ZONNE-ACTIYITEIT VAN GROTE INVLOED OP WEERBEELD
Wat is er mis met ons klimaat?
Ms
Moeilijke jaren voor
de duivenmelkers
MODE
DE STEM EXTRA ZATERDAG 29 OKTOBER 1988
Kernbommen
Kleine Ijstijd
Wantoestanden
Zonne-activiteit
Splitsing
Mooie zomers
MAGNETISCHE STORINGEN
BEÏNVLOEDEN WEDVLUCHTEN
Krakatau
Niet gunstig
DE STEM
EIND vorige
deze eeuw leek
leven op Mars
aanwezig. De 'cs
liaan Schiapar
meende te zien
voedsel gegever
dachte.
T48
De afgelopen zomer was het op de internationale
luchthavens weer een komen en gaan van zonzoe-
kers. Bij duizenden vertrokken ze naar de landen
rondom de Middellandse Zee om tenminste iets
van de zomer te proeven. Geen risico's durfde men
te nemen door de vakantie in eigen land door te
brengen. Zij hebben in die verre landen van de no
dige zon kunnen genieten. De vele hoopvol ge
stemde thuisblijvers zagen ook dit jaar hun vakan
tie in het water vallen. Te veel regen en vooral te
weinig zon bepaalden het weerbeeld. De komende
jaren zal dat beeld nauwelijks anders zijn. Op
grond van de resultaten van recent onderzoek naar
de zonne-activiteit kan geconcludeerd worden dat
ook de volgende zomers slecht zullen zijn.
Door Cees van Gurp
Hugo van den Eishout
Ted Heath, de voormalige mi
nister-president van Engeland,
sprak in 1973 in het Britse La
gerhuis met ongewoon veel
verstand van zaken over het
weer. Zijn tegenstanders wa
ren in de veronderstelling dat
hij een goed smoesje gevonden
had voor de hoge voedselprij
zen. Het parlement barstte in
lachen uit na Heaths medede
ling dat het tekort aan sneeuw
op de steppen de oorzaak was
van de slechte oogst in China
en Rusland. Nog grotere hilari
teit ontstond nadat hij verteld
had dat de koffieoogst in Bra
zilië door de vorst was aange
tast.
Heath vervolgde zijn betoog
met de verklaring dat de voor
raad vismeel, bestemd als vee
voer, terugliep als gevolg van
een plotselinge wijziging van
de zeestroom bij Peru.
Toch waren de gebeurtenis
sen waarop Heath wees, inder
daad heel typisch voor de me
teorologische veranderingen in
het begin van de jaren '70. Zo
beleefde het Midden-Westen
van de VS in 1974 de droogste
zomer sedert vele eeuwen. Ook
dit jaar was de droogte er bijna
catastrofaal.
Een tijdlang is het de gewoonte
geweest de verslechtering van
het weer toe te schrijven aan
het testen van kernbommen. In
het begin van de jaren '60 wa
ren er nog maar enkele des
kundigen te vinden die toega
ven dat het weer slechter werd.
Zij behoorden tot de eerste on
derzoekers die zich met de ge
schiedenis van het klimaat be
zighielden. Vrij spoedig kwa
men zij tot de constatering dat
het klimaat nooit lang het
zelfde blijft en ongeveer elke
tien jaar bepaalde schomme
lingen vf i-)ont. Die cyclus van
10 jaar moet u even goed ont
houden.
Inmiddels zijn onderzoekers
geheimzinnige natuurkrachten
op het spoor gekomen, waar
van de invloeden waarschijn
lijk veel verder reiken dan onze
menselijke pogingen de zon te
verduisteren door de onge
remde luchtvervuiling.
Zeer recente ontdekkingen
leiden tot de conclusie dat er
een kans is op een nieuwe ijs
tijd en die ijstijd zal mogelijk
eerder arriveren dan verwacht.
Er vinden ingrijpende wijzi
gingen in het klimaat plaats en
de mens draagt daar een flinke
steen aan bij. De gevolgen van
de zeer radicale ontbossingen
in het Amazone-regenwoud in
Brazilië zullen zich eerder doen
gevoelen dan verwacht. De vele
rampen in Azië en Afrika zijn
geen toeval, het gevolg van de
verstoring tussen de organis
men en hun omgeving, dieren,
planten, bodem, water en kli
maat. Anders gezegd, het zijn
de ecologische wandaden van
de mensheid die het natuur
lijke milieu hebben verstoord.
Het weer is nu eenmaal een
heel ingewikkeld stelsel in
ruimte en tijd. Het zou ons veel
te ver voeren al die factoren te
verklaren, beperken ons
daarom tot de hoofdzaken met
een verrassend slot aan het
einde.
Ongeveer 5.000 jaar voor Chris
tus was Europa 2 a 3 graden
warmer dan tijdens de warm
ste jaren van deze eeuw. Het
drijf ijs in het Arctische gebied
schrompelde ineen tot een hele
kleine massa, terwijl door het
smelten van het landijs de zee
spiegel steeg. Door de hevige
regenval in noordelijk Europa
werden vele bossen over
stroomd en veranderden in
veenplassen. Sterke winden
brachten zomerregens tot ver
in wat nu de Sahara is. Nadien
werden minder sterke warmte-
perioden afgewisseld met vrije
lange koude periodes.
Omstreeks 1300 na Christus
keerde het pakijs om IJsland
weer terug en de 14e eeuw gaf
in Europa-koel en onbestendig
weer te zien. De winters bleven
meestal mild maar de slechte
zomers hielden aan. De grote
ellende begon na 1430. Er volg
den jaren dat de Zuiderzee, het
Bodenmeer en het Meer van
Zürich geheel dichtvroren. De
periode van 1430 tot 1850 wordt
niet voor niets beschouwd als
de Kleine Ijstijd. Deze was
kort van duur vergeleken met
de echte ijstijden, maar niette
min duurde hij voor de toen
malige bewoners in West-
Europa, onze voorvaderen, veel
te lang. Het is niet verwonder
lijk dat de grote schilders uit de
Gouden Eeuw -zeg maar ge
rust zeer koude eeuw - zo dik-
wijls winterlandschappen
schilderden, want ook in ons
land regeerde Koning Winter
met ijzige hand. Vele bewijzen
zijn terug te vinden in de kro
nieken, erbarmelijke taferelen
hebben zich toen afgespeeld.
Voor ons moderne mensen uit
de 20e eeuw vrijwel onmogelijk
een juiste voorstelling te vor
men.
Een geringe daling van het
zeeniveau maakte de vele in
polderingen in West-Neder
land mogelijk. De Waddenei
landen vertoonden de neiging
aan elkaar te gaan groeien. De
tocht van Heemskerk en Ba-
rentsz (Nova Zembla 1596) mis
lukte door te sterke ijsgang. De
rivier de Theems was in 1666
door gebrek aan water nauwe
lijks bevaarbaar. Londen was
niet alleen getroffen door de
pest, het was er kurkdroog. In
1795 rukten de Franse troepen
geheel bevroren Nederland
binnen!
Daarna begon het tij heel
langzaam te keren al duurde
het nog tot de j aren 1860 toen de
gletsjers aanzienlijk begonnen
te smelten. Een proces dat in
het begin van deze eeuw werd
onderbroken.
Terwijl het ijs zich in het Arc
tische gebied en de bergen te
rugtrok, werden andere delen
van de wereld geteisterd door
zware regenval. Dat was in het
Midden-Westen van de Ver
enigde Staten niet het geval.
Daar werd het natuurlijk
evenwicht door de mensen al
daar op een onherstelbare ma
nier verwoest. Het begon met
de uitroeiing van de bizon (buf
fel) op hun natuurlijke terrein
de Great Plains (de prairies).
De Amerikaanse landbouw-
technologen maakten het nog
veel bonter. De bossen werden
gerooid en de kale grond onvol
doende bemest en bewerkt.
Pure roofbouw werd er ge
pleegd, de vruchtbare, maar
uitgedroogde grond viel ten
prooi aan de bodemerosie. Zo
ontstonden de rampzalige
dustbowls (stofkommen, ont
staan door zand- en stofstor
men). Over die jaren '30 spreekt
men in Amerika liever niet
meer en dat is goed te begrij
pen.
Het landontginningspro-
gramma van wijlen Nikita
Chroetsjev onderging in de ja
ren '60 eenzelfde lot. Zijn pro
gramma in Kazachstan kwam
door de droogte in Centraal-
Azië in grote problemen met
hetzelfde effect als in het Mid
den-Westen van Amerika. Ook
de Russen werden zodoende
door schade en schande wijzer,
alleen zal dat niet in de Pravda
te lezen zijn geweest.
De ontdekkingsreizigers
werden als eersten geconfron
teerd met de verschillende
luchtstromingen. Him logboe
ken vermelden een heel veel
zijdig patroon. De stiltegordels
bij de evenaar met hun zware
regens of de zeer gevreesde
keerkringstiltegordels, droog,
onbewolkt en een brandende
zon. De stormachtige zones
verder noordelijk met een
voorkeur voor westen- of zuid
westenwinden. Bij de polen
zwak en wisselend. Deze win
den nu vormen de sleutel tot
het begrip van de ongewoon
grote verschillen in weer en
klimaat die in de gehele wereld
op het land en boven zee optre
den.
In de loop der jaren zijn mil
joenen metingen verricht door
weersatellieten, vliegtuigen en
weerballons. Voeg daar nog bij
de ontdekking in 1944 van de
Wc hebben in ons land een paar jaar achtereen te maken gehad met extreme wateroverlast.
- foto anp
•fv*s 'rM
t*
Menselijk ingrijpen heeft rampzalige gevolgen gehad voor
de Amerikaanse landbouw. De droogte en de daarmee ge
paard gaande bodemerosie vernietigt vruchtbaar bouwland.
Een explosie op de zon die direct van invloed is op ons
weer. Op de bovenste foto een detailopname van de
uitbarsting. De explosie werd door het Max
Planckeninstituut gefotografeerd. De explosievlek heeft een
diameter van 100.000 km. - foto anp
allesomvattende, indrukwek
kende straal- of hoogtestro
mingen, hoog boven ons tussen
de 6 en 12.000 meter.
De wetenschap heeft in de
laatste tientallen jaren een
stormachtige ontwikkeling
doorgemaakt. Daartoe behoort
ook een intensieve studie en
waarnemingen van de activi
teiten van de zon. Vele, vele ge
heimen heeft deze fascinerende
planeet inmiddels al prijsgege
ven.
In de 'weerfabriek' is de zon de
ontembare energiebron waar
letterlijk alles om draait. Re
cent heeft men ontdekt dat
vooral de zonne-activiteit een
belangrijke rol speelt bij het
ontstaan van het weer. Die
Zonne-activiteit is het geheel
van storingen die zich op alle
niveaus van de zonatmosfeer
openbaren. De effecten zijn in
de gehele interplanetaire
ruimte merkbaar, ook aan de
omloopbaan van de aarde.
Plaatselijk zijn er op de zon
zeer actieve gebieden met
krachtige magneetvelden, wer
vels genaamd. Ze vertonen een
cyclische ontwikkelig op lan
gere termijn, gemiddeld 11,1
jaar. De duur van een cyclus
kan enkele jaren langer of kor
ter zijn.
De wijzigingen in de lokale
magneetvelden produceren
erupties, te vergelijken met die
van vulkanen maar dan dui
zenden malen krachtiger, op
heffingen, opwellingen en pro
tuberansen, lichtkransen om de
zon. De afgekoelde gebieden
vormen de bekende zonnevlek
ken die wij vanaf de aarde
waarnemen als donkere vlek-'
ken. Ze worden dagelijks opge
teld en bepalen de waarde voor
de zonne-activiteit, het 'Wolf-
getal' genoemd naar de Zwit
serse astronoom Wolf. In reek
sen van opeenvolgende Wolf-
getallen vindt men een 27-
daagse periode terug. 27 Kalen
derdagen na een maximale
waarde zal de kans op een ver
hoogde zonne-activiteit op
nieuw het hoogst zijn.
Er zijn zonuitbarstingen die
gedurende enkele maanden of
zelfs een a twee jaar weinig
van structuur veranderen. Ze
storen telkens om de 27 dagen
de ionosfeer van de aarde (de
ionosfeer ligt op een hoogte van
80 tot 400 km hoogte met gren
zen naar beneden tot ongeveer
60 km en naar boven tot 1.000
km. De ionosfeer bevat elek
trisch geladen deeltjes, ionen
genaamd, vandaar de naam).
Een van de effecten op korte
termijn van de zonactiviteit
omvat de plotselinge splitsing
van moleculen in elektrisch ge
laden deeltjes, ionen, in de la
gere ionosfeer. De voortplan
ting van de radio-elektrische
golven wordt daardoor onder
broken. Dit wordt veroorzaakt
door zonnestraling met korte
golflengtes, vooral door de X-
straling van de zon die bij het
begin van de chromosferische
zonuitbarsting wordt uitgezon
den. Voor radio-amateurs be
tekent dit een toename in de at
mosferische parasieten in het
frequentiegamma van enkele
tientallen kilohertz. Dergelijke
storingen kunnen, afhankelijk
van de breedtegraad, tien mi
nuten duren tot zelfs een of
meerdere dagen. Dan zijn er
hevige magnetische stormen.
Moeilijk voorspelbaar in de
27-daagse cyclus zijn de zonne-
plasma's. Dat zijn stromen
elektrisch geladen deeltjes die
een magnetisch veld meevoe
ren. Ze zijn ontstaan in de
krachtige magneetvelden die
verbonden zijn met het actief
gebied op het zonoppervlak.
Zonneplasma's veroorzaken
storingen in de ionosfeer van
de aarde en in het magnetische
veld als de omloopbaan van de
aarde door de interplanetaire
sector van het zonneplasma
gaat.
Een geheel ander soort sto
ringen zijn de zogenaamde pe
riodiek terugkerende magneti
sche stormen. Omdat ze ont
staan op de niet zichtbare zijde
van de zon tast de wetenschap
daarover geheel in het duister.
Ze zijn tot op de dag van van
daag totaal onvoorspelbaar.
Elk moment kunnen ze ons, bij
wijze van spreken, 'overvallen'.
Sommige zonuitbarstingen
veroorzaken een schokgolf in
de interplanetaire ruimte. Ze
komen dikwijls voor als de
zonactiviteit op haar hoogst is.
Ongeveer 50 uur nadat op de
zon de eruptie is waargenomen,
bereikt ze de magnetosfeer van
de aarde. Dergelijke uitbar
stingen kunnen vrij nauwkeu
rig vanaf het 'geboorte' gevolgd
worden.
We komen tot de kern van de
zaak, het weer in de komende
jaren. Op internationaal we
tenschappelijk vlak wordt aan
genomen dat in het midden van
1986 de zon haar minimum-ac
tiviteit had tijdens de 11,1-ja-
rige cyclus.
Welnu, het midden van 1986,
de periode van 13 juni tot en
met 21 juli gaf het volgende
weerbeeld te zien. De gemid
delde maximum temperatuur
bedroeg 28.4° (normaal 22.3°),
er waren 358 uren zon, er wa
ren 36 dagen boven de 20° (nor
maal 24), 21 zomerse dagen
(normaal 12), 5 tropische dagen
(normaal 2), 39 dagen met mooi
warm zomerweer en weinig
neerslag.
Om na te gaan of er inderdaad
een relatie bestaat tussen zon
ne-activiteit en fraai zomer
weer hebben we alle zomers
vanaf 1760 tot en met 1988, voor
zover mogelijk, getoetst op de
volgende factoren: tempera
tuur, neerslag, luchtdruk, uren
zon, windkracht, richting en
onweersdagen. Vanaf 1760 tot
1850 bestaan redelijk betrouw
bare gegevens omtrent tempe
ratuur en neerslag. Nadien da
teren de officiële metingen van
het KNMI te De Bilt. De uit
komsten zijn soms spectaculair
te noemen als men ze vergelijkt
met de zonactiviteit.
Feitelijk zou elk jaar in zijn
totaliteit bekeken moeten wor
den om een samenhang te vin
den. Toch hebben we gekozen
voor de drie zomermaanden
omdat die nu eenmaal het
meeste tot de verbeelding spre
ken. Wanneer we de zomers
van deze eeuw vergelijken met
de zonactiviteit dan zien we
iets heel merkwaardigs.
Opvallend is het aantal min-
De invloed van zonactiviteit op het weer werd min of
meer bij toeval ontdekt door dr. Günther Schietecat
van het KMI in het Belgische Ukkel. Schietecat was
in opdracht van de van de Koninklijke Belgische
Duivenliefhebbersbond bezig met een onderzoek
naar het vluchtgedrag van duiven. Doel van het on
derzoek was uitsluitsel te geven over wat de oorzaak
of oorzaken konden zijn van de rampvluchten, de
grote schrik van elke duivensportliefhebber.
ringslijnen lopen van de
Pyreneeën tot in België zo
wel in de lengte als breedte.
De slotconclusies van dr.
Günther Schietecat willen
wij de duivensportliefheb
bers niet onthouden, heel
interessant van de ene en
weinig bemoedigend van de
andere kant.
De vraag of in de nabije
toekomst alle rampvluch
ten vermeden kunnen wor
den moet ontkennend be
antwoord worden. Wed
vluchten zullen steeds beïn
vloed worden door de heer
sende luchtgesteldheden.
Een plotselinge weersom-
slag tijdens de wedstrijd-
vluchten kan rampzalige
gevolgen hebben.
Een nog minder voor
spelbaar atmosfeerver
schijnsel is de toestand van
het magnetische veld. Sto
ringen in dit veld tijdens de
vlucht kunnen uitdraaien
op een complete ramp. Het
is daarom nu (nog) niet mo
gelijk alle rampvluchten te
vermijden. Het aantal kan
tot een minimum terugge
bracht worden, mits aan
een aantal voorwaarden
wordt voldaan (zeker geen
gemakkelijke opgave voor
de duivensportbonden en
nogal kostbaar).
Gebleken is dat alle
rampvluchten optraden tij
dens specifieke luchtge
steldheden in samenhang
met een gestoord tot zeer
gestoord magnetisch veld
Er moet namelijk rekening
gehouden worden met de
toestand van dit veld in sa
menhang met de weersge
steldheid.
Omdat veel eerder dan
verwacht de zonactiviteit
gaat toenemen, het maxi
mum wordt tegen het voor-
jaar van 1990 verwacht,
zullen de duiven nog meer
richtingsgestoord worden.
De kans op een toename
van rampvluchten daar
door groter. Voor de dui
vensportliefhebbers staan
moeilijke seizoenen te
wachten.
Schietecat en zijn mede
werkers hebben nauwgezet
de 574 wedstrijdvluchten
van vorig jaar, vanaf de
eerste op 5 april tot de laat
ste van 27 september onder
zocht en geanalyseerd.
De uitkomsten zijn op
zijn minst opzienbarend te
noemen. De verkregen re
sultaten gaan soms lijn
recht in tegen de al jaren
lange heersende opvattin
gen. Een markant voor
beeld. In duivensportkrin
gen werd algemeen aange
nomen dat het lossen van
de duiven en het vluchtver-
loop gunstig is, als de zon
wordt waargenomen en de
lucht helderblauw is.
Men heeft nu vastgesteld
dat een middelhoog of hoog
wolkendek geen bijzondere
nadelige invloed uitoefent
op de duivenvluchten. Het
zicht is in die situatie over
het algemeen goed en de
luchtvochtigheid normaal.
In Schietecats rappor
tage wordt zeer uitvoerig
ingegaan op de geofysische
invloeden. Daarmee wordt
onder andere bedoeld het
uiterst ingewikkelde mag
netische veld dat aan het
aardoppervlak wordt
waargenomen. De verande
ringen van het magnetische
veld kunnen veroorzaakt
worden door verschijnselen
op korte of lange termijn.
Dat kan zijn blikseminslag,
zonactiviteiten en bewegin
gen in de vloeibare kern
van de aarde.
Laboratoriumproeven
hebben aangetoond dat de
duiven een onderscheid
kunnen maken tussen het
bestaan of afwezig zijn van
een magnetisch veld van
een zekere waarde. Duiven
reageren gemakkelijk op
magnetische schommelin
gen. Uit onderzoek bleek
dat de Franse losplaatsen
Etampes, Argenton en
Toury en in iets mindere
mate Rethel, Bourges,
Tours en Chateauroux op of
dichtbij magnetische sto-
ringsvelden liggen. Die sto-
der warme zomers van 1900 tot
en met 1930. Dat zijn er niet
meer dan acht. De periode van
1931 tot en met 1950 kent maar
liefst dertien warme tot zeer
warme zomers. Vooral die van
1947 springt eruit met 840 uren
zon, 17 tropische dagen, 46 da
gen boven de 25° C en 174 mm
neerslag! Een duidelijke kente
ring is gekomen na 1950. Van
1951 tot en met dit jaar slechts
zijn er slechts elf warme tot
zeer warme zomers. Die van
1983 was er eentje van uitzon
derlijke 'klasse'.
Heel interessant is dat in 1957
de hoogste gemiddelde zonne
vlek-activiteit, "Wolf-getal 200,
werd geregistreerd sedert de
metingen van 1850. De zomer
van 1957 was over het algemeen
genomen vrij normaal met uit
zondering van het aantal on
weersdagen. Normaal zijn dat
er voor een zomer 15, in 1957
meer dan het dubbele: 32. Door
die onweersdagen was de zo
mer ook iets te nat. Nogmaals,
het kan toeval zijn, maar een
oorzakelijk verband lijkt aller
minst uitgesloten. Volledig
heidshalve: vanaf 1850 tot en
met 1900 telden wij 19 warme
tot zeer warme zomers.
Op de zonactiviteit kan de
mens geen invloed uitoefenen,
op het klimaat helaas. In 1883
had de vulkaanuitbarsting van
van de Kraukatau plaats. Ton
nen stofdeeltjes werden om
hoog geslingerd tot een hoogte
van ongeveer 80 kilometer.
Door die stofdeeltjes werd de
zon geruime tijd versluierd,
weken en maanden, het had
een merkbare invloed op de
temperatuur en klimaat. De
Krakatau zorgde dus voor een
natuurlijk proces. Het mense
lijk 'ingrijpen' kan niet als na
tuurlijk aangemerkt worden.
Het klimaat is in het begin van
deze eeuw ziek geworden. Het
lijdt aan een slepende ziekte en
als we zo doorgaan is er maar
een geringe kans op genezing.
De oorzaken zijn overbekend.
Het koolzuurgehalte van de
lucht is gaan stijgen als gevolg
van de versnelde verbranding
van de fossiele brandstoffen
kolen, olie en gas. Dat heeft een
grote invloed op de stralings
huishouding van de aarde en
daarom ook op het klimaat. Het
kan zowel een afkoelend als
verwarmend effect hebben De
invallende zonnestraling wordt
doorgelaten, maar de afgege
ven warmtestraling door de
aarde tegengehouden. In de
dampkring kan de tempera
tuur vervolgens stijgen en
meer waterdamp in de lucht
oplossen. Gevolg, er komt meer
bewolking en die houdt de zon
nestraling weer tegen. Dit
noemt men het broeikaseffect
Deze herfst hebben we her
haaldelijk kunnen zien hoe dat
broeikaseffect werkt: een ho-
gedrukgebied, dan is er weinig
wind, veel bewolking en geen
zon.
De experts van de Wereld
Meteorologische Organisatie
stellen dat het gelijktijdig op
treden van natuurlijke kli
maatschommelingen en door
de mens veroorzaakte klimaat
wijzigingen zo ingewikkeld is,
dat zij geen uitspraak durven
te doen over het klimaat dat
ons te wachten staat.
De vooruitzichten op kortere
termijn lijken eveneens niet
gunstig. Volgens de meest re
cente voorspellingsmethoden,
met betrekking tot de toene
mende zonactiviteit, zou het
volgende maximum in de 11.1-
jarige zonnecyclus tegen het
voorjaar van 1990 plaatsvin
den. Dat is eerder dan ver
wacht werd. Als dat zo is, de
wetenschappers laten er geen
twijfel over bestaan, dan zal de
storingsinvloed van de zon op
de toestand van het magneti
sche veld toenemen. De terug
keer naar het maximum in de
zonnecyclus zal vermoedelijk
een toename betekenen van de
bewolking! De andere oorza
ken kennen we nu meer dan
voldoende.
Op de internationale lucht
havens zal het de komende zo
mers dus ze zullen ze er wee'
zijn, die duizenden zonzoekers
wachtend tot een metalen stem
hen oproept zich naar de uit
gang te willen begeven op weg
naar zonnige landen. De thuis
blijvers kunnen alleen maar
hopen dat hun vakantie niet in
het water zal vallen en het zie'
er naar het uit dat het wel eens
ij dele hoop zou kunnen zijn.
Bronnen: Nigel Calder - BBC Pu
blication London; Dr. Günther
Schietecat - Weerkundige en Geo
fysische invloeden op wedstrijd'
vluchten voor reisduiven.
t Een van de vele
winter worden de st
wijzigend landscha
schermkapje te zien
Door Piet Smolders
Maar toch was e
bleem: er bleken
liali zichtbaar, naa
gerichte kijkers gr
Dat leidde tot de the
sprake was van ge
vlekjes en onregeln
Marsoppervlak regen
inspannende oog als 1
theorie werd in de i
voor iedereen gemal
neem maar een vel
aantal vlekken en vl<
ver van af staan en
paalde patronen te on
Weg waren de N
voor de wetenschap,
literatuur bleven zij n
kig hun rol spelen G>
ontnuchtering toen de
ner-4 in 1965 rakeling
ter) langs Mars vlooj
maakte. Daarop was j
zien - zelfs niet iets v
verte op leek. Krate
Mars leek een ietwat
onze eigen levenloze i
ring had niet groter ki
Toch was dit niet h<
haal. Toen de Marin
langs Mars vlogen,
ongelukkig genoeg ju
santé delen van Mai
bracht. Het imago val
zo somber als op gror
foto's vermoed was.
ressantere formaties
grote diepe ravijnen
en... rivierbeddinger
Door Piet Smolders
„NIEMAND zou
hebben in de laats
van de negentienc
dat deze wereld n
rig en nauwgezet
ten werd gehouden
telligenties groter
van de mens en tc
sterfelijk; dat terw
sen zich druk maal
hun zorgen en zo
werden onderzocht
studeerd, misschiet
nauwgezet als een
een microscoop
schepselen bestuc
een druppel water
ligenties, groot en
onsympathiek,
deze aarde met
ogen en langzaam
her beraamden
plannen tegen ons.
Aldus het dreigende
een der meest geraffii
mans die de science fi
ratuur heeft voortgeb
oorlog der werelc
H.G.Wells.
Toen op 31 oktobe
bewerking van dit
hoorspel in Amerika
gezonden, ontstond
achtige paniek. Het
richt dat in deze rac
Jóng voorkwam, w
duizenden mensen
gehouden. Radeloost
spreidde zich door dt
men hoorde dat
schotels, afkomstig
met hun allesverzengt
len steden en dorpen
minuten in de as legd
bereidden-iich voor o
ste en pakten ijlings