Brouwers laat zijn sporen na Huiswer) toch betei Hans Warren en de 'ongelikte beren' NOBELPRIJSWINNAAR MET EEN ZONDVLOED NEUROSES Obstakels op de weg naar volwassenheid Sneeuw en geurige houtvuren in boekej Gorba de k pfiBf DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 10 DECEMBER 1988 DEEL 7 VAN DAGBOEKEN Kloof ILLUSIE en angst. Jeroen Brouwers houdt er zich nog steeds mee in leven. De spanningsboog tussen beide elementen wordt in stand gehouden door jenever en schrijfkunst. Heden Frustraties Zonde Zinnebeeldig NIEUWE ROMAN VAN ADRIAAN VAN DIS Dialogen Militair 2L r-V, DESTEMZArai T 7- Slee Kerstkaarsjes Willem Wilmink wordt dfi lambone W5. Door Henk Egbers ZE BLIJVEN komen uit Kloetinge, de dagboeken van Hans Warren. Het ze vende deel, met de periode 1958-1962, is uit. Zijn leven was tot nu toe een prelu dium, schrijft hij aan het begin. Maar in dit deel is er nog geen sprake van een 'plein jeu'. Wat waren dat voor jaren in Nederland: 1958-1962? De over gang van het decennium van de wederopbouw naar het decen nium van de maatschappe lijke- en kerkelijke 'revolutie' etcetera. Maar Warrens dag boek is zó intiem, dat er geen enkel lijntje ligt naar buiten, naar de 'Umwelt'. Het had ook in de jaren dertig of zeventig geschreven kunnen zijn. Indirect vertelt het wel iets over 'zijn' periode, als er bij voorbeeld sprake is van War rens inleiding op een Boutens bloemlezing in Maatstaf. Die is gedateerd. En zo zijn er nog talrijke literaire besognes van Warren die enigszins tijdge bonden zijn. Nog steeds vind ik die raakpunten met de litera tuur de interessantste bladzij den uit zijn dagboek. Hoe hij indertijd reageerde op het be gin van Mulisch en Wolkers, op Vestdijk en Rodenko. Over zijn vriendschap met Maria Der- moüt etcetera. Verder staat er nogal wat in over zijn liefhebberijen: het verzamelen van vogels en het collectioneren van antiek. Daarbij komen handelaren met naam en toenaam opdraven, waardoor de couleur locale een accentje krijgt. Voor lezers in Zeeland zal dat soms een extra attractie kunnen zijn. Een andere besogne is zijn familie, vrouw en kinderen. Hoewel dat thema wel inciden teel aan de orde komt, is het re latief gesproken minder onder werp tot overdenking dan eer der genoemde onderwerpen. In een dagboek, waarvan gezegd is, dat het zeer intiem is en niet voor publiciteit geschreven werd, valt dat nu op. Als auteur heeft Warren in deze jaren niet veel afgeschei den. In het dagboek bevinden zich overigens enkele mooie ge- Hans Warren dichten. Wel vraagt hij zich er bijvoorbeeld in af hoe de kloof tussen de dichter en het pu bliek ontstaan is. „De litera tuur is lang, heel lang boefend geweest door de elite, de rijken, mensen van eruditie en loisir. Zij wordt dat in vele gevallen nog steeds.. De burgerman en de ongelikte beer in de letteren zijn nieuwe verschijningen, en - foto nos of we er gelukkig mee moeten zijn betwijfel ik. Veel van de heersende slechte smaak en stijlloosheid kunnen we op hen afwentelen. Kunst is zo aristo cratisch, dat zij degene die haar beoefent adelt, ook wanneer die van een eenvoudige afkomst is". Hoewel ik denk dat Hans Warren ongeveer nog zo denkt, kun je dat betwijfelen als je ziet dat de achterzijde van deze aflevering voorzien is met een uitvoerig citaat van een onge likt beer (Boudewijn Büch) om het dagboek aan te prijzen. Warren wordt geprezen omdat hij zo genadeloos met de billen bloot gaat. Büch weet te goed dat jezelf strippen nog steeds redelijk betaald wordt. Als ik in deze aflevering lees over één van de dronkemans buiten van uitgever Bert Bak ker kriebelt er toch wat bij me; méér dan wanneer Warren meedeelt dat een klank- en lichtspel in Middelburg van 'zijn' hoofdredacteur Gommert de Kok stomvervelend en bene den verwachting was etcetera. Kortom er is nog best wat te beleven in dit deel van het dag boek als je voor genoemde en andere bekentenissen open staat. Hans Warren: 'Geheim Dag boek, 1958-1962'. Uitg. Bert Bakker, prijs ƒ23,90 en luxe uitgave 29,50. Door Henk Egbers Met een zondvloed aan beelden, metaforen, houdt hij zich op de been als de gedroomde Nobelprijswinnaar met de mooiste vrouw ter wereld aan zijn zijde. Als Orpheus, de begaafde Griekse kunstenaar, daalt hij af in de onderwe reld tussen furiën en Euridice. In zijn roman 'De Zond vloed' doet hij 'verslag'. 'De oude Nobelprijswinnaar' wil als hij aan de laatste secon den van zijn leven is begonnen nog gauw even een roman van duizend bladzijden schrijven; zijn meesterwerk. Hij schreef daarom tientallen schriften/ dagboeken vol. Daaruit werden eerder afgesplitst 'Het verzon- kene' (1979) en 'Bezonken rood' (1981). In 1987 kwamen twee dikke delen met 'Kroniek van een karakter' (dagboeken) uit. Het nu verschenen 'De zond vloed' bevat toch nog 762 pagi na's, maar zijn geschreven met een compacte geladenheid die zijn 'laatste wil' (duizend pagi na's) inlost. Aanvankelijk lijkt het er een beetje op alsof hij met deze ro man zichzelf herhaalt en zijn Indonesië-boeken in een soort trilogie bijeen brengt. In met name de tweede helft schuiven echter alle bekende delen op een zo eigen manier in en over elkaar, dat er een geheel nieuwe hallucinerende erva ring ontstaat. „Dat hele oeuvre van me, zeg ik, is een complex van in elkaar doorlopende la-, byrinten." Weliswaar bevat de roman een aantal 'historische' complexen van Brouwers als zijn jonge ja ren in Indonesië, zijn kost schoolperiode, een mislukt hu welijk met daarna de jacht op de ideale vrouw en zijn moei zame bouw aan een schrijvers bestaan. Maar het gaat daarbij niet om reproducties van verle dens; het gaat om een verleden als heden. „Het huis van de overledene waar alles is gelaten zoals het was toen hij stierf. Ik meen rond te lopen in een museum waarvan ik zelf de sleutel be zat. Alles herken ik en herinner ik mij, al is van herkennen en herinneren eigenlijk geen sprake, - de dingen en de plaats van de dingen zijn mij zo van zelfsprekend vertrouwd alsof ik ze geen dag niet gezien heb en alsof ik nooit uit deze ver trekken vol meubels en kinder speelgoed ben weggeweest'. Met de geijkte tijdschronologie kom je in deze roman niet uit de voeten. Zijn levenskamers liggen dan ook volgestouwd met frustra ties, met onverwerkte verle dens, die niet aan tijd en ruimte gebonden zijn. Brouwers verli- teratuurt ze. Ook een vorm van verwerking. Als lezer is het zaak je niet op het verkeerde been te laten zetten; je te erge ren aan zijn 'gedram'. Het is Brouwers niet meer die dramt, maar de Nobelprijswinnaar, zijn literair-dramatische ik. Hij speelt toneel met zijn verle den. In 'De Zondvloed' komt let terlijk een nogal uitvoerige 'to neelscène' voor wanneer hij te vergeefs probeert te vluchten uit de verstikkende roomse sfeer van zijn kostschool. Droom of werkelijkheid? Bei de. Ook het kopen van nieuwe kleren/schoenen bijvoorbeeld wordt een vorm van dramatiek die een nieuwe levensfase moet (zou moeten) inluiden. Brouwers wisselt telkens tus sen de eerste en derde persoon, dialogeert met een interview- Jeroen Brouwers: kamers vol frustraties. - foto chris van houts ster en een uitgever, splitst zichzelf op, neemt afstand en raakt verstrikt, wisselt zelfme delijden af met lyrische ver voering, doet zeer klierderig en fleemt; kortom probeert zich te gedragen als een impulsief mens. Balikpapan. Zijn vader tus sen het puin. Zijn moeder die hem hardhandig vernedert. Het Jappenkamp. Maar bo venal zijn ontluikende manne lijkheid en zijn vriendinnetje Tikoes, het inheemse meisje dat alleen hem begrijpt als hij zegt dat puin en dood hem fas cineren als 'mooi'. Het witte meisje Yvonne, met wie hij hardhandig Jappenkampje moet spelen. Moeder, Tikoes, Yvonne. Zijn angst voor de vrouw, die hem beheerst of zijn gevoel af tapt, vindt bij hen zijn bron; wordt bewezen door zijn mis lukte relatie met het (rooms ge frustreerde) moedertjesdier Laura en zijn afkeer van kin deren. Dit beeld, deze frustratie duikt telkens op; voedt tegelijk zijn pijn over het verloren pa radijs Nederlands-Indië. Te rugkeer is niet mogelijk. 'Mijn Indië' is: het papier waar ik nu op schrijf. Mijn schrijven is het enige dat echt gebeurt'. Deze psychische angst voor 'de' vrouw wordt bovendien nog extra gevoed door een door een sexueel complex, hem aange praat en 'aangehandeld' door zijn roomse celibataire opvoe ders op de kostschool. Verbo den man te zijn. De zonde als zwaard van Damocles boven je mannelijkheid. Liturgische teksten, die spreken over het schoonwassen van zonden doorspekken de roman. Een zondvloed aan neuroses over spoelt het leven van de ge droomde Nobelprijswinnaar. Als het niet echt kan dan vlucht je tenslotte in de droom. Dan droom je roem, dan droom je vrouwen. Nachtschade heet de ideale vrouw. Zij personifieert tal rijke vrouwen, die hun ogen schijnlijke beloftes ontkrach ten op zijn gefrustreerde man nelijkheid. In haar ontvouwen alle gegevens van het boek zich in een hallucinerend labyrinth vol duistere, uitzichtloze on macht. „De uitgever. Zegt: Waarom noem je haar toch Nachtschade? Dat is, evenals dollekervel, een vergiftigde plant. Socrates, weet je wel? Dronk het sap van de dolleker vel. Zij heeft mij toch ook ver giftigd, zeg ik. Verliefdheid blijkt een gif te zijn, dat weet ik nu dus ook." Zo is er ook nog de droom en de werkelijkheid rond zijn schrijversbestaan. Deze droom begon ook al in Indonesië met het bouwen van een geheim schrijvershuis, waarin de bam boe zong boven een roestige schrijfmachine. Aan het slot van dit boek heeft hj het zover geschopt dat zijn vier eerste boeken met elk één exemplaar staan in het overvolle magazijn van de uitgever. In ieder geval aanwezig. Voor de rest droom je je de miskende Nobelprijs winnaar: de dramatiek van een Zangeres Zonder Naam; de ho- meopatische overdosis die moet genezen. Wie? Jeroen Brouwers is in deze ro man zeer zinnebeeldig bezig. Allerlei voorwerpen, bijvoor beeld, willen de overdrachte lijke zin van deze 'historie' on derstrepen. Een schelp in rela tie met zijn eerste erotische er varingen; een telefoon die zijn angst voor het verleden, voor de mens accentueert; het toneel met een spiegel; een duistere tunnel. Ook de evenaar, als de lijn tussen zijn Indische en Ne derlandse leven en nergens- thuis, speelt een rol. De manier waarop hij de taal hanteert is heel boeiend. Hij doet dat zeer gevarieerd. Hij bouwt klassieke zinnen en maakt zinnen die ogenschijn lijk niet kunnen. Zijn inter punctie is soms merkwaardig, maar tegelijk zo dwingend uit zonderlijk dat er nieuwe lees ervaringen ontstaan. De zwaarmoedige romanti cus Brouwers zag waarschijn lijk de bui al hangen; een mo gelijke herhaling van de vroe gere wat merkwaardige dis cussies over waar en onwaar in zijn romans. In een aanloop op de werkelijke roman herhaalt hij enkele keren hoe je 'De Zondvloed' moet lezen. 'Kunst is een leugen die de werkelijk heid openbaart'.'Literatuur is: aannemelijk gemaakte wer kelijkheid'.'Alles wat de schrijver meemaakt, maakt hij mee in woorden.de schrijver leeft niet, want zijn leven be staat uitsluitend uit zijn be hoefte, niet om dat leven te 'be leven', maar om het te beschrij ven. Wie schrijft, is dood'. Ver derop noteert hij'Naarmate de schrijver schrijft, gumt hij zichzelf uit'. In dat verlengde ligt zijn me dedeling: „Het enige bewijs dat hij bestaat is zijn werk." Het laatste hoofdstuk heet 'In het voetspoor van...' Brouwers wil op deze aarde zijn sporen nalaten. Dat is hem met zijn 'Zondvloed' wel gelukt. De laatste zin ervan is karakteris tiek voor het hele boek: 'Het water is dieper dan ik altijd had gedacht, in die diepte ver dwijn ik alsof ik een trap afga en daar jaren, jaren van mijn leven over zal doen'... Een boek Voor lezers die met hem in het diepe willen afdalen en over een lange adem beschik ken. Jeroen Brouwers: 'De zond vloed'. Uitg. De Arbeiders pers, prijs 49,50. Door Paul Merkx VAN Adriaan van Dis ver schenen achtereenvolgens de novelle 'Nathan Sid', de verhalenbundel 'Casablan ca' en het beknopte reisver haal 'Een barbaar in China'. Nu is er voor het eerst een geheel van langere adem,een heuse roman on der de titel 'Zilver of Het verlies van de onschuld'. Zilver is een wees. In het ver haal wordt de ontwikkeling van het jongetje Zilver tot de jongeman Zilver geschetst. In het begin is hij een eenzaam en ontvankelijk jongetje dat ern stig gebukt gaat onder het strakke regiem dat de grijze en oerdegelijke Juffrouw over hem uitoefent. Soms trekt hij zich daarom terug op zolder waar hij boven het Boek met Duizend Platen zijn fantasie de vrije loop kan laten. Dat boek laat open en bloot van alles over sex zien, waarover in het grote, kille huis beslist niet ge praat kan worden. „Het riet praat, dat is de Juffrouw ge noeg. Haar koekje eet zij als een muis, je hoort haar tanden niet. Ook Zilver kan kauwen zonder knars en roeren zonder dat zijn lepel het kopje raakt. Hij wordt in stilte opgevoed." Ook kan Zilver zijn toevlucht nemen tot zijn schrift, waarin hij Eerste Keren verzamelt. Al het vreemde en nieuwe schrijft hij op, hij noteert de geuren in het huis, de grove taaluitingen van het 'volk', alles wat hij voelt en ziet. Nee, Zilver is niet gelukkig met zijn saaie leventje thuis en op school, waar hij stomme rijtjes uit zijn hoofd moet leren en voor het minste of geringste vergrijp zwaar ge straft wordt. Hij wil zijn vleu gels uitslaan, groots en meesle pend leven, zoals zijn vader die veel reizen in exotische landen heeft gemaakt en voor hem het ideaal van mannelijkheid en durf vertegenwoordigt. Amusant zijn de gedroomde dialogen die Zilver van tijd tot tijd met zijn vader voert. Op de ochtend van een 'tij gerj acht' ontspint zich het volgende ge sprek: 'Goedemorgen.' 'Ik heb de geweren al geladen.' 'Op jou kan ik bouwen, lieve vent.' 'Hoe voel je je?' 'Zo gespannen als een veer!' 'Hoor je hem brul len?' 'Die leg ik neer.' Stap voor stap en met veel vallen en opstaan worstelt Zil ver zich naar de volwassenheid. Van heel nabij maken we zijn ontdekking van de sexualiteit mee, zijn eerste aarzelende toe naderingspogingen tot het vrouwelijke geslacht, zijn tot mislukking gedoemde pogingen mannelijk en stoer over te ko men, zijn kennismaking met het 'volk' en zijn twijfels over zijn eigen sexuele voorkeur. Langzaam lukt het hem zich van de Juffrouw los te weken. Vooral nadat Zilver wegens re calcitrant gedrag thuis en op school naar de kostschool Oud- leede moet, wordt de kloof tus sen hen steeds dieper. Oudleede is op waarlijk militaire leest geschoeid: elke morgen een verplichte veldloop, 's middags werken in de tuinen, geulen graven om het vliegveld, excur sies onder barre omstandighe den in de vrije natuur. Zilver heeft nogal wat moeite met de andere jongens mee te komen, maar hij probeert in ieder geval op aandoenlijke wijze in hun spoor te blijven. Aandoenlijk wordt ook be schreven hoe hij zijn uiterste best doet bij zijn idolen op school, de atleet Laszló en de dichter Douzy in de gunst te komen. Hij schrikt er bijvoor beeld niet voor terug Laszló te plezieren met extra trainingen en 's nachts bij kaarslicht lange gedichten te schrijven voor Douzy en zijn broeken te per sen. In het laatste hoofdstuk 'De stad' blijkt dat de schoolverla ter Zilver zich definitief van de Juffrouw heeft losgemaakt. Hij durft het Boek met Duizend Platen nu gewoon naast zijn bed te zetten, laat zijn krullen niet meer in een scheiding lei den door de Juffrouw en gaat op vrijersvoeten door de stad. Tenslotte durft Zilver zelfs naar de straat met de ramen te gaan, waar hij in de armen van een hoer terecht komt. Het ver haal eindigt met: „Zilver vliegt door de straat van de ramen, hij landt. Hij hoort bij de mannen." Ook al gaat het leven van Zilver beslist niet over rozen, nergens is de toon van het boek zwaarmoedig of klagerig. Van Dis schrijft luchtige, korte zin netjes in een fraaie, schijnbaar eenvoudige stijl en de onhan dige fratsen van Zilver worden bezien met een ironische dis tantie die het leesplezier zeker verhoogt. Af en toe is Zilver wel erg wijs voor zijn leeftijd, maar wat dat betreft weet Van Dappere Dientje.- Door Muriel Boll EEN witte kerst komt zelden voor, dus voor een kerJ voel moet u daar maar niet op rekenen; maarj sneeuw en geurige houtvuren zijn in boeken ruim i handen. In 'Het winterhuis van de beer' bereidt beer zijn winterslaap voor. Hij zoekt dikke takken en zacht mos bij elkaar om er een warm winterhuis van te bou wen. Als het zover is en de win terstormen opsteken heeft de beer nergens last van, maar de eekhoorn, de kip en het varken voelen zich doodongelukkig. De goedhartige beer geeft hen on derdak en dan kan hij het sla pen wel vergeten. Er worden liedjes gezongen, spelletjes ge daan tot de lente. De gasten vertrekken en de beer breekt zijn huis af om het helemaal aan de andere kant van het bos weer op te bouwen en nog even een dutje te doen. De tekeningen zijn van Quentin Blake. In een paar lij nen staat daar de beer, voel je de storm en zie je eekhoorn be nauwd over de rand van zijn nest kijken. De tekst van John Yeoman sluit daar naadloos bij aan en die combinatie levert een kostelijk prentenboek op. Eerder verscheen van Blake en Yeoman 'De waterpicknick van de beer'. In 'Dappere Dientje' van William Steig sneeuwt het gi gantisch. Dientje moet door de sneeuwstorm om voor haar zieke moeder de pasgenaaide jurk naar de hertogin te bren gen. Op de meeste grote teke ningen zie je niet meer dan het meisje en haar pakket, de zwie pende bomen en de sneeuw; weinig variatie dus, deson danks is het een bijzonder boeiend prentenboek. Dat komt doordat het landschap in ver schillende kleuren wit en grijs is geschilderd en doordat je Dientje in steeds verschillende houdingen met haar pakket en de storm ziet worstelen. Dap pere Dientje moet zoveel door staan dat je haar een goede af loop toewenst en dat gebeurt dan ook. Net als Dappere Dientje nemen de 'Drie dappere marmotten' van Tan Koide het op tegen de winter. Deze dieren speelden eerder een hoofdrol in 'Klop, klop, wie is daar dat in 1986 een Zilveren Griffel kreeg. De postbode is ziek geworden en de marmotten installeren hem bij het haardvuur. Per slee be zorgen zij de pakjes en de brie ven. Dat valt niet mee, de kist appelen voor mevrouw Vos valt in de sneeuw en ze kunnen maar zes appels terugvinden. Toch krijgen de marmotten elk een mooie rode appel van me vrouw Vos. Het avontuur ein digt bij de warme kachel ter wijl het buiten nog steeds sneeuwt. Een vriendelijk verhaal in zachtgekleurde potloodteke ningen die twee hele bladzijden beslaan. In 'Lieve sneeuwman' ligt uiteraard ook volop sneeuw; tot verdriet van de sneeuwman die zich de aarde anders had voorgesteld: niet wit, maar vol kleurige bloemen. De sneeuw man gaat op zoek, maar hoe mooi hun kleuren ook zijn, koolstronken en brandende lantarenpalen blijken geen bloemen. Verdrietig leunt de sneeuwman tegen een deur en rolt dan pardoes een kas vol kleurige bloemen in. De sneeuwman heeft het opperste geluk gevonden maar dat is te gelijkertijd zijn onderganj smelt. Het restje sneeuw van hem overblijft wordtl kinderen gebruikt en ze r een nieuwe sneeuwman. Van dezelfde uitgever De Windstreken is 'Hoe de man aan een knecht kwarii| prenten zijn aquarellen gewassen zijn dat ze hel effect hebben als wanneel door je wimpers naar be) kaarsjes kijkt. Het verha; een echt kerstverhaal over arme houthakker waar mand naar omkijkt; tochwt hij de knecht van de kei De platen zijn fraai geklei blauw, violet, purperrood het wit van de sneeuw zijn hoofdtinten. Uit Japan komt 'Het feest van Kummeling'. Ka meling is een lobbes van beer met een piepklein ho parmantig tussen zijn oren.: is zo groot dat hij soms niet! lemaal op de bladzij past. Hij haalt een heel kers menbos in huis en als hij der in het kersttoneelstuk zijn, zegt hij steeds 'ezel paarden' in plaats van ij op aarde'. Zo komt er nietsi terecht, Kummeling moet® als kerstkind in de kribbe juist dan valt de beer in r terslaap. Korte duidelijke nen vertellen het verhaal a prenten hebben aantrekkel warme kleuren. Over Kunt ling zijn inmiddels zes bot verschenen. Heel lief is 'Ge luk bij een geluk' van Cynthia en Paterson. Een dierenkerst! avontuur en een weldoener een hoge hoed op dat allen De dieren en hun zijn getekend in de stijl Beatrix Potter zonder da te lijken. Veel feestelijk maken er een echt kerstboa van. Winterboeken genoeg dis al lezende kwamen zinna klein Anneke in haar n ogen. En de wilde wind kt" en de valse kou, en de sche hagelstenen. Ze grepen 1 heen en weer. Ze trokken haar mooie krullen... Oct, toen klein Anneke wou, duwden ze haar val dijk af(...) Tientallen jaren leden geschreven door ter-verteller W.G. van Hulst. Met een kerstl boekje van hem was het echt winter. J. Yeoman en Q. Blake: winterhuis van de beef. Bekadidact, prijs 16,50 W. Steig: 'Dappere Dit Uitg. Querido, prijs 19,50 T. Koide: 'Drie dappere motten'. Uitg. Gottmer, ƒ18,50 J. Wilkon en G.M. 'Lieve sneeuwman'. M. en K. Siegenthaler: "H« kerstman aan een kwam'. Beide boeken van De Vier Windstreken, ƒ22,50 Kuratomi en Kakimoto: kerstfeest van Kummi Uitg. Bekadidact, prijs C. en B. Paterson: 'Gel»»1 een ongeluk'. Uitg. 01 prijs 12,50 GEEN huiswerk maken en als de hemel op aarde.bestaal drie scholen in ons land wel. In uur naar school en tijdens elke h de leraar twintig minuten hur gaan, hoeven ze niets meer, ge werk, zet die muziek af', maar zo. Huiswerk maken op school is 1 in 1987 mocht hij het in Kerkratj De cijfers van alle leerlingen gin den de eindexamenkandidaten Zuylen vindt het logisch dat kin ze hun huiswerk op school moged Leer je op die manier wel zelfs, van wel: „Veel kinderen kunn hebben dat ze het thuis niet zo i hoop ik niet dat alle scholen gaan; je kunt het alleen doen all Die moeten minstens zes uur pei lessen kosten meer voorbereidir Veel meer werk dus zonder dat Daar heeft niet iedere docent teem". Het zou al veel schelen als lerare huiswerk zouden opgeven. Dan 1 ken hoeveel huiswerk er voor del ven en daar houden ze dan ook gt DE PRESIDENT van Rus land heeft voor kerstman ge speeld. In een vergadering van de Verenigde Naties heeft hij gezegd dat het Rus- haal vol sneeuw, hulst, leï sische leger binnen twee jaar eten, sleetjes, een spana 10% minder soldaten zal heb ben; dat is een half miljoen. Er gaan ook 10.000 tanks naar uitloopt op een groot kers! de sloop en nog wat gevechts vliegtuigen en andere wa pens. Rusland houdt nog meer dan genoeg over, maar toch is het duidelijk dat het Gorbatsjov menens is met de ontwapening. Hij heeft precies het goede moment gekozen voor zijn me op als: (,..)De sneeuw sl kerstcadeau. In Amerika is op het moment geen echte presi dent. Reagan is bijna weg en Bush is nog niet. Geen van tweeën kon gaan zeuren over Anneke. Ze schudden li 'koe bedoelt u dat nou precies' en 'waar zit het addertje on der het gras'. Ze konden al leen maar blij en verrast zijn. Op die manier krijgt Gor batsjov de kans om zonder oeverloos gezeur te doen wat hij beloofd heeft. Adriaan van Dis - fotoanp Dis zeker beter maat te houden dan de Engelse schrijfster Sue Townsend die met haar createi 'Adrian Mole' zoveel succes had. Ook Adriaan van Dis ver dient het gelezen te worden. Adriaan van Dis: 'Zilver'. Uitg. Meulenhoff, prijs 24,50 DE schrijver Willem Wilmink promoveert donderdag 15 de cember tot doctor aan de Ka tholieke Universiteit Brabant in Tilburg op het proefschrift 'Het verraderlijke kind. Over enkele gedichten van Hendrik de Vries'. Promotor is Hugo Verdaasdonk, hoogleraar lite ratuursociologie aan de KUB. Het proefschrift wordt door uitgeverij Bert Bakker op de markt gebracht. „Door het schrijven voor kin deren ben ik noodgedwongen zo eenvoudig mogelijk gaan schrijven, ik ben elke moeiliF muiering van mijzelf of van anderen eigenlijk een beetje wantrouwen: als het zo ingewikkeld is, is het dan wel zegt de 52-j arige in Enschede geboren schrij ver. Zijn proefschrift is gemakkelijk te lezen. Criticus Ke« noemt het 'het enige proefschrift dat kinderen kunnen beg» Wilmink schreef onder meer teksten voor de 'StratemakeG» show', Wieteke van Dort, Aart Staartjes, Herman van Don Quishocking.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 30