i
HENNIE KUIPER:
ZATERDAG 5 NOVEMBER 1988
^>rmm
RUUD MICHELS EN ZN.
Toekomst
WANNEER Hennie Kuiper morgen op 39-
jarige leeftijd in een koppeltijdrit in Ol-
denzaal afscheid heeft genomen van de ac
tieve wielersport, kan hij terugzien op een
glanzende carrière.
NADAT de Puttenaar als Olympisch weg-
kampioen van München moeizaam onder
dak had gevonden bij een profploeg,
bouwde hij een grote naam op als beroeps
coureur. Kuiper bezette ondermeer twee
maal een tweede plaats in de Tour de
France (1977, achter Thévenet, en 1980,
achter Zoetemelk), veroverde in één jaar
(1975) het nationaal- en wereldkampioen
schap (Yvoir), schreef vier klassiekers op
zijn naam, de Ronde van Vlaanderen, de
Ronde van Lombardije (beide in 1981), Pa-
rij s-Roubaix (in 1983) - Kuiper: „Dat was
mijn mooiste overwinning" - en Milaan-
San Remo (1985) en won drie Tour-etappes
(Bornem in 1976 en Alpe d'Huez in 1977 en
1978).
KUIPER, die geen meter kon sprinten en
dus altijd alleen moest aankomen om te
winnen, realiseerde zijn indrukwekkende
erelijst - althans wat betreft prestaties in
grote wedstrijden - op basis van een ge
weldig karakter en een enorme trainings
ijver. Want buitengewone klasse had de
Twent, die met Jan Raas, Joop Zoetemelk
en in mindere mate ook Gerrie Knetemann
de Nederlandse wielersport op een nooit
eerder gekend peil bracht, niet.
KUIPER: „Ze hebben wel eens van Adrie
van der Poel gezegd dat hij een geweldig
trainingsdier is, maar het is wel zo dat hij
mij daarmee is nagevolgd. Samen hebben
we ook heel veel getraind. Dan was het
tussen ons soms een prestigeduel om maar
de meeste kilometers te rijden. Als ik hem
na een trainingstocht op het laatst naar
huis begeleidde, zei hij thuis aangekomen:
'Ik rijd nog maar even met jou mee'. An
dersom gebeurde precies hetzelfde. Wij
jutten elkaar op die manier vreselijk op".
REVANCHEGEVOELENS speelden ook
herhaaldelijk een rol bij het succes van
Kuiper, zozeer zelfs, dat hij gerust de ko
ning van de wraak genoemd mag worden.
Als hem onrecht was aangedaan, lag het
niet in zijn karakter opgesloten fel van
zich af te bijten. De boerenzoon reageerde
het in een later stadium af op de fiets. Zijn
wereldtitel in Yvoir was er onder meer het
gevolg van.
EEN terugblik met Kuiper op zijn zestien
jaar bij de profs.
Te veel
PUTTE - Onderuit ge
zakt in een gemakke
lijke stoel in zijn bun
galow in Putte laat
Hennie Kuiper vol te
vredenheid zijn wieler-
loopbaan de revue pas
seren.
iccountants
Tombe
Aanbod
(elencatalogus
Revanche
Winnen
OP KWALITEIT KUNT U REKENEN
Hennie Kuiper en zijn echtgenote Ine nadat Kuiper to:
'ridder in de Orde van Oranje Nassau' werd geslagen.
I een zeer goede
Ik had er nog meer uit kunnen halen
loduktie van
Dduktie-apparaat
bt-rotatiepersen
sr de
'oor de positie van
■rijf en het beheer
It
En weer had José de Cauwer te
maken met het succes van Kui
per. „Bij DAF was José assis
tent-ploegleider, maar wel het
grote brein".
„Hij zei op een gegeven
ogenblik tegen mij: 'Je moet
meer doen voor de klassiekers'.
Tot dan toe had ik in het voor
jaar steeds gereden met in het
achterhoofd dat de Tour nog
kwam, hield ik reserves. Ik
volgde zijn raad op en legde het
accent meer op het voorjaar. Ik
trainde langere afstanden en
gebruikte grotere versnellin
gen. Het heeft effect gesor
teerd. Een direct gevolg er van
is wel geweest dat de Tour
prestaties minder werden,
maar als ik naar de resultaten
kijk, dan heb ik wel een goede
keuze gemaakt".
Hennie Kuiper heeft op zijn
39ste nog een blakende gezond
heid en zou nog moeiteloos een
jaartje door hebben kunnen
gaan, zonder voor schut te
staan. Wat dat betreft vormen
figuren als hij een uitzonde
ring. De meeste coureurs zijn
rond hun dertigste al opge
brand. En dat heeft niet alleen
met een perfecte verzorging te
maken.
„Technisch gezien is er veel
veranderd. In de Elfsteden-
ronde viel mij bijvoorbeeld op
dat amateurs geweldig groot
reden. Terwijl ik 15 of 16 draai
de, zaten zij al op de 13 of 14 te
rijden. Jongens van 19 jaar zit
ten ook al in een ploegentijdrit
van 100 kilometer. Met zulk
soort zaken kan ik me voorstel
len dat een carrière niet lang
duurt. Het kost enorm veel
kracht. Het wielrennen is een
samenspel tussen souplesse en
kracht. Als je dat uit elkaar
haalt, ga je de tol betalen. Je
ziet het ook in het profpeloton.'
Knieën worden zo geforceerd
met groot rijden, dat aanhech
tingen er aan gaan. Vooral in
het voorjaar lopen coureurs
met het koersen op grote ver
zetten risico's, want met een
paar graden boven nul is de
doorbloeding lang niet opti
maal".
In de toekomst, als ploegleider
van een nieuwe Duitse ploeg,
zal Kuiper daar ongetwijfeld
nog herhaaldelijk op hameren,
want hij wil veel bezig zijn met
de renners, die onder zijn hoede
komen.
„Ik denk dat er in zijn alge
meenheid nog veel te verbete
ren valt bij ploegen. Ik sta een
model voor waarbij er een
technische ploegleider is, die
zich over niets anders nerveus
hoeft te maken dan over wie-
lertechnische zaken. Een top
sporter moet met zijn proble
men uit de weg kunnen. Ik heb
dat in het verleden weieens ge
mist. Er kan echt nog heel veel
geperfectioneerd worden. Hoe
vaak gebeurt het niet dat een
renner moet rijden, terwijl hij
liever niet wil. Er moet overleg
zijn over een programma".
Of Kuiper, tamelijk zacht
aardig, geschikt zal zijn als
ploegleider, zal moeten worden
afgewacht. „Je kunt niet zeg
gen wat goed is. Sommigen
voelen zich wel bij Post, maar
anderen bij Gisbers, die beiden
een verschillende aanpak heb
ben. Voorwaarde voor een
ploegleider is dat hij een kapi
tein op het schip is. Maar hij
hoeft niet per sé autoritair te
zijn. Ik zal ook niet zo gauw te
keer gaan. Ze moeten niet voor
mij, maar voor henzelf. Als ze
niet willen, moet ik dan met de
vuist op tafel slaan?".
Breda Belcrumweg 32 Tel. 076-711134
Oongen Hoge Ham 107 Tel. 01623-21241
I Door Hein Groothuis
hisatie van
je niet kunnen ieren is 1
n om door te bijten, om ii
nemen en ondernemend ti
aan. Maar we gaan er vanuit da
if in huis hebt
Als je binnenkort einde»
'O aflegt (met wiskunde I ofA]
oorkeur economie I en/of
zou je dan van je eerste
;een een boeiende maken?
is voelt bij een financieel-^]
nstverlener met een ondet
sp aan het juiste adres. Het
al gauw te pakken krijgt - -
ief naar de TRN Groep/N^M
mbe, afdeling Personeelszak®
lam. Voor meer informatie kunl*]
111.
n Sneep MeUe (belastingad^*"^!
eel uit van Touche Ross Intern*
„Ik heb ook te veel gekoerst. Te
veel, om in bepaalde periodes
goed te presteren".
„Enerzijds was dat een ge
volg van het feit dat ik blij was
dat ik de kans kreeg om te rij
den. Anderzijds kon ik ook niet
nee zeggen. Daar had ik de per
soonlijkheid niet voor. Als Post
voor de Ronde van België, die
ik niet op mijn programma had
staan, door ziekte of zo een
mannetje te kort kwam en hij
deed een beroep op mij, ging ik
al gauw overstag. Door het vele
koersen krijg je vervlakking.
Het gevolg daarvan was bij mij
dat ik soms twee maanden ano
niem of in dienst van de ploeg
reed. Als je dan naar een Del-
kijkt. Die zie je een heel
jaar niet, richt zich helemaal
op de Tour. Als ik dat af en toe
ook eens had gedaan, dan had
ik nog naar een beter niveau
kunnen evalueren".
In zijn derde jaar als be
roepswielrenner werd Kuiper
zich goed bewust van zijn mo
gelijkheden. Hij werd op het
juiste spoor gezet door zijn
Ploeggenoot José de Cauwer, de
ADR-pioegleider, die snel een
boezemvriend van de Putte
naar werd en dat ook altijd
bleef, „in het trainingskamp
Jat wij met Frisol in Bardolino
belegden, heeft José mij de
ogen geopend voor mijn kwali
teiten. Hij zei dat ik tot dan toe
alleen maar een sterke, een-
aame fietser was, een ruwe dia
mant, waar ietg van te maken
joel. Van het begin af aan heeft
bet geweldig geklikt tussen ons
™^'en. Hij kan enorm goed
motiveren. Dat zie je nu ook bij
ploeg".
°P Kuiper, die in een van de
eerste jaren als prof een aan-
bpb van de ploeg Merckx naast
amh neerlegde („Ik wilde voor-
apig mijn eigen kans gaan,
jost nog niet waar ik stond".),
"ad de pep-talk van De Cau-
een uitstekende uitwer-
J* Hetzelfde jaar vergaarde
"jJ de nationale en wereldtitel.
n"me aan de strijd om de
genboogtrui (in Yvoir) begon
„mper met een speciale instel-
Als ik mij in iets vast
J.H.M. Brader,
(rijf (tel. 076-236443).
Postorders
leerstraat 12) Blelswljk, 01892- j
feilen of schrijf ons even.
Er is, gezien de staat van
dienst van de geblokte boe
renzoon, alle reden toe.
Maar Kuiper zou Kuiper
niet zijn als hij ook niet
[met zelfkritiek tevoor
schijn zou komen.
„Ik had denk ik nog wel meer
I uit mijn carrière kunnen halen.
I In een bepaalde fase, vooral de
eerste jaren als prof, ben ik te
veel amateur geweest. In die
beginperiode was ik iemand,
1 die met zijn krachten smeet. Ik
vloog er steeds in en keek wel
I waar het schip strandde. In een
later stadium heb ik geleerd op
resultaat te rijden, maakte ik
me tactisch koersen eigen".
Karakteristieke houding van Hennie Kuiper in de koers: op de pedalen.
beet, hadden ze een kwaaie aan
mij. En in Yvoir was dat het
geval. Ik was er echt op ge
brand iets te laten zien, omdat
ik in Montreal, een jaar eerder,
buitenspel werd gezet. De
KNWU, die naar Barcelona,
waar ik in 1973 debuteerde op
een WK, maar zeven profs af
vaardigde, omdat er geen tien
volwaardige beroepswielren
ners op de been konden worden
gebracht, had besloten de disci
pline aan te trekken".
„Een uitvloeisel daarvan was
dat iedereen op zaterdag moest
vertrekken. Voor mij was dat
echter onmogelijk, omdat ik
door mijn toenmalige ploeg,
Rokado, verplicht werd dat
weekeinde een koers in Dort
mund te rijden, die ik overi
gens wore Op eigen kosten
vloog ik, zonder zelfs maar te
weten waar de Nederlandse
ploeg bivakkeerde, naar Mont
real. Een hostess van het WK
zag op het vliegveld aan mijn
bagage dat ik wielrenner was
en bracht mij naar het hotel
van de Nederlanders. Daar
kreeg ik van de begeleiding de
verbaasde rwactie: 'Wat kom
je hier doen'. Ja, fietsen na
tuurlijk. Maar dat was er niet
bij. Ik kreeg de rode kaart Ik
heb me aan die belachelijke
zaak verschrikkelijk geërgerd.
Maar hoewel het me heel veel
deed, was ik er de persoon niet
naar om te gaan schelden of
met de vuist op tafel te slaan.
Ik wilde op een andere manier
revanche. En die is er gekomen
in Yvoir".
„Aan die titelstrijd ging ove
rigens een aardig gesprek tus
sen mij en José de Cauwer
vooraf. Ik vroeg hem naar mijn
kansen. Hij antwoordde dat ik
bij de eerste tien moest kunnen
eindigen. Daarop zei ik
prompt: 'Dan moet ik ook we
reldkampioen kunnen worden'.
Het deed hem verschieten".
„Dat revancheren loopt als een
rode draad door mijn hele car
rière. Als ik die revanche-ge-
voelens koesterde, was ik vaak
op mijn sterkst".
„In mijn amateurtijd had ik
dat al. Twee jaar achtereen
was ik gepasseerd voor de na
tionale selectie. Het jaar er na
was ik er wel bij en mocht ik de
Olympische wegwedstrijd rij
den. Daar in München groeide
ik ver boven mezelf uit. Ik reed
een dikke veertig kilometer so
lo, terwijl er een gemiddelde
van 43 werd aangehouden. Het
hoefde bij mij overigens niet
altijd met derden te maken
hebben. Als ik niet tevreden
was over mezelf, had dat ook
een speciaal effect. Wat dat be
treft is Alpe d'Huez een goed
voorbeeld. In 1976 werd ik aan
het begin van die klim als eer
ste gelost, een echte afgang.
Onbewust blijft zoiets in mijn
achterhoofd hangen. Het jaar
er op won ik grandioos op Alpe
d'Huez".
Kuiper heeft met de Tour de
France altijd een speciale band.
gehad, zozeer zelfs, dat hij er
ook in de laatste jaren van zijn
loopbaan nog met het grootste
plezier heen ging, hoewel hij er
weinig meer had te zoeken.
Eenmaal was Kuiper zeer
dicht bij de eindoverwinning,
in 1977, toen hij alleen Théve
net voor moest laten gaan, met
48 seconden verschil. „Niemand
geloofde in mij. Nadat ik in het
voorjaar ziek was geweest, kon
ik de Ronde van Zwitserland
echter helemaal rijden in func
tie van de Tour. Dat was ideaal
voor mij. De mooist denkbare
voorbereiding voor mij, in de
anonimiteit, achterin het pelo
ton. In de Tour reed ik fantas
tisch, maar moest ik eerst in
dienst van Thurau rijden. Toen
Thurau het af liet weten, was
ik er als redder in de nood.
Maar ik besefte toen helemaal
niet dat ik de Tour kon winnen.
Ik was zo zielsgelukkig dat ik
op Alpe d'Huez als eerste ging
eindigen, dat ik het eindresul
taat vergat. Misschien was het
ook het werk van de ploeglei
der geweest om mij daarop te
attenderen. Het gebeurde niet.
Post en ik zaten berg-op ge
woon te converseren. De laatste
duizend meter was voor mij
een complete zegetocht. Voluit
ging ik niet meer. Thévenet
daarentegen vocht tot de laat
ste meter om recht te trekken
wat er recht te trekken was. En
het is hem aardig gelukt ook.
Hij hield de gele trui met 12 se
conden verschil, nadat ik bij de
rode vlag nog virtueel leider
was geweest. Mede door die
toestand op Alpe d'Huez, waar
ik freewheelend en met de han
den in de lucht over de meet
ging, heb ik de Tour verloren.
Natuurlijk is er in de Pyre
neeën ook een mogelijkheid on
gebruikt gebleven, omdat ik af
en toe op Thurau moest wach
ten. Daar had ik denk ik zelfs
het geel kunnen pakken als ik
m'n eigen kans had kunnen
gaan. Maar ik moet wel zo eer
lijk zijn om te zeggen dat het
dan de vraag geweest zou zijn
of ik het dan nog drie weken
had kunnen volhouden. Niet li
chamelijk, maar geestelijk,
want de druk zou dan natuur
lijk enorm groot geweest zijn".
Een jaar later vertrok Kuiper
om de Tour te winnen. „Met
Thévenet helemaal uit vorm
was ik de kandidaat voor de
Tour, waarin Hinault zijn de
buut maakte".
„Door de drukte was ik niet
mezelf. Ik verzette trainingen
om de pers te woord te staan.
Iedereen wilde een interview.
Achteraf had ik beter een pers
conferentie kunnen geven. Ine
heeft me dat ook wel eens ver
weten. 'Je wilt het iedereen
naar de zin maken, maar je
moet ook eens aan jezelf den
ken', zei ze dan. Maar hoe dan
ook, door al die toestanden had
ik een slechte Tour-start. Op
Pla d'Adet verloor ik ander
halve minuut. Dat viel natuur
lijk tegen, maar aan de andere
- FOTO'S DE STEM BEN STEFFEN
kant kwam het me ook weer
niet zo slecht uit. Zo had ik me
zelf graag. Teruggeslagen wor
den en dan terugvechten. Dan
was ik op m'n sterkst".
„En ik vocht terug. Ik won op
Alpe d'Huez na de diskwalifi
catie van Pollentir. Daarna
was er een rustdag en vervol
gens kwam een etappe met
acht cols. Het was een dag dat
ik alles kon en het dreigde een
geweldig slagveld te worden.
Toen we drie cols gehad had
den, zaten er al renners op 25
minuten achterstand. In de af
daling van de derde col, de
Granier, heb ik misschien wel
iets te veel risico genomen. Ik
viel en brak mijn sleutelbeen.
Het zal altijd een open vraag
blijven wat er gebeurd zou zijn
als ik niet onderuit was ge
gaan".
Kuiper speelde ook in 1979
(vierde plaats) en 1980 (tweede,
achter Joop Zoetemelk) nog een
vooraanstaande rol in de
Grande Bouclé. Daarna wer
den zijn prestaties in het grote
ronde-werk beduidend minder.
Geen probleem voor de Putte
naar, want hij werd als derti
ger een kanjer van een klassie
kerrennen