ZONNE-ACTIYITEIT VAN GROTE INVLOED OP WEERBEELD Wat is er mis met ons klimaat? Ms Moeilijke jaren voor de duivenmelkers MODE DE STEM EXTRA ZATERDAG 29 OKTOBER 1988 Kernbommen Kleine Ijstijd Wantoestanden Zonne-activiteit Splitsing Mooie zomers MAGNETISCHE STORINGEN BEÏNVLOEDEN WEDVLUCHTEN Krakatau Niet gunstig DE STEM EIND vorige deze eeuw leek leven op Mars aanwezig. De 'cs liaan Schiapar meende te zien voedsel gegever dachte. T48 De afgelopen zomer was het op de internationale luchthavens weer een komen en gaan van zonzoe- kers. Bij duizenden vertrokken ze naar de landen rondom de Middellandse Zee om tenminste iets van de zomer te proeven. Geen risico's durfde men te nemen door de vakantie in eigen land door te brengen. Zij hebben in die verre landen van de no dige zon kunnen genieten. De vele hoopvol ge stemde thuisblijvers zagen ook dit jaar hun vakan tie in het water vallen. Te veel regen en vooral te weinig zon bepaalden het weerbeeld. De komende jaren zal dat beeld nauwelijks anders zijn. Op grond van de resultaten van recent onderzoek naar de zonne-activiteit kan geconcludeerd worden dat ook de volgende zomers slecht zullen zijn. Door Cees van Gurp Hugo van den Eishout Ted Heath, de voormalige mi nister-president van Engeland, sprak in 1973 in het Britse La gerhuis met ongewoon veel verstand van zaken over het weer. Zijn tegenstanders wa ren in de veronderstelling dat hij een goed smoesje gevonden had voor de hoge voedselprij zen. Het parlement barstte in lachen uit na Heaths medede ling dat het tekort aan sneeuw op de steppen de oorzaak was van de slechte oogst in China en Rusland. Nog grotere hilari teit ontstond nadat hij verteld had dat de koffieoogst in Bra zilië door de vorst was aange tast. Heath vervolgde zijn betoog met de verklaring dat de voor raad vismeel, bestemd als vee voer, terugliep als gevolg van een plotselinge wijziging van de zeestroom bij Peru. Toch waren de gebeurtenis sen waarop Heath wees, inder daad heel typisch voor de me teorologische veranderingen in het begin van de jaren '70. Zo beleefde het Midden-Westen van de VS in 1974 de droogste zomer sedert vele eeuwen. Ook dit jaar was de droogte er bijna catastrofaal. Een tijdlang is het de gewoonte geweest de verslechtering van het weer toe te schrijven aan het testen van kernbommen. In het begin van de jaren '60 wa ren er nog maar enkele des kundigen te vinden die toega ven dat het weer slechter werd. Zij behoorden tot de eerste on derzoekers die zich met de ge schiedenis van het klimaat be zighielden. Vrij spoedig kwa men zij tot de constatering dat het klimaat nooit lang het zelfde blijft en ongeveer elke tien jaar bepaalde schomme lingen vf i-)ont. Die cyclus van 10 jaar moet u even goed ont houden. Inmiddels zijn onderzoekers geheimzinnige natuurkrachten op het spoor gekomen, waar van de invloeden waarschijn lijk veel verder reiken dan onze menselijke pogingen de zon te verduisteren door de onge remde luchtvervuiling. Zeer recente ontdekkingen leiden tot de conclusie dat er een kans is op een nieuwe ijs tijd en die ijstijd zal mogelijk eerder arriveren dan verwacht. Er vinden ingrijpende wijzi gingen in het klimaat plaats en de mens draagt daar een flinke steen aan bij. De gevolgen van de zeer radicale ontbossingen in het Amazone-regenwoud in Brazilië zullen zich eerder doen gevoelen dan verwacht. De vele rampen in Azië en Afrika zijn geen toeval, het gevolg van de verstoring tussen de organis men en hun omgeving, dieren, planten, bodem, water en kli maat. Anders gezegd, het zijn de ecologische wandaden van de mensheid die het natuur lijke milieu hebben verstoord. Het weer is nu eenmaal een heel ingewikkeld stelsel in ruimte en tijd. Het zou ons veel te ver voeren al die factoren te verklaren, beperken ons daarom tot de hoofdzaken met een verrassend slot aan het einde. Ongeveer 5.000 jaar voor Chris tus was Europa 2 a 3 graden warmer dan tijdens de warm ste jaren van deze eeuw. Het drijf ijs in het Arctische gebied schrompelde ineen tot een hele kleine massa, terwijl door het smelten van het landijs de zee spiegel steeg. Door de hevige regenval in noordelijk Europa werden vele bossen over stroomd en veranderden in veenplassen. Sterke winden brachten zomerregens tot ver in wat nu de Sahara is. Nadien werden minder sterke warmte- perioden afgewisseld met vrije lange koude periodes. Omstreeks 1300 na Christus keerde het pakijs om IJsland weer terug en de 14e eeuw gaf in Europa-koel en onbestendig weer te zien. De winters bleven meestal mild maar de slechte zomers hielden aan. De grote ellende begon na 1430. Er volg den jaren dat de Zuiderzee, het Bodenmeer en het Meer van Zürich geheel dichtvroren. De periode van 1430 tot 1850 wordt niet voor niets beschouwd als de Kleine Ijstijd. Deze was kort van duur vergeleken met de echte ijstijden, maar niette min duurde hij voor de toen malige bewoners in West- Europa, onze voorvaderen, veel te lang. Het is niet verwonder lijk dat de grote schilders uit de Gouden Eeuw -zeg maar ge rust zeer koude eeuw - zo dik- wijls winterlandschappen schilderden, want ook in ons land regeerde Koning Winter met ijzige hand. Vele bewijzen zijn terug te vinden in de kro nieken, erbarmelijke taferelen hebben zich toen afgespeeld. Voor ons moderne mensen uit de 20e eeuw vrijwel onmogelijk een juiste voorstelling te vor men. Een geringe daling van het zeeniveau maakte de vele in polderingen in West-Neder land mogelijk. De Waddenei landen vertoonden de neiging aan elkaar te gaan groeien. De tocht van Heemskerk en Ba- rentsz (Nova Zembla 1596) mis lukte door te sterke ijsgang. De rivier de Theems was in 1666 door gebrek aan water nauwe lijks bevaarbaar. Londen was niet alleen getroffen door de pest, het was er kurkdroog. In 1795 rukten de Franse troepen geheel bevroren Nederland binnen! Daarna begon het tij heel langzaam te keren al duurde het nog tot de j aren 1860 toen de gletsjers aanzienlijk begonnen te smelten. Een proces dat in het begin van deze eeuw werd onderbroken. Terwijl het ijs zich in het Arc tische gebied en de bergen te rugtrok, werden andere delen van de wereld geteisterd door zware regenval. Dat was in het Midden-Westen van de Ver enigde Staten niet het geval. Daar werd het natuurlijk evenwicht door de mensen al daar op een onherstelbare ma nier verwoest. Het begon met de uitroeiing van de bizon (buf fel) op hun natuurlijke terrein de Great Plains (de prairies). De Amerikaanse landbouw- technologen maakten het nog veel bonter. De bossen werden gerooid en de kale grond onvol doende bemest en bewerkt. Pure roofbouw werd er ge pleegd, de vruchtbare, maar uitgedroogde grond viel ten prooi aan de bodemerosie. Zo ontstonden de rampzalige dustbowls (stofkommen, ont staan door zand- en stofstor men). Over die jaren '30 spreekt men in Amerika liever niet meer en dat is goed te begrij pen. Het landontginningspro- gramma van wijlen Nikita Chroetsjev onderging in de ja ren '60 eenzelfde lot. Zijn pro gramma in Kazachstan kwam door de droogte in Centraal- Azië in grote problemen met hetzelfde effect als in het Mid den-Westen van Amerika. Ook de Russen werden zodoende door schade en schande wijzer, alleen zal dat niet in de Pravda te lezen zijn geweest. De ontdekkingsreizigers werden als eersten geconfron teerd met de verschillende luchtstromingen. Him logboe ken vermelden een heel veel zijdig patroon. De stiltegordels bij de evenaar met hun zware regens of de zeer gevreesde keerkringstiltegordels, droog, onbewolkt en een brandende zon. De stormachtige zones verder noordelijk met een voorkeur voor westen- of zuid westenwinden. Bij de polen zwak en wisselend. Deze win den nu vormen de sleutel tot het begrip van de ongewoon grote verschillen in weer en klimaat die in de gehele wereld op het land en boven zee optre den. In de loop der jaren zijn mil joenen metingen verricht door weersatellieten, vliegtuigen en weerballons. Voeg daar nog bij de ontdekking in 1944 van de Wc hebben in ons land een paar jaar achtereen te maken gehad met extreme wateroverlast. - foto anp •fv*s 'rM t* Menselijk ingrijpen heeft rampzalige gevolgen gehad voor de Amerikaanse landbouw. De droogte en de daarmee ge paard gaande bodemerosie vernietigt vruchtbaar bouwland. Een explosie op de zon die direct van invloed is op ons weer. Op de bovenste foto een detailopname van de uitbarsting. De explosie werd door het Max Planckeninstituut gefotografeerd. De explosievlek heeft een diameter van 100.000 km. - foto anp allesomvattende, indrukwek kende straal- of hoogtestro mingen, hoog boven ons tussen de 6 en 12.000 meter. De wetenschap heeft in de laatste tientallen jaren een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Daartoe behoort ook een intensieve studie en waarnemingen van de activi teiten van de zon. Vele, vele ge heimen heeft deze fascinerende planeet inmiddels al prijsgege ven. In de 'weerfabriek' is de zon de ontembare energiebron waar letterlijk alles om draait. Re cent heeft men ontdekt dat vooral de zonne-activiteit een belangrijke rol speelt bij het ontstaan van het weer. Die Zonne-activiteit is het geheel van storingen die zich op alle niveaus van de zonatmosfeer openbaren. De effecten zijn in de gehele interplanetaire ruimte merkbaar, ook aan de omloopbaan van de aarde. Plaatselijk zijn er op de zon zeer actieve gebieden met krachtige magneetvelden, wer vels genaamd. Ze vertonen een cyclische ontwikkelig op lan gere termijn, gemiddeld 11,1 jaar. De duur van een cyclus kan enkele jaren langer of kor ter zijn. De wijzigingen in de lokale magneetvelden produceren erupties, te vergelijken met die van vulkanen maar dan dui zenden malen krachtiger, op heffingen, opwellingen en pro tuberansen, lichtkransen om de zon. De afgekoelde gebieden vormen de bekende zonnevlek ken die wij vanaf de aarde waarnemen als donkere vlek-' ken. Ze worden dagelijks opge teld en bepalen de waarde voor de zonne-activiteit, het 'Wolf- getal' genoemd naar de Zwit serse astronoom Wolf. In reek sen van opeenvolgende Wolf- getallen vindt men een 27- daagse periode terug. 27 Kalen derdagen na een maximale waarde zal de kans op een ver hoogde zonne-activiteit op nieuw het hoogst zijn. Er zijn zonuitbarstingen die gedurende enkele maanden of zelfs een a twee jaar weinig van structuur veranderen. Ze storen telkens om de 27 dagen de ionosfeer van de aarde (de ionosfeer ligt op een hoogte van 80 tot 400 km hoogte met gren zen naar beneden tot ongeveer 60 km en naar boven tot 1.000 km. De ionosfeer bevat elek trisch geladen deeltjes, ionen genaamd, vandaar de naam). Een van de effecten op korte termijn van de zonactiviteit omvat de plotselinge splitsing van moleculen in elektrisch ge laden deeltjes, ionen, in de la gere ionosfeer. De voortplan ting van de radio-elektrische golven wordt daardoor onder broken. Dit wordt veroorzaakt door zonnestraling met korte golflengtes, vooral door de X- straling van de zon die bij het begin van de chromosferische zonuitbarsting wordt uitgezon den. Voor radio-amateurs be tekent dit een toename in de at mosferische parasieten in het frequentiegamma van enkele tientallen kilohertz. Dergelijke storingen kunnen, afhankelijk van de breedtegraad, tien mi nuten duren tot zelfs een of meerdere dagen. Dan zijn er hevige magnetische stormen. Moeilijk voorspelbaar in de 27-daagse cyclus zijn de zonne- plasma's. Dat zijn stromen elektrisch geladen deeltjes die een magnetisch veld meevoe ren. Ze zijn ontstaan in de krachtige magneetvelden die verbonden zijn met het actief gebied op het zonoppervlak. Zonneplasma's veroorzaken storingen in de ionosfeer van de aarde en in het magnetische veld als de omloopbaan van de aarde door de interplanetaire sector van het zonneplasma gaat. Een geheel ander soort sto ringen zijn de zogenaamde pe riodiek terugkerende magneti sche stormen. Omdat ze ont staan op de niet zichtbare zijde van de zon tast de wetenschap daarover geheel in het duister. Ze zijn tot op de dag van van daag totaal onvoorspelbaar. Elk moment kunnen ze ons, bij wijze van spreken, 'overvallen'. Sommige zonuitbarstingen veroorzaken een schokgolf in de interplanetaire ruimte. Ze komen dikwijls voor als de zonactiviteit op haar hoogst is. Ongeveer 50 uur nadat op de zon de eruptie is waargenomen, bereikt ze de magnetosfeer van de aarde. Dergelijke uitbar stingen kunnen vrij nauwkeu rig vanaf het 'geboorte' gevolgd worden. We komen tot de kern van de zaak, het weer in de komende jaren. Op internationaal we tenschappelijk vlak wordt aan genomen dat in het midden van 1986 de zon haar minimum-ac tiviteit had tijdens de 11,1-ja- rige cyclus. Welnu, het midden van 1986, de periode van 13 juni tot en met 21 juli gaf het volgende weerbeeld te zien. De gemid delde maximum temperatuur bedroeg 28.4° (normaal 22.3°), er waren 358 uren zon, er wa ren 36 dagen boven de 20° (nor maal 24), 21 zomerse dagen (normaal 12), 5 tropische dagen (normaal 2), 39 dagen met mooi warm zomerweer en weinig neerslag. Om na te gaan of er inderdaad een relatie bestaat tussen zon ne-activiteit en fraai zomer weer hebben we alle zomers vanaf 1760 tot en met 1988, voor zover mogelijk, getoetst op de volgende factoren: tempera tuur, neerslag, luchtdruk, uren zon, windkracht, richting en onweersdagen. Vanaf 1760 tot 1850 bestaan redelijk betrouw bare gegevens omtrent tempe ratuur en neerslag. Nadien da teren de officiële metingen van het KNMI te De Bilt. De uit komsten zijn soms spectaculair te noemen als men ze vergelijkt met de zonactiviteit. Feitelijk zou elk jaar in zijn totaliteit bekeken moeten wor den om een samenhang te vin den. Toch hebben we gekozen voor de drie zomermaanden omdat die nu eenmaal het meeste tot de verbeelding spre ken. Wanneer we de zomers van deze eeuw vergelijken met de zonactiviteit dan zien we iets heel merkwaardigs. Opvallend is het aantal min- De invloed van zonactiviteit op het weer werd min of meer bij toeval ontdekt door dr. Günther Schietecat van het KMI in het Belgische Ukkel. Schietecat was in opdracht van de van de Koninklijke Belgische Duivenliefhebbersbond bezig met een onderzoek naar het vluchtgedrag van duiven. Doel van het on derzoek was uitsluitsel te geven over wat de oorzaak of oorzaken konden zijn van de rampvluchten, de grote schrik van elke duivensportliefhebber. ringslijnen lopen van de Pyreneeën tot in België zo wel in de lengte als breedte. De slotconclusies van dr. Günther Schietecat willen wij de duivensportliefheb bers niet onthouden, heel interessant van de ene en weinig bemoedigend van de andere kant. De vraag of in de nabije toekomst alle rampvluch ten vermeden kunnen wor den moet ontkennend be antwoord worden. Wed vluchten zullen steeds beïn vloed worden door de heer sende luchtgesteldheden. Een plotselinge weersom- slag tijdens de wedstrijd- vluchten kan rampzalige gevolgen hebben. Een nog minder voor spelbaar atmosfeerver schijnsel is de toestand van het magnetische veld. Sto ringen in dit veld tijdens de vlucht kunnen uitdraaien op een complete ramp. Het is daarom nu (nog) niet mo gelijk alle rampvluchten te vermijden. Het aantal kan tot een minimum terugge bracht worden, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan (zeker geen gemakkelijke opgave voor de duivensportbonden en nogal kostbaar). Gebleken is dat alle rampvluchten optraden tij dens specifieke luchtge steldheden in samenhang met een gestoord tot zeer gestoord magnetisch veld Er moet namelijk rekening gehouden worden met de toestand van dit veld in sa menhang met de weersge steldheid. Omdat veel eerder dan verwacht de zonactiviteit gaat toenemen, het maxi mum wordt tegen het voor- jaar van 1990 verwacht, zullen de duiven nog meer richtingsgestoord worden. De kans op een toename van rampvluchten daar door groter. Voor de dui vensportliefhebbers staan moeilijke seizoenen te wachten. Schietecat en zijn mede werkers hebben nauwgezet de 574 wedstrijdvluchten van vorig jaar, vanaf de eerste op 5 april tot de laat ste van 27 september onder zocht en geanalyseerd. De uitkomsten zijn op zijn minst opzienbarend te noemen. De verkregen re sultaten gaan soms lijn recht in tegen de al jaren lange heersende opvattin gen. Een markant voor beeld. In duivensportkrin gen werd algemeen aange nomen dat het lossen van de duiven en het vluchtver- loop gunstig is, als de zon wordt waargenomen en de lucht helderblauw is. Men heeft nu vastgesteld dat een middelhoog of hoog wolkendek geen bijzondere nadelige invloed uitoefent op de duivenvluchten. Het zicht is in die situatie over het algemeen goed en de luchtvochtigheid normaal. In Schietecats rappor tage wordt zeer uitvoerig ingegaan op de geofysische invloeden. Daarmee wordt onder andere bedoeld het uiterst ingewikkelde mag netische veld dat aan het aardoppervlak wordt waargenomen. De verande ringen van het magnetische veld kunnen veroorzaakt worden door verschijnselen op korte of lange termijn. Dat kan zijn blikseminslag, zonactiviteiten en bewegin gen in de vloeibare kern van de aarde. Laboratoriumproeven hebben aangetoond dat de duiven een onderscheid kunnen maken tussen het bestaan of afwezig zijn van een magnetisch veld van een zekere waarde. Duiven reageren gemakkelijk op magnetische schommelin gen. Uit onderzoek bleek dat de Franse losplaatsen Etampes, Argenton en Toury en in iets mindere mate Rethel, Bourges, Tours en Chateauroux op of dichtbij magnetische sto- ringsvelden liggen. Die sto- der warme zomers van 1900 tot en met 1930. Dat zijn er niet meer dan acht. De periode van 1931 tot en met 1950 kent maar liefst dertien warme tot zeer warme zomers. Vooral die van 1947 springt eruit met 840 uren zon, 17 tropische dagen, 46 da gen boven de 25° C en 174 mm neerslag! Een duidelijke kente ring is gekomen na 1950. Van 1951 tot en met dit jaar slechts zijn er slechts elf warme tot zeer warme zomers. Die van 1983 was er eentje van uitzon derlijke 'klasse'. Heel interessant is dat in 1957 de hoogste gemiddelde zonne vlek-activiteit, "Wolf-getal 200, werd geregistreerd sedert de metingen van 1850. De zomer van 1957 was over het algemeen genomen vrij normaal met uit zondering van het aantal on weersdagen. Normaal zijn dat er voor een zomer 15, in 1957 meer dan het dubbele: 32. Door die onweersdagen was de zo mer ook iets te nat. Nogmaals, het kan toeval zijn, maar een oorzakelijk verband lijkt aller minst uitgesloten. Volledig heidshalve: vanaf 1850 tot en met 1900 telden wij 19 warme tot zeer warme zomers. Op de zonactiviteit kan de mens geen invloed uitoefenen, op het klimaat helaas. In 1883 had de vulkaanuitbarsting van van de Kraukatau plaats. Ton nen stofdeeltjes werden om hoog geslingerd tot een hoogte van ongeveer 80 kilometer. Door die stofdeeltjes werd de zon geruime tijd versluierd, weken en maanden, het had een merkbare invloed op de temperatuur en klimaat. De Krakatau zorgde dus voor een natuurlijk proces. Het mense lijk 'ingrijpen' kan niet als na tuurlijk aangemerkt worden. Het klimaat is in het begin van deze eeuw ziek geworden. Het lijdt aan een slepende ziekte en als we zo doorgaan is er maar een geringe kans op genezing. De oorzaken zijn overbekend. Het koolzuurgehalte van de lucht is gaan stijgen als gevolg van de versnelde verbranding van de fossiele brandstoffen kolen, olie en gas. Dat heeft een grote invloed op de stralings huishouding van de aarde en daarom ook op het klimaat. Het kan zowel een afkoelend als verwarmend effect hebben De invallende zonnestraling wordt doorgelaten, maar de afgege ven warmtestraling door de aarde tegengehouden. In de dampkring kan de tempera tuur vervolgens stijgen en meer waterdamp in de lucht oplossen. Gevolg, er komt meer bewolking en die houdt de zon nestraling weer tegen. Dit noemt men het broeikaseffect Deze herfst hebben we her haaldelijk kunnen zien hoe dat broeikaseffect werkt: een ho- gedrukgebied, dan is er weinig wind, veel bewolking en geen zon. De experts van de Wereld Meteorologische Organisatie stellen dat het gelijktijdig op treden van natuurlijke kli maatschommelingen en door de mens veroorzaakte klimaat wijzigingen zo ingewikkeld is, dat zij geen uitspraak durven te doen over het klimaat dat ons te wachten staat. De vooruitzichten op kortere termijn lijken eveneens niet gunstig. Volgens de meest re cente voorspellingsmethoden, met betrekking tot de toene mende zonactiviteit, zou het volgende maximum in de 11.1- jarige zonnecyclus tegen het voorjaar van 1990 plaatsvin den. Dat is eerder dan ver wacht werd. Als dat zo is, de wetenschappers laten er geen twijfel over bestaan, dan zal de storingsinvloed van de zon op de toestand van het magneti sche veld toenemen. De terug keer naar het maximum in de zonnecyclus zal vermoedelijk een toename betekenen van de bewolking! De andere oorza ken kennen we nu meer dan voldoende. Op de internationale lucht havens zal het de komende zo mers dus ze zullen ze er wee' zijn, die duizenden zonzoekers wachtend tot een metalen stem hen oproept zich naar de uit gang te willen begeven op weg naar zonnige landen. De thuis blijvers kunnen alleen maar hopen dat hun vakantie niet in het water zal vallen en het zie' er naar het uit dat het wel eens ij dele hoop zou kunnen zijn. Bronnen: Nigel Calder - BBC Pu blication London; Dr. Günther Schietecat - Weerkundige en Geo fysische invloeden op wedstrijd' vluchten voor reisduiven. t Een van de vele winter worden de st wijzigend landscha schermkapje te zien Door Piet Smolders Maar toch was e bleem: er bleken liali zichtbaar, naa gerichte kijkers gr Dat leidde tot de the sprake was van ge vlekjes en onregeln Marsoppervlak regen inspannende oog als 1 theorie werd in de i voor iedereen gemal neem maar een vel aantal vlekken en vl< ver van af staan en paalde patronen te on Weg waren de N voor de wetenschap, literatuur bleven zij n kig hun rol spelen G> ontnuchtering toen de ner-4 in 1965 rakeling ter) langs Mars vlooj maakte. Daarop was j zien - zelfs niet iets v verte op leek. Krate Mars leek een ietwat onze eigen levenloze i ring had niet groter ki Toch was dit niet h< haal. Toen de Marin langs Mars vlogen, ongelukkig genoeg ju santé delen van Mai bracht. Het imago val zo somber als op gror foto's vermoed was. ressantere formaties grote diepe ravijnen en... rivierbeddinger Door Piet Smolders „NIEMAND zou hebben in de laats van de negentienc dat deze wereld n rig en nauwgezet ten werd gehouden telligenties groter van de mens en tc sterfelijk; dat terw sen zich druk maal hun zorgen en zo werden onderzocht studeerd, misschiet nauwgezet als een een microscoop schepselen bestuc een druppel water ligenties, groot en onsympathiek, deze aarde met ogen en langzaam her beraamden plannen tegen ons. Aldus het dreigende een der meest geraffii mans die de science fi ratuur heeft voortgeb oorlog der werelc H.G.Wells. Toen op 31 oktobe bewerking van dit hoorspel in Amerika gezonden, ontstond achtige paniek. Het richt dat in deze rac Jóng voorkwam, w duizenden mensen gehouden. Radeloost spreidde zich door dt men hoorde dat schotels, afkomstig met hun allesverzengt len steden en dorpen minuten in de as legd bereidden-iich voor o ste en pakten ijlings

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1988 | | pagina 8