; vooral uit
de tweede helft 19e en 20e eeuw.
We geven ze uit in de oorspron
kelijke spelling; niet als re
prints, maar opnieuw gezet. In
de praktijk blijkt dat niet sto
rend te zijn. Het is de bedoeling
om boeken die dat verdienen
toegankelijk te maken voor een
breder publiek.
„Belangstelling is er volop. Ik
aan de studenten inlei-
Peter van Zonneveld: „Er liggen nog honderden boeken
om weer uit te geven". - foto jeroen egbers
king komen Hij kijkt met een
fijne literaire smaak. Ik kies
bijvoorbeeld ook voor romans
die literair middelmatig, maar
historisch-maatschappelij k
van betekenis zijn. De laatste
tien/vijftien jaar is er een ken
tering te speuren onder invloed
van de opkomst van de zoge
naamde mentaliteitsgeschiede
nis. Je ziet op de universiteit
ook groeiende kontakten tus
sen de literaire- en historische
faculteiten over en weer."
Historisch in velerlei opzichten
dende colleges over dit onder
werp. Die zijn vrij en ze kun
nen er direct verder niets mee.
De zaal zit altijd vol. Natuur
lijk is er belangstelling van
mensen met een Indische ach
tergrond, maar ook van veel
anderen. Ik denk dat ze vaak
wat zijn uitgekeken op de Ne
derlandse literatuur.
Opvallend is ook de belang
stelling voor vrouwelijke
auteurs, die in de jaren zestig
bijvoorbeeld nog geen enkele
aandacht kregen. Dat zal ook te
maken hebben met de alge
mene grotere belangstelling
voor de man-vrouw relatie.
Het is complex. Ook vanuit In
donesië zelf is er belangstel
ling. Nee, West-Indië hebben
we open gelaten. Dat zou best
leuk zijn, maar de Caribische
cultuur en literatuur zijn totaal
anders.
In onze bibliotheek liggen
nog zoveel romans en reisver
halen die uitgegeven kunnen
worden. Honderden titels. Ik
verschil wat van opvatting met
Rob Nieuwenhuys over de boe
ken die daarvoor in aanmer-
is zeker de bundel 'Oriëntatie',
die Peter van Zonneveld sa
menstelde uit het gelijknamige
culturele tijdschrift in Indone
sië uit de jaren 1947-1953. Ter
wijl er slag geleverd werd in
dit land, tref je er een unieke
samenwerking aan tussen Ne
derlandse en Indonesische
auteurs met een brede belang
stelling voor de wereldlitera
tuur. Rob Nieuwenhuys was
één van de drijvende krachten
daarbij. Toen hij vertrok in
1952 was het snel afgelopen met
Oriëntatie.
Je treft in die jaargangen al
de namen aan van Mochtar Lu-
bis en Pramoedya Ananta
Toer, die eerst veel later in Ne
derland zouden doordrin
gen. Verder onder meer E. Dun
can Elias, Beb Vuyk, W. Wal
raven, Leo Vroman, Joke Mul-
jono, Tjalie Robinson, Maria
Dermoüt, J. Tatengkeng en
Aoh K Hadimadja. Idrus
schrijft zelfs over de treurnis
van de oorlog in het land op dat
moment.
Van Zonneveld is heel en
thousiast over 'Een Indisch hu
welijk' van Carry van Brug
gen. „Een juweeltje. Rob Nieu
wenhuys is er te negatief over."
Het verscheen in 1921 en is
nooit meer herdrukt. Het be
lang van dit boek ligt vooral in
de sociale geschiedenis. Het
gaat over de eenzaamheid van
Europese mannen in Indonesië.
Ze mochten van de onderne
mingen de eerste zes jaar niet
trouwen. Zoals bekend zochten
ze concubines (de njai), hetgeen
bij latere import van Europese
vrouwen nogal wat problemen
opleverde.
Carry van Bruggen neemt in
dit boek stelling tegen deze
praktijken. Zij en haar man, de
journalist Kees van Bruggen
(hoofdredacteur van de Deli-
Courant) hielden het dan ook
niet uit in deze hen wezens
vreemde en -vijandige omge
ving. Als je het boek met deze
wetenschap leest is het nog
heel interessant; zuiver literair
gezien minder.
jftgfafinbi'Bsrv flsi ri.a»9JE
Peter van Zonneveld wijst op
Marie C. van Zeggelen (1870-
1957) die naar zijn gevoel méér
dan Carry van Bruggen van
betekenis is met haar roman
'Oude glorie' over Atjeh en
haar schetsen over Celebes,
'Onderwerpen', of met 'Het zee-
roversjongelje'. Zij kon zich
beter verplaatsen in de Indone
sische bevolking. Ook de zen
delingenliteratuur biedt in zijn
ogen nog veel dat om heruit
gave vraagt.
Van Thérèse Hoven (1860-
1924), die onder pseudoniem
Adinda schreef werd haar eer
ste roman 'Vrouwen lief en
leed onder de tropen' opnieuw
uitgegeven. De thematiek sluit
aan bij die van het 'Indisch Hu
welijk' van Carry van Brug
gen: Hollandse vrouwen in In
donesië tegenover de inheemse
concubine. Ook de verhalen
bundel van Carry van Bruggen
"n Badreisje in de tropen'
houdt zich vooral bezig met de
wezensvreemde situatie van de
Nederlandse vrouw binnen de
Indonesische cultuur. In 'Goe-
nong Djatti' schrijft zij over de
noodlottige afloop van liefdes-
concurrentie in relatie met een
Europese 'slavendrijver' over
Javaanse en Chinese contract
koelies. Er is wat afgeleden in
deze gordel van smaragd
Peter van Zonneveld, die de
laatste tien jaar vier keer door
Azië zwierf (onder meer om
een serie artikelen te schrijven
voor NRC-Handelsblad) voelt
zich bj zijn thuiskomst telkens
wezensvreemd aan zijn hoe
kige kamer van de faculteit.
Wie echt in de (Indische) tro-
pencultuur duikt is nooit meer
de Nederlander die hij was. Er
ontstaat iets van een onmoge
lijke band. Het publiek in Ne
derland dat daarom nog steeds
of steeds meer geïnteresseerd is
in de Indische literatuur is re
latief groot te noemen. Peter
van Zonneveld zal het niet
kunnen laten de serie Indische
Letteren verder uit te bouwen.
De uitgever ook niet.
Carry van Bruggen: 'Een Indisch
Huwelijk', prijs 19,50
Idem: 'Goenong Ijjatti', prijs
17,50
Idem: "n Badreisje in de tropen',
prijs 27,50
Peter van Zonneveld: 'Oriëntatie',
prijs 39,50
Adinda: 'Vrouwen lief en leed on
der de tropen', prijs 34,50
Alle boeken zijn uitgegeven bij
uitgeverij Conserve.
'Indische Letteren', documentatie
blad van de Werkgroep Indisch-
Nederlandse Letterkunde (geves
tigd: Praam 27,2377 BW Oude We
tering), losse nummers 10,-;
abonnement lidmaatschap 35,-
perjaar
Door Henk Egbers
'Onsterfelijk sedert' is een
goed gevonden naam voor
een necrologie in de nieuwe
Snoecks 89. James Baldwin,
Marguerite Yourcanar,
Carmiggelt e.a. komen erin
aan de orde. Snoecks zelf is
ook bezig zich 'onsterfelijk'
te maken; de 65e editie van
dit boek, begonnen als een
soort Enkhuizer almanak, is
uit. Op de omslag een gla-
mour-foto van een vrouw,
die de cultuur als naakte
waarheid presenteert, door
Marco Emili, een van de be
kendste modefotografen.
Zoals nieuws is kunst ook
show, entertainment, gewor
den. Snoecks is daarvan een
'prachtig' voorbeeld. Heel knap
worden op ruim 500 pagina's
beeldende kunst, mode, film,
wetenschap, geschiedenis, reis
reportages, literatuur aan de
man gebracht. Behoudens en
kele rubrieken moet je niet
denken met dit boekwerk een
inzicht te krijgen van wat er
met kunst en cultuur werkelijk
aan de hand is. Wel word je ge
confronteerd met een mentali
teit: kunst als trendy artikel,
geëxploiteerd via spraakma
kende voorbeelden.
Voor de literatuur zijn er
dan een interview met Jeroen
Brouwers, prozateksten van
Monika van Paemel en Bernlef
en een verhaal over de bikkel
harde strijd om de bestseller in
Amerika. De beeldende kunst
besteedt aandacht aan een re
vival van Tamara Lempicka
die in de twintiger en dertiger
jaren al voor mooi bloot
zorgde; passend in de formule
van Snoecks. Kunst is een ge
weldig alibi.
Door Dirk Vellenga
Een roman over boeren en Indianen in de vergeten land-
bouwstaat Minnesota haalde in 1986 zeer hoge verkoopcij
fers in Amerika. 'Rode aarde, witte aarde', het debuut van
de 38-jarige Will Weaver, is nu in het Nederlands vertaald.
Het is een boeiend boek dat ruikt naar hooi en zompige ak
kers, een streekroman met de kracht én de traagheid van
een John Deere-tractor.
Michael Mathias Prechtl is
natuurlijk ook een prachtige
tekenaar, die als een 'Dürer
van de 20e eeuw' geweldig ma
teriaal levert. Tomi Ungerer en
David Levine, tekenaars die
beiden goed worden uitgelicht,
zijn al even interessant; zoals
wellicht bekend (want bekende
paden worden bewandeld). Ce-
sar Baldaccini is een beeldend
kunstenaar, die al voor de no
dige opschudding heeft ge
zorgd, maar in Snoecks wordt
geportretteerd als een tot rust
gekomen rebel. De in '87 ge
storven Andy Warhol wordt
bijgezet als de goeroe van de
popkunst.
Corypheeën uit de fotografie,
architectuur, design en mode
draven op. Teveel om op te noe
men. Snoecks is de playmate
van de kunst; of wat ervoor
doorgaat. Verslaafd aan de
consumptie als we (bijna) allen
zijn biedt dit boek ons prettige
uren van bladeren, lezen en
kijken en mogelijk achteraf het
gevoel dat we nu alles over
kunst weten. Zo bedrieglijk is
het wel. Van harte gegund.
'Snoecks 89'. Uitg. Snoeck Neder
land bv.
De onhandige strijd tussen
blanke boeren en verloederde
Indianen wordt door Will Wea
ver met veel begrip beschre
ven. Zijn hoofdpersoon is Guy
Pehrsson, een boerenzoon met
een Scandinavisch uiterlijk, die
opgroeit op een boerderij in het
Indianen-reservaat Witte Aar
de. Hij staat, samen met zijn
moeder Madeline, tussen de
blanke en de rode wereld en
probeert het onverzoenlijke te
verzoenen.
In het eerste deel van het
boek zien we Guy opgroeien
met Tom Little Wolf, zijn In
diaanse makker en Mary Ann
Hartmeier, het meisje dat zich
thuis als jongen moet gedragen.
Tom wordt later de leider van
de Indiaanse gemeenschap, hij
eist dat het hele gebied van de
Witte Aarde aan de Indianen
wordt teruggegeven. Mary Ann
gaat werken in de aardappel
fabriek en belandt tussen fana
tieke blanken die zich bewape
nen tegen de Indianen.
Op de achtergrond spelen
veel grotere belangen mee.
Speculanten willen de grond
verkopen aan rijke stedelingen.
De senator van Minnesota wil
de Indianen uitkopen en stuurt
zijn medewerkster Cassandra
Silver vooruit om het even voor
hem te regelen. Cassandra
krijgt iets met Guy, maar ru
ziet met hem voortdurend over
haar missie.
De banken en de frietfabriek
maken slim gebruik van de
waardevermindering van de
grond ten gevolge van de door
Tom geleide acties van de In
dianen. Terwijl de hoge heren
zich buiten beeld houden, ra
ken de boeren en de Indianen
verwikkeld in heilloze vecht
partijen op de modderige hel
lingen van de Witte Aarde-
heuvel. De strijd leidt naar een
fatale climax, Guy kan er niets
tegen doen.
Weaver schrijft heel beeldend
over de kleine sappelaars in de
blanke en in de rode wereld,
het plaatsje No Medicine Town.
Bovendien weet hij alles van
het boerenbedrijf. Zaaien,
maaien, silo's reinigen, we
kunnen het tot in de kleinste
details lezen. De poging van
Guy om vlas boven de grond te
krijgen levert een spannend
verhaal op van zo'n 13 bladzij
den.
Soms gaat Weaver te ver, het
herstellen van een ploeg en het
poduktieproces in de frietfa
briek eisen veel te veel ruimte
op. Hij kan breedsprakig zijn,
moralistisch en cliché-matig
als zijn personen filosofisch
worden. Daar ligt niet zijn
kracht, wel in het beschrijven
van elementaire zaken als de
opeenvolging van de seizoenen
en de met blote handen ge
voerde strijd voor het bestaan.
Zijn zinnen zijn nooit lang en
Weaver legt zelf uit waarom:
„Hij begreep ineens dat boeren
in korte zinnen spraken of he
lemaal niet, omdat het land op
hun stemmen drukte. Het land
nam de spraak weg, omdat het
altijd groter was dan woorden
konden beschrijven. Het land
had geen woorden nodig."
Dat citaat maakt ook duide
lijk dat Weaver wel véél zinnen
nodig heeft als hij iets beweert.
De beeldspraak 'De haver
bloosde groen op de wangen
van sommige akkers' is sto
rend. Er zitten ook duidelijke
fouten in. „Guy liep de rest van
de afdaling naar het meer
voorop. Cassandra volgde, ter
wijl ze mompelend het pamflet
las. Guy keek even mee over
haar schouder." Dat is onmoge
lijk, probeer het maar eens na
te doen.
In een brief aan Guy schrijft
zijn moeder op 22 december
1972 dat Kennedy tien jaar
dood is, terwijl dat negen jaar
moet zijn. De vertalers hebben
het over het Houthakkers Hotel
in de Hoofdstraat, terwijl men
beter Lumberjack Hotel in
Main Street had kunnen laten
staan. Guy's bijnaam is Tex,
maar in de Nederlandse versie
is dat vertaald in 'Cowboy'. In
één zin wordt ammoniak een
keer van dubbel M en een keer
met een enkele M geschreven.
Het zijn kleine onregelma
tigheden in een mooi tractor-
spoor. Will Weaver weet waar
hij over schrijft, hij is 's zomers
boer in Minnesota en 's winters
geeft hij les aan de universiteit.
Hij kent de Witte Aarde per
soonlijk en de grootste ontdek
king van zijn leven is dat boe
ren en schrijven in eikaars ver
lengde liggen.
Van 'Rode aarde, witte aar
de' wordt een tv-serie gemaakt.
Hopelijk krijgen de negatieve
elementen, de omslachtigheid
en het gebruik van gemeen
plaatsen, niet de overhand.
Will Weaver: «ode aarde, witte
aarde'. Uitg. De Prom, prijs 39,90.