Veilige bouw begint op tekentafel
Taalverschij nselen
Lokaal en Nationaal
ARCHITECTEN KUNNEN BOUWVAKKERS FLUITEND DE STEIGERS OP STUREN
Cultuur over de grens
4 Werkgever
misbruikt
Hartkleppen
DE STEM EXTRA OP MAANDAG 5 DECEMBER 1988
/T48
AMSTERDAM - Bij Jan Benthem en Mels Crou-
wel zit het er ingehamerd. Daar zorgde hun leer
meester professor Oudejans wel voor èn de
knaap van een leisteen in het bouwkundegebouw
in Delft.
Klusje
Middeleeuwen
Mentaliteit
MEDISCHE
RUBRIEK
Lek
Koksmuts
peUO-Tm
TERNEUZEN - Het
stuur van Terneuzen
15.000 gulden bij te le.
onderzoek naar de mo
van een zwaaikomha'
den van de Cokesfabrii
EUROPA 1992 ZET 1
Gemeentevlag
als geschenk
in Aardenburg
Jaarlijks komen 10.000 bouwvakkers in de WAO te
recht. Een keihard cijfer. Daarmee staat de bouw ver
bovenaan in werkend Nederlandin de bouw werken
280.000 mensen, maar er zitten er ook 90.000 thuis met
een AAW/WAO-uitkering. Het is dus niet zo veilig op
de steigers. En dat weten ze in de bouw.
Al een paar jaar wordt er via de 'Stichting Arbouw'
gewerkt om het op de bouwplaats veiliger te maken.
De aannemers zijn al een stukje over de streep getrok
ken en ook de bouwvakker is alerter op zijn gezond
heid geworden.
Maar er is nog een categorie die een belangrijke in
vloed kan uitoefenen: de architect. Hij hoeft er zelfs
niet eens op de steiger te klimmen: al op de tekentafel
kan hij veiligheid inbouwen. Maar er heerst veel on
wetendheid in de architectenwereld.
De 'Stichting Arbouw' liet in een brochure acht archi
tecten aan het woord, schrok van sommige uitspraken
en stelde een lijst van aanbevelingen op.
Struikelend op weg naar een veiliger bouw.
Door Hans Jacobs
Oudejans liet geen kans voorbij gaan om zijn studenten
en aankomende architecten op die 'steen' des aanstoots te
wijzen.
Hij vond het een schande dat
de architect (Bakema) van het
gebouw die steen had voorge
schreven.
„Hij had nooit gedacht aan
de mensen die het moesten leg
gen en schoonmaken. Daarvan
heb ik geleerd dat je eraan
moet denken dat wat je tekent
ook gemaakt moet kunnen
worden", aldus Mels Crouwel
van het architectenbureau
Benthem en Crouwel.
Hij is een van de acht archi
tecten die aan het woord ko
men in een brochure van de
stichting Arbouw, de stichting
die zich inzet voor meer veilig
heid in de bouw. Minister Nij-
pels kreeg de brochure 'Van ar
chitect tot Arbo-architect' gis
teren aangeboden.
De bouwvakkers moeten
weer fluitend de steigers op, zo
is de achterliggende gedachte.
Fluitend, omdat het werk leuk
is en vooral omdat het werk
tussen de specie en de voegspij -
ker veilig en aangenaam is.
Veilig werken in de bouw is
niet alleen een zaak van de
aannemer, maar ook de archi
tect kan er een behoorlijk bij
drage aan leveren, aldus de
stichting Arbouw. De veilig
heid moet al op de architecten
tafel beginnen, is het motto.
Voordat minister Nijpels aan
het lezen kon moest hij eerst
even werken. Voor de ingang
van zijn ministerie hadden
stratenmakers met sierbestra
ting onder het logo van de
Stichting Arbouw het beeld
merk van het ministerie ge
legd. De minister moest de
laatste steen leggen.
Een eenvoudig klusje. Maar
in de bouw gaat het er wel an
ders aan toe. De cijfers zijn zo
hard als beton: jaarlijks komen
maar liefst 8 tot 10.000 bouw
vakkers in de WAO terecht.
Daarmee staat de bouw num
mer een. Ook gaan door ziekte
27.500 manjaren verloren en
dat is 10 procent van de ar
beidscapaciteit. Drie miljard
gulden per jaar moet er uitbe
taald worden in het kader van
de WAO of de Ziektewet.
Aannemer en werkgevers
voorzitter van de Arbouw ing.
Van Dijk had voor de architec
ten gisteren nóg een voorbeeld:
„Elke 5 miljoen bouwomzet le
vert naast het bouwprodukt
ook een WAO-er op". Hij keek
de zaal in en zag de architecten
rekenen hoeveel bouwomzet zij
dit jaar in opdracht hadden ge
kregen.
Vooral ook door die slechte
arbeidsomstandigheden is het
vak van bouwvakker niet meer
zo aantrekkelijk. Steeds min
der geschoolde arbeidskrach
ten zijn in de bouw te vinden
terwijl ook veel minder school
verlaters voor een baan op de
steigers kiezen. Kwaliteit die
ook door de vergrijzing een ex
tra tik krijgt: 8000 man gaan er
per jaar uit, terwijl er via het
leerlingwezen 3500 per jaar
binnenkomen.
Van Dijk waarschuwde de
architecten: we hebben goed
geschoold vakbekwaam perso
neel nodig om de mooie ont
werpen van de architecten ook
de maken: „die maakbaarheid
van het ontwerp is in het ge
ding."
Deuken in de bouw, aldus de
brochure. Zware materialen,
vochtige en tochtige arbeids
plaatsen, gevaarlijke steigers,
onhandig gereedschap en onge
zonde materialen als lijmen,
kunstgips etc.
In de loop van de jaren is daar
verandering in gekomen. Mede
door de stichting Arbouw, de
club waarin werkgevers- en
werknemersorganisaties sa
menwerken.
Maar, zo zeggen ze bij Ar
bouw, denken aan veiligheid
begint al voordat er één bouw
vakker uit de bouwkeet is ge-
komen:-op de tekentafel. Neem
het tillen, aldus de brochure.
Slechts in dertig procent van de
gevallen is de bouwvakker zelf
de schuld als er rugklachten
van komen. In alle andere ge
vallen (zeventig procent) ligt de
oorzaak buiten de werkplek.
Omdat een architect achter zijn
tekentafel een materiaal be-
„Eigenlijk is bouwen nog een soort Middeleeuwen. Eerst zit je in de modder, daarna komen
regen en wind, en tot slot word je ziek van allemaal stinkende materialen", aldus Carel Wee-
ber, een van de geïnterviewde architecten. - foto de stem/dick de boer
dacht heeft dat de spieren van
de bouwvaker te boven gaat
bijvoorbeeld.
„Eigenlijk is bouwen nog een
soort Middeleeuwen. Eerst zit
je in de modder, daarna komen
regen en wind, en tot slot word
je ziek van allemaal stinkende
materialen", aldus Carel Wee-
ber, een van de geïnterviewde
architecten.
Hij zegt met bouwvakkers te
doen te hebben: „Grondverzet,
funderen, vlechten, betonstort.
Het zijn geen leuke karweitjes.
Ik vind bouwen pas leuk als de
schilder of de stucadoor op het
werk verschijnt."
Van de andere kant ziet de
architect van het bureau 'De
Architecten Cie' ook dat veel
bouwvakkers niet willen ruilen
met een fabrieksarbeider. „In
bouwen zit een gevoel van vrij
heid. Het is op de bouwplaats
een meer vrijgevochten bende
dan in de fabriek. Lekker ritse
len en buiten zijn; er zijn veel
mensen die dat op prijs stel
len."
Het pielen in de modder. Ar
chitect Carl Weeber is er van
overtuigd dat zijn vakgenoten
best een steentje kunnen bij
dragen aan de arbeidsomstan
digheden in de bouw. Hij
noemt onwetendheid als drem
pel. Onwetendheid bij archi
tecten over de ongezonde effec
ten veel materialen als lijmen,
verf of spaanplaat. „Als archi
tecten weten wat ongezond is
zouden ze er rekening mee
houden."
Architect Joop van Sticht
wijst in zijn verhaal als voor
beeld op de slechte omstandig
heden waarin vaak funderin
gen moeten worden vernieuwd:
„Je moet je voorstellen dat de
mensen meters de "prut in moe
ten om ingewikkelde construc
ties te maken met aangelaste
koppies en betonbalken die er
omheen moeten worden ge
stort. Erg knap allemaal. Dat
kan alleen bedacht zijn door
iemand die vanuit de school
boeken met het vak bezig is."
Maar er zijn ook andere archi
tecten. Als Ton Alberts bij
voorbeeld. De maker van het
NMB-hoofdkwartier in Am
sterdam. Hij zegt over de
bouwvakker: „Als die wat
voorzichtiger is dan hebben we
tachtig procent van de narig
heid ondervangen. Je kunt als
architect honderden maatrege
len nemen, maar als de bouw
vakkers niet meewerken komt
daar niets van terecht." Een
kwestie van mentaliteit, zegt
hij.
Zoveel architecten, zoveel
meningen. Arbouw laat ze aan
het woord in de brochure, maar
daar blijft het niet bij. De ar
chitecten krijgen ook huiswerk
mee: een lijst aanbevelingen
moet de ontwerpers over de
veilige streep trekken. Schrap
asbest uit het bestek is een
dringende aanbeveling, maar
schrijf ook geen verven, lijm
soorten en kitten met organi
sche oplosmiddelen voor. Ver
geet kwartshoudende steen
soorten en kunstgips. Ga over
op de gietvloer in plaats van de
traditionele cementdekvloer,
zoek een veilige plek voor kra
nen en kraanbanen. Kan de
kraan er niet bij, kies dan voor
lichte materialen en vergeet
voortaan de ruggekrakers.
Het moet weer leuk en veilig
worden op de steigers, zo wil de
Stichting Arbouw.
De architecten mogen daar
voor op hun tekentafel de eer
ste steen leggen.
Door onze
medische medewerker
ALS JE vlak voor de start
van elf meter hoogte van
uit een jumbo-jet op de
startbaan neerkijkt, dan
kun je je niet goed voor
stellen dat het monster ook
echt de lucht in zal gaan.
Je weet dat het kan, maar
het moest eigenlijk niet
mogen. Een dergelijk ge
voel bekruipt je vroeg of
laat als je het menselijk li
chaam bestudeert: We
hadden allang dood moe
ten zijn. Zoiets kwets
baars, zo fragiel, zo beder
felijk ook, zou eigenlijk
geen dag mee moeten kun
nen. Dat dit wel kan, een
mensenleven lang zelfs, is
een wonder dat het verza
melde medisch intellect
nog steeds niet kan ver
klaren.
Neem het hart. Zo groot als
een vuist en nauwelijks drie
ons zwaar jaagt het tot 20 li
ter bloed per minuut door het
lijf. Daarbij wordt per dag
een arbeid verricht die gelijk
staat aan het optakelen van
een volwassen man van 70
kilo tot bijna 300 meter hoog
te. Per minuut klopt het on
geveer 70 keer, per gemiddeld
leven liefst 2500 miljoen keer.
Als je moeilijk wilt doen zou
je kunnen zeggen dat dit zelfs
5000 miljoen keer gebeurt, het
dubbele dus, want van ons
hart hebben we er twee van:
een rechter en een linker.
Het rechter hart krijgt af
gewerkt bloed uit de grote
circulatie en pompt het naar
de longen, het linker krijgt
het nu zuurstofrijke bloed uit
de longen en stuurt het via de
aorta de grote circulatie in.
Het bloed loopt dus rondjes,
cirkels, vandaar 'bloedcircu
latie'. Laten we eens één
hartslag aan één kant volgen.
In slow-motion.
Eerst vult zich de boezem,
de bovenverdieping van het
hart, zich met uit de lichaam
saders toegestroomde bloed.
Dan trekt zich de boezem sa
men, drukt de kleppen tussen
boezem en kamer open, en
pompt het bloed de hartka
mer in. Even later trekt de
gespierde hartkamer, de
eigenlijke hartpomp, zich sa
men en dan gebeuren er twee
dingen. De kleppen naar de
boezem vallen achter de rug
van het bloed met een knal
dicht, waarna het bloed door
de opengedrukte slagader
kleppen het lichaam in
stroomt.
Even later sluiten ook deze
kleppen zich met tamelijk
grof geweld. Dat prachtige
lub-dub-geluid, die gerust
stellende twee-takt van de
hartslag, wordt dus veroor
zaakt door het sluiten van de
kleppen: eerst die tussen boe
zem en kamer, op de voet ge
volgd door het dichtslaan van
de kleppen tussen kamer en
slagader. De hartkleppen zijn
zo vliesdun, en worden bo
vendien door zo'n ragfijne
draadjes op hun plaats ge
houden, dat je je moeilijk
kunt voorstellen dat dft ge
middeld 2500 miljoen keer
goed kan gaan.
Soms gaat het ook mis. Door
atherosclerose bijvoorbeeld,
de vervetting van hart en
vaat, of anders wel door reu
ma, want die ziekte 'likt de
beenderen, maar bijt het
hart'. Het gevolg is dat de
kleppen of dicht gaan zitten
of zo lek worden als een
mandje. In ruwe trekken is
het resultaat hetzelfde. Bij
lekke kleppen werkt het hart
zich het schompus omdat het
als het ware een lekke fiets
band moet oppompen; en als
de kleppen dicht zitten werkt
het hart zich ook een ongeluk,
omdat het het bloed niet
krijgt weggepompt. Vroeg of
laat draait dan de hele
bloedsomloop levensgevaar
lijk in de soep.
Sinds een jaar of dertig, na
de uitvinding van de hart-
long-machine, is daar wat
aan te doen. In 1960 bracht de
Amerikaanse chirurg Starr
voor het eerst bij een patiënt
een kunstklep in. Deze zoge
heten Starr-klep bestond uit
een ring die net als bij een
snorkel door een ballelje kan
De Björk-Shiley klep. De
schrijf kantelt vrij tussen
een tweetal pootjes. Bij 29
mensen brak door een las-
fout een van de pootjes af.
worden afgesloten. Het bloed
kan er dus maar in één rich
ting door.
Dit type klep is nu in on
bruik geraakt, maar verder is
aan het principe van de
hartklepoperatie en de klep
pen zelf weinig veranderd.
Op de eerste plaats mogen de
kleppen geen scharnierende
onderdelen bevatten, want
die slijten veel te gauw. Ver
der moeten ze de eigenschap
hebben dat het bloed zich er
niet al te zeer stuk op loopt,
want dan gaat het stollen. Die
stolsels hechten zich aan de
klep en laten dan op een
kwade dag los, waarna ze
verder op in de circulatie zich
onherroepelijk vastlopen in
de slagaders van hersenen,
darmen of been. En verder
moeten kunstkleppen zich
heel makkelijk laten openen
en sluiten.
De ideale klep, soepelfjes
draaiend, niet stollend en on
slij tbaar, is nog steeds niet
gevonden. De Björk-Shiley-
klep - een ring waarin een
schijf vrij kan kantelen,
slechts op zijn plaats gehou
den door twee pootjes die aan
de ring zitten vastgelast -
leek dat ideaal nog het dichtst
te benaderen.
In 1985 ging er iets mis met
bepaalde produktie series van
deze klep. Zes mensen overle
den, en vier moesten met be
kwame spoed worden geope-
rereerd en dat alles vanwege
een simpele constructiefout.
Bij al deze mensen was een
van de aangelaste pootjes van
de klep afgebroken, waarna
de vrij kantelende klep als
het ware uit zijn hengsels was
gevallen.
Gevolg: de pompkracht
van het hart nam levensge
vaarlijk en abrupt af. De
firma beloofde beterschap,
-n:ad.
cofonana
cordis
zou bijvoorbeeld pootjes en
ring van de klep uit een ge
heel maken, maar daarmee
was de kous niet af. Want
niemand wist hoeveel mensen
er met de gewraakte kleppen
rondliepen, en wie die men
sen waren. Internationaal
ging men op onderzoek uit en
in Nederland hield de Lei-
dense hartchirurg prof. dr.
H.A. Huysmans zich daar
mee bezig.
In het Hartbulletin van een
paar maanden geleden publi
ceerde hij de resultaten. De
niet deugdelijke kleppen wa
ren er in drie soorten. De
meesten, 2294 kleppen, verto
nen een kans om te breken
van ten hoogste 8 op de dui
zend per jaar. Dan heb je een
middengroep, zo'n 350 geïm
planteerde kleppen, waarvan
elk jaar gemiddeld eentje
breekt. Tenslotte een hele
kleine groepje, 18 in getal,
maar wel het groepje met het
hoogste risico, omdat die per
jaar een kans op breuk heb
ben van 4 op de honderd.
Wat eraan te doen? Nieuwe
kleppen inzetten voor oude?
Zelfs voor dat groepje met het
allerhoogste risico (4 op de 100
per jaar) heeft dat waar
schijnlijk geen zin. Een ope
ratie is gevaarlijker want 5
op de 100 patiënten overleeft
die niet, en in het eerste jaar
na de operatie beloopt de
kans om te overlijden ook en
kele percenten. Aan de an
dere kant is de wetenschap
om zo'n maandagmorgenklep
in je lijf te hebben ook niet
niks. Maandag een week gele
den haalde een Groningse pa
tiënt, die een klepbreuk had
meegemaakt, zijn gram op de
fabrikant door bij het Fede
raal Hof in New York een
schadevergoeding te eisen
van 20 miljoen dollar.
Paul Bocuse, de be
roemde Franse chef
kok is boos. Woedend
zelfs is hij op Christian
lau, erkend keukenken
ner en uitgever van
de populaire res
taurantgids Gault-
Milliau - samen
met de sterrengids
van Michelin wel
haast een bijbel is
voor Franse en andere
lekkerbekken.
Millau heeft het bestaan
HEM, Paul Bocuse, de van New
York tot Tokio gevierde keu
kenprins zomaar eén koksmuts
af te nemen. Eén muts (bij Mi
chelin zou dat een ster zijn) min
der in de 'Gault-Milliau' voor
volgend jaar. Niet langer de tien
met een griffel dus, maar
'slechts' een negen, zo oordeel
den vijf onverbiddelijke experts
die MÜlau naar Bocuses restau
rant in Collonges-au-Mont-d'Or
had uitgezonden om nog eens te
gaan proeven.
In de eerste regels van hun
rapportage büjft de kritiek nog
enigszins verborgen onder een
beleefd sausje. „Het is niet Bb-
cuse die achteruit is gegaan. Het
zijn de anderen die vooruit zijn
gegaan. Al die jonge Bocuses -
Bras, Gagnaire, Trama, Veyrat
of Clément - die als gekken
vechten om het beter, steeds be
ter te doen en daarin slagen".
Maar een paar regels verder
moet de Napoleon van de truffel
toch in een zure appel bijten,
wanneer hem verweten wordt
dat hij op zijn lauweren rust.
Nu is dat laatste al eerder ge
signaleerd. Bocuse is misschien
een beetje te groot geworden
voor Frankrijk. Als een cuisi
nier-ambassadeur reist hij de
wereld rond. Zijn bejubelde for
nuizen in zijn in opzichtige kleu
ren geschilderde restaurant (een
wat vieze combinatie van rood
en groen) heeft de 62-jarige
meester allang toevertrouwt aan
zijn beste leerlingen, bijgestaan
door een ploeg van zo'n dertig
koksmaatjes. Die kunnen uiter
aard een best potje klaar maken,
maar volgens Millau mag het
geserveerde eigenlijk geen Bo
cuse meer heten. Het genie krijg
je niet meer op je bord.
Zelf ben ik niet bevoegd daar
over te oordelen. Eén keertje
heb ik bij Bocuse mogen aan
schuiven, "waarbij me vooral A
viel dat je overal op tafel i
initialen tegenkwam. Le
had zich laten verontschuldig
vanwege een „particuliere mat
tijd in Londen", maar
imago straalde van het beste
PB. Omdat we met een
groep kwamen werd het 47 k«
'Pigeon de Bresse en feullei
(een in bladerdeeg gebakfe
duif uit Bresse). Niet mijn lieve
linskostje, maar het smaak
evenwel prima.
Door Bob van Huat
Maar "kennelijk was het toe
niet goed genoeg opdat een ken
ner als Millau „het zich zoude
verbieden elders te kijken en
vergelijken", zoals het zo mo
in de laatste gids staat.
Bocuse kan Millau intussa
wel opvreten. Niet in de laat»
plaats omdat meer of minde
sterren en mutsen nu eennui
ook meer of minder klanten 1»
tekenen. Een goede of slecht:
notering in de toonaangeven:
gidsen kan in Frankrijk tot)
procent schelen in de tafelbezel
ting. En bij beroemde keuke;
meesters als Bocuse praat je dit
over aanzienlijke bedrage:
want voor minder dan 200
den de man eet je er in de rêgt
niet.
„Culinaire journalisten chai
teren de chefkoks, het zijn
persers", zo tierde de ontdai
lievelingskok van oud-presidei
Valéry Giscard d'Estaing fc
cuse telefonisch vanuit Tokio
Millau kreeg eep veeg uit de pt
met de opmerking dat dezel
het keuren van de dissen afgii
op de smaak van zijn hond. Vi
Bobby het lekkerst vindt vei
meldt de historie helaas niet.
'Het nederlands', aldus
Professor Kruisinga in
zijn studie: „Het Neder
lands van Nu" is de taal
die de nederlanders" spre
ken'.
Welnu, de taal die de neder
landers spreken wordt het
hele jaar door teraarde be
steld. De taal die de Breda-
naars spreken maar vier da
gen; de vier, voorafgaande
aan Assewoensdag. Een toe
lichting op deze stelling is
wellicht niet overbodig. In de
TV uitzending Het Capitool
van zondag 11-1988 sprak
mevr. drs. H. D'Ancona van:
een land dat in haar (sic!) be
leid geen rekening houdt met
etc. Dat kan niet, mevrouw,
evemin als: Het Nederlands
en haar spraakkunst. Het le
ven en haar problemen. Het
moet zijn: het land en zijn be
leid. Als u nu riposteert dat u
tot de avant garde behoort die
nu al het turbo-nederlands
van de 21ste eeuw spreekt
dan trek ik mijn woorden in
en 'verlasse besiegt den
Kampfplatz'.
Het tweede taalverschijn
sel (lokaal) trof ik aan in De
Stem van 13-2-'88 en wel op
het voetstuk van een beeld
houwwerkje vervaardigd
door weer een andere me
vrouw ditmaal geen docto
randus maar wel voorzitter
van de Bredase federatie van
Carnavalsverenigingen. Het
verschijnsel in kwestie open
baarde zich in de twee woor
den 'Oedje Aaf' in het voet
stuk. Dat kan ook niet, me
vrouw. De wetten van de uni
versele spraakklankleer ver
bieden dat. Zij eisen een ver-
bindings -n- tussen twee
woorden beginnend met een
klinker en in één adem achter
elkaar uitgesproken.
In 'un bateau' hoort u geen
-n-, in 'un avion wel', omdat
avion met een klinker begint.
Om dezelfde reden is 'a pear'
wel korrekt engels, maar 'a
apple' niet. Omdat deze wet
universeel is kan men in
Breda wel spreken van: unne
mestkakkelobbus, maar niet
van: unne aop - Dat wordt
automatisch: unne naap.
Automatisch wil hier zeggen:
uit lijfsbehoud der stemban
den. Geboren Bredanaars di
de taal van de stad hebben in
gegoten gekregen met de le
pels levertraan en zelfs diege
nen onder hen die op laten
leeftijd door een academisch
studie van de fonetiek hu'
aangeboren verworvenheden
op gebied van de spreekvaar
digheid wetenschappelijl
hebben leren onderbouwd
slagen er niet in zonder sten
bandverstuiking de woorde
Oedje Aaf in één adem achte
elkaar uit te spreken zonde
verbindings -n-. Het mof
zijn: oedje naf, met korte
klinker. Vergelijk in de
kwestie de tekst: Platte, ede
gij un noedje nop? gezonget
op de melodie The Colonel
Bogey March, gefloten in 4
film: The Bridge on the ffivf
Kwai.
Voor verdere verdieping)'
deze materie der lokale taal
verschijnselen verwijs
naar de studiewerken
'Proeve van Bredaasch Taal
eigen' van mr. J. H. Hoeuffi
'De Bruikbaarheid vat
Hoeufft getoetst' door dr. A
Weijnen en Het Dialect
Luiheid' van Henri't Sas.
P.S. Het woord 'mestkakte
lobbus' treft u niet aan in
venvermelde studiewerken
Ik heb het opgetekend in
nazomer van 1924 uit de mo»'
van een wat oudere inwoon
ster van Breda die het b®
zigde ter aanduiding van»'1
volwassen Deense (=Dui'"
Dog die gehurkt bezig
zich te ontlasten van een
lepondsdrol op het trott®
voor haar voordeur.
DEN HAAG (ANP) - Tussen Nederland en Vlaanderen b®
staat een druk cultureel verkeer. Elke dag vinden zeW
vijf culturele activiteiten over de grens plaats. Dit heeft®
Stichting Algemeen-Nederlands Congres becijferd na
onderzoek naar de uitwisseling.
De Vlaamse culturele manifestaties in Nederland lijken iets
rijker te zijn dan de Nederlandse in Vlaanderen, Van de culture'
uitwisselingen zijn de theater- en cabaretvoorstellingen het w
rijkst, gevolgd door muziek en dans.
Van onze verslaggever
Dit liet wethouder W. G
bare werken en ruimtelij I
weekeinde desgevraagd
onderzoek wordt ingesproi
van de Cokesfabriek om be
liteiten.
De Cokes wilde in eerste instai
SLUISKIL - De werkgever
de op handen zijnde Europe
delingen voor de collectieve
dustrietak.
Dit beweerde districtsbestuui
der H. Vegting van de Indus
triebond FNV tijdens een jub
larissenavond van de bond i
Sluiskil. Met name de Bova
(de garagehouders) hebben vol
gens de vakbondsbestuurde
cao-voorstellen ingediend di
'ronduit beledigend zijn voo
de werknemers'.
„Onder het mom dat ze klaa
moeten zijn voor 1992 willen d
werkgevers op alles, maar dar
ook alles, korten. Zo kunnen d
lonen niet -worden verhoogt
willen zij de scholingspot voo
langdurig werklozen 'leegvre
ten' en willen zij de VUT-leef
tijd weer verhogen. Daarnaas
plegen de werkgevers in df
metaalsector een aanval o]
ATV en vakantiedagen door t<
verlangen dat bij ziekte twer
dagen worden ingeleverd,'
voerde Vegting aan.
Het feit dat sommige werk
gevers in de metaalsector ook
nog eens het werken op zater
dag als normaal willen gaar
beschouwen en dat er een ver
ruiming van de werkrijder
moet komen vindt Vegting on
aanvaardbaar.
„Wie vindt het nog gek als
mensen in de metaalsector zeg
gen van 'ze kunnen de boom in'
Het is op zich niet vreemd dal
werknemers niets meer willen
weten van flexibele inzetbaar
heid. Ook is het niet gek dat nu
Van onze correspondent
AARDENBURG - Bij
feestelijke officiële
openingen en herope
ningen van Aarden-
burgse bedrijven
schenkt de gemeente
Aardenburg voortaan,
in plaats van het ge
bruikelijke bloemetje,
een gemeentevlag.
Het gemeentebestuur wil
de vlag, een geel veld met
daarop een rode burcht,
meer ingang laten vinden.
De bedoeling is ook dat de
historische burchtvlag ge
bruikt gaat worden naast
de al jaren in gebruik
zijnde folkloristische 'kik-
kervlag'.
Op initiatief van de ge
meente en het promotie
team werd eerder dit jaar
een onderzoek onder de
bewoners van een aantal
straten gehouden om de
behoefte aan de ge
meente- en kikkervlag te
Peilen. De meerderheid
van de Aardenburgse on
dernemers koos voor de
gemeentevlag.
Volgens burgemeester
E: Jongmans slaat het
nieuwe initiatief aan. „De
mensen vinden het een
leuk gebaar van de ge
meente. We hebben de
v'ag in twee maten. De
grote, die bedoeld is voor
de vlaggemast, vindt gre
tig aftrek bij de onderne
mers die iets te vieren
nebben. Een klein vlag
getje geven we bijvoor
beeld aan mensen die zes
tigjaar getrouwd zijn".