Brouwers laat zijn sporen na
Huiswer)
toch betei
Hans Warren en de
'ongelikte beren'
NOBELPRIJSWINNAAR MET EEN ZONDVLOED NEUROSES
Obstakels op de weg naar volwassenheid
Sneeuw en geurige
houtvuren in boekej
Gorba de k
pfiBf
DE STEM BOEKENGIDS ZATERDAG 10 DECEMBER 1988
DEEL 7 VAN DAGBOEKEN
Kloof
ILLUSIE en angst. Jeroen Brouwers houdt er
zich nog steeds mee in leven. De spanningsboog
tussen beide elementen wordt in stand gehouden
door jenever en schrijfkunst.
Heden
Frustraties
Zonde
Zinnebeeldig
NIEUWE ROMAN VAN ADRIAAN VAN DIS
Dialogen
Militair
2L r-V, DESTEMZArai
T 7-
Slee
Kerstkaarsjes
Willem Wilmink wordt dfi
lambone
W5.
Door Henk Egbers
ZE BLIJVEN komen uit
Kloetinge, de dagboeken
van Hans Warren. Het ze
vende deel, met de periode
1958-1962, is uit. Zijn leven
was tot nu toe een prelu
dium, schrijft hij aan het
begin. Maar in dit deel is er
nog geen sprake van een
'plein jeu'.
Wat waren dat voor jaren in
Nederland: 1958-1962? De over
gang van het decennium van de
wederopbouw naar het decen
nium van de maatschappe
lijke- en kerkelijke 'revolutie'
etcetera. Maar Warrens dag
boek is zó intiem, dat er geen
enkel lijntje ligt naar buiten,
naar de 'Umwelt'. Het had ook
in de jaren dertig of zeventig
geschreven kunnen zijn.
Indirect vertelt het wel iets
over 'zijn' periode, als er bij
voorbeeld sprake is van War
rens inleiding op een Boutens
bloemlezing in Maatstaf. Die is
gedateerd. En zo zijn er nog
talrijke literaire besognes van
Warren die enigszins tijdge
bonden zijn. Nog steeds vind ik
die raakpunten met de litera
tuur de interessantste bladzij
den uit zijn dagboek. Hoe hij
indertijd reageerde op het be
gin van Mulisch en Wolkers, op
Vestdijk en Rodenko. Over zijn
vriendschap met Maria Der-
moüt etcetera.
Verder staat er nogal wat in
over zijn liefhebberijen: het
verzamelen van vogels en het
collectioneren van antiek.
Daarbij komen handelaren met
naam en toenaam opdraven,
waardoor de couleur locale een
accentje krijgt. Voor lezers in
Zeeland zal dat soms een extra
attractie kunnen zijn.
Een andere besogne is zijn
familie, vrouw en kinderen.
Hoewel dat thema wel inciden
teel aan de orde komt, is het re
latief gesproken minder onder
werp tot overdenking dan eer
der genoemde onderwerpen. In
een dagboek, waarvan gezegd
is, dat het zeer intiem is en niet
voor publiciteit geschreven
werd, valt dat nu op.
Als auteur heeft Warren in
deze jaren niet veel afgeschei
den. In het dagboek bevinden
zich overigens enkele mooie ge-
Hans Warren
dichten. Wel vraagt hij zich er
bijvoorbeeld in af hoe de kloof
tussen de dichter en het pu
bliek ontstaan is. „De litera
tuur is lang, heel lang boefend
geweest door de elite, de rijken,
mensen van eruditie en loisir.
Zij wordt dat in vele gevallen
nog steeds.. De burgerman en
de ongelikte beer in de letteren
zijn nieuwe verschijningen, en
- foto nos
of we er gelukkig mee moeten
zijn betwijfel ik. Veel van de
heersende slechte smaak en
stijlloosheid kunnen we op hen
afwentelen. Kunst is zo aristo
cratisch, dat zij degene die haar
beoefent adelt, ook wanneer die
van een eenvoudige afkomst
is".
Hoewel ik denk dat Hans
Warren ongeveer nog zo denkt,
kun je dat betwijfelen als je
ziet dat de achterzijde van deze
aflevering voorzien is met een
uitvoerig citaat van een onge
likt beer (Boudewijn Büch) om
het dagboek aan te prijzen.
Warren wordt geprezen omdat
hij zo genadeloos met de billen
bloot gaat. Büch weet te goed
dat jezelf strippen nog steeds
redelijk betaald wordt.
Als ik in deze aflevering lees
over één van de dronkemans
buiten van uitgever Bert Bak
ker kriebelt er toch wat bij me;
méér dan wanneer Warren
meedeelt dat een klank- en
lichtspel in Middelburg van
'zijn' hoofdredacteur Gommert
de Kok stomvervelend en bene
den verwachting was etcetera.
Kortom er is nog best wat te
beleven in dit deel van het dag
boek als je voor genoemde en
andere bekentenissen open
staat.
Hans Warren: 'Geheim Dag
boek, 1958-1962'. Uitg. Bert
Bakker, prijs ƒ23,90 en luxe
uitgave 29,50.
Door Henk Egbers
Met een zondvloed aan beelden, metaforen, houdt hij zich
op de been als de gedroomde Nobelprijswinnaar met de
mooiste vrouw ter wereld aan zijn zijde. Als Orpheus, de
begaafde Griekse kunstenaar, daalt hij af in de onderwe
reld tussen furiën en Euridice. In zijn roman 'De Zond
vloed' doet hij 'verslag'.
'De oude Nobelprijswinnaar'
wil als hij aan de laatste secon
den van zijn leven is begonnen
nog gauw even een roman van
duizend bladzijden schrijven;
zijn meesterwerk. Hij schreef
daarom tientallen schriften/
dagboeken vol. Daaruit werden
eerder afgesplitst 'Het verzon-
kene' (1979) en 'Bezonken rood'
(1981). In 1987 kwamen twee
dikke delen met 'Kroniek van
een karakter' (dagboeken) uit.
Het nu verschenen 'De zond
vloed' bevat toch nog 762 pagi
na's, maar zijn geschreven met
een compacte geladenheid die
zijn 'laatste wil' (duizend pagi
na's) inlost.
Aanvankelijk lijkt het er een
beetje op alsof hij met deze ro
man zichzelf herhaalt en zijn
Indonesië-boeken in een soort
trilogie bijeen brengt. In met
name de tweede helft schuiven
echter alle bekende delen op
een zo eigen manier in en over
elkaar, dat er een geheel
nieuwe hallucinerende erva
ring ontstaat. „Dat hele oeuvre
van me, zeg ik, is een complex
van in elkaar doorlopende la-,
byrinten."
Weliswaar bevat de roman een
aantal 'historische' complexen
van Brouwers als zijn jonge ja
ren in Indonesië, zijn kost
schoolperiode, een mislukt hu
welijk met daarna de jacht op
de ideale vrouw en zijn moei
zame bouw aan een schrijvers
bestaan. Maar het gaat daarbij
niet om reproducties van verle
dens; het gaat om een verleden
als heden.
„Het huis van de overledene
waar alles is gelaten zoals het
was toen hij stierf. Ik meen
rond te lopen in een museum
waarvan ik zelf de sleutel be
zat. Alles herken ik en herinner
ik mij, al is van herkennen en
herinneren eigenlijk geen
sprake, - de dingen en de plaats
van de dingen zijn mij zo van
zelfsprekend vertrouwd alsof
ik ze geen dag niet gezien heb
en alsof ik nooit uit deze ver
trekken vol meubels en kinder
speelgoed ben weggeweest'.
Met de geijkte tijdschronologie
kom je in deze roman niet uit
de voeten.
Zijn levenskamers liggen dan
ook volgestouwd met frustra
ties, met onverwerkte verle
dens, die niet aan tijd en ruimte
gebonden zijn. Brouwers verli-
teratuurt ze. Ook een vorm van
verwerking. Als lezer is het
zaak je niet op het verkeerde
been te laten zetten; je te erge
ren aan zijn 'gedram'. Het is
Brouwers niet meer die dramt,
maar de Nobelprijswinnaar,
zijn literair-dramatische ik.
Hij speelt toneel met zijn verle
den.
In 'De Zondvloed' komt let
terlijk een nogal uitvoerige 'to
neelscène' voor wanneer hij te
vergeefs probeert te vluchten
uit de verstikkende roomse
sfeer van zijn kostschool.
Droom of werkelijkheid? Bei
de. Ook het kopen van nieuwe
kleren/schoenen bijvoorbeeld
wordt een vorm van dramatiek
die een nieuwe levensfase moet
(zou moeten) inluiden.
Brouwers wisselt telkens tus
sen de eerste en derde persoon,
dialogeert met een interview-
Jeroen Brouwers: kamers vol frustraties. - foto chris van houts
ster en een uitgever, splitst
zichzelf op, neemt afstand en
raakt verstrikt, wisselt zelfme
delijden af met lyrische ver
voering, doet zeer klierderig en
fleemt; kortom probeert zich te
gedragen als een impulsief
mens.
Balikpapan. Zijn vader tus
sen het puin. Zijn moeder die
hem hardhandig vernedert.
Het Jappenkamp. Maar bo
venal zijn ontluikende manne
lijkheid en zijn vriendinnetje
Tikoes, het inheemse meisje
dat alleen hem begrijpt als hij
zegt dat puin en dood hem fas
cineren als 'mooi'. Het witte
meisje Yvonne, met wie hij
hardhandig Jappenkampje
moet spelen. Moeder, Tikoes,
Yvonne.
Zijn angst voor de vrouw, die
hem beheerst of zijn gevoel af
tapt, vindt bij hen zijn bron;
wordt bewezen door zijn mis
lukte relatie met het (rooms ge
frustreerde) moedertjesdier
Laura en zijn afkeer van kin
deren. Dit beeld, deze frustratie
duikt telkens op; voedt tegelijk
zijn pijn over het verloren pa
radijs Nederlands-Indië. Te
rugkeer is niet mogelijk. 'Mijn
Indië' is: het papier waar ik nu
op schrijf. Mijn schrijven is het
enige dat echt gebeurt'.
Deze psychische angst voor 'de'
vrouw wordt bovendien nog
extra gevoed door een door een
sexueel complex, hem aange
praat en 'aangehandeld' door
zijn roomse celibataire opvoe
ders op de kostschool. Verbo
den man te zijn. De zonde als
zwaard van Damocles boven je
mannelijkheid. Liturgische
teksten, die spreken over het
schoonwassen van zonden
doorspekken de roman. Een
zondvloed aan neuroses over
spoelt het leven van de ge
droomde Nobelprijswinnaar.
Als het niet echt kan dan
vlucht je tenslotte in de droom.
Dan droom je roem, dan droom
je vrouwen.
Nachtschade heet de ideale
vrouw. Zij personifieert tal
rijke vrouwen, die hun ogen
schijnlijke beloftes ontkrach
ten op zijn gefrustreerde man
nelijkheid. In haar ontvouwen
alle gegevens van het boek zich
in een hallucinerend labyrinth
vol duistere, uitzichtloze on
macht. „De uitgever. Zegt:
Waarom noem je haar toch
Nachtschade? Dat is, evenals
dollekervel, een vergiftigde
plant. Socrates, weet je wel?
Dronk het sap van de dolleker
vel. Zij heeft mij toch ook ver
giftigd, zeg ik. Verliefdheid
blijkt een gif te zijn, dat weet ik
nu dus ook."
Zo is er ook nog de droom en
de werkelijkheid rond zijn
schrijversbestaan. Deze droom
begon ook al in Indonesië met
het bouwen van een geheim
schrijvershuis, waarin de bam
boe zong boven een roestige
schrijfmachine. Aan het slot
van dit boek heeft hj het zover
geschopt dat zijn vier eerste
boeken met elk één exemplaar
staan in het overvolle magazijn
van de uitgever. In ieder geval
aanwezig. Voor de rest droom
je je de miskende Nobelprijs
winnaar: de dramatiek van een
Zangeres Zonder Naam; de ho-
meopatische overdosis die moet
genezen. Wie?
Jeroen Brouwers is in deze ro
man zeer zinnebeeldig bezig.
Allerlei voorwerpen, bijvoor
beeld, willen de overdrachte
lijke zin van deze 'historie' on
derstrepen. Een schelp in rela
tie met zijn eerste erotische er
varingen; een telefoon die zijn
angst voor het verleden, voor
de mens accentueert; het toneel
met een spiegel; een duistere
tunnel. Ook de evenaar, als de
lijn tussen zijn Indische en Ne
derlandse leven en nergens-
thuis, speelt een rol.
De manier waarop hij de taal
hanteert is heel boeiend. Hij
doet dat zeer gevarieerd. Hij
bouwt klassieke zinnen en
maakt zinnen die ogenschijn
lijk niet kunnen. Zijn inter
punctie is soms merkwaardig,
maar tegelijk zo dwingend uit
zonderlijk dat er nieuwe lees
ervaringen ontstaan.
De zwaarmoedige romanti
cus Brouwers zag waarschijn
lijk de bui al hangen; een mo
gelijke herhaling van de vroe
gere wat merkwaardige dis
cussies over waar en onwaar in
zijn romans. In een aanloop op
de werkelijke roman herhaalt
hij enkele keren hoe je 'De
Zondvloed' moet lezen. 'Kunst
is een leugen die de werkelijk
heid openbaart'.'Literatuur
is: aannemelijk gemaakte wer
kelijkheid'.'Alles wat de
schrijver meemaakt, maakt hij
mee in woorden.de schrijver
leeft niet, want zijn leven be
staat uitsluitend uit zijn be
hoefte, niet om dat leven te 'be
leven', maar om het te beschrij
ven. Wie schrijft, is dood'. Ver
derop noteert hij'Naarmate de
schrijver schrijft, gumt hij
zichzelf uit'.
In dat verlengde ligt zijn me
dedeling: „Het enige bewijs dat
hij bestaat is zijn werk." Het
laatste hoofdstuk heet 'In het
voetspoor van...' Brouwers
wil op deze aarde zijn sporen
nalaten. Dat is hem met zijn
'Zondvloed' wel gelukt. De
laatste zin ervan is karakteris
tiek voor het hele boek: 'Het
water is dieper dan ik altijd
had gedacht, in die diepte ver
dwijn ik alsof ik een trap afga
en daar jaren, jaren van mijn
leven over zal doen'... Een
boek Voor lezers die met hem
in het diepe willen afdalen en
over een lange adem beschik
ken.
Jeroen Brouwers: 'De zond
vloed'. Uitg. De Arbeiders
pers, prijs 49,50.
Door Paul Merkx
VAN Adriaan van Dis ver
schenen achtereenvolgens
de novelle 'Nathan Sid', de
verhalenbundel 'Casablan
ca' en het beknopte reisver
haal 'Een barbaar in China'.
Nu is er voor het eerst een
geheel van langere
adem,een heuse roman on
der de titel 'Zilver of Het
verlies van de onschuld'.
Zilver is een wees. In het ver
haal wordt de ontwikkeling
van het jongetje Zilver tot de
jongeman Zilver geschetst. In
het begin is hij een eenzaam en
ontvankelijk jongetje dat ern
stig gebukt gaat onder het
strakke regiem dat de grijze en
oerdegelijke Juffrouw over
hem uitoefent. Soms trekt hij
zich daarom terug op zolder
waar hij boven het Boek met
Duizend Platen zijn fantasie de
vrije loop kan laten. Dat boek
laat open en bloot van alles
over sex zien, waarover in het
grote, kille huis beslist niet ge
praat kan worden. „Het riet
praat, dat is de Juffrouw ge
noeg. Haar koekje eet zij als een
muis, je hoort haar tanden niet.
Ook Zilver kan kauwen zonder
knars en roeren zonder dat zijn
lepel het kopje raakt. Hij wordt
in stilte opgevoed."
Ook kan Zilver zijn toevlucht
nemen tot zijn schrift, waarin
hij Eerste Keren verzamelt. Al
het vreemde en nieuwe schrijft
hij op, hij noteert de geuren in
het huis, de grove taaluitingen
van het 'volk', alles wat hij
voelt en ziet. Nee, Zilver is niet
gelukkig met zijn saaie leventje
thuis en op school, waar hij
stomme rijtjes uit zijn hoofd
moet leren en voor het minste
of geringste vergrijp zwaar ge
straft wordt. Hij wil zijn vleu
gels uitslaan, groots en meesle
pend leven, zoals zijn vader die
veel reizen in exotische landen
heeft gemaakt en voor hem het
ideaal van mannelijkheid en
durf vertegenwoordigt.
Amusant zijn de gedroomde
dialogen die Zilver van tijd tot
tijd met zijn vader voert. Op de
ochtend van een 'tij gerj acht'
ontspint zich het volgende ge
sprek: 'Goedemorgen.' 'Ik heb
de geweren al geladen.' 'Op jou
kan ik bouwen, lieve vent.' 'Hoe
voel je je?' 'Zo gespannen als
een veer!' 'Hoor je hem brul
len?' 'Die leg ik neer.'
Stap voor stap en met veel
vallen en opstaan worstelt Zil
ver zich naar de volwassenheid.
Van heel nabij maken we zijn
ontdekking van de sexualiteit
mee, zijn eerste aarzelende toe
naderingspogingen tot het
vrouwelijke geslacht, zijn tot
mislukking gedoemde pogingen
mannelijk en stoer over te ko
men, zijn kennismaking met
het 'volk' en zijn twijfels over
zijn eigen sexuele voorkeur.
Langzaam lukt het hem zich
van de Juffrouw los te weken.
Vooral nadat Zilver wegens re
calcitrant gedrag thuis en op
school naar de kostschool Oud-
leede moet, wordt de kloof tus
sen hen steeds dieper. Oudleede
is op waarlijk militaire leest
geschoeid: elke morgen een
verplichte veldloop, 's middags
werken in de tuinen, geulen
graven om het vliegveld, excur
sies onder barre omstandighe
den in de vrije natuur.
Zilver heeft nogal wat moeite
met de andere jongens mee te
komen, maar hij probeert in
ieder geval op aandoenlijke
wijze in hun spoor te blijven.
Aandoenlijk wordt ook be
schreven hoe hij zijn uiterste
best doet bij zijn idolen op
school, de atleet Laszló en de
dichter Douzy in de gunst te
komen. Hij schrikt er bijvoor
beeld niet voor terug Laszló te
plezieren met extra trainingen
en 's nachts bij kaarslicht lange
gedichten te schrijven voor
Douzy en zijn broeken te per
sen.
In het laatste hoofdstuk 'De
stad' blijkt dat de schoolverla
ter Zilver zich definitief van de
Juffrouw heeft losgemaakt. Hij
durft het Boek met Duizend
Platen nu gewoon naast zijn
bed te zetten, laat zijn krullen
niet meer in een scheiding lei
den door de Juffrouw en gaat
op vrijersvoeten door de stad.
Tenslotte durft Zilver zelfs
naar de straat met de ramen te
gaan, waar hij in de armen van
een hoer terecht komt. Het ver
haal eindigt met: „Zilver vliegt
door de straat van de ramen, hij
landt. Hij hoort bij de mannen."
Ook al gaat het leven van
Zilver beslist niet over rozen,
nergens is de toon van het boek
zwaarmoedig of klagerig. Van
Dis schrijft luchtige, korte zin
netjes in een fraaie, schijnbaar
eenvoudige stijl en de onhan
dige fratsen van Zilver worden
bezien met een ironische dis
tantie die het leesplezier zeker
verhoogt. Af en toe is Zilver
wel erg wijs voor zijn leeftijd,
maar wat dat betreft weet Van
Dappere Dientje.-
Door Muriel Boll
EEN witte kerst komt zelden voor, dus voor een kerJ
voel moet u daar maar niet op rekenen; maarj
sneeuw en geurige houtvuren zijn in boeken ruim i
handen.
In 'Het winterhuis van de beer'
bereidt beer zijn winterslaap
voor. Hij zoekt dikke takken en
zacht mos bij elkaar om er een
warm winterhuis van te bou
wen. Als het zover is en de win
terstormen opsteken heeft de
beer nergens last van, maar de
eekhoorn, de kip en het varken
voelen zich doodongelukkig. De
goedhartige beer geeft hen on
derdak en dan kan hij het sla
pen wel vergeten. Er worden
liedjes gezongen, spelletjes ge
daan tot de lente. De gasten
vertrekken en de beer breekt
zijn huis af om het helemaal
aan de andere kant van het bos
weer op te bouwen en nog even
een dutje te doen.
De tekeningen zijn van
Quentin Blake. In een paar lij
nen staat daar de beer, voel je
de storm en zie je eekhoorn be
nauwd over de rand van zijn
nest kijken. De tekst van John
Yeoman sluit daar naadloos bij
aan en die combinatie levert
een kostelijk prentenboek op.
Eerder verscheen van Blake en
Yeoman 'De waterpicknick van
de beer'.
In 'Dappere Dientje' van
William Steig sneeuwt het gi
gantisch. Dientje moet door de
sneeuwstorm om voor haar
zieke moeder de pasgenaaide
jurk naar de hertogin te bren
gen. Op de meeste grote teke
ningen zie je niet meer dan het
meisje en haar pakket, de zwie
pende bomen en de sneeuw;
weinig variatie dus, deson
danks is het een bijzonder
boeiend prentenboek. Dat komt
doordat het landschap in ver
schillende kleuren wit en grijs
is geschilderd en doordat je
Dientje in steeds verschillende
houdingen met haar pakket en
de storm ziet worstelen. Dap
pere Dientje moet zoveel door
staan dat je haar een goede af
loop toewenst en dat gebeurt
dan ook.
Net als Dappere Dientje nemen
de 'Drie dappere marmotten'
van Tan Koide het op tegen de
winter. Deze dieren speelden
eerder een hoofdrol in 'Klop,
klop, wie is daar dat in 1986
een Zilveren Griffel kreeg. De
postbode is ziek geworden en
de marmotten installeren hem
bij het haardvuur. Per slee be
zorgen zij de pakjes en de brie
ven. Dat valt niet mee, de kist
appelen voor mevrouw Vos
valt in de sneeuw en ze kunnen
maar zes appels terugvinden.
Toch krijgen de marmotten elk
een mooie rode appel van me
vrouw Vos. Het avontuur ein
digt bij de warme kachel ter
wijl het buiten nog steeds
sneeuwt.
Een vriendelijk verhaal in
zachtgekleurde potloodteke
ningen die twee hele bladzijden
beslaan.
In 'Lieve sneeuwman' ligt
uiteraard ook volop sneeuw;
tot verdriet van de sneeuwman
die zich de aarde anders had
voorgesteld: niet wit, maar vol
kleurige bloemen. De sneeuw
man gaat op zoek, maar hoe
mooi hun kleuren ook zijn,
koolstronken en brandende
lantarenpalen blijken geen
bloemen. Verdrietig leunt de
sneeuwman tegen een deur en
rolt dan pardoes een kas vol
kleurige bloemen in. De
sneeuwman heeft het opperste
geluk gevonden maar dat is te
gelijkertijd zijn onderganj
smelt. Het restje sneeuw
van hem overblijft wordtl
kinderen gebruikt en ze r
een nieuwe sneeuwman.
Van dezelfde uitgever De
Windstreken is 'Hoe de
man aan een knecht kwarii|
prenten zijn aquarellen
gewassen zijn dat ze hel
effect hebben als wanneel
door je wimpers naar be)
kaarsjes kijkt. Het verha;
een echt kerstverhaal over
arme houthakker waar
mand naar omkijkt; tochwt
hij de knecht van de kei
De platen zijn fraai geklei
blauw, violet, purperrood
het wit van de sneeuw zijn
hoofdtinten.
Uit Japan komt 'Het
feest van Kummeling'. Ka
meling is een lobbes van
beer met een piepklein ho
parmantig tussen zijn oren.:
is zo groot dat hij soms niet!
lemaal op de bladzij past.
Hij haalt een heel kers
menbos in huis en als hij
der in het kersttoneelstuk
zijn, zegt hij steeds 'ezel
paarden' in plaats van ij
op aarde'. Zo komt er nietsi
terecht, Kummeling moet®
als kerstkind in de kribbe
juist dan valt de beer in r
terslaap. Korte duidelijke
nen vertellen het verhaal a
prenten hebben aantrekkel
warme kleuren. Over Kunt
ling zijn inmiddels zes bot
verschenen.
Heel lief is 'Ge luk bij een
geluk' van Cynthia en
Paterson. Een dierenkerst!
avontuur en een weldoener
een hoge hoed op dat allen
De dieren en hun
zijn getekend in de stijl
Beatrix Potter zonder da
te lijken. Veel feestelijk
maken er een echt kerstboa
van.
Winterboeken genoeg dis
al lezende kwamen zinna
klein Anneke in haar n
ogen. En de wilde wind kt"
en de valse kou, en de sche
hagelstenen. Ze grepen 1
heen en weer. Ze trokken
haar mooie krullen... Oct,
toen klein Anneke
wou, duwden ze haar val
dijk af(...) Tientallen jaren
leden geschreven door
ter-verteller W.G. van
Hulst. Met een kerstl
boekje van hem was het
echt winter.
J. Yeoman en Q. Blake:
winterhuis van de beef.
Bekadidact, prijs 16,50
W. Steig: 'Dappere Dit
Uitg. Querido, prijs 19,50
T. Koide: 'Drie dappere
motten'. Uitg. Gottmer,
ƒ18,50
J. Wilkon en G.M.
'Lieve sneeuwman'. M.
en K. Siegenthaler: "H«
kerstman aan een
kwam'. Beide boeken van
De Vier Windstreken,
ƒ22,50
Kuratomi en Kakimoto:
kerstfeest van Kummi
Uitg. Bekadidact, prijs
C. en B. Paterson: 'Gel»»1
een ongeluk'. Uitg. 01
prijs 12,50
GEEN huiswerk maken en
als de hemel op aarde.bestaal
drie scholen in ons land wel. In
uur naar school en tijdens elke h
de leraar twintig minuten hur
gaan, hoeven ze niets meer, ge
werk, zet die muziek af', maar
zo.
Huiswerk maken op school is 1
in 1987 mocht hij het in Kerkratj
De cijfers van alle leerlingen gin
den de eindexamenkandidaten
Zuylen vindt het logisch dat kin
ze hun huiswerk op school moged
Leer je op die manier wel zelfs,
van wel: „Veel kinderen kunn
hebben dat ze het thuis niet zo i
hoop ik niet dat alle scholen
gaan; je kunt het alleen doen all
Die moeten minstens zes uur pei
lessen kosten meer voorbereidir
Veel meer werk dus zonder dat
Daar heeft niet iedere docent
teem".
Het zou al veel schelen als lerare
huiswerk zouden opgeven. Dan 1
ken hoeveel huiswerk er voor del
ven en daar houden ze dan ook gt
DE PRESIDENT van Rus
land heeft voor kerstman ge
speeld. In een vergadering
van de Verenigde Naties
heeft hij gezegd dat het Rus-
haal vol sneeuw, hulst, leï sische leger binnen twee jaar
eten, sleetjes, een spana 10% minder soldaten zal heb
ben; dat is een half miljoen.
Er gaan ook 10.000 tanks naar
uitloopt op een groot kers! de sloop en nog wat gevechts
vliegtuigen en andere wa
pens. Rusland houdt nog
meer dan genoeg over, maar
toch is het duidelijk dat het
Gorbatsjov menens is met de
ontwapening.
Hij heeft precies het goede
moment gekozen voor zijn
me op als: (,..)De sneeuw sl kerstcadeau. In Amerika is op
het moment geen echte presi
dent. Reagan is bijna weg en
Bush is nog niet. Geen van
tweeën kon gaan zeuren over
Anneke. Ze schudden li 'koe bedoelt u dat nou precies'
en 'waar zit het addertje on
der het gras'. Ze konden al
leen maar blij en verrast zijn.
Op die manier krijgt Gor
batsjov de kans om zonder
oeverloos gezeur te doen wat
hij beloofd heeft.
Adriaan van Dis - fotoanp
Dis zeker beter maat te houden
dan de Engelse schrijfster Sue
Townsend die met haar createi
'Adrian Mole' zoveel succes
had. Ook Adriaan van Dis ver
dient het gelezen te worden.
Adriaan van Dis: 'Zilver'. Uitg.
Meulenhoff, prijs 24,50
DE schrijver Willem Wilmink
promoveert donderdag 15 de
cember tot doctor aan de Ka
tholieke Universiteit Brabant
in Tilburg op het proefschrift
'Het verraderlijke kind. Over
enkele gedichten van Hendrik
de Vries'. Promotor is Hugo
Verdaasdonk, hoogleraar lite
ratuursociologie aan de KUB.
Het proefschrift wordt door
uitgeverij Bert Bakker op de
markt gebracht.
„Door het schrijven voor kin
deren ben ik noodgedwongen
zo eenvoudig mogelijk gaan schrijven, ik ben elke moeiliF
muiering van mijzelf of van anderen eigenlijk een beetje
wantrouwen: als het zo ingewikkeld is, is het dan wel
zegt de 52-j arige in Enschede geboren schrij ver.
Zijn proefschrift is gemakkelijk te lezen. Criticus Ke«
noemt het 'het enige proefschrift dat kinderen kunnen beg»
Wilmink schreef onder meer teksten voor de 'StratemakeG»
show', Wieteke van Dort, Aart Staartjes, Herman van
Don Quishocking.