Veilige bouw begint op tekentafel Taalverschij nselen Lokaal en Nationaal ARCHITECTEN KUNNEN BOUWVAKKERS FLUITEND DE STEIGERS OP STUREN Cultuur over de grens 4 Werkgever misbruikt Hartkleppen DE STEM EXTRA OP MAANDAG 5 DECEMBER 1988 /T48 AMSTERDAM - Bij Jan Benthem en Mels Crou- wel zit het er ingehamerd. Daar zorgde hun leer meester professor Oudejans wel voor èn de knaap van een leisteen in het bouwkundegebouw in Delft. Klusje Middeleeuwen Mentaliteit MEDISCHE RUBRIEK Lek Koksmuts peUO-Tm TERNEUZEN - Het stuur van Terneuzen 15.000 gulden bij te le. onderzoek naar de mo van een zwaaikomha' den van de Cokesfabrii EUROPA 1992 ZET 1 Gemeentevlag als geschenk in Aardenburg Jaarlijks komen 10.000 bouwvakkers in de WAO te recht. Een keihard cijfer. Daarmee staat de bouw ver bovenaan in werkend Nederlandin de bouw werken 280.000 mensen, maar er zitten er ook 90.000 thuis met een AAW/WAO-uitkering. Het is dus niet zo veilig op de steigers. En dat weten ze in de bouw. Al een paar jaar wordt er via de 'Stichting Arbouw' gewerkt om het op de bouwplaats veiliger te maken. De aannemers zijn al een stukje over de streep getrok ken en ook de bouwvakker is alerter op zijn gezond heid geworden. Maar er is nog een categorie die een belangrijke in vloed kan uitoefenen: de architect. Hij hoeft er zelfs niet eens op de steiger te klimmen: al op de tekentafel kan hij veiligheid inbouwen. Maar er heerst veel on wetendheid in de architectenwereld. De 'Stichting Arbouw' liet in een brochure acht archi tecten aan het woord, schrok van sommige uitspraken en stelde een lijst van aanbevelingen op. Struikelend op weg naar een veiliger bouw. Door Hans Jacobs Oudejans liet geen kans voorbij gaan om zijn studenten en aankomende architecten op die 'steen' des aanstoots te wijzen. Hij vond het een schande dat de architect (Bakema) van het gebouw die steen had voorge schreven. „Hij had nooit gedacht aan de mensen die het moesten leg gen en schoonmaken. Daarvan heb ik geleerd dat je eraan moet denken dat wat je tekent ook gemaakt moet kunnen worden", aldus Mels Crouwel van het architectenbureau Benthem en Crouwel. Hij is een van de acht archi tecten die aan het woord ko men in een brochure van de stichting Arbouw, de stichting die zich inzet voor meer veilig heid in de bouw. Minister Nij- pels kreeg de brochure 'Van ar chitect tot Arbo-architect' gis teren aangeboden. De bouwvakkers moeten weer fluitend de steigers op, zo is de achterliggende gedachte. Fluitend, omdat het werk leuk is en vooral omdat het werk tussen de specie en de voegspij - ker veilig en aangenaam is. Veilig werken in de bouw is niet alleen een zaak van de aannemer, maar ook de archi tect kan er een behoorlijk bij drage aan leveren, aldus de stichting Arbouw. De veilig heid moet al op de architecten tafel beginnen, is het motto. Voordat minister Nijpels aan het lezen kon moest hij eerst even werken. Voor de ingang van zijn ministerie hadden stratenmakers met sierbestra ting onder het logo van de Stichting Arbouw het beeld merk van het ministerie ge legd. De minister moest de laatste steen leggen. Een eenvoudig klusje. Maar in de bouw gaat het er wel an ders aan toe. De cijfers zijn zo hard als beton: jaarlijks komen maar liefst 8 tot 10.000 bouw vakkers in de WAO terecht. Daarmee staat de bouw num mer een. Ook gaan door ziekte 27.500 manjaren verloren en dat is 10 procent van de ar beidscapaciteit. Drie miljard gulden per jaar moet er uitbe taald worden in het kader van de WAO of de Ziektewet. Aannemer en werkgevers voorzitter van de Arbouw ing. Van Dijk had voor de architec ten gisteren nóg een voorbeeld: „Elke 5 miljoen bouwomzet le vert naast het bouwprodukt ook een WAO-er op". Hij keek de zaal in en zag de architecten rekenen hoeveel bouwomzet zij dit jaar in opdracht hadden ge kregen. Vooral ook door die slechte arbeidsomstandigheden is het vak van bouwvakker niet meer zo aantrekkelijk. Steeds min der geschoolde arbeidskrach ten zijn in de bouw te vinden terwijl ook veel minder school verlaters voor een baan op de steigers kiezen. Kwaliteit die ook door de vergrijzing een ex tra tik krijgt: 8000 man gaan er per jaar uit, terwijl er via het leerlingwezen 3500 per jaar binnenkomen. Van Dijk waarschuwde de architecten: we hebben goed geschoold vakbekwaam perso neel nodig om de mooie ont werpen van de architecten ook de maken: „die maakbaarheid van het ontwerp is in het ge ding." Deuken in de bouw, aldus de brochure. Zware materialen, vochtige en tochtige arbeids plaatsen, gevaarlijke steigers, onhandig gereedschap en onge zonde materialen als lijmen, kunstgips etc. In de loop van de jaren is daar verandering in gekomen. Mede door de stichting Arbouw, de club waarin werkgevers- en werknemersorganisaties sa menwerken. Maar, zo zeggen ze bij Ar bouw, denken aan veiligheid begint al voordat er één bouw vakker uit de bouwkeet is ge- komen:-op de tekentafel. Neem het tillen, aldus de brochure. Slechts in dertig procent van de gevallen is de bouwvakker zelf de schuld als er rugklachten van komen. In alle andere ge vallen (zeventig procent) ligt de oorzaak buiten de werkplek. Omdat een architect achter zijn tekentafel een materiaal be- „Eigenlijk is bouwen nog een soort Middeleeuwen. Eerst zit je in de modder, daarna komen regen en wind, en tot slot word je ziek van allemaal stinkende materialen", aldus Carel Wee- ber, een van de geïnterviewde architecten. - foto de stem/dick de boer dacht heeft dat de spieren van de bouwvaker te boven gaat bijvoorbeeld. „Eigenlijk is bouwen nog een soort Middeleeuwen. Eerst zit je in de modder, daarna komen regen en wind, en tot slot word je ziek van allemaal stinkende materialen", aldus Carel Wee- ber, een van de geïnterviewde architecten. Hij zegt met bouwvakkers te doen te hebben: „Grondverzet, funderen, vlechten, betonstort. Het zijn geen leuke karweitjes. Ik vind bouwen pas leuk als de schilder of de stucadoor op het werk verschijnt." Van de andere kant ziet de architect van het bureau 'De Architecten Cie' ook dat veel bouwvakkers niet willen ruilen met een fabrieksarbeider. „In bouwen zit een gevoel van vrij heid. Het is op de bouwplaats een meer vrijgevochten bende dan in de fabriek. Lekker ritse len en buiten zijn; er zijn veel mensen die dat op prijs stel len." Het pielen in de modder. Ar chitect Carl Weeber is er van overtuigd dat zijn vakgenoten best een steentje kunnen bij dragen aan de arbeidsomstan digheden in de bouw. Hij noemt onwetendheid als drem pel. Onwetendheid bij archi tecten over de ongezonde effec ten veel materialen als lijmen, verf of spaanplaat. „Als archi tecten weten wat ongezond is zouden ze er rekening mee houden." Architect Joop van Sticht wijst in zijn verhaal als voor beeld op de slechte omstandig heden waarin vaak funderin gen moeten worden vernieuwd: „Je moet je voorstellen dat de mensen meters de "prut in moe ten om ingewikkelde construc ties te maken met aangelaste koppies en betonbalken die er omheen moeten worden ge stort. Erg knap allemaal. Dat kan alleen bedacht zijn door iemand die vanuit de school boeken met het vak bezig is." Maar er zijn ook andere archi tecten. Als Ton Alberts bij voorbeeld. De maker van het NMB-hoofdkwartier in Am sterdam. Hij zegt over de bouwvakker: „Als die wat voorzichtiger is dan hebben we tachtig procent van de narig heid ondervangen. Je kunt als architect honderden maatrege len nemen, maar als de bouw vakkers niet meewerken komt daar niets van terecht." Een kwestie van mentaliteit, zegt hij. Zoveel architecten, zoveel meningen. Arbouw laat ze aan het woord in de brochure, maar daar blijft het niet bij. De ar chitecten krijgen ook huiswerk mee: een lijst aanbevelingen moet de ontwerpers over de veilige streep trekken. Schrap asbest uit het bestek is een dringende aanbeveling, maar schrijf ook geen verven, lijm soorten en kitten met organi sche oplosmiddelen voor. Ver geet kwartshoudende steen soorten en kunstgips. Ga over op de gietvloer in plaats van de traditionele cementdekvloer, zoek een veilige plek voor kra nen en kraanbanen. Kan de kraan er niet bij, kies dan voor lichte materialen en vergeet voortaan de ruggekrakers. Het moet weer leuk en veilig worden op de steigers, zo wil de Stichting Arbouw. De architecten mogen daar voor op hun tekentafel de eer ste steen leggen. Door onze medische medewerker ALS JE vlak voor de start van elf meter hoogte van uit een jumbo-jet op de startbaan neerkijkt, dan kun je je niet goed voor stellen dat het monster ook echt de lucht in zal gaan. Je weet dat het kan, maar het moest eigenlijk niet mogen. Een dergelijk ge voel bekruipt je vroeg of laat als je het menselijk li chaam bestudeert: We hadden allang dood moe ten zijn. Zoiets kwets baars, zo fragiel, zo beder felijk ook, zou eigenlijk geen dag mee moeten kun nen. Dat dit wel kan, een mensenleven lang zelfs, is een wonder dat het verza melde medisch intellect nog steeds niet kan ver klaren. Neem het hart. Zo groot als een vuist en nauwelijks drie ons zwaar jaagt het tot 20 li ter bloed per minuut door het lijf. Daarbij wordt per dag een arbeid verricht die gelijk staat aan het optakelen van een volwassen man van 70 kilo tot bijna 300 meter hoog te. Per minuut klopt het on geveer 70 keer, per gemiddeld leven liefst 2500 miljoen keer. Als je moeilijk wilt doen zou je kunnen zeggen dat dit zelfs 5000 miljoen keer gebeurt, het dubbele dus, want van ons hart hebben we er twee van: een rechter en een linker. Het rechter hart krijgt af gewerkt bloed uit de grote circulatie en pompt het naar de longen, het linker krijgt het nu zuurstofrijke bloed uit de longen en stuurt het via de aorta de grote circulatie in. Het bloed loopt dus rondjes, cirkels, vandaar 'bloedcircu latie'. Laten we eens één hartslag aan één kant volgen. In slow-motion. Eerst vult zich de boezem, de bovenverdieping van het hart, zich met uit de lichaam saders toegestroomde bloed. Dan trekt zich de boezem sa men, drukt de kleppen tussen boezem en kamer open, en pompt het bloed de hartka mer in. Even later trekt de gespierde hartkamer, de eigenlijke hartpomp, zich sa men en dan gebeuren er twee dingen. De kleppen naar de boezem vallen achter de rug van het bloed met een knal dicht, waarna het bloed door de opengedrukte slagader kleppen het lichaam in stroomt. Even later sluiten ook deze kleppen zich met tamelijk grof geweld. Dat prachtige lub-dub-geluid, die gerust stellende twee-takt van de hartslag, wordt dus veroor zaakt door het sluiten van de kleppen: eerst die tussen boe zem en kamer, op de voet ge volgd door het dichtslaan van de kleppen tussen kamer en slagader. De hartkleppen zijn zo vliesdun, en worden bo vendien door zo'n ragfijne draadjes op hun plaats ge houden, dat je je moeilijk kunt voorstellen dat dft ge middeld 2500 miljoen keer goed kan gaan. Soms gaat het ook mis. Door atherosclerose bijvoorbeeld, de vervetting van hart en vaat, of anders wel door reu ma, want die ziekte 'likt de beenderen, maar bijt het hart'. Het gevolg is dat de kleppen of dicht gaan zitten of zo lek worden als een mandje. In ruwe trekken is het resultaat hetzelfde. Bij lekke kleppen werkt het hart zich het schompus omdat het als het ware een lekke fiets band moet oppompen; en als de kleppen dicht zitten werkt het hart zich ook een ongeluk, omdat het het bloed niet krijgt weggepompt. Vroeg of laat draait dan de hele bloedsomloop levensgevaar lijk in de soep. Sinds een jaar of dertig, na de uitvinding van de hart- long-machine, is daar wat aan te doen. In 1960 bracht de Amerikaanse chirurg Starr voor het eerst bij een patiënt een kunstklep in. Deze zoge heten Starr-klep bestond uit een ring die net als bij een snorkel door een ballelje kan De Björk-Shiley klep. De schrijf kantelt vrij tussen een tweetal pootjes. Bij 29 mensen brak door een las- fout een van de pootjes af. worden afgesloten. Het bloed kan er dus maar in één rich ting door. Dit type klep is nu in on bruik geraakt, maar verder is aan het principe van de hartklepoperatie en de klep pen zelf weinig veranderd. Op de eerste plaats mogen de kleppen geen scharnierende onderdelen bevatten, want die slijten veel te gauw. Ver der moeten ze de eigenschap hebben dat het bloed zich er niet al te zeer stuk op loopt, want dan gaat het stollen. Die stolsels hechten zich aan de klep en laten dan op een kwade dag los, waarna ze verder op in de circulatie zich onherroepelijk vastlopen in de slagaders van hersenen, darmen of been. En verder moeten kunstkleppen zich heel makkelijk laten openen en sluiten. De ideale klep, soepelfjes draaiend, niet stollend en on slij tbaar, is nog steeds niet gevonden. De Björk-Shiley- klep - een ring waarin een schijf vrij kan kantelen, slechts op zijn plaats gehou den door twee pootjes die aan de ring zitten vastgelast - leek dat ideaal nog het dichtst te benaderen. In 1985 ging er iets mis met bepaalde produktie series van deze klep. Zes mensen overle den, en vier moesten met be kwame spoed worden geope- rereerd en dat alles vanwege een simpele constructiefout. Bij al deze mensen was een van de aangelaste pootjes van de klep afgebroken, waarna de vrij kantelende klep als het ware uit zijn hengsels was gevallen. Gevolg: de pompkracht van het hart nam levensge vaarlijk en abrupt af. De firma beloofde beterschap, -n:ad. cofonana cordis zou bijvoorbeeld pootjes en ring van de klep uit een ge heel maken, maar daarmee was de kous niet af. Want niemand wist hoeveel mensen er met de gewraakte kleppen rondliepen, en wie die men sen waren. Internationaal ging men op onderzoek uit en in Nederland hield de Lei- dense hartchirurg prof. dr. H.A. Huysmans zich daar mee bezig. In het Hartbulletin van een paar maanden geleden publi ceerde hij de resultaten. De niet deugdelijke kleppen wa ren er in drie soorten. De meesten, 2294 kleppen, verto nen een kans om te breken van ten hoogste 8 op de dui zend per jaar. Dan heb je een middengroep, zo'n 350 geïm planteerde kleppen, waarvan elk jaar gemiddeld eentje breekt. Tenslotte een hele kleine groepje, 18 in getal, maar wel het groepje met het hoogste risico, omdat die per jaar een kans op breuk heb ben van 4 op de honderd. Wat eraan te doen? Nieuwe kleppen inzetten voor oude? Zelfs voor dat groepje met het allerhoogste risico (4 op de 100 per jaar) heeft dat waar schijnlijk geen zin. Een ope ratie is gevaarlijker want 5 op de 100 patiënten overleeft die niet, en in het eerste jaar na de operatie beloopt de kans om te overlijden ook en kele percenten. Aan de an dere kant is de wetenschap om zo'n maandagmorgenklep in je lijf te hebben ook niet niks. Maandag een week gele den haalde een Groningse pa tiënt, die een klepbreuk had meegemaakt, zijn gram op de fabrikant door bij het Fede raal Hof in New York een schadevergoeding te eisen van 20 miljoen dollar. Paul Bocuse, de be roemde Franse chef kok is boos. Woedend zelfs is hij op Christian lau, erkend keukenken ner en uitgever van de populaire res taurantgids Gault- Milliau - samen met de sterrengids van Michelin wel haast een bijbel is voor Franse en andere lekkerbekken. Millau heeft het bestaan HEM, Paul Bocuse, de van New York tot Tokio gevierde keu kenprins zomaar eén koksmuts af te nemen. Eén muts (bij Mi chelin zou dat een ster zijn) min der in de 'Gault-Milliau' voor volgend jaar. Niet langer de tien met een griffel dus, maar 'slechts' een negen, zo oordeel den vijf onverbiddelijke experts die MÜlau naar Bocuses restau rant in Collonges-au-Mont-d'Or had uitgezonden om nog eens te gaan proeven. In de eerste regels van hun rapportage büjft de kritiek nog enigszins verborgen onder een beleefd sausje. „Het is niet Bb- cuse die achteruit is gegaan. Het zijn de anderen die vooruit zijn gegaan. Al die jonge Bocuses - Bras, Gagnaire, Trama, Veyrat of Clément - die als gekken vechten om het beter, steeds be ter te doen en daarin slagen". Maar een paar regels verder moet de Napoleon van de truffel toch in een zure appel bijten, wanneer hem verweten wordt dat hij op zijn lauweren rust. Nu is dat laatste al eerder ge signaleerd. Bocuse is misschien een beetje te groot geworden voor Frankrijk. Als een cuisi nier-ambassadeur reist hij de wereld rond. Zijn bejubelde for nuizen in zijn in opzichtige kleu ren geschilderde restaurant (een wat vieze combinatie van rood en groen) heeft de 62-jarige meester allang toevertrouwt aan zijn beste leerlingen, bijgestaan door een ploeg van zo'n dertig koksmaatjes. Die kunnen uiter aard een best potje klaar maken, maar volgens Millau mag het geserveerde eigenlijk geen Bo cuse meer heten. Het genie krijg je niet meer op je bord. Zelf ben ik niet bevoegd daar over te oordelen. Eén keertje heb ik bij Bocuse mogen aan schuiven, "waarbij me vooral A viel dat je overal op tafel i initialen tegenkwam. Le had zich laten verontschuldig vanwege een „particuliere mat tijd in Londen", maar imago straalde van het beste PB. Omdat we met een groep kwamen werd het 47 k« 'Pigeon de Bresse en feullei (een in bladerdeeg gebakfe duif uit Bresse). Niet mijn lieve linskostje, maar het smaak evenwel prima. Door Bob van Huat Maar "kennelijk was het toe niet goed genoeg opdat een ken ner als Millau „het zich zoude verbieden elders te kijken en vergelijken", zoals het zo mo in de laatste gids staat. Bocuse kan Millau intussa wel opvreten. Niet in de laat» plaats omdat meer of minde sterren en mutsen nu eennui ook meer of minder klanten 1» tekenen. Een goede of slecht: notering in de toonaangeven: gidsen kan in Frankrijk tot) procent schelen in de tafelbezel ting. En bij beroemde keuke; meesters als Bocuse praat je dit over aanzienlijke bedrage: want voor minder dan 200 den de man eet je er in de rêgt niet. „Culinaire journalisten chai teren de chefkoks, het zijn persers", zo tierde de ontdai lievelingskok van oud-presidei Valéry Giscard d'Estaing fc cuse telefonisch vanuit Tokio Millau kreeg eep veeg uit de pt met de opmerking dat dezel het keuren van de dissen afgii op de smaak van zijn hond. Vi Bobby het lekkerst vindt vei meldt de historie helaas niet. 'Het nederlands', aldus Professor Kruisinga in zijn studie: „Het Neder lands van Nu" is de taal die de nederlanders" spre ken'. Welnu, de taal die de neder landers spreken wordt het hele jaar door teraarde be steld. De taal die de Breda- naars spreken maar vier da gen; de vier, voorafgaande aan Assewoensdag. Een toe lichting op deze stelling is wellicht niet overbodig. In de TV uitzending Het Capitool van zondag 11-1988 sprak mevr. drs. H. D'Ancona van: een land dat in haar (sic!) be leid geen rekening houdt met etc. Dat kan niet, mevrouw, evemin als: Het Nederlands en haar spraakkunst. Het le ven en haar problemen. Het moet zijn: het land en zijn be leid. Als u nu riposteert dat u tot de avant garde behoort die nu al het turbo-nederlands van de 21ste eeuw spreekt dan trek ik mijn woorden in en 'verlasse besiegt den Kampfplatz'. Het tweede taalverschijn sel (lokaal) trof ik aan in De Stem van 13-2-'88 en wel op het voetstuk van een beeld houwwerkje vervaardigd door weer een andere me vrouw ditmaal geen docto randus maar wel voorzitter van de Bredase federatie van Carnavalsverenigingen. Het verschijnsel in kwestie open baarde zich in de twee woor den 'Oedje Aaf' in het voet stuk. Dat kan ook niet, me vrouw. De wetten van de uni versele spraakklankleer ver bieden dat. Zij eisen een ver- bindings -n- tussen twee woorden beginnend met een klinker en in één adem achter elkaar uitgesproken. In 'un bateau' hoort u geen -n-, in 'un avion wel', omdat avion met een klinker begint. Om dezelfde reden is 'a pear' wel korrekt engels, maar 'a apple' niet. Omdat deze wet universeel is kan men in Breda wel spreken van: unne mestkakkelobbus, maar niet van: unne aop - Dat wordt automatisch: unne naap. Automatisch wil hier zeggen: uit lijfsbehoud der stemban den. Geboren Bredanaars di de taal van de stad hebben in gegoten gekregen met de le pels levertraan en zelfs diege nen onder hen die op laten leeftijd door een academisch studie van de fonetiek hu' aangeboren verworvenheden op gebied van de spreekvaar digheid wetenschappelijl hebben leren onderbouwd slagen er niet in zonder sten bandverstuiking de woorde Oedje Aaf in één adem achte elkaar uit te spreken zonde verbindings -n-. Het mof zijn: oedje naf, met korte klinker. Vergelijk in de kwestie de tekst: Platte, ede gij un noedje nop? gezonget op de melodie The Colonel Bogey March, gefloten in 4 film: The Bridge on the ffivf Kwai. Voor verdere verdieping)' deze materie der lokale taal verschijnselen verwijs naar de studiewerken 'Proeve van Bredaasch Taal eigen' van mr. J. H. Hoeuffi 'De Bruikbaarheid vat Hoeufft getoetst' door dr. A Weijnen en Het Dialect Luiheid' van Henri't Sas. P.S. Het woord 'mestkakte lobbus' treft u niet aan in venvermelde studiewerken Ik heb het opgetekend in nazomer van 1924 uit de mo»' van een wat oudere inwoon ster van Breda die het b® zigde ter aanduiding van»'1 volwassen Deense (=Dui'" Dog die gehurkt bezig zich te ontlasten van een lepondsdrol op het trott® voor haar voordeur. DEN HAAG (ANP) - Tussen Nederland en Vlaanderen b® staat een druk cultureel verkeer. Elke dag vinden zeW vijf culturele activiteiten over de grens plaats. Dit heeft® Stichting Algemeen-Nederlands Congres becijferd na onderzoek naar de uitwisseling. De Vlaamse culturele manifestaties in Nederland lijken iets rijker te zijn dan de Nederlandse in Vlaanderen, Van de culture' uitwisselingen zijn de theater- en cabaretvoorstellingen het w rijkst, gevolgd door muziek en dans. Van onze verslaggever Dit liet wethouder W. G bare werken en ruimtelij I weekeinde desgevraagd onderzoek wordt ingesproi van de Cokesfabriek om be liteiten. De Cokes wilde in eerste instai SLUISKIL - De werkgever de op handen zijnde Europe delingen voor de collectieve dustrietak. Dit beweerde districtsbestuui der H. Vegting van de Indus triebond FNV tijdens een jub larissenavond van de bond i Sluiskil. Met name de Bova (de garagehouders) hebben vol gens de vakbondsbestuurde cao-voorstellen ingediend di 'ronduit beledigend zijn voo de werknemers'. „Onder het mom dat ze klaa moeten zijn voor 1992 willen d werkgevers op alles, maar dar ook alles, korten. Zo kunnen d lonen niet -worden verhoogt willen zij de scholingspot voo langdurig werklozen 'leegvre ten' en willen zij de VUT-leef tijd weer verhogen. Daarnaas plegen de werkgevers in df metaalsector een aanval o] ATV en vakantiedagen door t< verlangen dat bij ziekte twer dagen worden ingeleverd,' voerde Vegting aan. Het feit dat sommige werk gevers in de metaalsector ook nog eens het werken op zater dag als normaal willen gaar beschouwen en dat er een ver ruiming van de werkrijder moet komen vindt Vegting on aanvaardbaar. „Wie vindt het nog gek als mensen in de metaalsector zeg gen van 'ze kunnen de boom in' Het is op zich niet vreemd dal werknemers niets meer willen weten van flexibele inzetbaar heid. Ook is het niet gek dat nu Van onze correspondent AARDENBURG - Bij feestelijke officiële openingen en herope ningen van Aarden- burgse bedrijven schenkt de gemeente Aardenburg voortaan, in plaats van het ge bruikelijke bloemetje, een gemeentevlag. Het gemeentebestuur wil de vlag, een geel veld met daarop een rode burcht, meer ingang laten vinden. De bedoeling is ook dat de historische burchtvlag ge bruikt gaat worden naast de al jaren in gebruik zijnde folkloristische 'kik- kervlag'. Op initiatief van de ge meente en het promotie team werd eerder dit jaar een onderzoek onder de bewoners van een aantal straten gehouden om de behoefte aan de ge meente- en kikkervlag te Peilen. De meerderheid van de Aardenburgse on dernemers koos voor de gemeentevlag. Volgens burgemeester E: Jongmans slaat het nieuwe initiatief aan. „De mensen vinden het een leuk gebaar van de ge meente. We hebben de v'ag in twee maten. De grote, die bedoeld is voor de vlaggemast, vindt gre tig aftrek bij de onderne mers die iets te vieren nebben. Een klein vlag getje geven we bijvoor beeld aan mensen die zes tigjaar getrouwd zijn".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 4