DE STEM 'SPONTANE' ACTIE TEGEN JODEN WAS NAUWKEURIG GEPROGRAMMEERD gK DE ST AMERII KLE ENKLE (en brief van 11 november 1938, ondertekend door de chef van de Sicherheitspolizei en de SD in het Deutsche Reich, Reinhard Heydrich, aan ministerpresident Generalfeldmarschall Hermann Go ring: „Betreft: actie tegen de joden. De tot nu toe bin nengekomen meldingen van de staatspolitiebureaus hebben tot 11 november 1938 het volgende algehele overzicht opgeleverd: In talrijke steden hebben zich plunderingen van joodse winkels en bedrijfspanden voorgedaan. Om verdere plunderingen te vermijden werd in alle gevallen scherp opgetreden. Wegens plunderingen werden 174 personen gearresteerd." Te voorzichtig ZATERDAG I O 5 NOVEMBER 19881C. Zwijgende kerk Moordaanslag Gewiekst Euforie mocratische presic moest afgelopen we heden in een zieker beurde enkele dage huis was behandelc moeilijkheden warer ontmoediging en de kamp. Michael Duke hem was verder om terstand op zijn teg Bush, goed te make E Door Rink Drost De brief vervolgt: „De omvang van de vernielingen aan joodse bedrijven en wo ningen kan op dit moment cijfermatig nog niet worden vastgesteld. De in de berichten opgevoerde cijfers: 815 ver nielde bedrijven, 29 in brand gestoken of anderszins vernielde warenhuizen, 171 in brand gestoken of verwoeste woonhui zen, geven, voorzover het niet om brand stichtingen gaat, slechts een deel weer van de werkelijk gemelde vernielingen. Gezien de haast die bij de berichtgeving geboden was moesten de tot nu toe bin nengekomen meldingen vaak worden be perkt tot algemene opgaven, zoals 'talrij ke' of 'de meeste bedrijven vernield'. De opgegeven cijfers kunnen daarom nog tot een veelvoud oplopen". Dan komt Heydrich op de feiten die een halve eeuw later nog het meest tot de verbeelding spreken: „Aan synagogen werden 191 in brand gestoken, 76 andere werden volledig verwoest. Voorts werden 11 joodse gemeentehuizen, begraaf plaats-kapellen en dergeüjke in brand gestoken en 3 andere geheel vernield. Gearresteerd werden ongeveer 20.000 joden, voorts drie ariërs en drie buiten landers. De laatsten werden voor hun eigen veiligheid in bewaring gesteld". Tot besluit schrijft Heydrich over wat nog het minst in de herinnering is blijven hangen, maar wat in feite het verschrik kelijkste van de pogrom is geweest: „Aan dodelijke slachtoffers werden 36, aan zwaargewonden eveneens 36 gemeld. De gedoden en gewonden zijn joden. Eén jood wordt nog vermist. Onder de gedode joden bevindt zich een, onder de gewonden 2 met de Poolse nationaliteit." Met zijn brief aan Göring geeft Hey drich, zoals hij al voorspelt, inderdaad een veel te voorzichtige omschrijving van de werkelijkheid weer. Een dag later al ziet het beeld er heel anders uit: zo'n 7500 Joodse bedrijven zijn vernield en aan ruiten (KristaÜ) alleen al is voor minstens 10 miljoen Reichsmark aan scherven gegaan. Zoveel spiegelglas heeft de gezamenlijke Duitse glasindustrie niet eens in voorraad. De totale schade be groot Heydrich op 12 november op 'en kele honderden miljoenen Marken'. Op dat moment lopen in vele kleinere plaatsen in het Duitse Rijk de acties te gen de joden nog volop. Zelfs op 13 no vember komt het nog tot aanvallen op lijf en goed van joden. De dodelijke slachtoffers, in werkelijk heid tussen de tachtig en honderd weer loze mensen, zijn in de meeste gevallen letterlijk dood geslagen en geschopt. Dat schrijft Heydrich niet. De kranten schrij ven dat ook niet. Wie in de - gecensu reerde- kranten van 9, 10, 11 of 12 no vember 1938 wil nalezen wat er gebeurd is, komt bedrogen uit. Meestal geen woord, hier en daar een kort bericht over wat in de eigen stad is gebeurd, een en kele keer een foto van de plaatselijke sy- nagogebrand, waarbij brandweerlieden breed grijnzend met blussen wachten tot het vuur zijn verterende werk heeft ge daan. Pas op zondag 13 november meldt de officiële krant van de NSDAP, Völki- scher Beobachter, zonder in de gruwe- Een aanleiding om Joden naar willekeur op te pakken en naar concentratiekampen - toen nog geen vernietigingskampen- te transporteren was snel gevonden. Deze foto is gemaakt In november 1938, na de Kristal/nacht. Op de davidsster de tekst: Gott verlasst uns nlchtl" - foto archief de stem D, K 10*"* De dag na de Relchskrtstallnacht. De ruiten van Joodse winkels zijn versplinterd. De Joden krijgen van alles de schuld en moe ten de schade zelf betalen en terstond herstellen. - foto anp De gruwelen van de Reichskristallnacht üjke bijzonderheden te treden, pralend in koeien van gothische letters op de voorpagina: 'Afrekening van het Rijk met de joodse misdadigers'. De inhoud van het artikel wordt volledig gedekt door de kop. Overigens, vrijwel geen Duitser is on danks het gemis van exacte berichtge ving in de kranten onwetend van wat wat de geschiedenis zal ingaan als de Reichskristallnacht. De mondelinge communicatie functioneert voortreffe lijk. De SA-mannen, maar ook hun (deels) partijloze helpers zijn veel te trots op hun 'prestaties' om erover te zwijgen. Tientallen jaren van goed gedoseerde rassenhaat over een breed front staan er voor borg, dat het overgrote deel van het Duitse volk enthousiast reageert. Dege nen die woedend zijn, houden zich stil om niet zelf vervolgd te worden. En het instituut dat nog wel ongestraft veront waardigd mag reageren - de kerk - zwijgt veelzeggend. De daders van de geweldsuitbarstin gen die onder de bagatelliserende en door de nazileiders gekoesterde naam 'Reichskristallnacht' de geschiedenis in gingen zijn nagenoeg allemaal ongestraft gebleven. Geen wonder, want wat zij als een uiting van hun 'gesundes Volksemp- finden' en 'spontane gerechtvaardigde toorn tegen de joodse misdadigers en uitbuiters' hadden uitgespookt was nauwkeurig geprogrammeerd door de nazi-leiders en aan 'het volk' opgediend door de Reichspropagandaminister, dr. Joseph Goebbels. Een tijdplan voor de maatregelen die de joden steeds verder in diskrediet moesten brengen, bestond niet. Maar de nazi's wisten handig in te spelen op ge beurtenissen, daarbij al dan niet een handje helpend. Zo hadden zij sinds 1935, toen de Neurenbergse wetten de joden verregaand buiten het maatschap pelijke leven plaatsten, heel geleideüjk de knevel fors kunnen aanhalen zonder dat protesten opklonken. In 1938 werd de politiek van geleide lijkheid aanvankelijk voortgezet: joden moesten hun vermogens boven 5000 mark opgeven, joodse neringdoenden moesten hun bedrijf kenmerken, joodse artsen en advocaten kregen een beroeps verbod, joden mochten geen wapens en munitie vervaardigen of verhandelen en werden uitgesloten uit de veiling- en grondhandel, alle joden werden gedwon gen, aanvullend de naam Sarah en Israel aan te nemen. Voor joden werden aparte meldingsformulieren ingevoerd voor de bevolkingsregisters. Voor Goebbels kwam een moordaanslag in Parijs op 7 november als manna uit de hemel, om op de valreep van het jaar de joden het leven in Duitsland feitelijk voorgoed onmogelijk te maken. Op die dag meldde zich een jongeman in de Duitse ambassade in Parijs, die la ter als de 17-jarige jood Herschel Grynszpan werd geïdentificeerd. De jon gen leefde twee jaar in Frankrijk en werd met uitwijzing bedreigd. Hij vroeg de ambassadeur te spreken, maar kwam te recht bij gezandschapsraad Ernst vom Rath. Zonder een woord te spreken trok Grynszpan een vuurwapen en loste een aantal schoten op vom Rath. Die over leed twee dagen later. De moordenaar werd ter plaatse gearresteerd. De nazi's interpreteerden het incident met veel ophef als 'een actie van het joodse wereldcomplot tegen het natio- naalsocialistische Duitsland'. Grynszpan zelf gaf tijdens zijn proces in Parijs op, dat hij geheel op eigen initiatief had ge handeld, om de Duitse joden in het alge meen en zijn ouders in het bijzonder te wreken. De ouders, die in 1911 uit Rus land naar Duitsland waren gevlucht, wa ren kort tevoren gedwongen naar Polen geëmigreerd. Geraffineerd sloeg Goebbels' propa- ganda-apparaat politieke munt uit de moordaanslag op de Duitse diplomaat. Vom Rath leefde nog, toen de eerste 'spontane acties' tegen joden een feit wa ren. Goebbels wist de alom aanwezige gevoelens van afwijzing jegens de joden met een gloedvolle rede om te zetten in tastbare haat. Het 'wereldjodendom' werd voor de daad van Gryszpan verant woordelijk gesteld: met de veroordeling van de aanslagpleger kon de affaire niet als afgedaan worden beschouwd; de jo den in het algemeen moesten het Duitse antwoord voelen. Gewiekst hoedde Goebbels zich ervoor, naar buiten de partij als organisator van acties tegen joden te manifesteren. Zo was dat op de avond van de 9de novem ber afgesproken op een bijeenkomst van partijleiders in München. Goebbels had daar melding gemaakt van spontane ac ties in de Gauen Kurhessen en Magde- burg-Anhalt, waaarbij joodse bedrijven waren 'vernield en synagogen in brand waren gestoken. Hitier zelf maakte vaj Goebbels' voorstel een decreet: acties! mochten niet door de partij worden I voorbereid of georganiseerd. Maar voor-1 zover ze spontaan ontstonden diende er I ook niet tegen te worden opgetreden Voordat een desbetreffend telexbe-1 richt aan de gau-leiders was verzonden, hadden de leidende partijgenoten hen i opgebeld om hen te instrueren dat al-1 thans officieel de partij niet als aan-1 stichtster van 'spontane acties' mocht I zijn, maar dat de werkelijkheid anders! diende te zijn. De partij had de pogrom natuurlijk a] I eerder op gang gebracht, met een hoofd-1 artikel in de Völkische Beobachter van 8 november. „Het is duidelijk dat het I Duitse volk uit deze nieuwe daad zijn conclusies zal trekken. Het is een onbest aanbare toestand dat binnen onze gren zen honderdduizenden joden nog hele I winkelstraten beheersen, ontspannings inrichtingen bevolken en als 'buitenland se' huiseigenaren het geld van Duitse huurders opstrijken, terwijl him rasgeno ten buiten oproepen tot de oorlog tegen Duitsland en Duitse ambtenaren neer schieten. Wij zullen de namen van diege nen noteren die het eens zijn met deze laffe stiekeme daad, zoals we ook de na men niet vergeten hebben van hen, die in de kritieke septemberweek (vlak voor de 'akkoorden van München', waarmee Frankrijk en Groot-Brittannië een deel I van Tsjechoslowakije aan Hitier ver- kwanselden - RD) het Franse volk wil-1 den aanzetten tot oorlog tegen Duits-1 land. Het zijn dezelfde krachten als in I Cairo en Davos, het zijn joden en geen I Fransen. De schoten in de Duitse am-1 bassade in Parijs zullen niet slechts het I begin zijn van een nieuwe Duitse hou-l ding in het jodenvraagstuk, maar zullen I hopelijk ook een signaal zijn voor diel buitenlanders die tot nu toe niet inzagen I dat een goede verstandhouding tussen de I volkeren uiteindelijk alleen in de wordt gestaan door de internationale I jood." 11 Direct na de pogrom kon het nazire-1 gime 'oogsten'. Op 12 november 1938 leidde Göring in Berlijn een bespreking over het jodenvraagstuk. Göring merkte daarbij op, dat dat hij niet graag jood in Duitsland wilde zijn. Als resultaat volgde nog diezelfde dag een eerste serie verordeningen, die als 'verzoeningsmaat regelen' werden getrakteerd. Geen ver zoening voor de joden voor aangedaan leed, integendeel. Het Duitse volk was het slachtoffer, de joden waren de mis dadigers. Zij werden verantwoordelijk I gesteld voor alle aangerichte schade en kregen het bevel, op eigen kosten ogen blikkelijk voor herstel te zorgen. Een I miljard mark schadevergoeding moesten de joden met Duitse nationaliteit boven dien aan de staat betalen. Enkele dagen later volgde nog een ver-1 strekkende verordening: joodse scholie ren werden van de lessen uitgesloten. Op 28 november werd joden te toegang tol ontspannings- en vermaakinrichtingen ontzegd. Op op de 12e november had Göring duidelijk gemaakt, dat de duimschroe ven voor de joden nog verder dienden te worden aangedraaid. Bij 'een binnen af zienbare tijd plaatsvindend buitenlands politiek conflict' diende in Duitsland de grote afrekening met de joden te worden voltrokken. De na de pogrom op gang gekomen jodenvervolging met massale overbrenging naar concentratiekampen en de arisering van joodse bedrijven was nog allerminst een eindstadium, maar slechts een volgende etappe. De joden werden steeds meer van al hun bestaansbases beroofd. De tijd van grootscheepse emigraties was aangebro ken. De rijkskas werd gespekt: joden die het land verlieten, dienden nagenoeg al hun bezittingen achter te laten. De emi graties hielden aan tot oktober 1941, toen Amerika zich in de strijd mengde en de Europese oorlog tot de Tweede We reldoorlog was uitgegroeid. Hoe waren de reacties in het buiten land? Ze varieerden van ongewoon hef tig tot tamelijk lauw. In alle gevallen ble ven sancties achterwege. Het felst werd geprotesteerd in de Verenigde Staten. President Roosevelt: „Ik zelf kon niet geloven dat zulke dingen in de be schaafde twintigste eeuw nog zouden kunnen gebeuren. En om mij een duide lijk beeld van de toestand in Duitsland te verschaffen heb ik onze ambassadeur in Berlijn voor verslaggeving ontboden." Roosevelt had zich vergist. De Duit sers zouden in de 'beschaafde twintigste eeuw' snel laten zien dat het nog einde loos veel erger kon. Als je zo blij bent dat je hoeven de straat niet raken verkeer je in een staat van euforie. Men voelt zich dan enigszins los van de aarde, als na het vestigen van een wereldrecord polstok hoogspringen, het ontvangen van de Nobelprijs of na het schrijven van een weergaloos gedicht. Maar ook gewone mensen kunnen, gelukkig, proeven aan de nectar van de euforie. Ik herinner mij een aantal gevallen uit mijn jeugd. Op bruiloften en partijen placht een tante, die bekend stond om haar godsvrucht, deugdzaamheid en zuinigheid, steevast uit te breken in een geestelijk exzeem van baldadig heid, roekeloosheid en verbluf fende gulheid. Ze was bij wijze van spreken bereid om uit haar corset te stappen als je meende de baleinen goed te kunnen ge bruiken voor het vervaardigen van een konijnenhok. De euforie van tante kon tot stand worden gebracht met en kele besjes; robijnrode, zoete, onschuldig ogende bessensap- jes met een jeneverkick als de trap van een gemelijke muile zel. Uit dat vuig rood elixer ontstegen de dampen van haar euforie, die haar losmaakten van de ketenen der dagelijkse, zorgelijke conventies. Zo groef ze, op menig vrolijke avond, alle grastegels uit haar woon vertrek op, om onder een van die vezelige zerkjes de aflossing van de hypotheek te zoeken, die ze daar uit overwegingen van veiligheid had opgeborgen. „We gaan de stad in", riep ze dan verbeten, „we hebben lang genoeg op de steigers gestaan!" Het had heel wat voeten in de aarde om haar van een nachte lijke zwerftocht, met de familie in haar kielzog, langs de droompaleizen te weerhouden, waarin mensen in de ban van de euforie champagne drinken uit zilverzijden slippers of de bontgevoerde laarsjes van Loe- loe. Niet zelden mocht ik 'the day after the night before' de enveloppe met de hypotheek penningen bij haar terugbren gen, die tante dan in een gela ten toestand van anti-euforie aanvaardde, en, middels enkele schijnbewegingen gebaseerd op de gang van het paard op het schaakbord, weer te ruste legde onder een van de groene zer ken. Bij deze gelegenheden brachten anderen uit de fami liekring bontjassen, parelsnoe ren, kazen, kleine huisraad en andere schenkingen terug die in euforie waren gedaan. Na een feestje hing er bij tante vaak geen prent meer aan de muur. Alzo hebben wij al op jeug dige leeftijd geleerd dat aan be loften en schenkingen onder euforie gedaan slechts een sym bolische betekenis mag worden toegekend. We moeten er na melijk vanuitgaan dat de be schermende eeltlaag op de ziel soms als door enkele druppels drank kan worden verteerd als ragfijne vitrage door uitgehon gerde motten. Mensen die in euforie van Chateau Neuf, Rully of Montrachet afstand hebben gedaan van een fraai gedecoreerd bromhout van het volk der Sepik op West-Irian, van enkele goudgewichten der Asjanti of een zilveren dollar uit de dagen van Abraham Lin coln, zullen met droeve precisie aanvoelen wat ik bedoel. Tot troost moge strekken dat die merkwaardige schenkings drift bij sommige nobele india nenstammen - ik noem slechts de Kwakioeto aan de Ameri kaanse noordwestkust - tot hoog ceremonieel is verheven. Helaas is in onze maatschappij voor euforie slechts een zeer be scheiden plaats ingeruimd. Vandaar dat zo weinigen er op de juiste wijze op reageren. Ik heb ooit - in een café met volle dige vergunning - een geheel alleen op de wereld staande Antwerpse vrouw van goed ka rakter uitgenodigd om tijdelijk bij ons in te trekken. Ik verklaarde bij die gelegen heid met grote nadruk dat mijn vrouw daar geen enkel bezwaar tegen zou hebben, neen, haar aanwezigheid hoog op prijs zou stellen! Maar de vrouw, die ge lukkig ook in staat van euforie verkeerde, wees het aanbod grootmoedig van de hand. Wat jammer toch: bij het krieken van een nieuwe dag staat de euforie er in het vale licht povertjes bij, als het verwron gen en geblakerde wrak van schone droom. K Door Jo Wijnen Een verliezend kandidaat moet tot het einde spelen, moet met ven hoofd verder gaan, moet gt het onmogelijke en moet - bove de illusie gaande houden dat h eindelijke winnaar is. Dukakis' trage afgang en Bus! biddelijke opmars hebben de vormd van het-laatste bedrijf va mogelijke lange stuk theater dat sidentsverkiezingen van 1988' h< voorstelling zal de geschiedeni als veruit de smerigste, de gems meest leugenachtige van de laat eeuw. Dat is des te opmerkelijke de twee hoofdrolspelers in feite lijke, hardwerkende, enigszins k maar zonder twijfel ook bekwaï nen zijn. Misschien zijn beider kleur] fatsoen en bekwaamheid de dief zaak geweest van de tragedie die afgelopen jaar aan het oog van <i geboeide Amerikaanse kiezers h rold. Want waar bedachtzaam! gebruik van krachtige argument en waar kleurloosheid de bc voert, daar gaan de figuranten e rollen - in dit geval de machtig werkers van de campagneteams krachtige en te dominerende rol Op grond daarvan zou de C verkiezingsnederlaag onontkoombaar. HIJ kan ziet ^spiegelingen over zijn politie

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 28