DE STEM REIN WELSCHEN WIL TOT EEN HERENAKKOORD MET BOEREN KOMEN DE STE HONDI ONS O diamantair! ges door oorl4 uit eli ZATERDAG IO 17 DECEMBER 19881 ij is misschien wel de bekendste gedeputeerde van Nederland, hoewel hij dat ontkent. Dr. Rein Welschen (47), sinds anderhalfjaar milieuge deputeerde in Brabant, wil er zelf niet van weten dat zijn aanpak school maakt. Zozeer zelfs dat links en rechts zijn naam valt als opvolger van milieuminister Nijpels. Als na 1990 het CDA de VVD in het kabinet verruilt voor de PvdA zou Welschen een prima PvdA- minister voor milieu kunnen zijn. Oven op Moerdijk Hergebruik Kosten Belastingen Boeren Bij kaarslicht geleden, dat de Eers van Versailles beëindi vluchtelingen die viet neerd waren gewees waren in 1914 gevluc Duitse bezettingsleger oorlog' in de Nederl kommer en kwel. De er nog tientallen jaren H Door Pleter Eggen Rein Welschen drukt de verwachtingen omtrent zijn persoon met kracht de kop in: „Geen enkele ambitie". Hij weet wel tien mensen die beter dan hijzelf voor de ministerszetel geschikt zouden zijn, zegt hij. Welschen had nooit een hoge pet op van de Haagse politiek. Hij werkt liever in Brabant, aan het milieu. Dat is hard nodig, zo vertelt Wel schen, want met het milieu is het droef gesteld. Bijna iedere week meldt het een of ander onderzoeksbureau nieuwe - op nieuw tegenvallende- rampen met het milieu. Welschen: „Dat zal nog wel zo een tijdje doorgaan. We verkeren in we zen nog steeds in de situatie dat we de balans aan het opmaken zijn van wat er allemaal fout zit". Nieuwe gifschanda len, nog sterker verzuurde bossen en uit drogende bodems; het zal de komende jaren nog vele malen verteld worden. „De ernst van het probleem is jaren lang stevig onderschat. Zelfs milieumi nister Winsemius dacht met een bedrag van jaarlijks 200 miljoen gulden in 1997 de milieuvervuiling in de hand te heb ben. We weten inmiddels wel beter. Als je jaarlijks die 200 miljoen in Brabant al leen inzet heb je pas in 2018 de proble men getackeld, hebben we pas laten be rekenen. En dan voer je eigenlijk nog geen echt milieubeleid. Tot nu toe heb ben we de milieuproblemen voor het grootste deel alleen maar verplaatst. En dat zeer letterlijk. Vervuilde grond wordt opgeslagen, maar blijft wel vervuild. Wil je dat soort problemen aanpakken, dan heb je een veelvoud van het geld nodig, of je moet veel projecten laten liggen". Een echt milieubeleid, zo zegt Welschen, houdt in dat we met z'n allen nog veel la ter uit de problemen zijn. Verleden week schatte Welschen op een symposium de duur van het schoonmaken van Brabant op 50 jaar, twee generaties. Maar dan moet wel snel worden be gonnen, zegt Welschen. Dat is nodig, omdat „vooral in Brabant tot nu toe nog maar bitter weinig is gebeurd". Sinds Welschen gedeputeerde is, regent het rapporten over het milieubeleid, wordt er veel vergaderd en gelobbyed. De eer ste resultaten zitten er aan te komen. Het terrein waarop Welschen zich het eerste heeft geworpen, is dat van de af valverwerking. De afvalberg in Brabant is gigantisch groot. Milieu-ambtenaren hebben wel eens uitgerekend dat Bra bant genoeg afval produceert om het land met enkele meters op te hogen, wat overigens een uitkomst kan zijn als de zeespiegel stijgt door het smelten van de ijskap aan de Noordpool. „Het afvalprobleem is zeer nijpend. De storten in Bavel/Dorst, Oss, Den Bosch en Zuid-oost-Brabant raken binnen en kele jaren vol". De oplossing lijkt dicht bij. De provincie legt met de PNEM de laatste hand aan plannen voor twee grote verbrandingsovens in Brabant. Eén op Moerdijk en één in de buurt van Eindhoven. Die ovens zijn 'op zijn vroegst in 1991 of 1992 operationeel'. „Het wordt een echt nutsbedrijf", zegt Welschen, „dat wordt gerund door de provincie, de PNEM en de gewesten. De bedoeling is er een zodanige NV van te maken dat we in Nederland de goed koopste tarieven voor verbranding in re kening kunnen brengen". De ovens gaan per stuk 400 miljoen gulden aan investeringen kosten. De ex ploitatie kost nog eens 150 miljoen per jaar. De ovens worden een belangrijke schakel in de afvalverwerking. Wel schen: „Wat we in Brabant de komende jaren gaan doen, is de uitgangspunten van het regeringsbeleid zo letterlijk mo gelijk toepassen. Dat betekent dus een verplichting om een kwart van het afval voor hergebruik te bestemmen. Er wordt nog steeds veel goed materiaal wegge gooid, dat je opnieuw kunt gebruiken. Dat materiaal moet je uit het afval ha len". -■ f. De gemeenten zullen de komende ja ren de burgers zover moeten krijgen dat ze hun huishoudelijke afval gescheiden aanbieden. Klein chemisch afval apart, groente- en fruitafval apart. „Net als tot nu toe het glas en het oud papier apart gaan. Als het lukt hebben we veel be reikt. Het klein chemisch afval is een grote boosdoener. Groente- en fruittes ten kun je zo inzamelen dat je het kunt composteren", zegt Welschen. Hij heeft de indruk dat de gemeenten enthousiast aan het project meewerken. Breda start komend jaar al met het gescheiden opha len. Ook de bedrijven moeten eraan geloven. „Ze zullen beter moeten opletten op wat ze weggooien. Veel stoffen zijn goed op nieuw te gebruiken. Daarvan moeten ze worden doordrongen. Het kan rendabel zijn om afval voor hergebruik te bestem men", aldus Welschen. Als het lukt om binnen enkele jaren de afvalstromen op voorhand te scheiden zal ook de verwerking ervan simpeler worden, zegt Welschen. Als een kwart van het afval kan worden hergebruikt, hoeft de resterende 75 procent 'slechts' te worden gescheiden op brandbaar of niet-brandbaar. De eerste categorie gaat naar de verbrandingsovens, de laatste verdwijnt op de stortplaatsen. Welschen: „Straks kan het feitelijk gestorte afval worden teruggebracht tot 15 a 20 pro cent van de huidige omvang. De rest wordt verbrand of komt terug". Een gunstige bijkomstigheid van de ovens is dat het verbrandingsproces energie oplevert. Die zal gewonnen wor den. Welschen: „Als je de vrijkomende energie in stroom omzet kun je met de opbrengst van de twee ovens de jaar lijkse stroomvoorziening van een stad als Eindhoven of Tilburg dekken. Als er een landelijk netwerk van ovens zou komen, hoef je met de opbrengst daarvan een elektriciteitscentrale als de nieuwe Amer-9 niet eens te bouwen. Ik moet er bij zeggen dat het wel dure stroom is; ge- - FOTO DE STEM/JOHAN VAN GUflf Rein Welschen ep de bijna volle vullstort Bavel/Dorst Om het afval-probleem op te lossen worden er twee verbrandingsovens gebouwd. Eén op Moerdijk en één bij Eindhoven. Gedeputeerde maakt school middeld twee tot drie keer duurder dan normaal opgewekte stroom. Het is niet kostendekkend en dat zal het ook wel nooit worden. Maar energie-opwekking was ook niet de bedoeling. Het is een bij- produkt". De ovens worden peperduur, dus is veel aanbod onontbeerlijk. „We moeten wa ken voor overcapaciteit. Een halfvolle oven is vreselijk duur. We zullen dus moeten proberen Limburg en Zeeland te laten aansluiten bij het Brabantse pro ject. Uit contacten met Limburg büjkt dat ze daar toch liever zelf wat doen". Welschens aanpak lijkt snel school te maken. Landelijk overleg heeft ertoe ge leid dat ook andere provincies aan de bouw van ovens willen. Tot nu toe was er alleen in de Randstad gerichte aan dacht voor de afvalverwerking. De afvalverwerking zal de bedrijven en de burgers de komende jaren flink meer geld gaan kosten. Welschen bond enige tijd geleden de kat de bel aan. Op een bijeenkomst van de PvdA in Brabant zei hij dat een schoner milieu de burger de komende jaren 'enkele honderden guldens meer gaat kosten'. De verwer king van het afval alleen al kost de Bra bander nu ongeveer 120 gulden per jaar en dat wordt straks 170 tot 200 gulden. Bedrijven die nu 85 tot 90 gulden beta len zijn straks eveneens enkele tientjes duurder uit. Welschen werd beurtelings moed en neiging tot zelfmoord verweten; mensen met een kleine beurs kunnen niet honderden guldens meer uitgeven, ook niet aan het milieu. De reacties op zijn sombere boodschap zijn Welschen met tegengevallen. Een enquête wees uit dat de Brabander best - bereid is meer geld op tafel te leggen en Provinciale Staten namen een motie aan, om in Den Haag meer geld voor de mi lieuproblemen te vragen. Dat gebeurt. Welschen: „We zijn in gesprek met de grote partijen in de Tweede Kamer en ondernemen actie met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Water- schapsbond". Of het helpt is maar de vraag. Welschen denkt dat het wachten is op een ander kabinet. „Zolang dit kabinet roept dat de collectieve lasten niet om hoog kunnen, is een oplossing niet in zicht". Welschen haast zich om te zeggen dat minister Nijpels 'binnen de mogelijk heden die hij heeft zijn best doet er wat van te maken', maar het geld dat het Rijk uittrekt voor milieu is nog slechts mondjesmaat. Dat zal moeten verande ren. Welschen zelf schroomt niet te stel len dat „de belastingen omhoog moeten. Ik vind dat een betere aanpak dan dat de gemeentelijke en provinciale milieuhef fingen hoger wordt. De belastingen ver hogen is eerlijker omdat de lasten recht vaardiger worden verdeeld. En het is toch ook het soepelste systeem". Een mi lieuheffing is een voor iedereen gelijk be drag en keert jaarlijks terug als bijdrage ineens, belastingen worden geheven als percentage van het loon; een laag loon een laag bedrag, een hoog loon, dan ook een hoger bedrag. De kosten kunnen aardig in beeld wor den gebracht. Maar hoe staat het met de controle. Gescheiden ophalen van afval is natuurlijk leuk en aardig, maar ook erg omslachtig. Hoe controleer je de na leving ervan, zodat niet toch de half lege verfblikken in de kliko-bakken verdwij nen. Welschens antwoord bestaat uit twee delen. Voorlichting („dat klinkt eigenlijk te vriendelijk, preventie is be ter") én alleen nog maar zaken doen met bonafide vuilophalers. „Je kunt het vergeten dat je per huis houden kunt controleren wat wordt weg gegooid. Dat is voor een groot deel de taak van de gemeente. Projecten als ge scheiden ophalen kunnen succesvol zijn. Als de gemeente er maar voor zorgt dat de burger weet wanneer hij wat aan de straat moet zetten. Gescheiden papier en glas inzamelen is in het verleden ook ge lukt, dus waarom niet dat verfblik". „Daarnaast zal de provincie een veror dening maken waarin wordt vastgelegd hoe afval moet worden aangeboden aan een stort. Brandbaar afval, of watje kunt composteren gaat niet meer naar de belt. De belten kun je controleren. Die be gaan een strafbaar feit als er spul wordt aangetroffen dat er niet mag liggen. Met de buurprovincies en met de gemeenten wordt momenteel onderhandeld over een landelijk regime. Als ook anderen de zelfde normen aanleggen wat wel en niet mag worden aangeboden, heeft het geen zin voor vuilophalers en bedrijven om hun rommel naar elders te brengen. Al leen wat België betreft ben ik niet zeker. Hoewel de Belgen de laatste jaren zoveel schandalen hebben gehad, dat ook daar het besef snel groeiend is". De vuilophalers die zich houden aan de regels komen, wat Welschen betreft, op een 'witte üjst'. „Dat zijn de bonafide ophalers. Bovendien gaan we aan bedrij ven eisen stellen over de opleiding van hun personeel. Ik heb er goede hoop op dat de ophaalbedrijven er graag aan meewerken de cowboys uit de markt te drukken". Ook de gemeenten en de gewesten ver vullen een vitale rol bij de milieucontro le. „Met de gewesten hebben we afge sproken dat er volgend jaar zes milieu controleurs per gewest bijkomen", aldus Welschen. De gemeenten moeten de controle zelf ter hand nemen. Welschen benadrukt de goede samen werking die hij tot nu toe bestuurlijk aantrof. „Mensen als wethouder Vos van Roosendaal en Römkens in Breda zijn steunpilaren voor me. Die zorgen er voor dat ook plaatselijk het beleid op poten wordt gezet", deelt Welschen schou derklopjes uit. Het tekent de Brabantse gedeputeerde. Op de eerste plaats be stuurder, op resultaat gericht en niet zo'n partijpolitieke man. Daar kunnen ze in de landbouw over meepraten. PvdA en boeren, dat gaat nooit goed samen, maar Welschen doet zijn best de boeren niet tegen zich in het harnas te jagen. FNV-secretaris Jan Jet ten lukte dat twee weken geleden nog wel uitstekend, toen hij de boerenstaal vluchtgedrag en tijdrekken verweet. De kachel is goed aan tussen FNV en NCB (de club van de boeren). NCB-voorzitter J. Latijnhouwers sputterde in deze krant daarop tegen, dat de boeren hard 1 zijn voor het milieu, maar dat het maal niet erg snel kan. Welschen ziet niets in een confronta tie. „Ik sta er tussenin. Ik moet ook za ken kunnen doen. Het is een moeizaam proces om afspraken te maken met landbouw, maar de bereidheid is er. De boeren erkennen ook dat milieuproble men hun problemen zijn. Ze zien ook dat de verzuring de economische mogelijk heden van de landbouw op sommige plaatsen vernietigt. Daar heeft een boet ook niets aan. Dat moet je ze nog meer dan tot nu toe bekend is duidelijk ma ken. Het is natuurlijk niet sterk als de boeren nu weer direct in de tegenaanval moeten". Welschen zou graag concrete afspra ken met de boeren willen maken overhel terugdringen van de verzuring. Het kabi netsbeleid is gericht op terugdringing van vervuilende stoffen in de lucht de helft in 2000. „Ik ben bang dat er mei die aanpak de eerste jaren te weinig van de grond komt", zegt hij. Volgens hem is het richtcijfer van het kabinet te laa moet een vermindering van 75 procent worden bereikt, om de verzuring daad werkelijk te bestrijden. Welschen: „Mei de landbouw zou ik graag de afspra maken dat we de periode tot 2000 drieën knippen. In 1992 hebben wed 25 procent minder stoffen in de lucht,ii 1996 nog eens een kwart en in 2000 is de 75 procent bereikt. Het voordeel is date' in ieder geval iets gebeurt. Is het inzicht in 1992 dat het uiteindelijk iets meevalt dan heb je wel al 25 procent gedaan o als het dan tegenvalt, hoef je later niet nog harder ertegen aan. Ja, zo'n akkoord zou ik wel willen sluiten. Noem het maf een 'herenakkoord'. En kost het geld, is dan zo. De landbouw is natuurlijk ooi een sterke sector. Een aantal jaren gele den kon de groei ook heel snel word® gerealiseerd, dan moet nu ook het snel op tafel kunnen komen". Ik ben even weg. Waarom? Dat kan ik u niet precies uitleggen. Maar voordat u gaat denken dat ik met de feestdagen moet gaan zitten wegens handgemeen of het be sturen van een helikopter zon der brevet, zeg ik u dat het gaat om een ingreep die qua ernst en ongerief heel wat lager op de ladder der vernuftige tortuur staat dan bijvoorbeeld de be snijdenis. Neen, neen! Haast u zich niet tot een voorbarig oor deel. Het is niet het euvel der senioren dat mij kwelt. De ingreep zal een flink eind ten noorden van de navel plaatsvinden, schoon niet tus sen de oren. Ook het hart wordt niet beroerd. Ik moet u de details van het dossier ont houden en volsta met de mede deling dat ik nog vóór de laat ste ademtocht van dit jaar ge heel de oude zal zijn, of - zo het lot dat wenst - zal jodelen als een Alpenjager bij het aan schouwen van de eerste Edel weiss bij het krieken van de lente. Tot de ijzeren regels van ons vak behoort, afgezien van zin delijkheid op het lijf, een totale abstinentie van belangen die niet tot het algemeen goed be horen. Ons privébestaan dient aldus, gelijk een kernreactor, met betonnen muren te worden omgeven en niets mag ook maar suggereren dat de pen krult in eigenbelang. Het is al erg genoeg dat we voor onze werkzaamheden worden be taald; eigenlijk zouden wij tot een strenge orde van klooster lingen moeten behoren die door armoede, kuisheid en ma tigheid de geloofwaardigheid onzer geschriften ondersteu nen. Misschien komt het nog eens zo ver. Vooralsnog leiden wij een leven in de schaduw. De le zer blijve onbelast door de ach terstallige huurschulden van wielerreporter Barend Vleugel moer, onbekommerd door de echtscheidingen van de huispo- liticoloog Sebastiaan Drijfpeer en onbetraand door de klepto- manie van kunstredactrice Julia Bontempi-Brakman. Wij zijn slechts schimmen, belicht door hooguit een kaarsvlam in de mist. Als mijn huis tot de grond is afgebrand dan houd ik dat voor me; als de kat overlijdt dan zult u me daar niet over horen klagen; noch zal ik er prat op gaan dat mijn tante Neel (93) in oktober met een vlotte Parijzenaar is getrouwd na een leven vol liefdesverdriet. Als een kaarsvlam in de mist, zo bewegen we ons langs de rechte kolomlanen van de krant. Nu mag in deze rubriek - in tegenstelling tot ge wijde plaatsen waar het levens bloed van de krant (het nieuws) vloeit of waar anatomische les sen worden gegeven op poli tieke lijken - ongeveer alles, maar kiesheid, ootmoed en ne derigheid gebieden tot een sluier van lieflijke deugd. Wij stellen ons niet geheel en al bloot, want dan is men maar al te snel uitgekeken. Een gewaardeerd lezeres is na enkele jaren van exegese en meditatie tot de slotsom geko men dat ik een onecht kind ben van de heer Molly Geertsema, maar anderen, die een sirocco van sociale bewogenheid in deze kolommen ervaren, zien mij als een directe afstamme ling van de grote Poels. Laat het mysterie maar beklijven. Even schimmig als de geest van koning Hamlet, schoon niet minder duidelijk, zal ik mijn kleitegels etsen. Een vriend uit een ver verle den, die reeds lang onder de groene zoden ligt, placht zich in dagelijkse cursieven vrijwel aan en uit te kleden; hij bakte er het spekvet van zijn bestaan in uit en hij beweende er zijn overleden vrouw in. Hij eta leerde de pluche binnenkamers van zijn ziel en een aanzienlijk deel van de lezerskring wilde met hem trouwen. Hij had een postgiro kunnen openen voor de bijdragen van zijn fans en aldus had hij de eerste journa list-miljonair kunnen worden. Maar hij was een nobel en zui ver man. Ik ben dus even weg voor een kerfje en hoop dat u zich tijdens de feestdagen een stuk beter voelt dan de man die in '85 voor drie en een halve ton een fles Chateau Lafitte anno 1787 kocht, om nog 0' jaar later te ontdekken dat &l kurk er in dreef. H Door Peter Schouten Vluchtelingen worden gehalveerde sen. De vluchteling verliest de basi: zijn gevoel van eigenwaarde en z< trouwen, de zekerheid die voortvlc de natuurlijke vertrouwdheid m< omgeving. Vooral oorlogsvluchtel die voor wapengeweld en verwoesi de wijk nemen, zijn mensen die s wachten op het moment dat het weer veilig staat om terug te kere leven met de rug naar het land ds opvangt, het oog alsmaar gericht geboortestreek. Aldus prof. dr. H. von der Dunk inleiding van het boek 'Vluchten vc groote oorlog', dat onlangs versche De Bataafsche Leeuw. In dat boek - zeventig jaar na dato - uitgebre beeldend uit de doeken gedaan h<a 'neutrale' Nederland in de Eerste reldoorlog aanvankelijk een miljoeij gische vluchtelingen opving, om e eindelijk dik honderdduizend vief lang beschutting te geven. Na lezing van dat boek kan mei terecht verbazen over de opwindinj onlangs over de opvang van asielzo' ontstond in Goes, Rijsbergen en v in Stevensweert. Het verhaal van d< gische vluchtelingen in ons land i verhaal van zo veel ellende en i spoed, dat je nauwelijks kunt ge dat het nog 'maar' zeventig jaar ge is. En dat het hier, in het besch In Bergen op Zoom werden gaa ren. u -» ijdens het u u Jn Antwerpen grote paniek honderdduizenden probeerder tad te verlaten, op weg naar oeriand. Zo ook de Nederlar JarT1antair Isaac van Gelder, dh «izate probeerde te ontkoi ~fr Sas van Gent om daarna ouw en zeven kinderen te li men- ^an Gelder heeft nooit gehaald.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 26