groen
b.v.b.a.
Ide laatste dag van het liduina-ziekenhuis in hulst
UCCES
ISTRUCTIE
groen
M HOUT GLAS
lijke STALEN
;ht door:
nditioning -
sanitair.
pE STEM VAN ZEELAND 4 WOENSDAG 14 DECEMBER 1988
DE LAATSTE dag. Bijna dertig jaar na de eerste
dag, ergens in april 1960. Toen een feestelijke stem
ming, nu een beetje bedrukt. Want afscheid nemen,
doet altijd pijn. Maar in Hulst geen zwarte vlaggen zo
als in Sluiskil. Aan de buitenkant is weinig te zien. Bin
nen is de bedrijvigheid groot. Niet de bedrijvigheid die
normaal bij een ziekenhuis past. Mensen met dikke
draaiboeken in de hand snellen door de gangen, verhui
zers duiken overal op. Het verplegend personeel sjouwt
niet vanalles, behalve met patiënten. Die zijn er nog wel
maar worden zoveel mogelijk buiten de drukte gehou
den. Morgen zijn zij aan de beurt. Het St. Liduina-zie-
kenhuis, eens de trots van het Land van Hulst, blijft
'gehavend' achter.
*.v.
edrijfsterreinen
In bedrijfsleven
IRE INSTALLATIE
'erneuzen B.V.
- 4530 GA Terneuzen
TRAAT106
LUS-WAAS
7705674-7705934
Speciaals
Tevreden
Gekkenhuis
Slecht
v«in
enen dankbaar", aldus
|ren in Koewacht. Sinds
sten we wel naar een
h2 in beslag.
[itvoering) en de bedrijfs-
626 modellen. Tevens
ferrassingen komen te
appen.
ar. Donderdag kan men
Fan 10.00 tot 17.00 uur.
is de zaak van 10.00 tot
Morgen moet ik naar Terneuzeiv
Terneuzen. Tel. 01150-77000
Afspraken.
Door Romain van Damme
en Harold de Puysseleijr
EEN VAN de verplegers zegt
uitnaam van al het personeel
te spreken. „Iedereen zou het
liefst hier blijven werken.
Maar dat kan nou eenmaal
niet, Zelf werk ik hier veertien
jaar. Morgen moet ik naar Ter
neuzen". René van Wolffelaar
al eerder. Hij moet de nacht in.
Elf jaarlang was hij receptio
nist in Hulst. „Voor mij zit het
er hier op. Ja, het doet wat raar
aan Maar daar in Terneuzen
al het ook wel lukken". Hij
stuurt zijn auto het parkeerter
rein at.
Binnen is het een drukte van
Wang. Iemand te pakken krij
gen voor een paar vragen valt
niet mee. De verhuizers staan
voor, de wagens moeten vol.
Zuster Burm, jarenlang ver
bonden aan het ziekenhuis en
als staffunctionaris verple
gingsdienst bezig met de coör
dinatie van de verhuis, ver
wijst door naar meneer Soon-
ieus. „Echt, ik heb geen tijd
nou, veel te druk. Ga maar
naar Soonieus, die weet alles
van de verhuizing. Of het mij
wat doet, deze dag? Zeg alsje
blieft.
Meneer Soonieus is overal en
nergens. In het voorbijgaan
roept het hoofd van de techni
sche dienst binnen een paar
minuten terug te zijn. Maar dat
zijn lange minuten. Daarom
maar even naar de administra
tie opname patiënten. „Hoeveel
patiënten hier nog liggen? Nu
nog 51. Vandaag mogen er nog
een paar naar huis. Maar er
komen er ook nog een paar bij
We blijven rond die vijftig zit
ten".
Een van hen is Veronique
Inghels. Nog geen dag oud.
Even over half negen geboren.
Wellicht de laatste boreling in
het Liduina-ziekenhuis. De
eerste was Luc Nagelkerke.
Dat was in I960. In dat jaar
opende het St. Liduina haar
deuren. En het land van Hulst
was trots. „De stad is er goed
mee", zei destijds oud-burge
meester B. Truf fino.
Driejaar lang was er ge
werkt aan het ziekenhuis, een
ontwerp van de Bredase archi-
tekt W. Bunnik en gebouwd
Meneer Soonieus, de ver huiscoördinatie, even achter zijn bureau
door het aannemingsbedrijf
JPA. Nelissen. Jarenlang
was er gevochten voor de
komst van het ziekenhuis. De
plannen om in Hulst een zie
kenhuis te bouwen, dateren
reeds uit 1917. Toen al had ar
chitect Marchry tekeningen op
papier staan.
Hulst kende in die jaren een
liefdehuis. In 1861 gesticht door
de zusters van de Haagdijk in
Breda. In 1895 werd een kamer
ingericht voor een blinde
darmoperatie. Een petroleum
lamp zorgde voor het licht. Ja
renlang kwam de chirurg uit
I et Salgemaal: aspergesoep, kip-kerry, rijst of aardappelen, doperwtjes, en als afsluiter bitterkoekjesvla
Vlissingen. Bij nacht en ontij
moest hij ontelbare keren de
Westerschelde over om in
Zeeuwsch-Vlaanderen een
spoedgeval op te lossen. In 1948
kregen de plannen om een zie
kenhuis te bouwen steeds meer
gestalte. Maar het duurde nog
tot 1957 eer daadwerkelijk be
gonnen kon worden met de
bouw.
We lopen door de gang op de
tweede verdieping. Daar
zwaait Dirk Vlaminck de scep
ter. Hij is hoofd interne afde
ling. „Vanaf augustus 1970
werk ik in dit ziekenhuis. Ik
heb hier ook mijn opleiding ge
noten. In dit gebouw heb ik
veel meegemaakt. Ik laat hier
iets achter. Maar straks in het
nieuwe ziekenhuis in Terneu
zen, zal ik uiteraard proberen
er het beste van te maken.
Daarbij reken ik ook op de
steun van mijn andere colle
ga's. Want het zal voor ieder
een wennen zijn".
„Zo'n verhuizing", zegt hij
dan, „maak je maar eens in je
leven mee. Alles moest goed
voorbereid worden. Het is be-
langrijk om de vele dingen
goed op een rijtje te houden. Al
hët personeel wordt ingezet.
Want natuurlijk moet ook de
patiëntenzorg gewoon door
gaan. Het is even doorbijten,
geloof maar dat er 's avonds
veel zuchten gelaten worden.
Ik zal blij zijn als het er op zit".
Een verdieping lager is het
meeste materiaal van het labo
ratorium al weg. „Je komt net
te laat", zegt laborant Freddy
Weemaes als hij de fotograaf
ontdekt. „Vanochtend om acht
uur zijn we al begonnen met
het ontmantelen van de appa
ratuur".
Daar moet in de keuken nog
aan begonnen worden. Er moet
immers nog gegeten worden.
Minder aangekleed dan 19 mei
1960, de dag waarop de officiële
opening plaats vond. Het diner
van toen werd geopend met een
schildpadsoep in kop, gevolgd
door een zwezerikpasteitje. Ge
braden haantjes met salade-
compöte, nougatine, fruit en
tenslotte mokka.
„Vanavond proberen we iets
speciaals te doen", zegt kok R.
de Munter. „Dat zal niet zo ge
makkelijk zijn. We hebben al
veel moeten overbrengen naar
Terneuzen. Bovendien hadden
we de laatste tijd te maken met
een inkoopstop en natuurlijk
moeten we rekening houden
met de dag dat wij ook naar
Terneuzen moeten. Zo wordt
het ontbijt voor morgen van
middag al klaar gemaakt".
Toch ziet het menu van deze
laatste dag er niet zo slecht uit.
Aspergesoep, kip-kerry, rijst of
aardappelen, doperwtjes, en als
afsluiter bitterkoekjesvla. Het
kan beroerder. Zeventig
warme maaltijden, de laatste.
Kok De Munter kijkt nog eens
naar 'zijn' keuken. Elf jaar
braden, bakken en koken. „Het
is een goede keuken, de capaci
teit is groter dan die in Terneu-
Overleg met de directeur
zen. Je mag hier duizend men
sen binnengooien, die hebben
allemaal op tijd te eten".
Links en rechts informerend
naar de stand van zaken loopt
lokatiedirecteur G. Ramakers
tevreden rond door het zieken
huis. „Vanochtend hadden we
nog een paar operaties. Alles is
prima verlopen. Toch kom je
altijd nog verrassende dingen
tegen. Dat is logisch, want de
planning voor deze verhuizing
is reeds drie maanden geleden
gemaakt. Om half acht hopen
we klaar te zijn. Dan moeten de
vrachtwagens schoon gemaakt
worden voor het transport van
de bedpatiënten".
Henk Stam, een van de spe
cialisten, was iets verrassends
tegen gekomen. „Toen ik van
morgen in het ziekenhuis
kwam, bleek dat mijn secreta
resse afspraken gemaakt had
voor de polikliniek. Dat was
eigenlijk niet de bedoeling.
Maar zo'n verhuizing is geen
alledaagse bezigheid. Daarom
is het moeilijk aan te geven
waarom er dingen mislopen".
Eindelijk duikt meneer Soon
ieus op. „Loop maar even mee
naar mijn kantoor, daar is het
redelijk rustig. Hier is het een
gekkenhuis". Op weg naar zijn
kamer ziet hij de jubileumuit
gave van de personeelsgroep
MOK, ter gelegenheid van het
25-jarig bestaan. „Een schitte
rend werk. Daar zijn we nog
altijd trots op".
Meneer H. Soonieus is van de
huidige werknemers het langst
in dienst van het Liduina. En
hij blijft in Hulst. „Ik kon naar
Terneuzen. Ook naar Oostburg,
maar dat wilde ik niet. Toen
vroegen ze, wat wil je dan. Ik
zei, hier blijven. Want ik had
het vermoeden dat ze niet al te-
- FOTO'S DE STEM COR J. DE BOER
veel gekeken hadden naar de
dagen na de verhuis".
„In feite gaat het om hele
simpele dingen. Er blijft een
licht branden. De post blijft ko
men, er rinkelen telefoons. Dat
zijn van die dingen die door
gaan. Daarom blijf ik hier. Om
al die zaken af te handelen en
daarnaast de verbouwing voor
te bereiden. Geloof maar dat er
nog werk te doen is".
Eerder al had meneer Soon
ieus naar de deuren gewezen.
„Alle sloten worden veranderd.
Altijd zijn er mensen die ver
geten hun sleutels in te leveren.
En na morgen is het hier in
feite gedaan. Dan moet er nog
heel veel gedaan worden om
maandag de polikliniek open te
hebben. Want die draait ge
woon door. Ik heb de indruk
dat vooral de ouderen vergeten
dat de polikliniek open is. Van
half negen tot half vijf".
Het hoofd van de technische
dienst heeft het allemaal vanaf
het begin meegemaakt. „De
laatste negen maanden van de
bouw was ik al hier. Jazeker
doet het me veel, het ziekenhuis
dicht. Ik vind het nog altijd een
slechte zaak. Weetje, ik zou
heel graag de staatssecretaris
naar hier willen halen. Dan
mag hij naar de Prosperpolder
en vertellen we hem dat er iets
gebeurt. Vervolgens onder
vindt hij zelf wat er allemaal
gedaan moet worden om hem
in het ziekenhuis in Terneuzen
te krijgen".
De zoemer gaat. Het laatste
bezoekuur is voorbij. „Morgen
moet ik naar Terneuzen", zegt
een van de bezoekers. „Een
vervelende zaak, want ik woon
nu vlak bij het ziekenhuis. Lie
ver had ik gezien dat het zie
kenhuis hier bleef, maar het is
nu eenmaal niet anders. Daar
moeten we ons bij neerleggen".
Ziekenhuis Hulst, goedenmiddag