i Nederlanders boven 8000 meter in TROS Sport special' Piet Slager als artiest en docent in Den Bosch res voor THE NTTS HEBBEN GEEN LAST VAN HET 'VERREGENDE VAKANTIEGEVOEL' »rneuzen b.v. DINSDAG 13 DECEMBER 1988 ijn u vast al 'ERANCIER zijn wij RADENKRANT al OYAL ALBERT RIJ l JUWELIERS AfENEEL Evenwicht Film Harde kern Geen j ongensclubj e Stoomwals NJAARSKAARTEN Luns Karakter Markt „Het woord 'mee' zal ik nooit gebruiken, dat wordt altijd 'mede' Ik moet erom giechelenom het heel plat te zeggen. Cherry Duyns, tv-maker en schrijver DE STEM T2 uddoppertje gemach- digen voor de gehele blij verrast wij nu zijn die al met al 2 jaar in n en u het Zwitserse eindelijke keus op ons de vooruitstrevende d inneemt als het gaat de merken en de door je service. Natuurlijk t heden door u elders elaas kunnen wij geen liet officiële adressen -AXEL-TEL. 01155-2201 Boven het tijdelijke van pop I AL jarenlang zijn de Amsterdamse Nits zo'n beetje de beste Neder landse popgroep. Of popgroep? De muziek van de Nits heeft steeds Iminder te maken met voor de hand liggende deuntjes en simpele 1 tekstjes. Met de onlangs verschenen mini-elpee 'Hat' en een uitge- Ibreide theatertoernee langs 40 'betere' zalen bewijzen de Nits ander- [maal hun uitzonderlijke klasse. 'Hat' is simpelweg een briljante ■plaat die schittert door oprechte eenvoud. [üe theatertoernee maakt duidelijk dat popmuziek ook in de gewijde Jsfeer van een theater of schouwburg honderd procent kan boeien. ■Henk Hofstede is als tekstschrijver en zanger al 14 jaar lang de ge zichtsbepalende figuur binnen de Nits. In navolgend interview zegt ■hij over The Nits: „We nemen het allemaal bijzonder serieus. Er wordt door iedereen voor meer dan honderd procent aan gewerkt". I Door Wim van Leest [OOIT, aan het eind van de jaren '70 |toen de new wave zijn hoogtijdagen [e, begonnen The Nits als een bandje dat nogal veel weg had van de es. De eerste elpee 'The Nits' le- in de vorm van 'Yes or no' zo- baar ben hitje op. De volgende elpee I Tent' betekende meteen een radicale [koerswijziging. Van lichtvoetig popbandje veran derden de Nits in een tamelijk serieus [groepje dat zich voornam om betere popmuziek te gaan maken. Dat le- Iverde in de loop der jaren een reeks [opmerkelijke elpees en een handjevol |hits op. Denk maar aan 'Tutti ragaz- |zi', 'Red tape', 'Nescio', 'In the Dutch [Mountains' en 'JOS days'. De vorig jaar verschenen lang speelplaat 'In the Dutch Mountains' [bracht in de vorm van een Edison de I langverwachte artistieke erkenning. [Op 'Dutch Mountains' is ook de hui- Idige bezetting van The Nits actief. Die bestaat uit Henk Hofstede (zang en [gitaar), Joke Gerards (bas), Rob Kloet [(drums) en Robert-Jan Stips (key- boards). Door de jaren heen is het geluid van |The Nits aan voortdurende verande- [ring onderhevig geweest. Was er aan vankelijk sprake van ietwat sombere Inew wave met hier en daar aanwijs bare voorbeelden, later werd de mu- ziek vrijer en vrijer; minder aanwijs- bare invloeden en dus meer The Nits. Wie de onlangs verschenen mini-el- pee 'Hat' beluistert, hoort daarop wel- liswaar popmuziek, maar dan wel een Ivolstrekt persoonlijke, volwassen op- vatting daarvan. Hebben The Nits be- ist afstand van het voorspelbare genomen? [Henk Hofstede: „Ja. Dat was op 'In |the dutch mountains' al merkbaar. Daarop zitten hier en daar nog wel 'merikaanse invloeden, maar je Jhoort ook andere dingen. We zijn niet |met opzet bezig om die Amerikaanse muziekgeschiedenis te vermijden, maar we komen er wel achter dat we meer van de pop verwijderd raken. Het is voor ons ook steeds makkelij- ker om dat los te laten. Je maakt in een groep bepaalde ontwikkelingen door. We zijn in een j soort evenwicht gekomen. Soms denk ik wel eens dat we steeds dichter bij een muzikale puurheid komen, maar gelukkig blijft er de twijfel. Ik kan niet zeggen dat we een duidelijke koers varen. Het is niet zo dat we zeg gen: we hebben dit plan, daar gaan *e heen. We gaan nu aan een live-el- P«e werken, maar eigenlijk is dat poor ons niets bijzonders. Zo'n plaat is gewoon een registratie van een periode. Daarna staat het ge heel open. Ik denk dat we dan de uit- daging weer op moeten gaan zoeken. Me bent jezelf nooit bewust op welke Plok je nu muzikaal staat. Dat is ook J ons probleem niet. Wij beschouwen X Van ')uiten a*- Andere mensen "ebben altijd de neiging om te verge lijken. In Nederland is dat zeker voor sommige mensen die over muziek schrijven belangrijk. Ik geloof niet dat die vergelijkingen kloppen en ik geloof ook niet dat ze nodig zijn. In ieder geval hou ik me er zelden mee bezig". The Nits bestaan allang en in deze be zetting spelen jullie ook al weer een tijdje samen. Je leert elkaar steeds be ter kennen. Kom je onvermoede din gen tegen „Een aantal dingen hoef je niet meer te overleggen als een band lang bij elkaar is. Dan is het net zo'n situa tie als bij het Concertgebouworkest. Je hoeft niet meer door bepaalde fa sen heen om een nummer goed te spe len. Als we een nummer voor de eer ste keer spelen dan is het in principe al in orde. Daarna komt de etage, waarmee je dingen bijzonder pro beert te maken. Dat is heel prettig, want al de energie die je er vroeger moest instoppen, gewoon om een nummer beetje goed te spelen, die hou je nu over voor andere zaken. Wij zijn niet zozeer componisten of muzikanten bij uitstek. Robert-Jan is natuurlijk behoorlijk virtuoos, maar wij zijn zeker geen verzameling vir tuozen die alsmaar beter worden. Wel is de band als totaal, als spelend ge heel, volwassener geworden. Dat zit gewoon beter in elkaar na een aantal jaren". Zijn platen nog toereikend om al jul lie ideeën te kunnen bevatten? „Nee. Ik moet eerlijk zeggen dat dat aan het verschuiven is. We zijn al een tijd bezig met film, met videoclips maken. Ik ben zelf heel erg geïnteres seerd in film. Ik schrijf ook filmmu ziek. We hebben het plan om iets op het toneel te doen met film en muziek. Zoals je vroeger, voordat er sound tracks waren, orkesten had die in de bioscoop de filmbeelden begeleidden. Dat zouden wij als band aan willen pakken, maar dan op een iets andere manier. Dus niet dat de film over iets anders gaat, maar dat die film ook weer de band is. Dat geeft een wissel werking die talloze mogelijkheden biedt. Ik denk dat die samensmelting wel een keer gaat gebeuren. Dan heeft een plaat heel veel te maken met visuele dingen en dan moet je gaan denken aan een cd-video of zoiets. Ik denk dat die ontwikkeling op een gegeven moment niet meer te stuiten is". „Ik ben niet zozeer gebonden aan het feit dat ik een 'recording artist' ben. Ik schrijf en voer het uit op de plaat, maar er zijn meer middelen. Spelen in een theater bijvoorbeeld. Je moet daar gebruik van maken als je het interesseert en ons interesseert het. Theater nodigt uit tot intensiteit. Je hoort alle kleine dingetjes. We hebben tot in het diepst van de installatie The Nits met op de voorgrond Henk Hofstede: „Als band heb je in hel theater bijna de dynamiek van een compleet orkest.- foto roy tee dingetjes hersteld, brommen en zo. Het is belangrijk dat het geluid clean is. Je hoort in het theater dingen die je anders alleen maar in de opneem- situatie in de studio tegenkomt. Het effect in een theater is gigantisch. Als band heb je bijna de dynamiek van een compleet orkest". 14 Jaar The Nits, hoe hou je dat vol? „Dat hou je vooral vol, omdat geen jaar is hetzelfde geweest. Wat het spelen betreft is er elk jaar iets bijge komen. Vanaf '80 was dat steeds meer buitenland, Duitsland, Frankrijk, Finland, nu Griekenland, Zwitser land en Oostenrijk en Canada mis schien binnenkort. Dat soort dingen geeft een band steeds weer een duw. Als we al die jaren alleen maar in Ne derland gespeeld hadden dan zou de band misschien niet eens meer be staan of een totaal andere ontwikke ling hebben gekregen. Juist door dat buitenland is de band ook qua schrijven en spelen beter ge worden. We zijn geen echte rock roll-band, maar we hebben wel het hele bestaan van zo'n band doorge maakt. We hebben veel en onder barre omstandigheden getoerd. Dat is goed. Daardoor zit er een hele harde kern in The Nits. We hebben het alle maal gezien en gevoeld en dat doet ook wat met een band, denk ik". Er is bij The Nits sprake van een ze kere egoloosheid. Er zitten wel muzi kale persoonlijkheden in, maar geen figuren die alle aandacht naar zich toe trekken. „Dat is niet helemaal zo. In som mige gevallen domineer ik de dingen door teksten te schrijven en door een plan te construeren qua atmosfeer. Maar de band zit wel heel gelijkmatig in elkaar. Ieder heeft een aantal kwa liteiten die de anderen weer net niet hebben en dat schuift ineen, tot en met het hele team van roadies. Alles bij elkaar is dat hele team heel hecht geworden. Het kan alleen maar uit elkaar vallen als het een paar jaar heel slecht gaat. Ik denk dat die hechtheid een soort verborgen kracht is in de band". Wat mij bij The Nits opvalt is de pro fessionaliteit, het volstrekt serieus met de muziek bezig zijn. „Dat moet ook. Onze band is geen jongensclubje. Dat jongensclub-idee kom je bij een heleboel andere groe pen wel tegen. Dat is aardig als het goed loopt, maar als het misloopt dan krijg je zo gauw dat 'verregende va kantie-gevoel'. Het begon allemaal heel leuk met de fiets erAde tent, maar daarna zaten we toch in de modder. Dat is er bij The Nits allang niet meer bijalhoewel de vriendschap er wel is. Maar we nemen het allemaal bijzon der serieus. Er wordt door iedereen voor meer dan honderd procent aan gewerkt". Jij schrijft alle tektsten voor de num mers. Op 'Hat' zijn die teksten tame lijk abstract. Desondanks blijft er na beluistering veel van hangen. „Ik probeer mijn teksten redelijk persoonlijk te houden, maar niet op een manier dat ik de luisteraar met mijn problemen lastig ga vallen. Ik probeer de teksten universeel te hou den, vrij transparant van zin of van vorm of van woord. Ik ben geen En gelsman. Ik probeer dingen die voor mij in die taal haalbaar zijn tot een geheel te vormen. Dat is soms lastig. Er is een wisselwerking tussen tekst en muziek. Bij het componeren heb ik vage ideeën over teksten of ti tels. Daarmee gaan we repeteren. Dan komen er woorden tevoorschijn, de klank, het ritme. Die klank is belang rijk in een songtekst, want het is geen gedicht. Ik heb te maken met de noot waar die klank bij hoort. Het kan nooit apart wat mij betreft. De tekst hoort bij de muzikale omgeving. Het uitgangspunt op 'Hat' was dat de tek sten doorzichtig moesten zijn. Door zichtig en donker. Donker als een spiegelende plas. Het moesten geen verhalen worden". Je lijkt ook steeds beter te gaan zingen. „Ik denk dat dat door al dat live op treden komt. In de studio was het voorheen altijd zo dat we eerst de in strumenten opnamen en dat ik daarna de teksten inzong. Sinds 'Dutch Mountains', wat eigenlijk een pure live-elpee was, zing ik meteen met de instrumenten mee. Ik merk dat die eerste take de beste is. Ik heb een paar keer geprobeerd om het te verbeteren, maar die extra opnamen hebben we weer weggehaald. Het was voor ons de ontdekking dat alles tegelijk gedaan moet worden. Ik ben nu wat dat betreft weer ouder wets. Ik geloof in van die elpees die in een avond of een nacht worden opge nomen. Met jazz had je dat. Sinatra deed het ook. Je moet altijd ergens naar toe werken. Als dat niet het ge val is, wordt het allemaal zo flauw, dat klopt niet voor mij. Dat heeft ook niets te maken met onze manier van leven". Jullie manier van werken en de mu ziek die jullie maken zouden er voor kunnen zorgen dat jullie heel lang kunnen blijven spelen. Iemand als Pa olo Conté is al behoorlijk op leeftijd, maar maakt desondanks schitterende, tijdloze muziek. Denken jullie aan zo'n carrière? „Oneindig lang doorgaan is mis schien te mooi, maar er zijn heel wei nig beperkingen. Mits de basis en de onderlinge samenwerking maar goed blijft, kunnen wij hele vreemde sprongen maken en blijven ontwikke len en dat is ook bitter noodzakelijk. Wat Paolo Conté doet, vind ik heel aantrekkelijk. Dan kom je in een soort tijdloosheid terecht. Dan onstijg je ge lukkig dat zeer tijdelijke dat een hele hoop pop heeft, dat zo ongelofelijk tij delijke dat je er bijna bang van wordt. Je kan half jaar gigantisch gaan en ineens besluit dan iedereen dat het leuk geweest is. Dan ben je al te ver gegaan in die vorm om nog iets anders te kunnen. Wij hebben een ongeloof lijk trage carrière, de carrière van een stoomwals. Voor sommige mensen gaat het te traag. Die hebben het con stant over de grote doorbraak. Op zulke momenten denk ik altijd, wat moet er nou doorbreken? Moet je dan paar maanden echt doorbreken en dahrna afgevoerd worden, zodat iemand anders weer mag? Dat was ik niet van plan eigenlijk". Van onze verslaggever HILVERSUM - Nederlanders tegen steile berghellin gen in Noord-Pakistan. Onder leiding van Ronald Naar beklimmen ze de flanken van de Gasherbrum II (8.035 meter). Naar haalt het zelf niet, hij maakt een zware val. Hans van der Meulen uit Ulvenhout en drie anderen zorgen toch nog voor een klinkend succes. TROS Sport wijdt vanavond een 'special' aan dit barre avontuur (Nederland 2,23 uur). Hans van der Meulen: „Ik voelde de pijn opnieuw." - FOTODESTEM/JOHANVANGURP Hans van der Meulen, in het dagelijks leven skigids in de Franse Alpen, is zeer tevre den over de documentaire van cineast Eddie Chevalier: „Het zijn heel indringende, mooie beelden geworden. Een merkwaardige beleve nis om de hele tocht na een paar maanden weer eens te rug te zien. Ik heb zelf een flinke smak gemaakt. Bij het zien van de beelden voelde ik de pijn opnieuw". Van der Meulen bracht drie van de dertien expedi tieleden naar de top. Dat waren René de Bos (28) uit Den Haag, Jeroen Jacobse (34) uit Amsterdam en de even oude Arjan van Waar denburg uit Utrecht. Het viertal verdubbelde in één klap het aantal Nederlandse bergbeklimmers dat de top van een berg hoger dan 8.000 meter heeft behaald. Nog nooit hadden ze meegedaan een dergelijke tocht. Ze wa ren ingegaan op het aanbod van Ronald Naar om tegen betaling van 15.000 gulden de acht weken durende ex peditie mee te maken. Hans van der Meulen: „Na die val van Ronald kom ik in beeld als de nieuwe Ronald Naar - FOTO FRANK MOLL expeditieleider. Heel de be klimming is prachtig ge filmd. Van het laatste stuk zijn alleen dia's gemaakt. Op die hoogte kon Chevalier niet meer filmen". In het eerste deel van de reportage wordt aandacht besteed aan de voorberei ding van de beklimming. De ongelukkige val van Ronald Naar komt uitgebreid in beeld. „Ik heb met de tranen in de ogen zitten kijken", er kent Ronald Naar. „Op een gegeven moment in de uit zending zeg ik dat ik de dood in de ogen heb gezien. Daar ben ik heel eerlijk. Het was ook zo". Naar stortte met een glij- scherm neer. Hij maakte een oefenvlucht van een berg helling en verbrijzelde daarbij een voet, liep kwets uren aan een aantal rugge- wervels op en enkele ge kneusde ribben. Hij werd per helicopter vanuit het berggebied overgebracht naar Islamabad en vandaar met 20 kilo gips rond zijn romp overgevlogen naar Nederland. Bijna een half jaar later is Ronald Naar weer voor 85 procent fit. Hij vertrekt bin nenkort naar Argentinië voor een nieuwe expeditie. Ook hij is vol lof over de TROS-film: „Niet eerder waren Nederlandse alpinis ten in staat met dergelijke professionele apparatuur in het hooggebergte te filmen. Dat is met Eddie Chevalier wel gelukt. Hij heeft mede dankzij de uitstekende ap paratuur tot zesduizend me ter prachtige beelden ge maakt. Daarna kregen de klimmers de beschikking over de allernieuwste film camera die het mogelijk maakte op grote hoogte en onder extreme vrieskou te filmen." Mr jderlandse, Engelse, st en div. andere talen HR. dagkalenders Senior - Junior -12169 Terneuzen^ V .A I Slager: Zelfportret (1927). Door Henk Egbers DEN BOSCH - Museum Slager in Den Bosch bestaat 12,5 jaar. Achter de naam 'Slager' staat een Bossche schildersfamilie van drie generaties met acht arties ten. Dit jubileum wordt herdacht met een expositie van Piet Slager (1871-1938). Een knus museum met sfeervolle schilderijen uit een andere culturele perio de. Het oude woonhuis aan de Choorstraat 14 heeft niets met de familie Slager te maken. De dochter van Piet Slager en haar echtgenoot mr. H. Bergé heben de artistieke erfenis van deze familie ondergebracht in dit pand dat eerder kantoor en leeszaal is geweest. De heer en mevrouw Bergé- Slager, bijgestaan door een twintigtal vrijwilligers, hou den deze interessante collectie op deze wijze in stand. Een subsidie als een fooi (ƒ15.000 per jaar) en jaarlijks bezoek door ongeveer 7.000 mensen ge ven hen daartoe de moed. De schilderijen hebben vaak een documentaire en krachtig artistieke waarde. Ze vertellen via de portretten iets van de geest van het begin van deze eeuw; door interieurschilderin gen over het familieleven in deze periode en met land schapsschilderingen over het Brabant dat nauwelijks nog zo bestaat. Piet Slager was van 1898-1936 leraar aan de koninklijke school, nu kunstacademie, van Den Bosch. Zijn vader was er ook docent. In 1917 werd Huib Luns directeur van deze school (oud-minister Luns, zijn zoon, opende deze tentoonstelling). Hem en zijn vrouw schilderde hij, zoals te zien is. Piets broer Frans en zijn zusters Jeanette en Corry gingen ook in de kunst. Zijn vrouw Suze schil derde. Dat alles is te bekijken in de vaste collectie van het museum, dat nu geleid wordt door hun dochter. Piet Slager had het vak ge leerd van zijn vader. De Bra bantse schilder Pieter de Josse- lin de Jong had invloed op hem. Op de academie in Antwerpen en vervolgens binnen het kunstleven van Parijs rondde hij zijn opleidingsperiode af. Daarna maakte Mj in Den Bosch vooral naam als portret schilder. In 1910 was hij verte genwoordigd op de Wereldten toonstelling van Brussel met de Nederlandse portretschilders J. Akkeringa, Lizzy Ansingh, J. Dooijiewaard, Haverman, Isaac en Jozef Israels, W. Ma- ris, Coba Rïtsema, Thérèse Schwartze en Willy Sluiter; een ensemble namen dat deze periode aardig karakteriseert. Dat doet overigens ook op de expositie het gipsmodel van Slagers buste, vervaardigd door zijn academie-collega de beeldhouwer August Falise, die in die tijd naam maakte met zijn strakke monumentale beelden (o.a. van Schaepman in Tubbergen). Ook op deze jubileumtentoon stelling laten de portretten de sterkste kant van Piet Slager zien. Hij hanteerde daarbij een aantal schildersstijlen, afge stemd op het karakter van de te portretteren personen. Hoe wel je die mensen niet persoon lijk gekend hebt, lijken ze allen op de eerste plaats karakteris tiek (niet het plaatje van, maar de inhoud van de personen). Zijn ouders, grootouders, burgemeesters (van Heusden en Dussen), zakenlieden (Polsk en Lievegoed) e.d. krijgen een stijl mee die je laat denken aan de schilders van de Gouden Eeuw, maar zijn talrijke moe der- en kinderportretten zijn in een veel lossere en lichtere toets (vaak in pastel) opgezet; laten herinneren aan zijn Vlaamse studietijd. Moeilijker wordt het als hij de mens in ac tie uitbeeldt, vooral in scènes (Watersnood 1861 in Hedel); dan wordt het allemaal wat houterig. Maar zo was in onze ogen het leven in die tijd ook. Bij de interieurschilderijen past hij ook een oude en aar dige 'truc' toe: het schilderen van zijn eigen schilderijen op een ander doek. Het sfeervolle doek uit 1933 'Bijt grootmoeder en grootvader' bevat zijn eer dere portretten van zijn groot ouders. Op een doek van een bedrijfsleider van De Gruytet- neemt hij een ander schilderij met het bedrijfsgebouw op in zijn compositie. Knap en treffend zijn enkele stadsgezichten; met name die van de Bossche markt. Het ritme van de kramen tegen de oude gevels, met op de achter grond de St.-Tan ademt een prachtige sfeer, die overigens haaks staat op de ontwerpen voor carnavalswagens die hij maakte voor deze stad. In de omgeving van Den Bosch schil derde hij nogal wat landschap pen, die een opvallend wisse lende kwaliteit hebben. Van gortdroge en brave landpor- tretjes tot gloedvolle land schappen met een mooie licht val; van verplichte nummers tot met overgave en liefde ge schilderde sferen. Piet Slager was duidelijk een docent (met name ook in zijn tekeningen), die in dienst van het vak zijn artistieke impul sen soms aan de kant zete voor de opdracht. Daarom zie je op deze tentoonstelling twee men sen met dezelfde naam aan het werk. Dat maakt deze tentoon stelling met zijn hoogte- en dieptepunten tot een aantrek kelijk menselijk document. 'Piet Slager, schilderijen'. Mu seum Slager, Choorstraat 16, Den Bosch. Open; dinsdag tot en met vrijdag en zondag van 14.00-17.00 uur. tot 6 februari '89. Catalogus 15.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 21